INTERVIEW met STEVEN DUPRÉ
— 10 januari 2008 —

© De Stripspeciaalzaak • David Steenhuyse
© afbeeldingen: Steven Dupré,
Bee Dee / Casterman / Dupuis / Glénat / Standaard Uitgeverij
Dit interview is eigendom van De Stripspeciaalzaak en mag in geen geval herplaatst of gekopieerd worden zonder voorafgaande afspraak met de auteur van deze tekst.
> Contact <
Voor het eerste halfjaar van 2009 vroegen we aan Steven Dupré om de illustratie voor de hoofding van de papieren nieuwsbrief en de website te verzorgen. Van hem verscheen recent Kaamelott 3 dat in Frankrijk nog steeds een grote populariteit kent. We nemen deze gelegenheid te baat om zijn carrière in vogelvlucht te doorkruisen. Beginnen doen we met het nog niet geconcretiseerde project Midgard waarvan hij een schilderij voor ons maakte.


"Ik ben tegenwoordig te veel een oude knorpot om nog veel verhaaltjes over frisse en opgewekte kindertoestanden uit mijn mouw te kunnen schudden, denk ik."


Voor je illustratie koos je voor je animatie- en stripproject Midgard. Wat is de status momenteel van dit project?
Steven Dupré: "Het animatieproject lag al enige tijd volledig stil, vooral omdat ik te druk bezig was met andere zaken, en na het faillisement van de producent zal daar niet gauw verandering in komen, vrees ik. Al zijn de rechten er van nu wel opnieuw in mijn bezit."

Komt het er ooit van?
Steven Dupré: "Omdat dat eerder twijfelachtig is, durf ik daar niet op antwoorden. Maar aangezien het toch mijn eigen ding is ben ik stilletjesaan toch maar begonnen aan de stripversie er van."

Kan je meer vertellen over het verhaal?
Steven Dupré: "Dat is wellicht wel hier of daar op het internet te vinden, voor de zéér gemotiveerde geinteresseerden. De anderen laat ik liever op hun honger, in de hoop dat ze er ooit ergens iets van te lezen of te zien zullen krijgen en met in het achterhoofd dat het dan toch net iets plezanter is het verhaal geleidelijk aan te ontdekken."

Op je website circuleert er twee strippagina's van, maar is je stijl ondertussen niet geëvolueerd?
Steven Dupré: "Vermoedelijk wel, maar dat is toch geen bezwaar? Die ene proefplaat gebruik ik toch niet langer.
"

Hoe komt het dat het nooit wat is geworden met je andere, nochtans zeer interessant uitziende projecten op scenario van Van Holme, Marvano en Yann? Dat van Yann ziet er zelfs uit als een Samber van Yslaire.
Steven Dupré: "Ach, zo gaat dat nu eenmaal, zeker? Je probeert iets op te zetten en je weet nooit of dat ook daadwerkelijk ergens toe zal leiden. Ik ben er vrij zeker van dat iedere tekenaar of scenarist laden vol projecten heeft die hij nooit heeft kunnen slijten. En in deze gevallen was het om diverse redenen elke keer afgesprongen. Voor het project met Van Holme bleek erg weinig interesse, voor de samenwerking met Yann was die interesse er wél, maar die bleek niet groot genoeg om het voor ons beiden leefbaar te maken. Dat was ook zo voor het project met Marvano. Al zal dat niet zo’n stille dood sterven als de andere twee. Het wordt momenteel door iemand anders getekend en zal zo alsnog verschijnen."

Bee Dee moet nog maar enkele delen van Wolf uitgeven (zie hiernaast de coverillustratie van deel 17). Hoe kijk je nu op terug op je debuutreeks?
Steven Dupré: "Nog steeds als het resultaat van de periode waarin ik mijn job stilaan onder de knie kreeg. En wanneer ik het herlees — dat moet om een idee te hebben van wat de volgende cover zal worden, want ik weet begot niet meer waarover die oude verhaaltjes eigenlijk gingen — verbaast het me soms hoe fris ze nog zijn. Soms betreur ik dat ik met dezelfde spontaniteit als destijds niet langer aan de slag kan. Daartegenover staat dan weer dat een beetje meer metier ook niet slecht is. Want in Wolf sloeg ik de bal ook regelmatig mis. En het terugzien van de tekenigen doet me soms pijn aan de ogen."

We springen weer wat in de tijd. Hoe vaak word je nog gevraagd of er nog een nieuw deel komt van Sarah & Robin? En kan je nu nog een keer ditzelfde antwoord geven?

Steven Dupré: "Regelmatig. Met Sarah & Robin kan ik desgewenst opnieuw aan de slag, maar ik heb daar geen zin meer in. Ook voor deze reeks heb ik het gevoel dat ik haar ontgroeid ben. Ik ben tegenwoordig te veel een oude knorpot om nog veel verhaaltjes over frisse en opgewekte kindertoestanden uit mijn mouw te kunnen schudden, denk ik. Dus daar zal wel niks meer van in huis komen."

En van Coma? De cliffhanger van deel 3 vraagt gewoon om een vervolg. In onze toplijstjes is het je meest gewaardeerde reeks. Zijn de rechten hierop al vrij? Of beschouw je het als een afgesloten hoofdstuk? In recentere, Franstalige aanbiedingscatalogussen van Glénat staat het trouwens nog steeds opgenomen.
Steven Dupré: "En daar ben ik blij om. Maar ook hier zit een vervolg er niet meer in. Ik mag van Glénat wel een vervolg maken voor een andere uitgever, maar dan wil ik ook opnieuw de eerste delen daar kunnen onderbrengen, en dat wil Glénat niet. Bovendien was Coma bijlange geen verkooptopper, dus zitten uitgevers ook niet te springen om de reeks voort te zetten."

Eigenlijk trof je met je album voor de reeks Pandora Box (collectie Impressie(s), Dupuis) de jackpot. Toen werd je pas opgemerkt in het buitenland, meer nog dan met Coma. Merkte je dat ook?
Steven Dupré: "Wat het Franstalige publiek betreft, klopt dat wel. De uitgevers aan de andere kant van de taalgrens wisten al langer wie ik was en wat ik deed. De jackpot is misschien veel gezegd, maar De Gulzigheid, het deel van de reeks dat ik tekende, was wel het allereerste album dat een behoorlijke oplage haalde na al die jaren ploeteren."

Was het in die periode dat Dupuis aan jou (en aan een pak andere tekenaars) vroeg om proefplaten van Robbedoes en Kwabbernoot te tekenen nadat Tome & Janry ermee stopten?

Steven Dupré: "Nee, dat vroegen ze mij al een hele tijd daarvoor. Dat was best vreemd, want ik werd bij Dupuis ontboden door Thierry Tinlot (ex-hoofdredacteur van Spirou en nu van Fluide Glacial, ds), en ik wist helemaal niet waarover hij het met mij wilde hebben. Ik kwam daar tegenover een stuk of vier collectiedirecteurs te zitten, er werd wat gebabbeld, ik toonde wat tekeningen van vanalles en nog wat en ik kon weer vertrekken. Sympathieke mensen, dat wel, maar ik snapte niets van hun bedoelingen. Over Robbedoes is die middag met geen woord gerept, maar niet lang daarna kwam dat telefoontje. Voor Pandora Box ging het net zo, alleen belde toen een andere collectiedirecteur. Dat is natuurlijk wel comfortabel om zo af en toe eens een telefoontje te krijgen. Bij Casterman ging het ook al zo."

Wat is er achteraf eigenlijk gebeurd met die platen? Ze waren op scenario van Fabien Vehlmann, hè, van wie wordt genoemd dat hij de reeks zal overnemen van Jean David Morvan.
Steven Dupré: "Er is een luxeversie verschenen van Versteende Reuzen, het album dat hij schreef en dat Yoann tekende. Daarin is ook een kortverhaaltje te lezen in het extra katern achteraan. En dat verhaaltje is precies hetzelfde als wat ik getekend had.
Met die platen gebeurt er niks meer. Robbedoes is eigendom van Dupuis, en zij willen niet dat ze ergens te zien zouden zijn." (Klopt, foto's van de originele platen die een paar jaar op het stripforum De Getekende Reep werden geplaatst, moesten verwijderd worden, ds)

Vanwaar je fascinatie voor vikings? In Kaamelott 2 kon je je er ook mee uitleven.
Steven Dupré: "Voor ik met Wolf begon had ik niets met vikings, des te meer met fantasy. Maar die vikings en hun mythologie bleken uiterst geschikt om enige fantasy-elementen te kaderen. Sindsdien heb ik wel wat research gedaan en ze blijven mij fascineren. Langs de ene kant waren ze erg vooruitstrevend voor die tijd. Het ging er nogal democratisch aan toe in vergelijking met dezelfde periode in onze streken, en vrouwen hadden bij de vikings meer rechten dan waar ook ter wereld. Langs de andere kant bouwden ze hun cultuur voor een niet onaardig deel op geweld, en stond hun religie in schril contrast met het christendom. Hoewel de christenen hier natuurlijk even geweldadig waren, bedenk ik net, hielden de vikings aan het gebruik van geweld geen schuldgevoel over. En boetedoening was ook al niet aan hen besteed. Ik vermoed dat ze gewoon veel eerlijker redeneerden... Maar het waarom van die fascinatie blijft ook voor mij onduidelijk.
Dat Astier met vikingen kwam aanzetten voor Kaamelott 2 kon mij alleen maar verheugen. Maar hij wist niet eens dat ze een van mijn dada's zijn."

Loopt Kaamelott in het Frans nog steeds zo goed als in het begin? 160.000 exemplaren voor deel 1 was dat met een bijkomende herdruk.
Steven Dupré: "Hehehe... Je zult mij niet direct horen klagen. Deel 1 is het deel waar men het meest naar uitgekeken heeft, en dat dus ook het beste heeft gelopen, daarna ebt de nieuwsgierigheid een beetje weg. Maar over de verkoop van delen 2 en 3 klaag ik evenmin, hoor."

De tv-reeks is toe aan zijn laatste seizoen. Wat nu met de stripreeks?
Steven Dupré: "Dat laatste tv-seizoen is wel klaar, maar nog niet uitgezonden, dus dat loopt nog wel even. En daarna staan er nog steeds bioscoopfilms op stapel, al hoorde ik wel dat Alexandre eerst nog een ander filmproject wil opzetten, eentje dat niets met Kaamelott te maken heeft. Maar voorlopig is dat allemaal van geen invloed op de strip. We beginnen binnenkort aan deel 4. Daarna zien we wel."

Jij bent een meer ervaren stripauteur dan Laurent Astier...
Steven Dupré: "'t Is Alexandre Astier, meneer Steenhuyse. Je moet wel je huiswerk maken, hoor. En ja, ik heb op stripvlak meer ervaring dan hij. Maar hij heeft als scenarist uiteindelijk veel meer ervaring dan ik, zij het dan niet meteen voor strips. Wel voor theater, radiohoorspelen, kortfilms en zijn tv-serie. Er zijn wel bepaalde wetmatigheden die eigen zijn aan het schrijven van een strip die dat niet zijn voor de andere media, maar die had ik hem op een half uurtje uitgelegd waarna hij ze rigoureus wist toe te passen. En op mijn beurt leer ik ook van hem op het vlak van regie en zo."

Stuur je hem ook bij in zijn scenario's? Of gaat het bij jou louter om je eigen invulling van de beeldtaal?

Steven Dupré: "Wanneer ik aan een verhaal begin te tekenen weet ik nog lang niet waar het heen zal gaan, dus op dat vlak bijsturen kan ik sowieso niet. Ik zou ook niet weten waarom ik dat zou doen. Het gaat tenslotte om het verlengde van het universum van Kaamelott dat de mensen kennen van tv en willen herkennen en terugvinden in de strip. Dan moet ik daar toch niet aan zitten prutsen? Het is net mijn taak als tekenaar om zo goed mogelijk de manier om dingen in beeld te brengen te vertalen naar een strip die Astier als regisseur voor de tv-serie gebruikt. En dat is niet zo moeilijk, want ik krijg voor ieder prentje een nauwkeurige omschrijving van het gewenste camerastandpunt en zo. Eigenlijk moet ik dat alleen maar volgen. Maar desalniettemin overkomt het me soms dat ik voel dat er iets niet zo lekker loopt, en dan stel ik aanpassingen voor. Daar wordt over gediscussieerd, en degene met de beste argumenten krijgt zijn zin. Waar Alexandre aanvankelijk veel bepalender was qua beeldvoering laat hij me sinds deel 3 veel meer mijn eigen ding doen. Hij staat bekend als een echte controlefreak wat alles wat Kaamelott aanbelangt betreft, dus veronderstel ik dat hij van mening is dat ik dat nog niet zo slecht doe."

Door je tekeningen in het boekje Gestoord viel me op dat jij wellicht graag monsters tekent. Ze komen in praktisch al je reeksen voor. Ook in Kaamelott. Wat is er zo leuk aan het tekenen van monsters? De creatie ervan? En was je vragende partij om ze in Kaamelott te brengen?
Steven Dupré: "Wat Kaamelott betreft, heb ik nergens om gevraagd. In de tv-reeks hoor je de ridders van de ronde tafel wel verhalen over heroïsche gevechten met allerlei vreemde creaturen maar die krijg je daar, wegens de hoge kosten die daarmee gemoeid zouden zijn, nooit te zien. In de strip kan Alexandre tonen wat hij maar wil, want uiteindelijk bestaan de monsters in de strip louter uit lijntjes op papier. En ik word betaald per pagina, ongeacht van wat ik op die pagina moet tekenen. Een uitgelezen en redelijk goedkope manier om met allerlei monsters aan de slag te gaan die hij nooit eerder in beeld heeft kunnen brengen.
Je hebt gelijk als je opmerkt dat ik graag monsters teken. Maar ik teken net zo lief bestaande beesten. Ik amuseer me best met het proberen om met iets geloofwaardigs aan te komen zetten dat er toch nog vreemd genoeg uitziet om als monster herkend te worden. Bij de creatie van een monster vertrek ik altijd vanuit bestaande beesten, of mensen. Ik geloof dat ik beter niet té ver afwijk van wat als een bestaande diersoort herkend kan worden. Maar binnen die grenzen zijn er voorts geen grensen meer.
Die voorliefde voor monsters komt voort uit de vrijheid die je je als tekenaar kan veroorloven bij het bedenken ervan en die je bij andere onderwerpen veel minder hebt. Ja, in sciencefiction kan je er ook op los fantaseren. Maar daar gaat het dan meestal om machines en zo, en daar ben ik niet zo goed in.
Maar de monsters in mijn eerdere reeksen zijn daar eerder terechtgekomen door een blijkbaar steeds terugkerende themathiek, die al in Wolf opdook, namelijk de grens tussen werkelijkheid en verbeelding. Dat zit ook in Sarah & Robin, net als in Coma, en dat thema zal waarschijnlijk vroeg of laat weer ergens opduiken, waarbij de verbeelding al dan niet verbeeld wordt door vreemde wezens. Enfin..."

In Gestoord staat het Sarah & Robin-verhaal Hersenspinsels opgenomen. Hoe is het om het in een dergelijke context geplaatst te zien?
Steven Dupré: "Vreemd vond ik het alleszins niet. Ik heb lang in Geel gewoond, al eeuwenlang bekend vanwege zijn psychiatrische ziekenhuis en de unieke aanpak. Bovendien werkt mijn vrouw in die sector, dus was ik er — zij het vooral uit de tweede hand — vertrouwd mee. Met Hersenspinsels had ik ook expliciet de bedoeling om begrip te vragen voor mensen met psychische problemen. Bon, die boodschap is blijkbaar overkomen, en nu weer opgepikt.

Je hebt nog Jan Bosschaert geassisteerd met het inktwerk en de decors van Sam 6 en 7.
Steven Dupré: "... En Sam 5, en nog twee publicitaire Sam-albumpjes."

... En Spring 3. Nu werk je zelf met assistenten. Wat doet Patrick Van Oppen voor je?
Steven Dupré: "Voor Kaamelott 2 heeft hij de decors geinkt, voor Kaamelott 3 heeft hij de decors vanaf mijn schetsen verder uitgewerkt en afgewerkt. Ik ben heel tevreden met wat hij daarvan bakte."


Hielp hij je ook bij het inkten op de computer zodat je niet langer over je potloodpagina's moet gaan? Daar win je wellicht veel tijd mee.

Steven Dupré: "Nee, want er werd simpelweg niet geïnkt. Niet op papier, en niet op de computer. Tenzij hier en daar een zwart vlak, en dat gebeurde dan op het papier. Het gaat dus eigenlijk om in Photoshop gepimpte potloodtekeningen.
Ik win er wel wat tijd mee, maar ook weer niet zo veel als ik aanvankelijk hoopte. Ik win tijd omdat de voormalige tussenstap van de potloodtekening nu het eindresultaat is geworden, maar die potloodtekening moet wel in veel verdere mate uitgewerkt worden dan het geval zou zijn mocht ze nadien nog geïnkt worden. En waar ik in inkt met penseel een bepaalde lijn in één trek dik kan aanzetten moet ik om dezelfde lijndikte te krijgen nu dezelfde lijn een keer of drie-vier overtrekken met mijn potloodje. Ik geloof dat ik er gemiddeld een halve dag per pagina mee win. Maar dat zijn op een volledig album toch nog altijd 23 werkdagen. Al bij al niet slecht, vind ik."

Ken je nog auteurs die dezelfde techniek hanteren?
Steven Dupré: "Meer en meer,vermoed ik. Michel Plessix (de tekenaar van De Wind in de Wilgen, ds) heeft bijvoorbeeld nauwelijks geïnkt, maar omdat hij in potlood werkte nog voor de computer uingeburgerd was, trok hij zich uit de slag met fotokopieerapparaten. Bosschaert werkte ook zo voor Jaguar. Met fotokopiën van zijn potloodtekeningen, bedoel ik. Maar met de computer is zo veel mogelijk geworden! Zelfs zo veel dat je bijna geen kwaliteitstekenmateriaal meer kan vinden om ambachtelijk mee te werken. Mijn favoriete papiersoort: zo goed als onvindbaar. Mijn favoriete penselen: zo goed als onvindbaar..."

Je bent momenteel de best verkopende Vlaming in het buitenland, op een Vance en wellicht ook Griffo na dan. Zij zijn verkast naar warmere oorden. Aan Marvano vroeg ik ook al eens waarom hij in Vlaanderen bleef wonen. Is je woonplaats niet een nadeel om een internationale samenwerking (met scenaristen en/of uitgevers) op poten te zetten, zelfs met internet en e-mail?
Steven Dupré: " Waarom dan wel? Alexandre en ik hebben toch een internationale samenwerking dankzij e-mail en internet? Als Griffo in warmere oorden woont, zal dat eerder aan het goede klimaat ginder te wijten zijn dan aan de mogelijkheden tot internationale samenwerking die dat hem biedt, vermoed ik.
Mijn kinderen gaan hier naar school, hebben hier vriendjes. Ook mijn miezerige sociale leven speelt zich hier af. En met die klimaatveranderingen groeien er binnen tien jaar ook palmbomen in mijn tuin. Dan is er geen enkele reden meer te bedenken om te verkass... Of wacht eens even... wil je mij hier buiten krijgen, misschien?"

Nee hoor, ik bedoelde alleen maar of Vlaanderen niet te klein is voor je op professioneel gebied.

Steven Dupré: "Maar het is toch niet omdat ik in Vlaanderen woon en werk dat mijn werk niet in andere landen te verkrijgen zou kunnen zijn. In Indonesië hebben ze Sarah & Robin gelezen, van Pandora Box komt er een Bulgaarse (ja, daar bestaan blijkbaar ook strips) en een Engelse versie, en zelfs Selkie wordt gepubliceerd in het Servo-Kroatisch of welke taal men daar ook mag spreken. Allemaal vanuit een Vlaams boerengat. Al moet ik wel toegeven dat het meestal de respectievelijke uitgevers zijn die die deals sluiten."

Al goed. Je volgt de nieuwe generatie stripauteurs nauw op de voet, heb ik de indruk. Het zijn die auteurs die in de ogen van striplezers een bepaalde vrijheid genieten om te kunnen maken wat ze willen zonder daarvoor in erbarmelijke financiële situaties terecht te komen met het tekenen op de spreekwoordelijke zolderkamertjes.
Steven Dupré: "Vergis je daarin maar niet, hoor. Die mannen en vrouwen brengen ook heel wat offers voor hun artistieke vrijheid. Neem dat maar van mij aan. Maar het klopt wel dat ze dankzij de mogelijke subsidiëring van hun projecten dingen kunnen maken die ze anders niet konden maken. Toen ik begon was die mogelijkheid er niet, en dus was ik verplicht om dingen te maken die voor een potentieel groot publiek bestemd waren en dus ook in brave kranten gepubliceerd konden worden. Anders was ik misschien ook eerder de artistiekerige kant uit gegaan, al betwijfel ik dat. Maar het had gekund.
Feit is dat de mensen die volledig hun zin kunnen doen dat niet bepaald doen voor een groot publiek. Ze zullen er dus mogelijk wel op artistiek vlak bij winnen, maar niet financieel. Het is gewoon een keuze waarvoor je gesteld wordt en die je moet nemen met de bijhorende consequenties."

Voel jij je ook tot een bepaalde generatie horen? Want je bent ongeveer net zo jong als hen en toch sta jij nooit in lijstjes met "de nieuwe Vlaamse stripgeneratie". Logischerwijze ben jij dus een gevestigde naam, juist?
Steven Dupré: "Ik ben een notoir tussen-twee-stoelen-valler. Ik ben te jong om aansluiting te hebben bij de oudere generatie en te lang bezig om dat te doen bij de jongere. Zelfs mijn manier van tekenen valt tussen twee stoelen, niet echt realistisch, niet langer karikaturaal.
Gelukkig kom ik met de meeste mensen van beide generaties goed overeen. Dat is dan toch al dat."

Teken je nog vaak naast strips, voor reclameopdrachten, tekenfilms en dergelijke?
Steven Dupré: "Nope. Het gebeurt wel af en toe. Maar dan hangt het er maar vanaf of het me een leuke opdracht lijkt en hoe veel men me er voor betaalt.
Momenteel ben ik een schilderij aan het maken om hier in de living te hangen, want in heel het huis is nergens iets van mijn werk te zien. Van anderen ook niet, eigenlijk. En al die kale muren, da's ook maar niks..."

Hoe vinden opdrachtgevers jou?
Steven Dupré: "Ik mag hopen dat ze mij als een professional beschouwen."

Wel, in Nederland bestaat Comic House, een agentschap voor illustratoren, animators en tekenaars die vaak belangrijke opdrachten voor bedrijven binnenhalen.

Steven Dupré: "Ah, je bedoelt hoe ze mij traceren en weten te contacteren? Zeg dat dan!
Ik heb een website, hé. En dat werkt prima, heb ik de indruk.
En ik draai al even mee, dus totaal onbekend ben ik niet meer. En ik sta ook in het telefoonboek."

De idee voor een Vlaams agentschap heb ik eens voorgesteld aan Marc Verhaegen, de voorzitter van de Stripgilde, maar "de achterban" vond dat niet tot hun taak behoren en te commercieel. Hoe denk jij daarover?
Steven Dupré: "Ik denk daarover zoals de achterban. Hoewel ik niets tegen 'commercieel' kan hebben. De Stripgilde is dan wel een vereniging van stripauteurs, maar ze heeft niet als doel die stripauteurs werk te bezorgen. Al gebeurt het regelmatig dat iemand een opdracht krijgt en die vervolgens via de Stripgilde doorsluist naar een collega wegens zelf geen tijd of goesting. Comic House wordt zeer professioneel gerund door gedreven mensen die niets anders doen dan opdrachtgevers koppelen aan auteurs en rechten beheren. En ze verdienen daar terecht goed hun brood mee. De auteurs zijn er mee gebaat, en de agent ook. Maar de Stripgilde wordt gerund door auteurs die dat vrijwillig en onbezoldigd naast hun dagtaak doen. Om een agentschap op een degelijke manier te runnen, hebben wij noch de tijd, noch de middelen. Dan moeten we daar ook niet aan beginnen."

Heb je naast Kaamelott en Midgard nog andere stripprojecten lopen?
Steven Dupré: "Nee, al krijg ik wel regelmatig aanbiedingen, die ik dan in alle ernst overweeg maar tot dusver ben ik er nog niet op ingegaan."

En wil je daarbij nog eens je eigen verhalen schrijven?
Steven Dupré: "Wie schrijft er Midgard, dacht je?"

Mocht het je nog nodig hebben: veel succes bij alles wat je doet.
Steven Dupré: "Waarvoor mijn hartelijke dank. Dat zal nog wel eens van pas komen."

> DAVID STEENHUYSE — 10 januari 2008