Dit album straalt seks uit, stoute seks, ruige seks, van het leder- en zweepjessoort. Die indruk krijgen we nog maar door naar de fetisj-chick Mia met haar zwartgestifte pruilmondje te kijken, in het ware leven een flik die we nooit zien lachen. Nochtans toont ze zich als een bedeesd meisje bij haar bezoek aan de Akêna Club, een danstent van Lucy Stillman die wel wat ziet in het "poesje dat jam wil, maar bang is haar pootjes vuil te maken" (ja, bloemrijke taal wordt niet geschuwd in dit album). Lucy's man is een begaafd beeldhouwer. Wat Mia in haar vrije tijd doet en met wie lijkt nog van geen belang bij haar onderzoek naar de moord op de dochter van de machtige en steenrijke Lothar Wong. Deze laatste is geen onbesproken blad. Hij laat zich in met genetische manipulatie en gebruikt daarvoor terdoodveroordeelden. Zijn wetenschappelijke praktijken zouden wel eens een oorzaak kunnen zijn voor het verdwijnen van zijn dochter. Het is aan Mia om de losse eindjes aan elkaar te knopen. Maar na een fiasco door een foute tip, waarbij zij en haar collega's zomaar eventjes in een laadruim vol naakte lijken belanden, moet ze haar badge inleveren.

Régis Penets tekenstijl en zwart-witcontrasten durven we hier gerust geil te noemen. Zelfs scènes overdag neigen nog naar het schemerlicht waarin de maskers vallen en meer is toegelaten. Er is een constante duistere sfeer die je soms een onbehaaglijk gevoel geeft. Hetzelfde ongemakkelijke en onzekere gevoel als je hebt, zittend en nog aarzelend wachtend op de rand van een bed waarin een meer ervaren vrouw ligt die je een spannend avontuur zal bezorgen. Tenminste, dat hoop je hartsgrondig want als 't mislukt dan ben jij het die hebt gefaald. Snap je het zowat?