DEATH MOUNTAINS 1-2 1: Mary Graves - 2: Cannibal Mary
Daniel Brecht + Christophe Bec • Casterman 48 p. (SC)
|
|
Sobere Bec |
|
Death Mountains situeert zich in de bergen van de Sierre Nevada ten tijde van het Wilde Westen. Nadat acht vrijwilligers uit een gestrand konvooi met snel oprakende voedselvoorraden een andere route moeten zoeken om over de bergen te geraken, komen ze zelf vast te zitten in een sneeuwstorm. Ze vinden beschutting in een grot, maar de blizzard houdt aan. Na twintig dagen hebben ze geen andere optie dan het lot te laten beslissen wie zich moet opofferen. Het eten van mensenvlees is hun allerlaatste kans om te overleven. Een van hen is Mary, vele jaren na de feiten moet ze leven met de bijnaam Cannibal Mary. Met die bijnaam wordt ze aangesproken in het begin van het verhaal wanneer een nazaat van een ander konvooilid de waarheid wil vernemen. En Mary steekt van wal.
Wanneer Christophe Bec zijn personages in een afgesloten of benauwde ruimte kan zetten, is hij op zijn best. Deze keer is hij op zijn soberst, wellicht omdat het verhaal is gebaseerd op waargebeurde feiten. Die feiten maakten het hem alsnog mogelijk om personages tegen elkaar uit te spelen en verrassingen uit de mouw te schudden. Een Bec grand cru is Death Mountains toch niet, hoor. Efficiënt, dat wel, al wordt wel héél snel gesproken over het eten van mensenvlees om te overleven. Maar we missen impact, of toch het soort drama waarmee Bec ons in andere van zijn reeksen mee om de vinger windt.
Debutant Daniel Brecht doet wat hij kan. Tot zijn grote voorbeelden rekent hij Jean Giraud, Hermann en Christian Rossi, allen zeer bekwame westernauteurs. Brecht heeft al een eigen signatuur, maar daarmee is hij nog lang niet waar hij moet zijn. Hopelijk krijgt hij de kans om zich verder te ontwikkelen in volgende albums. |
|
> DAVID STEENHUYSE — maart 2013 |