ROBBEDOES DOOR... 10 Het Licht van Borneo
Frank Pé + Zidrou • Dupuis 92 p. (SC)
|
|
Grafische bedwelming |
|
Het weekblad Humo, het icoon van de weekbladpers, heeft een nieuwe eigenaar, en de redactie krijgt een nieuwe hoofdredactrice die de adverteerders kost wat kost in ere wil houden. Het duurt dan ook niet lang of de sterjournalisten Robbedoes en Kwabbernoot worden op het matje geroepen. Ze moeten hun ecologisch geïnspireerd artikel zwaar redactioneel bijsturen. Het wordt Robbedoes allemaal te veel en hij dient zijn ontslag in. Voor het eerst in vele tientallen jaren voelt hij zich vrij. In plaats van zich te bekwamen in het grote nietsdoen, wil hij nu kunstschilder worden. Op zijn zoektocht naar het juiste schildersmateriaal, ziet hij plots een affiche van circus Mondo. En is dat niet Noë die erop staat?! Robbedoes trekt vlug naar het circus om er zijn oude vriend-dompteur van de Bravo Brothers te ontmoeten. De asociale Noë is nog steeds de barsheid zelve en dat verbetert er niet op als er plots een tienermeisje voor hem staat. Het is zijn dochter die hij al jaren niet heeft gezien. Wat verderop in de Brusselse Gorikshallen ontvangt een galeriehouder een anonieme kist met daarin opnieuw een serie fenomenale schilderijen. De kunstwereld ligt in zwijm. De graaf van Rommelgem daarentegen heeft zware zorgen. Een onbekende paddenstoel duikt overal in de wereld op en verspreidt zich sneller dan zijn anti-Zwendelzwammen. Komt dit nog goed?
Maak een zin met de woorden Robbedoes, circusdieren, Frank Pé, Zidrou, carte blanche,... en je weet dat we al maanden in katzwijm liggen voor dit album. De eerste platen die we zagen tijdens Franks overzichtstentoonstelling in het Brusselse stripmuseum eerder dit jaar, stuurden onze verwachtingen helemaal naar zenith. En het mooiste is dat de artiest Frank Pé ons doorheen het hele Robbedoes-album geen enkele seconde ontgoochelt. Elke — jawel élke — plaat is betoverd mooi en solliciteert voor een ereplaats in onze woonkamer, al kost het ons een rib. Bovendien bouwt meneer Ragebol regelmatig rustpunten in zijn verhaal om ons grafisch nog meer in te pakken. En als de Brusselaar dan ook nog zijn schilderkunsten integreert in het scenario, dan solliciteert hij helemaal voor een staande ovatie. Maar ook voor de allerbesten is een strip meer dan alleen tekeningen.
In een recent interview vertrouwde Frank ons toe dat hij in de knoop lag met zijn scenario. Topscenarist Zidrou werd erbij gehaald en alles viel in de juiste plooi. Wij zijn minder overtuigd. Frank Pé (of Zidrou?) wil met deze Robbedoes gewoon te veel. Naast de drie forse hoofdthema's (de dochter van Noë, de betoverende schilderijen en de paddenstoelenplaag) flirt Pé nog met het verval van België, de mooie lelijkheid van Brussel en een parodie van King Kong. Soms is die informatieoverdaad schattig (die kleine tekeningen in het schilderswinkeltje Berger nabij de muurschildering van Ragebol hingen er vroeger echt). Maar even vaak is het te veel, zoals de antiwindmolenbetoging van de burgemeester. Als op het eind van dit al dubbeldik album een van de drie hoofdthema's met een deus ex machina sissend afloopt dan is dit dubbel jammer. Minder was hier echt meer geweest. Hopelijk revancheren de heren zich in hun nieuwe samenwerking, en comeback van een klassieke stripreeks. Er is nog plaats in onze boekenkast voor een absolute klassieker.
Het Licht van Borneo is helaas niet de allerbeste strip die we dit jaar hebben gelezen, maar het is ongetwijfeld wel de mooiste. |
|
> WOUTER PORTEMAN — november 2016 |