GRINGOS LOCOS
Olivier Schwartz + Yann • Dupuis 52 p. (HC & SC)
|
|
Straffe verhalen |
|
Het verhaal is in stripmiddens gekend: in 1948 trok Jijé samen met zijn gehele gezin, André Franquin en Morris naar Amerika, het land van hamburgers, grote wagens en... Mickey Mouse. Het plan was geniaal en naïef in zijn eenvoud. Het trio ontscheepte in New York, doorkruiste heel het continent om in Hollywood bij ome Walt aan te kloppen en hun schetsen te laten zien. Hun timing kon echter niet slechter zijn. Disney Studio's had namelijk net zijn broek gescheurd aan Bambi, en ontsloeg een derde van zijn personeel. Daar hun visa bijna verstreken waren, en het zuidelijker aanzienlijk goedkoper leven was, trok de hele stoet met hun oude Hudson naar Mexico.
Tot zover is iedereen het erover eens. Maar dan beginnen de meningen te verschillen. Yann heeft in de eerste plaats een strip geschreven OVER die reis, hij heeft niet een strip geschreven die de reis zo exact mogelijk weergeeft. In dien verstande is het citaat op de titelpagina veelzeggend: "Als de legende sterker is dan de realiteit, gebruik, dan de legende" (John Ford: "The man who shot Liberty Valence"). Voor deze strip heeft Yann de anekdotes van Franquin en Morris gecombineerd, ingewisseld, dooreen gehaspeld en in een verhaal gekneed. Anekdotes die waarschijnlijk al gekleurd waren door de vertellers zelf, en die bij het vertellen al het stof van de jaren meedroegen. Niet iedereen gaat hiermee akkoord, voornamelijk de kinderen van Jijé. Hun tegenargumenten geven ze dan ook mee in een extra plooifolder die bij het album zit. Het geeft een grote meerwaarde bij het begrijpen van het hele meningsverschil. Tot zover dus la petite histoire.
Wat vonden we nu van de strip zelf? Dat is moeilijk te zeggen. Het tekenwerk van Olivier Schwartz is prachtig, met als uitschieter een Mexicaanse fiesta die zo zwierig is weergegeven dat je haast de mariachi's kan horen. De personages zijn geloofwaardig en innemend, maar de plot als sterkste verkoopsargument is tevens diens zwakste plek: de anekdotiek. Het zijn allemaal stuk voor stuk prachtige anekdotes die de revue passeren, maar er is geen plot, geen verhaal met een ontknoping. Het is een stuk tranche de vie, en soms bekruipt je het niet onaardige gevoel dat er 'straffe verhalen' van tussen pot en pint verteld worden.
Lezers die een entertainende strip zoeken, komen niet bedrogen uit, maar verwacht geen storyline die je op het puntje van je stoel brengt. Wij kijken alleszins reikhalzend uit naar het volgende deel waarin ook René Goscinny opduikt. |
|
> WIM DE TROYER — mei 2012 |