DE ONNOEMBAREN De Nul-Cyclus
Didier Conrad + Yann • Dargaud 132 p. (HC)
|
|
Afsluiten in schoonheid |
|
Nummer Nul-Nul-Nul en Shukumei, de twee in deze integrale opgenomen verhalen gaan aan de Hong Kong-, Korea- en Amerika-cyclus vooraf. Deze uitgave sluit tevens de complete integrale reeks van De Onnoembaren af. Ze geven prijs waar het beruchte trio vandaan komt: uit het cachot van het Amerikaanse leger waar ze een luizenleventje leiden. Ze zitten er al drie jaar en konden daardoor de oorlog in de Pacific ontvluchten. Het hele legerkamp ligt — figuurlijk — onder vuur door de laksheid van een kleine generaal en de corruptie van de officieren. De generaal krijgt het op zijn heupen van het onnoembare trio en krijgt het lumineuze idee Mac in te zetten in een boksmatch om er vanaf te geraken. Zijn gigantische opponent komt uit een ander legerkamp. De generaal wil de soldaten laten geloven dat de match is verkocht, maar zijn ideetjes keren zich tegen hem. In een volgend verhaalgedeelte zijn de drie gedemobiliseerd en bouwen in New York een nieuw bestaan op in een privédetectiveagentschap. Ondertussen is er een aanslag op de gouverneur mislukt. De opdrachtgever van het complot, tevens de directeur van de FBI, huurt de Onnoembaren in met de vaste overtuiging dat ze nooit achter de ware toedracht zullen komen want officieel moet hij wel een onderzoek laten voeren.
In Shukumei wil het generaaltje uit het eerste verhaal opnieuw de Onnoembaren uit zijn kamp verwijderen. Deze keer praat hij ze aan bij een kapitein die mannen nodig heeft voor een missie in Borneo. Ze moeten er een verdwenen vliegtuig opsporen. De meegereisde kapitein van het 'elitecommando' heeft het niet makkelijk met het zootje ongeregeld. Bovendien is de secretaresse van de generaal clandestien meegereisd om bij haar Tony te zijn. Maar 't is geen liefde van beide kanten. De situatie wordt penibel en de tocht ontaardt in een soort Expeditie Robinson. Verwilderde, mensenetende Japanse soldaten aan de ene kant en de overgebleven bemanning van het vermiste vliegtuig aan de andere kant met tussenin een kapitein met een dubbele agenda, daar krijgen de Onnoembaren allemaal mee te maken. De Onnoembaren houden er een varken aan over en staan hun mannetje tijdens enkele nachten vol terreur.
Het grafische verschil tussen beide verhalen is groot. Yann hielp nog mee aan de tekeningen van het eerste deel om het daarna op te geven. Didier Conrad tekent nu eenmaal veel beter. Hier is nog de zenuwachtige, maar virtuoze penseellijn van een André Franquin te merken. Zijn latere en huidige albums evolueerden naar een Morris-stijl en een losse variant op de klare lijn. Geef ons toch maar deze beginperiode. Het afgeronde verhaal van Shukumei is heerlijk brutaal met de allereerste zwarte bladspiegel, een kenschetsende eigenschap van De Onnoembaren. Nummer Nul-Nul-Nul is achteraf gezien een niemendalletje vol kolder en een hak op de tak verloop. De snedige opmerkingen zitten er al wel in. Samen vormt deze Nul-Cyclus de opmaat voor wat er hierna komt: Gele Geschiedenis, een exotisch, gitzwart en bijwijlen controversieel topverhaal dat tot het beste van de Franco-Belgische stripgeschiedenis hoort.
Shukumei werd enkele keren herwerkt voor nieuwe albumpublicaties en Nummer Nul-Nul-Nul verscheen voorheen enkel als een zwart-wittoevoeging in het album Beerput. Bovenop de beide verhalen in hun recentste vorm vervolledigt een uitgebreid katern van niet minder dan 32 pagina's vol figuurstudies, storyboardtekeningen, schetsen, illustraties voor covers en een inleidende tekst deze integrale. Afsluiten in schoonheid, heet dat dan. |
|
> DAVID STEENHUYSE — juni 2011 |