INTERVIEW met KURT MORISSENS
— 31 maart 2007 —

© De Stripspeciaalzaak • David Steenhuyse
© afbeeldingen: Stripelmagazine
Dit interview is eigendom van De Stripspeciaalzaak en mag in geen geval herplaatst of gekopieerd worden zonder voorafgaande afspraak met de auteur van deze tekst.
> Contact <
Op 30 maart 2007 verscheen het vijftigste nummer van Stripelmagazine, een onlinemagazine dat zich gespecialiseerd heeft in interviews met stripauteurs uit binnen- en buitenland. Gelijk met de sympathie van de meeste gecontacteerde auteurs groeide de belangstelling van de steeds naar (liefst gratis) info zoekende striplezer. Met wekelijks een aantal zeer actuele interviews doet het magazine het zelfs beter dan zowat de hele Nederlandstalige pers. Ontsproten uit een dagelijks bijgehouden weblog van Stripeljee, een dagcentrum voor gehandicapten, is Stripelmagazine ondertussen een vaste en regelmatige bron van informatie geworden waar een stijgend aantal lezers elke week een leesmoment voor inlast. Niet alleen auteurs, maar ook journalisten klopten al aan om hun informatie via Stripelmagazine te laten verspreiden. Met hoofdredacteur Kurt Morissens hadden wij een virtueel gesprek. Maar in 't echte leven valt hij ook reuzegoed mee.

Eerst en vooral: proficiat met jullie vijftigste nummer! Dat staat gelijk aan vijftig weken met een veelvoud aan interviews. Hoeveel auteurs zijn ondertussen al de revue gepasseerd?
Dat moet lukken, enkele weken geleden bij de voorbereiding van ons vijftigste nummer hebben we ons diezelfde vraag gesteld maar konden we er geen exact getal op plakken. En omdat toen niemand het voortouw heeft genomen om te beginnen tellen, hou ik het op onze wilde gok van toen: ik dacht dat er toen tussen de 150 en 200 auteurs werd geopperd. Mocht er iemand zich geroepen voelen om al die auteurs eens te tellen dan mag die volledig loos gaan. (lacht) Opvallend aan dat grote aantal is wel dat al die stripauteurs wel degelijk moeite doen om de meest prachtige antwoorden te verzinnen op onze steeds zeer doordachte vragen! We hadden bij aanvang van Stripelmagazine wel degelijk een beetje schrik voor de reacties van de tekenaars maar al bij al viel dat dus heel goed mee!

Met Conz moet het meegevallen zijn, want hij heeft nu ook een eigen rubriek op de site. Wie zijn de andere toffe auteurs?
De auteurs die we live hebben mogen ontmoeten en/of interviewen, bleken stuk voor stuk heel warme en leuke mensen te zijn. Het moet overigens voor die auteurs heel wat zijn als ze ons met zijn allen zien binnenkomen. Als we volledig zijn, komen we daar met zomaar eventjes zes mensen binnen om ons interview te doen!
Ach, het ijs is meestal snel gebroken en dan wordt er meestal heel wat afgelachen. Naderhand blijven de meeste contacten zelfs behouden, iets wat niet-toffe auteurs nooit zouden volhouden.

Houd je er al eens meer aan over dan enkel een interviewer/interviewee-relatie?
Ja hoor, met Conz ga ik nu bijvoorbeeld elke donderdagavond naar de breiclub, met Hanco Kolk kan ik urenlang telefoneren over onze verzameling theezakjes, met Shellac durf ik wel eens op een wilde warme chocotocht trekken, en samen met de Ivan van Orphanimo!! zit ik op bloemschikcursus. En dat zijn er nog maar enkele die ik hier vernoem, je wil niet weten wat ik allemaal uitspook met onder andere Kim, Steve Van Bael en Gerard Leever. (lacht) Neen, alle gekheid op een stokje, uiteraard zijn er geïnterviewden waarmee het blijkt te klikken en waardoor er dus een andere soort relatie ontstaat; dat maakt het natuurlijk extra leuk.

Je kan wel raden dat we ook naar je tegenvallers vragen. Al die auteurs lezen deze pagina toch niet, je kan dus gerust vertellen welke auteurs ontgoochelden.
Net zoals er tekenaars zijn waarbij het echt klikt, zijn er natuurlijk ook tekenaars waar die klik totaal onbestaande is. Maar om nu te zeggen dat me dat ontgoochelde? Een echte grote tegenvaller heb ik eigenlijk nog niet gekend; de ene is wel spraakzamer dan de andere maar elke interviewee heeft altijd iets interessants te vertellen. Neem dat maar van mij aan.

Klopt het dat men (en niet alleen tekenaars of scenaristen) jou wel eens contacteert met de vraag of je hen wil interviewen over hun nieuwste album?
Ja, dat klopt. Als ik me niet vergis heb je het onlangs zelf live mogen meemaken. Heb je daar niets over in je dagboek geschreven? (lacht)

Neen, toch niet. Was dat Jean Van Hamme op de voorstelling van dat fotoboek?... Enfin, wat vind je van dat gelobby?
Ik beschouw dat als een grote eer naar ons werk toe en het betekent dat Stripelmagazine — een werk van veel mensen — toch op korte tijd een plaatsje heeft veroverd in het stripwereldje. Toegegeven, het verbaast me wel elke keer dat ze dat überhaupt doen maar ze moeten het zeker niet laten. Het is voor een striptekenaar al moeilijk genoeg om hun werk in de schijnwerpers te krijgen, als wij daar een klein steentje kunnen toe bijdragen, doen we dat met veel plezier. Ook niet te vergeten dat we elke week een heel Stripelmagazine vullen met elke keer drie à vier interviews dus elke tip is sowieso welkom.

Voel je je soms een nieuwsmaker? Want regelmatig lees je wel eens een primeurtje op je site.

Als de definitie van een nieuwsmaker is dat we regelmatig een primeurtje brengen op Stripelmagazine dan blijken we af en toe nieuwsmakers te zijn. Maar ikzelf voel me niet zo; eigenlijk proberen we met onze interviews elke keer een interessant gesprek te brengen en azen we niet zozeer op primeurs. Zit er een primeur in dan is dat natuurlijk mooi meegenomen en zeg ik daar absoluut niet neen tegen. Hoe meer, hoe beter! (lacht)

Je interesse strekt zich alleszins verder uit dan stripauteurs alleen. Schrijvers, toneelmakers, acteurs, BV's komen ook aan bod. Hoeveel kranten en tijdschriften lees je zo per week om dat allemaal op te sporen?
Ik ben geabonneerd op alle mogelijke nieuwsbrieven die er bestaan van alle binnen- en buitenlandse kranten, tijdschriften, culturele activiteiten, showbizznieuws, enzovoort. 's Ochtends bestaat mijn eerste werk uit het lezen van al die nieuwsbrieven want als ik dat één dag niet doe, puilt mijn mailbox volledig uit. Verder lees ik elke dag De Morgen, probeer ik elke dag minstens twee Knacks te lezen (heb nog heelder oudere jaargangen liggen), grasduin ik regelmatig door Dag Allemaal, Story, Ché, Libelle, Flair en andere tijdschriften die in mijn buurt komen te liggen en krijg ik regelmatig allerhande artikels die met strips te maken hebben van verschillende mensen (bedankt Willem, Jan, Hilda en Georges!). Momenteel heb ik wel een serieuze leesachterstand tot groot ongenoegen van mijn vrouw die de stapels kranten en tijdschriften alleen maar ziet groeien.

Ba, je krijgt toch hulp van de Stripeljee-mensen? Kan je hen eens voorstellen aan onze lezers? Wat doen ze precies?
Eigenlijk zijn An, Ilse, Nico en Jeroen veel hardere werkers dan ik. Zij zorgen er voor dat al het voorbereidend werk voor de interviews wordt gedaan, stellen de vragen op en doen de interviews met de tekenaars. Het enige wat ik doe, is lekker profiteren van hun werk! (lacht) Verder verzorgen ze hun eigen rubriek die ook elke week te lezen is op Stripelmagazine. Zo serveert keukenprinsesje Ilse onze lezers elke week een lekker recept dat eerst altijd door haar wordt getest, verrast onze snorrende Nico elke week de lezers met een uitstekend sportverslag waarin altijd wel een of andere afwijkende mening in steekt, houdt An ons op de hoogte van alle mogelijke ontwikkelingen in de showbizzwereld en leert Jeroen ons het alfabet aan de hand van de voorbije muziekgeschiedenis. Ze zijn met zijn allen heel trots op hun rubriek en als je ziet wat ze elke week presteren, geef ik ze nog groot gelijk ook!

Werken er ook mensen buiten de Stripeljee mee aan het magazine?
Ja, Conz heb je al vernoemd maar daarbuiten kan je ook genieten van de boekenrecensies die Katrien ons elke week bezorgt, het wereldberoemde fotografenduo Karin en Jan hebben tot Stripelmagazine 49 onze lezers vergast met een making of van hun fotoboek, Wouter Goudswaard entertaint heel stripland met zijn Wouter Kabouter en sinds kort is ook Jim — jullie vaste corrector — onze rangen komen versterken en brengt hij regelmatig verslag uit van allerhande stripinitiatieven die her en der doorgaan. Verder werken er nog heel wat mensen achter de schermen mee om elke week ons magazine online te krijgen; Jan, Hilda, Vincent, Willem, Inge en Stijn zijn onmisbare schakels in het geheel. Een fijn team als het ware!

Met de papieren versie (waarvan inmiddels vier nummers verschenen) bestaan jullie voor de eeuwigheid. Zit daar nog groei of uitbreiding in?
In het papieren Stripelmagazine zie ik momenteel geen echte uitbreiding of groei. We zijn wel van plan om buiten Stripelmagazine nog wat zaken uit te geven. Dat zit nu in een opstartfase en de komende weken zal duidelijk maken wat we nog allemaal aankunnen. Het zijn spannende tijden!

Jullie zien het zelfs groter. Weldra komt er een heus Stripeljee-gebouw. Hoe past het stripplaatje daarin?
De Stripeljee is een onderdeel van een dagcentrum voor volwassen, lichamelijk gehandicapten (Den Ateljee) en in de toekomst — dat zeggen we ondertussen al ettelijke jaren (lacht) — is het de bedoeling dat we een heuse stripbibliotheek openen. Begin maart hebben we een stuk grond gekocht in Wezemaal (Vlasselaar) waar een groot gebouw zal opgetrokken worden en waar de toekomstige bib dus in zal huizen. We durven hopen dat we kunnen verhuizen in 2009 en dat jaar ook zullen opengaan. Maar we willen ons niet alleen toeleggen op het uitlenen van strips en dus worden er nu al volop plannen gesmeed om met originele initiatieven van de Stripeljee een bruisende bib te maken. Ik denk wel dat we zo duidelijk in het stripplaatje passen?
Uiteraard hopen we tegen dan nog altijd tijd te kunnen maken om ons Stripelmagazine in elkaar te boksen. Tegen dan moeten we ongeveer aan nummer 100 zitten, kunnen we nog eens een feestaflevering in elkaar steken!


Extra leuk zijn alleszins de rondvragen die jullie organiseren aan auteurs wat al een top 10 opleverde over de moeilijkst te tekenen voorwerpen (een fiets stond op nummer 1) en in het vijftigste nummer ook al een originele top 10. Hoe komen jullie daarop? Wordt daarover vergaderd?
Ja, daar wordt zeker over vergaderd — zoals over alles gepalaverd wordt bij ons — met dien verstande dat we een vraag zoeken waarop alle auteurs een tof antwoord kunnen verzinnen en waar wij een top 10 kunnen uit puren. Dat lijkt simpel maar is het niet. We zijn al tevreden als we zo één vraag vinden. Nu, we hebben nog geen idee welke vraag we voor onze honderdste aflevering zullen stellen en of we dan zelfs überhaupt terug zoiets gaan doen. Wie weet welke weg we dan gaan inslagen?

Onze vaste corrector Jim gaat voor jullie op pad om foto's te nemen. Met medewerker Peter heb je met de Orphanimo!!-boys al een gesmaakt dubbel dubbelinterview afgelegd dat binnen een paar maanden navolging krijgt. We gaan samen al eens naar stripfestivals en toch zien anderen ons als concurrenten. Onzin, toch?
Uiteraard onzin, ik geloof ook helemaal niet in concurrentie; een samenwerking of vriendelijk met mekaar omgaan, levert zoveel meer op. Het wereldje van de strip is overigens veel te klein om echt te gaan beginnen concurreren. Ieder stripinitiatief juich ik toe; hoe meer, hoe beter! Het kan de aandacht voor de strips alleen maar vooruit helpen.

Wat vind jij trouwens van de huidige stripjournalistiek?
Als ik het aantal artikels tel dat zich opstapelt op mijn bureau kan ik alleen maar concluderen dat het kwantitatief al snor zit. Zowel de zogenaamde kwaliteitskranten als de andere media geven heel wat aandacht aan de strip en dat mag toegejuicht worden. Ook de kwaliteit van de krantenstukjes mag er wezen, toch? En zo’n initiatief als Stripgids (een gratis verstrekt, tweemaandelijks stripinfotijdschrift, ds), geweldig gewoonweg. De kans is groot dat je zo niet alleen de stripliefhebbers bereikt maar door het gratis in allerhande bibliotheken te leggen ook dat groot gedeelte van de bevolking dat maar af en toe een strip vast neemt.

"Wat je zelf doet, doe je beter", luidt het volgens een bekend doe-het-zelfmagazine. Maar zijn er grenzen aan je bereidheid om info te verschaffen aan de stripminnende mensheid? Het is meer dan een dagtaak, hè...
Moeilijke vraag, er zijn — denk ik — wel grenzen aan die bereidheid, ja, maar ik ben ze nog niet tegengekomen. In zo'n wekelijks Stripelmagazine kruipt heel veel tijd en energie en als je dan amper of geen reacties krijgt, durft de moed je wel eens in de schoenen zinken, ja. Dat zal voor jou wel herkenbaar zijn, veronderstel ik? Meestal duurt dat dan wel niet lang want dan krijg je plots toch dat ene deugddoend mailtje of krijg je de bezoekerscijfers te zien. Feedback is belangrijk want we kunnen wel denken dat we het goed doen, terwijl het merendeel van onze lezers misschien zit te denken dat die aflevering gewoonweg op niets trok. Nu, ik heb een aantal mensen rond mij die me steeds eerlijk hun mening geven en inhoudelijk dat wel eens durven analyseren. Daar luister ik heel aandachtig naar...


Kurt is een veel betere interviewer dan ondergetekende, die nooit deftig een gesprek of interview kan afronden. Dit was het dus.

> DAVID STEENHUYSE — 31 maart 2007