SHANDY - EEN ENGELSMAN IN HET KEIZERRIJK 2 Dragonder bij Austerlitz
Dominique Bertail + Matz • Daedalus 48 p. (SC)
|
|
Met enthousiasme bewandelde weg |
|
Bij het vorige deel oefenden we nog de kritiek uit dat Dominique Bertail af en toe minder oog had voor detail, dat de inkleuring soms kunstmatig overkomt en het scenario rommelig. "Geen hoogvlieger" was de conclusie. Met deel 2 lijkt het wel alsof de auteurs de kritiek ter harte hebben genomen. Op een degelijke aandacht voor kleerplooien na zijn de door Bertail (die een tijd lang in de running was om Marshall Blueberry na twee delen van William Vance over te nemen) aangebrachte details voldoende om soms met open mond naar te gapen. Bekijk die paleisscène op pagina 27 en wroet je doorheen de veldslag vanaf pagina 42. Mooi! De inkleuring is somberder van toon en sluit beter aan bij het tijdperk van Napoleon Bonaparte. En het verhaal van De Killer-auteur Matz slingert nu een weg op die we met meer enthousiasme bewandelen.
Engelsman Shandy neemt dienst in het leger van de Fransen. Zijn enige voorwaarde is dat hij niet wil vechten tegen zijn landgenoten. Een generaal verleent hem deze gunst en lijft hem in bij zijn detachement dragonders, soldaten te paard. Als ruiter laat Shandy zich niet onbetuigd. Maar wie schetst zijn verbazing als hij Rodrigue opnieuw tegen het lijf loopt? De schurk is nu de adjudant van de keizer. Wanneer hij Shandy herkent, beschuldigt hij hem van spionage. Shandy zal zijn loyaliteit aan het Franse keizerrijk dubbel moeten bewijzen. Hij raakt echter al van zijn melk door de doodgewaande Agnes, Rodrigues minnares, terug te zien. Ondertussen trekt het leger ten strijde tegen onder meer Oostenrijk en de Russische kozakken met de slag bij Austerlitz als climax. We steken hier nog wat op van oorlogsvoering ook. De verschrikking van een oorlog zien we indrukwekkend in beeld gebracht op de laatste pagina's. Voorlopig houdt Shandy zich sterk, maar hij is duidelijk getekend door de situaties. Hoe hij zich staande houdt in het vervolg valt nog af te wachten. |
|
> DAVID STEENHUYSE — november 2007 |