ECO WARRIORS 1 Orang-Utan 1
Chris Lamquet + Richard Marazano • 12bis 56 p. (HC)
|
|
Ecologisch potje |
|
Eindelijk zijn ze er. Chris en Pulo, twee jonge idealisten, komen eindelijk aan bij het opvangcentrum. Maar wat een bouwval! Alles is kapotgeschoten en vernield. De kooien waarin de orang-oetans zaten in afwachting van hun herintroductie wat verderop in het Sumatraanse woud, dragen nog de sporen van het zinloze geweld. Waarom hebben de rebellen dit opvangcentrum eigenlijk vernietigd? Het zijn toch maar apen. Het enige wat nog bruikbaar lijkt, is een vergeten serumbuisje. Nog maar pas de schade opgemeten, stormt een briesende Eva al op hen af. Zij wil dit krot hebben om haar goede doel, een baptistengemeenschap, verder uit te bouwen! En wel nu!
Wat doet het deugd om eindelijk weer een strip van Chris Lamquet te lezen. Die man kan toch echt goed tekenen. Bovendien heeft hij nu eindelijk een decor waarin hij echt loos kan gaan en waarin hij — driewerf hoera — opnieuw zijn favoriete aap, de orang-oetan, kan tekenen. Herinner je De Pithecantroop in de Koffer of het schitterende Quasar. En met scenarist Richard Marazano (van de sf-thriller Het Chimpansee-Syndroom) heeft deze onderschatte Belg eindelijk een topscenarist aan de haak geslagen die hem ongetwijfeld zal behoeden voor te complexe drijfzandverhalen zoals Alvin Norge... die Lamquet eerstvolgend wil heroppikken.
Helaas slaat het duo voorlopig geen gensters. Er worden zoveel nevenintriges op ons losgelaten dat we hopen dat we in het tweede deel, het slot van een eerste tweeluik, nog de rode draad gaan vinden. Maar wat ons nog het meest stoorde was dat het duo er een ecologisch potje van maakt. Of wat dacht je van een Indonesisch regenwoud dat bevolkt wordt door zwermen Australische grote geelkuifkaketoes en Zuid-Amerikaanse blauwgele ara's. Ook die Afrikaanse olifant op de achtergrond had echt niet gemoeten... Ondanks deze groene blunders, is dit toch een prima getekende strip. Of dit tweeluik ook een goede strip zal worden, daar zetten we nog even onze joker op in. |
|
> WOUTER PORTEMAN — september 2009 |