DE COMPLETE BEVERPATROELJE 2 Op naar Verre Oorden: 4. Op Mowgli's Voetspoor - 5. De Fles in Zee - 6. De Tropee van Zwartheuvel
Michel Tacq + Jean-Michel Charlier • Arboris 160 p. (HC)
|
|
Nieuw leven |
|
Lukte het ons vorig jaar eindelijk om die laatste paar ontbrekende albums van De Beverpatroelje te vinden aan een nog net betaalbare prijs en dan werd de vertaling van de Franse integrales van de jeugdreeks ineens aangekondigd. Eerst nog door een uitgever die het vertrouwen in zo'n operatie moest kunnen waarmaken. Inmiddels is Arboris met de rechten gaan lopen. De Nederlandse uitgeverij voert het tempo mooi op door in één en hetzelfde trimester met twee bundels af te komen. Houden zo! Maar vergeet alsjeblieft niet dat er nog heel wat andere reeksen op een gepubliceerd vervolg wachten.
Hoe dan ook betekenen de integrale reeksen bij Arboris (er zijn ook nog Baard en Kale, Tanguy en Laverdure en straks Guus Slim) een commerciële opsteker. Vooral nostalgici en verzamelaars varen hier wel bij. Nieuwe lezers zullen minder te strikken zijn voor deze avontuurlijke jeugdreeks met klassieke inslag. De nieuwe vertaling leest vlotter dan de oorspronkelijke versie, de nieuwe lettering is ook veel netter, de kleuren zijn frisser en het achtergronddossier blinkt uit in volledigheid. Pluim nog voor de vertaler om dit zoveel mogelijk binnen een Nederlandstalige context te presenteren. Voetnoten in het dossier en de strip zijn verhelderend of wijzen scenarist Jean-Michel Charlier zelfs terecht voor de dichterlijke vrijheid die hij zich toemat.
De in deze bundel opgenomen verhalen brengen het groepje padvinders achtereenvolgens naar Indië in Op Mowgli's Voetspoor, de Baskische kust, Groenland en Esturië in De Fles in Zee en dichter bij huis in Zwartheuvel in De Tropee van Zwartheuvel. Om geen verwarring te scheppen bij catalogisering is de titel met het verwarrende "tropee" aangehouden in plaats van er "trofee" van te maken. Tropee is nochtans correct (een afgeleide van het Latijnse tropaeum of het Griekse trepein), maar de spelling is in onbruik geraakt.
Charlier last weetjes in of zelfs een doe-opdracht voor de lezer om de morsecode te oefenen, maar ze nemen nergens de bovenhand. De avonturen zijn een aaneenrijging van verplaatsingen, waarbij Tapir, het dikkertje van de groep, zo goed als altijd voor de komische noot zorgt. Hij slaagt er wonderwel in om ons af en toe daadwerkelijk te laten schaterlachen.
In Op Mowgli's Voetspoor vonden we het Jungleboek-thema er wat ongelukkig bijgesleept. Het raakte nogal snel en ongeïnspireerd afgewikkeld. Het hoteldebotelverhaal De Fles in Zee is aardig en raast door het vele rondreizen goed vooruit. Het beste verhaal in deze bundel is De Tropee in Zwartheuvel. De jongens vinden een oud-Gallische standaard waar vervolgens heel wat om te doen is met veel mysterie. Een van de jongens krijgt een pak rammel die je niet in een strip voor de jeugd van toen zou verwachten. Door hun schranderheid lossen de eeuwige do-gooders trouwens elke kwestie op. Ze moeten alleen opletten dat brute tegenwerking en geweld niet de respons is waar ze niet tegenop kunnen... alhoewel, zelfs in die omstandigheden staan ze hun mannetje.
Het lijkt ons utopisch om deze reeks aan een volstrekt nieuw publiek aan te prijzen. Het lukt het gros van hen allicht niet om zich eventjes te willen verplaatsen naar de jaren 1950 om de tijdsgeest van toen als toetssteen te aanvaarden. Voor de rest blijft deze heruitgave een bewijs van het belang van de reeks die lang niet elke ouwe reeks gegund is: een nieuw leven als bundeling. |
|
> DAVID STEENHUYSE — maart 2015 |