DE GEZELLEN VAN DE SCHEMERING Integrale uitgave
François Bourgeon • 12bis 240 p. (HC)
|
|
Een uitgave, het meesterwerk waardig |
|
Hier is hij dan: dé integrale onder de integrales. Het is een prachtige uitgave geworden waarmee Bourgeons middeleeuws epos in drie delen de eer krijgt die dit absoluut meesterwerk verdient. Natuurlijk heb jij de albums al verslonden want anders had je het slotdeel niet verkozen tot tweede beste strip in onze FransenTop. Voor de enkeling die het nu in Keulen hoort donderen en met enig schaamrood op de wangen toch verder wil lezen, volgt een poging om de status van deze klassieker te rechtvaardigen.
De Gezellen van de Schemering vertelt de queeste van drie verschoppelingen zo ergens tegen het einde van de Honderdjarige Oorlog. Een verminkte ridder wil zijn vroegere heer vermoorden. In zijn wraaktocht wordt hij vergezeld door de opportunistische schildknaap Anicet en de wulpse boerenmeid Mariotte. Al snel merkt het drietal dat de hoofse tijden nu echt voorbij zijn en de burgerij, de kerk en het volk de echte lakens uitdelen. De eerste twee delen zijn respectievelijk een mooie inleiding en een symbolische voorspellende droom tot het finale opus magnum van dit verstripte toneelspel. In De Laatste Zang van de Malaterres, het fenomenale slotdeel van 142 pagina's, ontmoeten we opnieuw de grand cru-scenarist Bourgeon zoals we die kennen van zijn Kinderen Van De Wind. Traditionele volkslegendes vol weerwolven, kobolden en sirenes worden er weergaloos verweven met de doorbraak van het katholieke geloof. Die botsing van culturen uit zich in tal van details. Zo zie je op de achtergrond kapittels en waterspuwers de roomse teksten bijkleuren. Maar het kan nog subtieler. Op 2 februari vertrappelde een kudde op hol geslagen ossen enkele kloosterlingen. Dit is de feestdag van Maria Lichtmis, maar tevens een belangrijk heidens landbouwfeest. Die overdreven zin voor detail uit zich ook in de tekeningen. De voormalige brandglasschilder liet niets aan het toeval over. Eén luizige keukenscène kostte hem zestig schetsen en een week aan documentatie. Om de trappengalerij juist te kunnen inschatten werd een maquette van het kasteel van Tournoël (in de strip Montroy genaamd) anno 1350 gebouwd. En ja, zelfs de stand van de maan klopt met de werkelijkheid! Gelukkig verliest de verhaallijn zich niet in de tsunami van details. Er is plaats voor koldereske humor en platte actie, maar ook voor volksdrama en diepe filosofie. Aan jou de keuze hoe diep je wil graven in deze klassieker. Maar welke optie je ook kiest, reken maar op drie à vier uur intens leesplezier. |
|
> WOUTER PORTEMAN — mei 2009 |