NOCTURNO 1
Tony Sandoval • Gorilla 112 p. (HC)
|
|
"Een mens ontmoet vaak zijn noodlot op de weg die hij insloeg om het te vermijden"* |
|
Het zit de jonge Seck niet mee. Na de dood van zijn vader is hij ingetrokken bij zijn oom en moet hij voortdurend de vernederingen van zijn neef Samuel slikken. De geest van zijn vader spoort hem aan om het hazenpad te kiezen en zijn oude vriend Rojo op te zoeken. Seck ontpopt zich dan tot de charismatische frontman van de metalband Kraneus, die hoge ogen gooit bij een lokale talentenjacht. Maar dan zal het noodlot weer onverbiddelijk toeslaan. Daar kunnen zelfs de wijsheden van zijn dode vader of de liefdevolle steun van zijn vriendin Karen niks aan verhelpen...
Nocturno is de titel van dit album. Nocturno? Nocturno?? NOCTURNO!? Was dat ook niet de naam van de onoverwinnelijke zwarte ridder uit De Duistere Bondgenoot van De Rode Ridder? Als tienjarige waren we serieus gebiologeerd door die topcreatie van Karel Biddeloo. Achteraf bekeken was het misschien wel de eerste keer dat we bewust geconfronteerd werden met het feit dat goed en kwaad niet altijd duidelijk afgelijnde begrippen zijn. Tony Sandoval werpt in zijn verhaal een gelijkaardig dilemma voor onze voeten en wijst ons maar al te graag op het hele scala aan grijstinten waarmee we geconfronteerd worden in de grotemensenwereld. Dat de man gefascineerd is door dood en verderf bleek ook al in zijn vorige albums die Gorilla tegen een strak tempo op ons loslaat. Misschien niet verwonderlijk als je weet dat de man uit Mexico komt, toch het land waar ze van de Día de Muertos een nationaal volksfeest gemaakt hebben, iets wat voor onze teergevoelige West-Europese zieltjes vaak nogal macaber overkomt.
Sandoval kiest hier nogmaals voor zijn geliefkoosde thema's: het wereldje van getormenteerde adolescenten en de heavy metal. Een schuine blik op 's mans back catalogue bewijst dat hij dat motief al vele keren op diverse manieren heeft uitgewerkt. Voorlopig weet hij ons nog altijd te overtuigen met zijn magisch-realistische insteek en zijn particuliere tekenstijl waarbij hij ook volop experimenteert met gedurfd kleurgebruik. De kusscène op pagina 67 is daar een intrigerend voorbeeld van.
Het album eindigt met een klap die je niet meteen te boven komt. Niets doet vermoeden dat deze grijze donderwolk in het tweede deel nog een zilveren randje kan krijgen. Of weet Sandoval ook in het diepdonkerste zwart nog enige nuances te onderscheiden?
* Jean de la Fontaine |
|
> MARIO STABEL — april 2016 |