GR'OMNIBUS
diverse auteurs - Gr'omnibus • Sherpa 320 p. (SC)
|
|
Aangename kennismaking |
|
10 jaar Gr'nn is wat we al die jaren dus hebben gemist. Het halfjaarlijks verschijnende striptijdschrift uit Groningen bereikte nooit onze contreien. Deze 320 pagina’s tellende verjaardagseditie bundelt ongetwijfeld het beste van wat het te bieden heeft. Auteurs als Barbara Stok, Bert van der Meij, Lian Ong, Mark Hendriks, Vlerk, Erik Kriek, Marcel Ruijters en Erik Wielaert doen uiteraard belletjes rinkelen. Van anderen is het het eerste stripwerk dat we onder ogen krijgen. En het is een aangename kennismaking.
Vooreerst blijkt de halfjaarlijkse formule te werken. Daar waar andere amateurbladen als Beeldstorm, Ink en onlangs nog Parcifal veelal ten onder gingen aan hun eigen regelmaat (beschikbare rommel publiceren om toch maar op tijd te kunnen verschijnen), trad dit probleem bij Gr'nn duidelijk minder op. Nochtans staan er in deze bundel toch nog drie variaties op de met de deadline worstelende tekenaar, een onderwerp dat ook al te veel in Myx' Stripdagboek en vele jaren geleden in Robbedoes' Vrij Vel voorkwam. Het zou bij deze verboden moeten worden, het is een ergerlijk cliché van het kwalijkste soort. Aan een ander fenomeen lijkt Gr'nn ook te lijden: "vroeger was het beter". Vooral in de laatste paar nummers kunnen participerende auteurs een geslaagd huwelijk tussen grafiek en verhaal niet handhaven: het is het een of het ander, soms zelfs geen van beide. Of het te maken heeft met het opgelegde thema per verschenen nummer, variërend van smurfen, space, nummer 5, feestdagen, muziek, seks en religie, is een mogelijke uitleg.
Een tekenaar als Erik Wielaert, die in 2007 ongetwijfeld een doorbraakstrip zal forceren op scenario van Willy Linthout, gedijt goed in deze Gr'omnibus. Andere tekenaars verrassen in meer dan één opzicht. Zo is er Markus die op zijn Trondheims flikflooit met het stripmedium en de daaraan gekoppelde stripwetten zonder ze te overtreden. Fantastisch. Amoebe weet dan weer met verdraaide en scheve perspectieven de aandacht te trekken. Subliem. Paul de Bie werpt het op taalkundige grappernijen in De Modderfokkertjes. Lachen! De tussendoortjes van Lamelos mikken weer eens naar het predikaat "miskend humortalent". Zo kunnen we over elk van de gepubliceerde auteurs nog wel doorgaan. Enkel op het eind — we zeiden het al — begint het te vervelen. Neem het erbij en laat je overtuigen door de rest. |
|
> DAVID STEENHUYSE — november 2006 |