Bibliografie van Oscar Martín
• Angry Birds
• De Gilde
• Solo: Kannibalenkronieken
• Solo: Kannibalenkronieken
• Solo: Kannibalenkronieken
SOLO 1
Een Wereld Vol Kannibalen


Oscar Martín • Dark Dragon Books
56 p. (SC)
Sneltempo

In een post-apocalyptische wereld zijn diverse diersoorten gemuteerd naar gelijken van mensen: rechtstaande, sprekende en voor intelligente wezens doorgaande rassen. Ratten, marters, katten en onbestemde beesten en nachtwezens, wiens natuur minder geëvolueerd is, leven alles behalve harmonieus samen. Enkel op het territorium van de Schroters (mensen die afvalproducten recycleren) heerst een wapenstilstand... uiteraard om ongestoord handel te kunnen voeren met alle mogelijke partijen. Solo is een sterke rat met nogal wat vergevorderde vaardigheden met wapens. Zijn dagelijkse praktijken bestaan erin voedsel voor zijn familie te vinden. Dit is namelijk een verhaal van overleven en eten of gegeten worden. De zoektocht naar voedsel wordt hoe langer hoe lastiger, vooral in het besneeuwde landschap. En er zijn altijd wel kapers op de kust om een net geschoten maaltje voor zijn neus weg te ritsen. Na een gesprek met zijn vader besluit Solo dat het beter is om voortaan alleen op pad te gaan. Er wacht hem vanzelfsprekend een met gevaren en confrontaties bezaaide tocht. Het eindigt voorlopig in de arena waar hij uitmunt als gladiator...

De Spaanse auteur Oscar Martín kennen we nog van de dierenstripreeks De Gilde waarvan bij Casterman twee veelbelovende delen verschenen. Zijn soepele, tekenfilmachtige tekenstijl oogt commercieel (hij schreef en tekende twintig jaar lang strips van Tom en Jerry), maar houd Solo toch maar uit de buurt van de kinderen. Bijtgrage creaturen, afgehakte hoofden en ledematen, bloedbaden en doorkliefde lichamen wisselen elkaar in sneltempo af. Snel is ook het tempo van het hele verhaal, ondanks de filosofische mijmeringen van Solo die dit eerste album een niveautje hoger willen tillen, maar tenonder gaan aan de hoogdravende ernst van die teksten. Houd het maar gewoon bij het geweld en de hoofdintrige, Martín, dat lezen we al graag genoeg.

> DAVID STEENHUYSE — april 2015