Bibliografie van Jean-Pierre Gibrat
• Eerlijke Lui
• Elke Raaf Pikt
• Goudard
• Het Meisje uit Parijs
• Het Uitstel
• Hoog Water
• Idee-Fixe
• Pinokkia
MATTéO 1
Eerste Periode (1914-1915)


Jean-Pierre Gibrat • Daedalus
64 p. (HC)
Meedrijven op de stroom van de geschiedenis

Mattéo heeft het niet getroffen in het leven. Als zoon van een gevluchte Spaanse anarchist leeft hij samen met zijn moeder in een dorpje aan de voet van de Pyreneeën. Hij komt nauwelijks naar zijn werk in de wijngaarden en bovendien ziet Juliette, het meisje van zijn dromen, hem nauwelijks staan. En dan breekt de Eerste Wereldoorlog uit... Als Spanjaard wordt Mattéo niet gemobiliseerd, maar in de vlaag van patriottisme die zijn dorp beheerst, bekijkt iedereen hem als een lafaard, ook Juliette. Ondanks de smeekbeden van zijn moeder en zijn vriend Paulin neemt Mattéo dan toch dienst, om Juliette te bewijzen dat hij een man is. Maar hij komt terecht in een oorlog die niet de zijne is...

Er zijn twee manieren om geschiedenis te brengen. Je kan het hebben over veldslagen, generaals, patriottisme, winnaars en verliezers. Of je kunt de focus leggen op de mensen die de gebeurtenissen ondergaan en het hebben over liefde, miserie en hoop. Jean-Pierre Gibrat koos voor zijn vierluik Mattéo voor de tweede methode.

Het verhaal van Mattéo laat je niet onbewogen. Je voelt met hem mee als hij zijn frustratie uitschreeuwt en als hij beeft van angst tijdens een aanval op de Duitse loopgraven. Ook de dialogen en commentaar bij de teksten zijn bijzonder vlot en bij momenten zelfs poëtisch en filosofisch, wat waarschijnlijk een indicatie is van de opleiding filosofie die Gibrat genoten heeft vóór hij zich ging toeleggen op de negende kunst. Enkel jammer dat hier en daar de vertaling vanuit het Frans wat stijf overkomt.

Maar we zijn vooral onder de indruk van de tekenstijl van Gibrat. De scherpe voorgrond en eerder wazige achtergrond met de daarbij karakteristieke aquarelinkleuring leent zich perfect om de gruwel van de loopgravenoorlog in beeld te brengen. Nog nooit zag de hel van de oorlog er zo mooi uit.

En dan zijn er nog de typische Gibrat-meisjes... Als Enrico Marini een vrouw tekent, is ze sexy en nogal rondborstig. Bij Gibrat is alles wat subtieler. Hij geeft zijn vrouwelijke personages prachtige blauwe ogen waarin je kunt verdwalen en een gracieus voorkomen. We zouden er zo verliefd op kunnen worden.

Voor ons is deze strip zo goed als foutloos. Deel 2 zal Mattéo brengen naar de woelige Russische revolutie van 1917.

> CHRISTOPHE CHRISTIAENS — april 2009