VASCO 24 De Kinderen van de Vesuvius
Dominique Rousseau + Gilles Chaillet • Le Lombard 48 p. (SC)
|
|
Karikaturaal |
|
In dit verhaal maken we kennis met een jongere Vasco die in een dorp aan de Vesuvius op vakantie is. Hij trekt er vaak op met drie vriendjes, twee jongens en een meisje. Er is een klasseverschil tussen de rijkere Vasco en Niccolo dell'Aquila, de zoon van de seneschalk van koningin Johanna, enerzijds en het boerenzoontje Lucà en de knappe Loretta anderzijds. De drie jongens zijn verliefd op Loretta. Dit drijft geen wig tussen de jongens. Nog niet. Ze hebben toch al een gemeenschappelijke vijand: de tweelingbroertjes Cosma en Damiano, twee pestkoppen van formaat. Via een put ontdekken ze na een aardschok een bedolven stad. Bij het verstrijken van de jaren breekt de pest uit over heel Europa. En daarna komt de armoede. De koningin van Napels vraagt de Tolemeibank om een lening zolang de bank zelf de belastingen aan de onderdanen komt innen willen ze het geld terugbetaald krijgen. Vasco krijgt die ondankbare taak toegewezen. En zo wordt hij herenigd met Niccolo, die zijn vader opvolgde. Loretta is nu een herbergierster, eigenlijk een lichtekooi. Het zal je niet verwonderen dat Vasco nogal wat tegenstand krijgt te verduren. En daar zijn ook nog de twee broertjes.
Dit is het eerste Vasco-album van tekenaar Dominique Rousseau die Frédéric Toublanc opvolgt. Toublanc worstelde met de houdingen van de personages die er te statisch uitzagen. Het scenario is nog wel van de in 2011 overleden Gilles Chaillet. Rousseau voltooide tevoren het laatste album van de reeks De Laatste Profetie. Het is even wennen om een jongere Vasco te zien met overdreven grote ogen waardoor hij er te karikaturaal uitziet. Over het algemeen heeft hij sowieso moeite om de hoofden van zijn personages er echt geslaagd uit te laten zien. Het zijn veeleer tronies. Waar Rousseau echter te kort schiet in de vormgeving van de personages, maakt hij goed met zowat al de rest. De decors zijn even gedetailleerd en punctueel uitgewerkt als die van Chaillet. Ook hij tekende zijn personages nimmer tegenover een lege achtergrond. Er valt dus wel wat te bekijken in dit album, het eerste deel van een tweeluik. Rest ons nog de inkleuring van Chantal Defachelle te vernoemen. Zij zorgt voor die extra, onontbeerlijke troef. |
|
> DAVID STEENHUYSE — december 2013 |