Bibliografie van Tom Bouden
• Boelie en Kroepie Boemboem
• Boudewijn De Grom
• De Lustige Kapoentjes
• De Lustige Kapoentjes
• De Memoires van Madame de Coeur-Brisé
• De Ware Wereld van Suster en Wiebke
• En daarmee Basta!
• Extra Smal
• F.C. De Kampioenen (medewerking)
• Flikkerzicht
• Henry Fieldings De Geschiedenis van Tom Jones
• Henry Fieldings De Geschiedenis van Tom Jones
• Herman, de Lichtrode Ridder
• Het Belang van Ernst
• Kid City
• Max en Sven
• Positief
• Quasimodo
• Reis om de Wereld in 80 Dagen
• W817
KROEPIE EN BOELIE BOEMBOEM 
Paniek in Stripland


Tom Bouden • Uitgeverij Nouga
24 p. (SC)
Feest van herkenning

In welke mate Paniek in Stripland (of Kroepie en Boelie Boemboem naar de hoofdpersonages van deze strip) een tussendoortje was voor Bruggeling Tom Bouden moeten we 'm nog eens vragen. We kunnen ons alleszins niet van de indruk ontdoen dat dit hem veel tijd heeft gekost om alles op punt te zetten. Ons plezierde dit tussendoortje dan ook uitermate.

In Paniek in Stripland gebruikt Bouden zowat alle gekende tenoren en belangrijke nevenfiguren uit de Vlaamse en bij uitbreiding Belgische en Nederlandse stripgeschiedenis. Van Suske en Wiske over Robbedoes en Kwabbernoot tot Rikske en Fikske, van professor Gobelijn over Kumulus tot Mortimer, van Geeraard de Duivel over Balthazar tot Axel Borg en ga zo maar eindeloos door. Paniek in Stripland is een parodie op deze strips of eigenlijk een parodie op het stripverhaal an sich. Bouden jongleert met de geijkte stripclichés en in andere situaties doorbreekt hij de vastgelegde conventies op eenzelfde manier zoals Merho 'm voordeed in Kiekeboe: Album 26. Gevorderde striplezers hebben hier een grote kluif aan. Niet alleen verstoort het proberen te herkennen van alle personages een anders vlotte lezing, daarmee gaan ook steevast nostalgische gevoelens gepaard. Of ook jongere lezers hier een boodschap aan hebben, is nog de vraag, maar waarom zou een stripmaker gedwongen moeten worden vooral voor jongeren te werken?

Een feest van herkenning dus. Toch is er ook nog zowaar een plot te ontwaren in de vierentwintig pagina's maal vijf strookjes. Op een jaarlijks congres voor striphelden wordt er verzameldvoor het volgen van workshops en cursussen als daar zijn 'Vloeken in symbolen' en 'manga-choreografieën' (dat te modern is voor Jommeke). Op een andere locatie vindt een congres plaats van stripprofessoren. Gobelijn vernist zich weer eens en met zijn goede bedoelingen om zijn collega's op een overheerlijke kunstmatige paradijsbloemengeur te trakteren, mondt uit in de onzichtbaarheid van alle striphelden. Op nóg een andere plaats hebben infame stripslechteriken zich verzameld. Ze kijken vreemd op van het televisiejournaal dat bericht over de onzichtbaarheidsplaag. Ze zien hun kans schoon om zelf de hoofdrol op te eisen. Maar tezelfdertijd, in de Kapoentjesstraat, focust Tom Bouden op twee andere personages, Kroepie en Boelie Boemboem. Omdat ze nog geen eigen album hebben en bijgevolg geen A-stripfiguren zijn, werden ze niet uitgenodigd op het jaarlijkse congres. Aan hen wordt nu wel gevraagd om redding te brengen. En zo worden zij de hoofdpersonages.

Een goeie parodie respecteert het mikpunt van spot, maar is zeker geen slaafse bewonderaar van de oorspronkelijke creatie. Paniek in Stripland onderscheidt zich tevens van andere parodieën door er in de eerste plaats geen seksbedoening van te maken. In de tweede plaats overigens ook niet. Dit album steunt integraal op humor en daar is zeker geen gebrek aan. Zelfs de flauwere grappen ("De telefoon gaat" waarna we een wandelende telefoon zien passeren) werken wonderwel omdat ze goed ingebed zitten in een context van luchtigheid en joligheid. Bouden is echter geen dommerik die het enkel moet hebben van dergelijke grappen. Dikwijls komt hij tot een interessante analyse van stripregeltjes en daaraan gepaarde humor. Enkel een stripmaker heeft de kennis om daarmee uit de voeten te kunnen. Het zijn daarom niet alleen treffers die enkel zijn collega's aan het lachen zullen brengen, maar net zo goed lezers die lang genoeg blijven stilstaan bij de achterliggende commentaren en kritiek op wat een stripverhaal goed of slecht maakt. Als tekenaar dan brengt hij het er behoorlijk vanaf. Zijn heldere lijn leent zich prima tot het werk van veel van zijn collega's zodat er niet te vaak een stijlbreuk optreedt. Enkel met realistische figuren heeft hij moeite. Ze komen dan ook niet prominent of regelmatig in beeld.

De meeste lezers die we kennen zijn enthousiast over Paniek in Stripland. In die mate zelfs dat Bouden hierdoor aangestoken reeds aankondigde een tweede album te willen maken met de nu gevestigde eersterangspersonages Kroepie (die net niet genoeg vervelend doet met onzinnige uitdrukkingen als "schwhoepiediekroep"), Boelie Boemboem en het sprekende konijn Zoef. Of Bouden daarmee even sterk uit de hoek zal komen, is afwachten geblazen, of hij moet de spin-off- en sequelweg bewandelen om deze uitwassen op een grappige manier te benaderen. In het andere geval worden zijn personages misschien ooit zelf nog geparodieerd

> DAVID STEENHUYSE — juni 2008