ZEVEN 8 Zeven Overlevenden
Pieter Denys + Luca Blengino • Silvester 64 p. (HC)
|
|
Treffer |
|
Geheel de internationale trend van de zombiestrips volgend, is ook de opener van het tweede Zeven-seizoen doordrongen met de stank van verrot vlees. Hier heten zombies "dorre gasten". Zeven uiteenlopende personages krijgen er mee te maken nadat ze een eindeloze tunnel in de Alpen inrijden. Er is een arts wiens vrouw hem bedriegt met zijn bloedeigen broer die ook meerijdt in de wagen. Er is een ruziënd koppel delinquenten die een afspraak tegemoet rijdt en tegelijk vlucht voor de gevolgen van twee doden die ze aan een tankstation maakte. Er is een flik die de crimineel al zeven maanden op de hielen zit en 'm deze keer te pakken wil krijgen. En er is een man die in de tunnel autopech heeft. De onderlinge spaningen zijn al te snijden, straks krijgen ze ook nog eens met elkaar te maken en moeten ze willens nillens samen hun streng trekken tegen een plotse opkomst van zombies. Er is iets vreemd met de tunnel waaruit geen ontkomen mogelijk is. En een van de dorre gasten heeft precies meer noten op zijn zang dan je van een zombie doorgaans verwacht.
Met stuk voor stuk écht spannende (misdaad)thrillers op zijn actief komt Pieter Denys beslagen op het ijs voor dit zombietussendoortje met een The Twilight Zone- of The X-Files-achtige ontknoping. In de verte heeft zijn stijl wat weg van Sean Phillips' Criminal. Denys schroomt zich niet om wrede scènes plastisch in beeld te brengen met een moderne in your face-aanpak. Grafisch topwerk noemen we dat.
Ook Luca Blengino, voor ons nog steeds een nobele onbekende ondanks zijn eerdere bijdrage aan die andere conceptserie Casus, doet zich opmerken. Het idee is knap bedacht en stevig uitgewerkt, het ritme zit er goed in, de climaxen stapelen zich op en niemand kan het verhaalverloop voorspellen. Dit is een van de beste afgeronde verhalen in de conceptreeks Zeven. Het tegengestelde moet gezegd worden over de misser Zeven Personages dat gelijktijdig met de treffer Zeven Overlevenden verscheen. |
|
> DAVID STEENHUYSE — mei 2012 |