ROBBEDOES DOOR... 7 De Luipaardvrouw
Olivier Schwartz + Yann • Dupuis 64 p. (SC)
|
|
Stokken in de wielen |
|
Brussel, 1946. De nazi's zijn de stad uitgeborsteld en het leven hernam zijn gang. Robbedoes werkt nog steeds als piccolo in het Moustic Hotel waar de gedecoreerde verzetsheld de bodempjes van de glazen van klanten achteroverkapt om het Joodse meisje Audrey uit zijn hoofd te zetten. Je zou voor minder ontslagen worden... wat later effectief gebeurt. Tot dat moment beschermde hij de in het hotel inwonende kolonel Van Praag tegen de aanval van een luipaardvrouw die hij achternazat op de daken. Zo'n achtervolging leverde in het vorige album van Olivier Schwartz en Yann al sterke en knap getekende scènes op. Die mysterieuze en lenige vrouw is op zoek naar de heilige Koso, een met spijkers beslagen houtsculptuur, uit het Afrikaanse Urugondolo. Ondertussen lopen er een soort golems rond met een zoeklicht als ogen, zijn we nog niet af van kolonel Von Knochen en lijkt een imposante zwarte officier met een palmboomsymbool dat eruitziet als een hakenkruis het zeel naar zich toe te trekken in een intrige die pas in het volgende deel, De Meester van de Zwarte Hosties, zal uitgespit worden.
We hadden graag gezien dat Schwartz en Yann hun kunstje van hun goed verkochte en zelfs herdrukte Piccolo in Veldgroen zouden overtreffen. Helaas gooit Yann zijn eigen ruiten in door werkelijk te overdrijven met zijn knipogen. In plaats van weldaad voelt het aan als drijfzand; jezelf verzetten doet je nog sneller wegzinken. Het proberen herkennen of achterhalen van inhoudelijke en vormelijke knipogen naar fictieve en historische figuren, naar historische ditjes en datjes, situaties en achtergronden verstoren de voortgang van het verhaal meer dan dat ze het geheel bijkleuren. Bij elk knipoogje dat je ontgaat, maar waarvan je weet dat er een bijkomende uitleg bijhoort, voel je je dom. Geen enkele lezer wil zich dom voelen. Of denken we er te veel bij na? In elk geval escaleert Yanns manie om documentatie, anekdotes en weetjes in zijn verhalen te verwerken in de afgelopen jaren steeds meer tot het onleesbaar dreigt te worden. Ook Martin Lodewijk lijdt aan deze 'ziekte'. Less is more. Nu betekent more integendeel less goesting om zijn verhalen te blijven lezen, op zijn van zijn manie bespaard gebleven Werelden van Thorgal-reeksen na dan.
Maar we bedoelen het heus niet kwaad. Piccolo in Veldgroen staat inmiddels op zo'n onbereikbaar hoog niveau, broederlijk naast Het Dagboek van een Fantast in dezelfde nevenreeks van Robbedoes en Kwabbernoot, dat er moeilijk aan te tippen viel. De Luipaardvrouw durft het aan om Robbedoes nog verder te destabliseren, te spotten met de relatie met een onbesuisde Kwabbernoot en de seksualiteit van deze laatste verder te etaleren. Robbedoes is in de handen van deze Yann geen vlak personage. Zijn onschuld is voorgoed vervlogen en hij is een depressie nabij. Een getormenteerd figuur met ballast, in een decor waar vanuit elke schaduw het gevaar dreigt. Ook dàt is De Luipaardvrouw.
De grootste pret valt opnieuw te beleven met het sublieme tekenwerk van Schwartz. Zijn penseellijnvoering zwiept en stuitert over de pagina's heen. Waar Yann hem onvrijwillig stokken in de wielen steekt door de vlotheid uit het verhaal te flikkeren, slaagt Schwartz er op zijn eentje telkens weer in om het vehikel op gang te trekken en voort te stuwen. Hij is een waar tekenwonder! Het wordt eens tijd dat iemand zijn Inspecteur Bayard (helaas al achttien delen en drie specials ver) vertaalt. Zijn stijl is sindsdien alleen maar geperfectioneerd. |
|
> DAVID STEENHUYSE — juni 2014 |