COMMENTAARINTERVIEW met
RÉGIS LOISEL & JEAN-LOUIS TRIPP
— 29 november 2008 —

© De Stripspeciaalzaak • Wouter Porteman — foto's: Raymond Lagae
© afbeeldingen: Grzegorz Rosinski + Jean Van Hamme, Casterman - Juanjo Guarnido + Juan Díaz Canalès, Dargaud - Judith Vanistendael, Oog & Blik / De Harmonie - Jean Roba + Vicq, Dupuis - Hergé, Casterman - Philippe Dupuy / Charles Berberian, Oog & Blik
Dit interview is eigendom van De Stripspeciaalzaak en mag in geen geval herplaatst of gekopieerd worden zonder voorafgaande afspraak met de auteur van deze tekst.
> Contact <
Naar aanleiding van de verschijning van Magasin Général 4 bij Casterman zakten Régis Loisel en Jean-Louis Tripp af naar Brussel waar ze als volleerde acteurs het ene interview na het andere ondergingen. Wouter Porteman was een van de vraagstellers en hij kwam terug met een interview waar beide heren ondanks de jetlag ook de originaliteit van inzagen.


"Ik kan je wel zeggen dat er in het laatste deel een heel groot beest zal opduiken die al de rest naar de achtergrond zal duwen. Of het een krokodil is? Neen, die verrassing houden we nog even voor onszelf."

Een hondenstiel! Tekenaars hebben een echte hondenstiel. Zeg dat we het gezegd hebben. Neem nu Régis Loisel en Jean-Louis Tripp. Een paar jaar terug besloten beide heren samen te hokken in een tekenstudio in het verre Canada. Daar ontdekten ze dat hun grafische sterkten opvallend complementair zijn. Peter Pan-tekenaar Loisel hield van schetsen en Tripp slaagde erin deze door uitstekend schaduwwerk tot leven te brengen. Loisel diepte een lang gekoesterd idee op en wat later werd Magasin Général op de wereld losgelaten. De reeks over het afgelegen dorpje Notre-Dame-du-Lac in de bossen van Quebec werd onmiddellijk een immens succes. Meer dan 120.000 lezers wiegen nu al drie albums mee op het plattelandsritme van de jonge weduwe Marie, de fratsen van de simpele dorpjongen Gaetan, het gekrakeel van de priester met de pilaarbijtende kwezeltjes en de forse deining die de fijngemanierde Serge met zijn komst meebracht. Ook de deelnemende lezers van De Stripspeciaalzaak verkozen Magasin Général 1 tot beste strip van 2006. Het tweede album, Serge, en het derde, De Mannen, belandden vorig jaar op respectievelijk plaats 3 en 6 in de jaarlijkse top 10. Deel 4 is nieuw. En dit is meer dan reden genoeg voor uitgeverij Casterman om de heren op te trommelen voor een uitputtende promotietour in Brussel en parijs, inclusief overvol geboekte persdagen. Een hondenstiel, zeggen we je.

En zo komt het dat Régis Loisel naast ons in de sofa zit met een knoert van een jetlag. Collega Tripp lijkt bovendien nog te kampen met de naweeën van een te lang uitgelopen signeersessie en worstelt nog wat met de microfoon van de RTBF-journalist. In de verte wacht de Thalys richting Parijs. Amper twintig minuten krijgen we. Oei, dat is weinig, en Loisel zit zich nu al te verdiepen in onze FransenTop die in de papieren nieuwsbrief nummer 54 werd weergegeven en waar hij niet minder dan zeven keer in genoteerd staat. We besluiten de koe bij de horens te pakken en de vragen die kaderen in onze persoonlijke interessesfeer te laten vallen. Vraag het hen zelf maar of de borsten van Hermelijn nu werkelijk gebaseerd zijn op deze van Samantha Fox.

Wouter Porteman (links) presenteert de meegebrachte platen,
maar laat Régis Loisel (midden) en Jean-Louis Tripp (rechts) zich eerst verdiepen in de FransenTop.

Op het tafeltje voor ons schikken we een achttal zorgvuldig geselecteerde platen. Aan de hand van hun keuze laten we het interview haar beloop. Als eerste pakt Loisel de plaat van De Chninkel eruit...


STRIPPLAAT 1:
De Chninkel
(Grzegorz Rosinski + Jean Van Hamme)

Régis Loisel
: "Dat is De Chninkel. Een mooie klassieker om mee te beginnen."

De Chninkel zit tjokvol verwijzingen naar de bijbel. De woestijntocht, het lopen over water en ja zelfs een kruisiging waarbij J’on, de nieuwe redder, iedereen vergeeft voor wat ze hem hebben aangedaan. Ook Magasin Général lijkt te spelen met de bijbelse verhalen. Voor de hand liggend is het feit dat de ongelovige Père Noël een boot aan het bouwen is, en dat het, net op het moment dat de mannen uit het bos terugkeren, het haast het hele album regent. De zondvloed lijkt nabij.

Régis Loisel: (verbaasd opkijkend) "Als je het van die kant bekijkt. (stilte) Neen, het is echt allemaal toeval."

Is het dan ook toeval dat de priester net als zijn grote voorbeeld, een veredelde timmerman is? En dat het hoofdpersonage Marie, Maria, een hele gemeenschap op sleeptouw neemt?
Régis Loisel: "Absoluut. Je bent trouwens de eerste die daar vragen over stelt. Hier hebben we echt niet bij stilgestaan."
Jean-Louis Tripp: "Wat wel bewust en grappig was om iemand die een boot aan het bouwen is, Noé (in het Frans heet Noël Noé of Noah, wp) te noemen. Maar de rest? Trouwens, de priester is niet echt een timmerman maar een verdoken ingenieur. Laat Van Hamme zich maar bezighouden met dergelijk knutselwerk.

Loisel neemt intussen de plaat van Blacksad vast.


STRIPPLAAT 2:
Blacksad 1: Ergens tussen de Schaduwen
(Juanjo Guarnido + Juan Díaz Canalès)

Jean-Louis Tripp: "Régis, heb jij dat niet zelf getekend?"
Régis Loisel: (lacht)

Zowel Guarnido als jijzelf zijn zwaar beïnvloed door Disney. Wat heeft Disney wat oudere helden als Franquin of Hergé niet hebben?
Jean-Louis Tripp: "Net zoals vele leeftijdsgenoten ben ik opgegroeid met Disney. Disney behoort tot ieders mentale erfgoed. Bovendien heb ik indirect via Disney Régis leren kennen. Begin jaren negentig was hij uitgenodigd op een signeersessie in Toulon en ik was daar ook aanwezig. Maar de rij voor hem bleef enorm lang. Rond 22.00 uur waren er nog steeds een pak wachtenden en Régis wilde er de brui aan geven. Een meisje kwam naar me toe en vroeg me of ik iets wou tekenen in haar album zodat ze niet met lege handen naar huis hoefde te gaan. Ik mocht van mijn buurman Loisel een Tinkelbel tekenen. Hij zette er dan netjes "Vu Loisel" (gezien door Loisel in de zin van gelezen en goedgekeurd, wp) bij en zijn initialen. Zo hebben we nog beiden een uur verder gesigneerd.

Wie is nu eigenlijk de echte Tinkerbel en de ultieme Haak? Die van Disney of die van u?
Régis Loisel: "Dat moet iedereen voor zichzelf uitmaken. Ik heb absoluut geen voorkeur. Ook ik ben immers opgegroeid met Disney. Vooral van The Katzenjammer Kids was ik begeesterd. De hele leefwereld van kattenkwaad uithalende kleine boefjes met van die losse bretellen aan die zich verstopten tussen die lage schuttingen en in hun clubhuizen. Dat is voor mij de ideale wereld die ik al van kinds af heb getekend. Ook nu is dit nog mijn ding. Later keek ik meer naar de avondvullende tekenfilms van Disney. En zo kwam ik in contact met de wereld van Peter Pan, Tinkelbel en Haak. Het was moeilijk om van die figuren een andere versie te maken omdat ze zo op je netvlies gebrand zijn, maar ik ben er blijkbaar wel in geslaagd. Nu kom je jonge fans tegen die de Disney-versie nog nooit gezien hebben, en ook zij zijn dol op deze figuren. Alleen is voor hen de enige echte Haak die van mij. Wat wel vaststaat is dat iedereen de Haak in het originele verhaal van James M. Barrie is vergeten. Trouwens, wie was dat ook alweer? (lacht) Maar om op je vraag te antwoorden: neen, er bestaat geen ultieme versie."

Disney blonk uit in het tekenen van dieren. Laat dit nu ook een van uw sterktes zijn. U hebt ooit de dierenstrip Norbert Le Lézard getekend die helaas onvertaald is gebleven. Komt er hier nog een vervolg op?
Régis Loisel: "Die dierenstrip op scenario van Patrick Cothias heb ik echt met veel plezier getekend. Maar nu geef ik absolute voorrang aan Magasin Général."

Loisel en Tripp kampen met een jetlag,
maar kunnen zich toch grotendeels concentreren

Ook in Magasin Général spelen opvallend veel dieren mee. Denken we maar even aan de kat die overal opduikt. In het tweede deel was de dierlijke bijrol voor een lieflijk hondje, en in het derde kwam een eendje meespelen.
Régis Loisel: "Hoh, hoe gebeurt dit? Het was alleszins geen vooropgezet plan. We hadden in het begin hier en daar een hoekje over en dan krabbel je er snel een katje op. Na verloop van tijd, bleek dit de ideale manier om de gebeurtenissen extra in de verf te zetten of gewoonweg nog eens te herhalen met meer duiding. De interactie van de beestjes geeft een extra dramatische toets aan het verhaal. Bovendien zorgen net die beestjes voor een heel eigen ritme van het verhaal."

Tot nu toe is er in elk album al een beestje bijgekomen. Volgens de laatste berichten zal Magasin Général zeven delen tellen. Dat wordt nogal een beestenboel...
Jean-Louis Tripp: "Je moet nu ook weer niet overdrijven. In het vierde deel kwam er geen dier bij. Ik kan je wel zeggen dat er in het laatste deel een heel groot beest zal opduiken die al de rest naar de achtergrond zal duwen. Of het een krokodil is? Neen, die verrassing houden we nog even voor onszelf." (Voor wat het waard is: even later schreef Tripp in mijn exemplaar van Magasin Général de volgende boodschap: "Wouter, tous ces hommes qui sortent du bois au printemps...", wp)

Op het moment dat Marie de knoop doorhakt om de dorpswinkel alleen uit te baten, zie je op de achtergrond de kat een onschuldig roodborstje uit de lucht plukken. In deel twee wordt de kat letterlijk aan de deur gezet op het moment dat Marie haar huis en hart openstelt voor een nieuwe omwenteling in haar leven. Is die kat een verpersoonlijking van Felix, haar jaloerse en overleden man?
Jean-Louis Tripp: "Neen, de kat heeft niets te maken met Felix. Initieel zat er geen plan achter die beestjes. Pas met de komst van Serge hebben we die dieren een eigen gezicht gegeven. De eend is nu wel de verpersoonlijking van Serge. Zijn aanvaardingsproces is een continu gevecht dat nog eens wordt verduidelijkt door het gerollebol van de beestjes. Nu eens is het eendje de beste vriendjes met de kat en de hond. Dan weer zitten ze te vechten."
Régis Loisel: "Het is een kwestie van afstoten of niet."


STRIPPLAAT 3:
De Maagd en de Neger 1: Papa en Sofie
(Judith Vanistendael)

Jean-Louis Tripp: "Zeg, dit is echt mooi. Heel goed verteld en schoon getekend. Van wie is dit?"

Dit is een plaat uit de strip van het jonge Vlaams talent Judith Vanistendael. Haar strip De Maagd en de Neger werd recent vertaald in het Frans. Bovendien is ze zopas genomineerd door het festival van Angoulême in de categorie voor het beste debuut. Het Angoulême waar u in 2004 ook president bent van geweest.
Régis Loisel: (diepe stilte — Loisel houdt gemengde gevoelens over aan het festival, lees er hier alles over, wp)

Volgt u de stripscène nog een beetje?
Régis Loisel: "Ja toch wel. Maar weet je, alleen al in het Frans komen er zo'n vierduizend strips per jaar uit. En dan zijn er nog de manga's waar vooral de grote klassiekers me kunnen boeien. Urasawa (Monster, 20th Century Boys, wp) en Taniguchi (van onder andere het onvertaalde en veelgelauwerde Quartier Lointain, wp), die steken er bovenuit. Monster bijvoorbeeld is echt een dijk van een strip. Daar word ik onmiddellijk in meegezogen en de tekeningen zijn meer dan geslaagd. En dan vergeet ik nog die psychologische onderbouw. Gewoonweg klasse. Alleen het einde vond ik nogal ontgoochelend. Maar dat is persoonlijk zeker?" (fijntjes glimlachend kijkt hij naar het slotdeel van Op Zoek naar de Tijdsvogel dat voor ons op tafel ligt)
Jean-Louis Tripp: "Ikzelf ben meer verslingerd aan boeken in alle vormen en maten, maar toch geraak ik vlotjes aan vijftig nieuwe strips per jaar. Ja, ook in alle vormen en maten."

In het laatste kadertje vóór deze plaat vertelde Sofie aan haar vader dat ze wil samenwonen met haar vriend, een Togolese asielzoeker. Net zoals jullie gebruikt de auteur op deze plaat een soort bewustmakende vertragingstechniek. Hoe belangrijk is het leestempo voor jullie?
Régis Loisel: "Het is heel belangrijk om de nodige rust in te bouwen in de tekeningen. Net door bepaalde beelden te vertragen, creëer je een soort eenheid, en leg je de nodige accenten."
Jean-Louis Tripp: "Het tempo is cruciaal voor een reeks als Magasin Général. Elke figuur heeft zijn eigen ritme. Meer nog, elke familie, elk huis, elke setting heeft zijn eigen tempo. Die zaken liggen allemaal vast in ons logboek. Het uitdagende bestaat er nu in om die verschillende pijlers met elkaar te verweven tot één bepaald stramien. Eenmaal dit gebeurd is, tekenen we de kaders en vullen we alles in. De grootte van de hokjes bepaalt dan de rest. Dit laat ons ook toe om zoetjes aan wat te lossen rond elk personage."

Een beetje zoals de uitstekende film Short Cuts van Robert Altman? (Deze film uit 1993 bestaat uit tien ineengeweven kortverhaaltjes waar uiteindelijk alle personages iets met elkaar gemeen blijken te hebben. Bovendien opende de film, net zoals Magasin Général, met een fenomenaal ononderbroken openingsshot van wel een kwartier lang waar elke acteur even op het voorplan komt.)
Jean-Louis Tripp: "Jaaa, precies zo! Schitterende film overigens."

Commentaren en explicaties vallen onze reporter te beurt.
De locatie van het interview is het Plaza-hotel in Brussel

Bepaalt het verhaal het tempo of bepaalt het tempo nu het verhaal?

Jean-Louis Tripp: "Het verhaal en het tempo beïnvloeden elkaar in grote mate, maar toch liggen beiden nogal vast. In het eerste deel gebeurde bewust niets of toch niet veel. De bedoeling was dat de lezers alle personages echt leerden kennen. Deel twee opende direct met een dramatisch toets die nog werd versterkt in het derde deel. Deel vier is dan weer wat rustiger."

Betekent dit nu dat het aantal delen nu definitief vastligt?
Jean-Louis Tripp: "Ja, het verhaal is nu wel geschreven."

Zijn jullie eigenlijk trouwe kijkers van Desperate Housewives? In deze serie over een rijke Amerikaanse woonwijk, geeft een overleden personage vanaf het hiernamaals haar ongezouten commentaar op de gebeurtenissen.
Régis Loisel: "Neen ook dit is weer toeval. Die serie heb ik zelfs nog nooit gezien. Eigenlijk is Felix, de overleden man van Marie, voor ons een extra personage die het hele verhaal nog wat extra kleur geeft."


STRIPPLAAT 4:
De Sliert 6: Op de Galopingos
(Jean Roba + Vicq)

Régis Loisel: "Dit is van Roba zeker? Ik hou wel van die Little Rascals-stijl. Het decor van het Canada van de jaren veertig dat we nu laten herleven in Magasin Général, komt zelfs dicht in de buurt van mijn ideale leefwereld. Maar de avonturen van De Sliert heb ik nooit gelezen."

Welke strips lazen jullie dan vroeger?
Jean-Louis Tripp: "Mijn held was ongetwijfeld Michel Vaillant en alle avonturen die stonden in het stripweekblad Pif Gadget."
Régis Loisel: "En ik was verslingerd aan Mickey Magazine waarvan ik bijna alles bleef natekenen."

Grappig. De meeste tekenaars zweren ofwel keihard bij Robbedoes ofwel bij Kuifje.
Jean-Louis Tripp: "Kuifje, daar word je toch niet vrolijk van? Het is uitstekend gedaan, maar eerlijk, het pakt je toch niet echt?"

Uw strip Jacques Gallard was toch duidelijk in dezelfde klare lijn van Jacobs en Hergé getekend?
Jean-Louis Tripp: "Die klare lijn moet je zien als een functioneel gebruikspalet. Je weet je waaraan te houden. Het is een blikje dat je opentrekt. Even uitschudden en hop je hebt een beproefde stijl die duidelijk is én aanslaat. Al bij al is dit gemakkelijk. Weet je, als ik kan werken met een duidelijk schema, dan ben ik op mijn best. Nu doe ik eigenlijk ook wat ik graag doe. Régis schetst de tekeningen en ik vul die aan met accentlijnen, schaduwen en arceringen. Zo worden de tekeningen nog verder verrijkt. Ik teken die traan die in Maries oog blinkt en dan net niet naar beneden wil parelen. Franquin en Tillieux, die hebben me wel geraakt. Albums zoals QRN op Bretzelburg of De Gevangene van Boeddha zijn echte juweeltjes. (Loisel knikt heftig mee) Ik was wel al een eind in de twintig toen ik ze voor het eerst ontdekte, maar ik was er echt van gepakt. Natuurlijk was ik wel al mijn kinderlijke naïviteit kwijt om volledig op te gaan in het verhaal, maar toch..."
Régis Loisel: "Twintig jaar? Ik was zelfs al 35 jaar toen ik voor het eerst een Robbedoes van Franquin las. Guust Flater had ik al gelezen, maar Robbedoes was mij volledig onbekend."


STRIPPLAAT 5:
Kuifje: De Krab met de Gulden Scharen
(Hergé
)

Régis Loisel:
(tegen Tripp) "Dit is nu eens een schone plaat van Hergé. Kijk eens naar die opbouw hier bovenaan, en daar, hoe Kapitein Haddock zijn hart vastneemt en de gespeelde onschuld speelt. (imiteert Haddock tot jolijt van Tripp) Echt heel goed gedaan."

Soms is er meer uitleg nodig of moeten de auteurs dieper nadenken

Al uw strips hebben hetzelfde thema. Net zoals Haddock, is er steeds een wat ouder personage zoals Bolster of Haak, die weer in zichzelf begint te geloven door om te gaan met een jonge man (de onbekende uit Op Zoek naar de Tijdvogel of Peter Pan) die dan op zijn beurt ontdekt wat hij echt waard is.

Régis Loisel: "Mmm, ja dat kan wel. (lange stilte) Eigenlijk is dat toch doodnormaal. Iedereen doorloopt verschillende stadia in zijn leven. Soms word je wakker geschud en neemt je leven een andere wending. Maar om daar nu in mijn strips altijd hetzelfde verhaal in te zien."
Jean-Louis Tripp: "Dat gaat toch niet op voor Magasin Général?"

Misschien wel. Marie was ingedommeld tot haar man stierf, en Gaetan is de jongen die helemaal openbloeit doordat Marie hem aanwerft in haar winkeltje. (Intussen heeft de persdame van Casterman al enkele keren heftig gewaaid naar Loisel. De trein wacht.)
Jean-Louis Tripp: "Nemen we nog vlug die plaat van Meneer Johan?"


STRIPPLAAT 6:
Dagboek van 'n Strip
(Philippe Dupuy / Charles Berberian)

Net zoals Dupuy en Berberian werken jullie nauw samen, en is 1+1 ook bij jullie gelijk aan 3. Hebben jullie een vaste rolverdeling?
Régis Loisel: "Neen, we hebben geen vaste rolverdeling. De karakters, de initiële schetsen, alles wordt samen opgebouwd..."
Jean-Louis Tripp: (onderbreekt) "Wat mij intrigeert is het laatste kadertje van die plaat? Had je ons dan zo verwacht?"

Niet echt, neen! Zullen het dan hier maar bij houden?

Noot: De plaat van De Dorpsgek van Schoonvergeten van Didier Comès en De Kriegels-plaat van Stedho werden helaas niet uitgepikt. Jammer, maar we bewaren ze voor de volgende ronde.  

> WOUTER PORTEMAN — november 2008
© foto's: Raymond Lagae