GEN BARREVOETS IN HIROSHIMA 10 Nooit Opgeven
Keiji Nakazawa • Xtra 264 p. (SC)
|
|
Monumentale waarde |
|
Het kostte uitgeverij Xtra tien jaar om de tiendelige reeks Gen Barrevoets in Hiroshima te vertalen. We morden wel eens over de lange intervallen tussen twee delen, maar Xtra was het blijkbaar om de eindsprint te doen. Tekenaar Keiji Nakazawa werkte twaalf jaar, van 1973 tot 1985, aan zijn nalatenschap. Er was nog sprake van een vervolg, maar dat plan borg hij op nadat er in 2009 diabetes en cataract (een oogaandoening) bij hem werd vastgesteld. Hij overleed uiteindelijk in 2012 aan longkanker.
Ook in dit laatste deel blijft het voor Keiji's alter ego Gen Nakaoka moeilijk om zijn optimisme te handhaven. Het noodlot blijft hem tarten. Zijn beste vriend Musubi raakt zwaar verslaafd aan drugs en jaagt alle spaargeld van het groepje door zijn aderen. Het meisje op wie Gen verliefd raakt, is de dochter van een wrede baas met streng militaristische standpunten bij wie hij net ontslag nam. Op de koop toe ondervindt het meisje als overlevende van de atoombom op Hiroshima de kwalijke neveneffecten van deze misdaad tegen de mensheid. Ze heeft leukemie en zij zal sterven. Gens andere vriend Ryuta raakt slaags met de yakuza om Musubi te wreken. Zijn toekomst staat zwaar op het spel na een onomkeerbare daad. Ondertussen trekt Gen hard van leer tegen leerkrachten, zaakvoerders en anderen die maar niet willen inzien dat de Japanse keizer geen godheid was en die hen integendeel in een wrede oorlog stortte die ze nota bene verloren. Kritiek is er ook voor de andere kant, voor gelijk wie eigenlijk die heil ziet in oorlogvoeren of zich bezondigt aan onderdrukking, machtsmisbruik of meeloperij. Gelukkig beschikt Gen over een talent, hij kan tekenen. Er is een toekomst voor hem weggelegd. De eindpagina's komen dan ook met een positieve boodschap, hij zal inderaad niet opgeven, hij zal leven! Maar wat voor leven heeft hij op dat moment al achter de rug zeg! Nu te lezen in een tiendelige reeks van monumentale waarde. |
|
> DAVID STEENHUYSE — juli 2015 |