MAGASIN GéNéRAL 4 De Biecht
Régis Loisel/Jean-Louis Tripp • Casterman 72 p. (HC & SC)
|
|
Stoere jongens |
|
Alweer het vierde deel van deze reeks die in korte tijd een klassiekerstatus heeft verworven. Niet voor niets eindigden vorige delen uit de reeks telkens hoog in de jaarklasseringen van De Stripspeciaal-Zaak. Velen kijken dus reikhalzend uit naar de verhalen rond Marie en Serge in het gehuchtje Notre-Dame-des-Lacs.
We gaan terug naar de jaren twintig van de vorige eeuw. Het plattelandsdorpje in Quebec (Canada) ligt nog behoorlijk geïsoleerd. De mannen werken langere tijd in de bossen voor de houtkap en de vrouwen houden het dorp verder draaiend. Iedereen kent elkaar en de sociale controle is natuurlijk groot. Marie is net weduwe geworden en moet de winkel (de Magasin Général) nu in haar eentje runnen. En dan komt Serge uit Parijs ineens aan op zijn motorfiets. Als de spreekwoordelijke steen in de vijver veroorzaakt zijn aanwezigheid de nodige commotie. Allereerst trekt hij bij Marie in en vervolgens opent hij een restaurant bij de winkel. Zeer voorzichtig raakt men gewend aan al die nieuwigheden. De dorpsgemeenschap heeft beslist: Serge is een geschikte vent en moet maar zo gauw mogelijk trouwen met Marie. Ook Marie zelf droomt hier al van. Maar dan komt de volgende flinke rimpel in de vijver. Serge bekent aan Marie dat hij homoseksueel is, een flink taboe-onderwerp in die tijd. Marie weet dan ook niet om te gaan met dit nieuwe probleem. Zij moet haar verhaal uiteindelijk kwijt aan de pastoor in een biecht. Nu is ook de pastoor in gewetensnood en dit leidt tot een coming out bij een select groepje mensen.
Het aantrekkelijke van deze strip is dat de gebeurtenissen klein zijn, maar de emoties groot. Die emoties werken ook nog verstikkend in een tijd van taboes en sociale controle. Als lezer voel je de krop in je keel. Een emotionele trip. En zo komen we op de auteurs van deze strip: Tripp en Loisel. De manier van hun samenwerking wordt ook in dit album aan de hand van een voorbeeldpagina voorin het album getoond. Mooi zoals de beiden elkaar versterken, resulterend in een warme stijl, niet in het minst ook door de warme pastelinkleuringen door François Lapierre. Maar het allersterkste blijft toch de vertelling zelf. Het heeft enkelen ook al gestimuleerd tot het zoeken van diepere betekenissen waar de auteurs geen onmiddellijk antwoord op wisten. Lees daarvoor maar het interview met Tripp en Loisel dat we recentelijk publiceerden. |
|
> ERIK HUBRECHSEN — december 2008 |