een
hommage door
POM
(gecontacteerd door Jan en Karin Magito)
Jef Nys en ik werkten een korte periode allebei bij 't Pallieterke,
dat eigendom was van een kozijn van mij. Jef zat er
op de tweede verdieping, ik op de eerste. Toen zagen we elkaar
een keer per week en deden dan af en toe een babbeltje, en soms
niet.
Ik heb Jef Nys niet écht als persoon gekend, maar hij
is een van de weinige mensen waar ik géén slecht
van spreek... Ik ben altijd een sympathieke jongen geweest.
Ik neem 'm toch één ding kwalijk (met een
lachend ondertoontje): Jef heeft ooit beloofd om nooit
af te stappen van "ge" en "gij", maar heeft
zich later toch laten overtuigen om "jij" en "jou"
te gaan gebruiken in de Jommeke-albums. Ik vond dit
zeer spijtig want "gij" is goe Vlaams.
Ik heb de tekeningen en inhoud altijd kinderachtig gevonden,
maar ik heb dan ook nooit de kans gekregen om de albums als
kind te lezen. Dus kan of mag ik eigenlijk niet oordelen, maar
de kinderen waarvoor de albums bestemd zijn wel.
Voor mannekes van een jaar of zeven waren Jommekes
ideaal.
Ooit heeft er me iemand gezegd: "Ik vind Jommeke
mooier dan uw Piet Pienter en Bert Bibber." Tien
jaar later zei diezelfde persoon me: "Vroeger vond ik Jommeke mooier, maar nu Piet Pienter en Bert Bibber."
Pom is de auteur van Piet Pienter en Bert Bibber. |
een
hommage door
MERHO
Toen Jef Nys doorbrak met zijn albums, was ik de Jommeke-leeftijd
al voorbij. Ik volgde hem wel, want ik wilde nu eenmaal zelf
striptekenaar worden. Mijn beste herinneringen aan Jommeke gaan
terug naar de jaren 1950. Toen hij debuteerde in Kerk en
Leven. De geboorte van Jommeke zie ik nog steeds zo voor
mij. De ooievaar dropte hem bij de paterkes op Linkeroever.
En omdat hij telkens weer het klooster op stelten zette, werden
er adoptieouders gezocht. Ik denk dat er nu nog maar weinigen
weten dat Jommeke eigenlijk een aangenomen kind is.
In de jaren 1970 werkte ik bij Vandersteen.
De Duitse stripmarkt begon in mekaar te zakken en ik keek uit
naar ander werk. Zo ging ik solliciteren bij Jef Nys. Ik trof
een minzaam, vrij conservatief man, met ontzettend veel metier.
Hij had een heel degelijke klassieke scholing. En al vlug ontdekte
ik hoeveel raffinement er zat achter die eenvoudige tekeningen.
Uiteindelijk heb ik nooit voor hem gewerkt. De man was ontzettend
streng op zijn tekeningen. Terecht. In zijn studio was het een
voortdurend komen en gaan. En alhoewel hij zeer goed betaalde,
heb ik op zeker moment afgehaakt. Later grapte hij daarover:
"Ik had je indertijd toch moeten aannemen, dan had ik meteen
de concurrentie uitgeschakeld." Alhoewel Jommeke
en Kiekeboe totaal verschillende werelden zijn.
We waren niet echt bevriend, maar we hadden door de jaren heen
een zeer goed contact. Ik had nog een voorraadje Oost-Duitse
pennen waarmee hij ook werkte. Op zeker moment waren die niet
meer te krijgen en hielp ik hem voort. Telkens rond nieuwjaar
kreeg ik een kaartje met de mededeling dat hij binnenkort nog
eens om pennetjes zou komen. Maar dat deed hij nooit.
De laatste keer ontmoette ik hem in Antwerpen op het schoon
verdiep, bij de viering van dertig jaar Kiekeboe. Naar
de première van mijn theaterstuk kwam hij niet. Want
toen was hij al ziek. De dokter gaf hem nog maximun drie jaar.
Het zijn er twee geworden. Er blijven niet veel van mijn jeugdidolen
meer over."
Merho is de auteur van Kiekeboe. |
een
hommage door
JAN BOSSCHAERT
Wat ik als kind zo fijn vond aan de avonturen van Jommeke,
was het feit dat de verhalen dikwijls begonnen met Jommeke die,
net als de lezer zelf, gezellig in de zetel een boekje zat te
lezen.
Je kon je daar als kind, zonder dat je het besefte, heel gemakkelijk
mee identificeren.
Toen werd er natuurlijk aan de deur gebeld en kon het avontuur
beginnen. Avonturen die je alleen in je dromen kon beleven.
En in de verhalen van Jommeke.
Ik ontmoette Jef Nys voor het eerst op het stripfestival van
Koksijde een tiental jaren geleden waar we allebei een tentoonstelling
hadden.
Hij met originele platen en omslagen, ik met de "Strippende
Stripmeisjes" die in De Morgen verschenen.
Ik herinner me nog hoe ik vol bewondering naar de originele
cover van mijn favoriete album Op Heksenjacht stond
te gapen en me verbaasde over de frisheid en de prachtige diepe
tinten, zelfs na al die jaren.
Jef daarentegen lachte een beetje groen toen hij mijn persiflage
op Annemieke en Rozemieke zag. En in een interview kreeg ik
er ook van langs.
Maar mettertijd merkte hij dat ik de slechtste nog niet was
en groeide ook zijn bewondering voor mijn werk.
Hij en zijn vrouw Jo kwamen zelfs geregeld naar mijn tentoonstellingen.
Wat ik een hele eer vond.
Af en toe belden we.
Samen met Vandersteen en Sleen was hij een van mijn grote goden.
En hij zal het altijd blijven, want goden sterven immers niet."
Jan Bosschaert is de tekenaar van De Geverniste Vernepelingskes,
Sam, Jaguar,... |
een
hommage door
PATRICK VAN OPPEN
Het doet raar aan te weten dat Jef Nys er niet meer is.
Als jongetje van pakweg acht was de naam Jef Nys minstens even
magisch als zijn creatie Jommeke. Dankzij de strips kon ik van
Jommeke een heel duidelijk beeld vormen. Jef Nys was mysterieuzer.
Daar hoorde je toen nauwelijks wat van. Ik had geen idee hoe
die man eruit zou kunnen zien. Maar ik geloofde in zijn verhalen,
in zijn albums.
Als ik er nu aan terugdenk lijkt het wel alsof Jef Nys toen
een soort god was. En Jommeke was mijn godsdienst. Het wonder
om een eigen wereld te kunnen scheppen moet toen een hele grote
indruk op me hebben gemaakt.
Mijn Jommeke-albums liggen in flarden vaneen. Hier
en daar zijn hele platen nagetrokken met blauwe of zwarte balpen
op die bruine drukinkt (je kan je misschien wel voorstellen
hoe gefrustreerd ik me voelde toen ze ineens in zwarte drukinkt
verschenen. Raaaah!). Ik heb geprobeerd alle prentjes
van alle Jommekes te tellen. Toen is ook mijn besef
gekomen hoeveel werk het vraagt om strips te tekenen: meer dan
vierhonderd prentjes maken per boekje!?! Ik maakte luisterspelen
van de verhalen waarbij ik erg trots was op de krassige stem
die kon produceren voor Flip, de papegaai. En zelf, hier en
daar, in een of ander album staat, een bescheiden probeersel.
Los van de nagetrokken figuurtjes, een aanzet tot een eigen
interpretatie van Jommeke.
Later, veel later, op stripworkshopdagen in Koksijde heb ik
Jef Nys voor 't eerst ontmoet. In die tijd was het voor mij
allang allemaal Rosinski, Vance,
Mœbius en zo wat de klok sloeg. Maar toch
heb ik toen voor de eerste keer mijn god van vroeger gezien.
In 't echt nog wel. Ik heb er mee mogen praten. Toen is het
besef bij me gekomen hoe hij me in de richting van striptekenen
heeft geduwd.
Ik heb hem ook mogen ontmoeten toen hij uitgenodigd was op het
Scottisch Weekend in Alden Biezen.
Hij vertelde me dat hij niet met strips bezig was. Hij las ze
nooit, de werken van zijn collega's. Het lukte hem simpelweg
niet. Naar ik meende was hij ooit begonnen aan 't lezen van
een Astrix-album maar hij heeft het niet uitgelezen.
En nog iets anders wat me bij bleef, was het feit dat hij zo
graag kunstschilder had willen worden. Nog veel liever dan striptekenaar.
In mijn beleving meen ik toen een glinstering in zijn ogen opgemerkt
te hebben. En hoorde ik ook spijt in zijn stem dat hij zijn
hart daarin niet heeft kunnen volgen. Maar nogmaals, dat is
zoals ik het ervoer.
Jef Nys heeft een mooie leeftijd bereikt. Daar ben ik blij om.
Alleen jammer dat hij aan kanker leed en ziek is gestorven.
D'r zijn heel wat vervelende factoren die mijn leven hebben
bepaald, maar d'r zijn ook hele plezierige elementen. En in
die categorie nemen Jef Nys en Jommeke het leeuwendeel voor
hun rekening."
Patrick Van Oppen is de tekenaar van Tommeke, Aspe, De Vijfde
Man,... |
een
hommage door
DIRK STALLAERT
Ik heb Jef Nys op persoonlijk vlak maar een klein beetje gekend:
een paar telefoontjes, een viertal ontmoetingen. Bij elk van
die gelegenheden bleek hij een zeer aimabel man te zijn.
Wat zijn werk betreft: zoals iedereen in Vlaanderen heb ik in
mijn
kindertijd Jommeke gelezen, met veel plezier. Ik stam
uit de tijd van de in
bruin en zwart op gazettenpapier gedrukte albums en bewaar de
beste
herinneringen aan De Jacht op een Voetbal, De Zingende Aap,
De Koningin van Onderland, De Ooievaar van Begonia, Het Hemelhuis
en ga zo maar door.
Simpele, rechtlijnige verhalen zonder zijsprongen of verwijzingen
naar
actualiteit, want de serie was van bij het begin duidelijk ontworpen
voor de
jongste lezers. Maar wel uitstekend verteld.
Als tekenaar vind ik hem onderschat. De stijl van Jommeke
oogt verraderlijk simpel, net zoals die van De Smurfen.
Maar ondanks de geweldige tijdsdruk van een krantenpublicatie
zonder
onderbreking, zijn de tekeningen stuk voor stuk correct, zonder
perspectief-, verhoudings- of compositiefouten. Dat is een hele
prestatie waarvoor ik als tekenaar mijn hoed afneem.
Ik ga bij wijze van hommage nog eens zo'n oud album herlezen
en weer eventjes tien jaar worden."
Dirk Stallaert is de tekenaar van Urbanus Vertelt, Nino, Plankgas en Plastronneke, Mieleke Melleke Mol,... en medewerker
aan Suske en Wiske. |
een
hommage door
KEN BROEDERS
Toen ik nog een klein striptekenaartje was, gingen we regelmatig
op bezoek
bij mijn grootmoeder. En terwijl de volwassenen druk bezig waren
met kletsen en koffiedrinken moest ik een kleine reis onder
de tafel en tussen de
stoelpoten ondernemen. Het doel van de tocht: een houten kast,
weggedrukt in een hoek van de woonkamer, en afgescheiden van
de buitenwereld door een dik gordijn.
Achter dat gordijn lag een dikke stapel met Jommekes.
Niet zomaar Jommekes. Ik heb het over de albums met
een dikke kartonnen kaft, dun papier met bruin gedrukte tekeningen
en nietjes in het midden. De meeste waren een beetje gescheurd
en roken naar oud papier. En zo herinner ik me Jommeke
altijd. Vreemd tijdloos, intrigerend en ontspannend. De latere
gekleurde versies hebben die magie nooit helemaal kunnen evenaren
en ik heb ze eigenlijk nooit gelezen.
En net als iedere normale mens heb ik ook nog steeds een beetje
schrik voor de Koningin van Onderland... die vreemd genoeg erg
leek op een vroegere buurvrouw, maar dat is weer een heel ander
verhaal..."
Ken Broeders is de auteur van Apostata, Voorbij de Steen, Cyrano
en Tyndall. |
een
hommage door
TOM BOUDEN
In mijn herinneringen heb ik altijd al Jommeke gelezen.
Dat was de stripreeks waar mijn boer en ik de meeste albums
van liggen hadden. We moeten die albums heel vaak herlezen hebben,
want ik kan ze me zo weer voor de geest halen. De thrillers
Diep in de Put en Het Jampuddingspook maakten
op mijn kinderlijke ziel de meeste indruk. Ik schaam me er ook
niet voor om toe te geven dat ik nog steeds de nieuwe albums
lees en koop, ook al geef ik ze daarna door aan een nog grotere
Jommeke-fan dan ikzelve.
Ik heb deze zomer mijn nichtje die pas heeft leren lezen een
stapel oude Jommekes cadeau gedaan, en ze bleek die
's nachts in het geniep in bed te lezen. Die albums hebben dus
nog niets van hun kracht verloren.
Voor mijn allereerste strippagina (ik was acht jaar oud) gebruikte
ik overigens de personages uit Jommeke.
Jef Nys zelf heb ik een paar keer vluchtig ontmoet, en hij kwam
op die momenten over als een sympathieke man. Die keer dat we
met een bende van vier na een samenkomst in het stripmuseum
moesten 'inbreken' in een afgesloten autogarage zal ik wellicht
nooit meer vergeten. Maar helaas heb ik hem nooit écht
persoonlijk gekend. Het had nochtans gekund. Vele jaren geleden,
toen ik net was afgestudeerd, werd ik eens gepolst of ik zin
had om Jommeke te tekenen. Ik wou dat zeker, maar daar
is wegens reorganisatieperikelen bij de uitgever nooit iets
van gekomen. En om eerlijk te zijn moet ik zeggen dat mijn proefplaten
toen wellicht ook niet goed genoeg waren. Jef Nys was immers
een uiterst getalenteerde tekenaar en verteller. Ook in het
realistische genre overigens. En hij heeft zich altijd omringd
met talentvolle medewerkers. Alleen jammer dat hij hun naam
nooit vermeldde. Maar indien ze me morgen opnieuw zouden vragen,
dan zou ik dat nog steeds met plezier doen. Het gaat immers
om Jommeke!
Dat de held met het strooien dakje nog vele avonturen mag beleven."
Tom Bouden is de auteur van Paniek in Stripland, Max en Sven, Flikkerzicht,...
en medewerker aan F.C. De Kampioenen. |
een
hommage door
IVAN ADRIAENSSENS
Als kind van gescheiden ouders stond mijn vader plots aan de
deur toen ik drie was.
"Bezoekrecht", zei hij. Ik wou niet mee met die 'vreemde
man', en huilde onophoudelijk.
Om mij te paaien kreeg ik een strip. Jommeke in de Knel
(ja, ik herinner het me goed).
Sindsdien werd ik met plezier elke zaterdag gepaaid. Mijn Jommeke-collectie
groeide gestaag.
En toen kreeg ik alle oude Jommekes die in de familie
circuleerden.
Al snel was mijn collectie bijgebeend, en begon ik met Suske
en Wiske, Chick Bill en andere Lombard-uitgaven...
Maar met Jef Nys is de stripkoorts dus begonnen. Bedankt, Jef."
Ivan Adriaenssens is de scenarist van Orphanimo!!, De Kriegels,... |
NOG
MEER HOMMAGES
vind je op Stripelmagazine. Lees de teksten of bekijk
de hommage-illustraties van Kristof Fagard,
Patrick Van Oppen, Michael Vincent,
Serge Baeken, Mario Boon,
Kim Duchateau, Steve Van Bael,
Dirk Stallaert, Wim Swerts
en Luc Cromheecke.
Martin Lodewijk heeft Jef Nys nooit gekend,
maar wenste niettemin zijn condoleances over te maken.
Buth werd eveneens gecontacteerd door Jan Magito (zie Pom), maar
de auteur van onder meer Thomas Pips kon niet zelf
meer reageren. Uit een lang gesprek met Buths vrouw blijkt dat
Buth ziek, depressief en beginnend dement is. Meestal is hij
zich niet meer bewust van zijn omgeving. Het nieuws dat Jef
Nys is overleden is, ging totaal aan hem voorbij. |
|
|
©
foto: Jakari — www.jakari.be
Op
deze pagina staan we stil bij het overlijden van Jef Nys,
de schepper van Jommeke. Naast een hommage van diverse collega's
in de twee buitenste kolommen, vind je hier vlak onder een
hommage van Ed Solie, de grootste Jommeke-fan
van het land. Hij schreef verder op deze pagina ook een
biografie over de auteur. |
|
|
een hommage door Ed Solie
DE BELEVENISSEN
VAN JOMMEKE
247
keer konden we bovenstaande slagzin lezen op de cover van elk nieuw
Jommeke-album. Wellicht zullen we bij het lezen van de
volgende albums met weemoed terugdenken aan al die ontspannende
uren die we met Jommeke beleefden toen Jef nog onder ons
was.
Het
ging trouwens niet alleen om Jommeke, want er waren toch ook zijn
beste vriend Filiberke die de meest onwaarschijnlijke spelletjes
speelde en de olijke tweeling met hun guitig aapje deden ons eveneens
meermaals glimlachen. De immer verstrooide professor Gobelijn kreeg
met zijn waanzinnige uitvindingen zijn collegastriphelden meermaals
op de kast. Maar dat was nu net wat de lezer kon bekoren. De toch
wel sympathieke schurk Anatool breidde regelmatig zijn strafregister
uit, al dan niet met de hulp van de wat simpel ogende landlopers
Kwak en Boemel. Maar dat maakte de albums des te fijner. De grootste
maar ook meest populaire kwelgeest uit de belevenissen van Jommeke
is ongetwijfeld de koningin van Onderland. Last but not least
mogen we de gevederde redder in nood en bon vivant Flip niet vergeten.
En dan zijn er nog de honderden andere figuren die de voorbije 54
jaar de revue passeerden.
De
avonturen van Jef Nys sleepten de jonge lezers telkens weer mee.
Iedereen die de voorbije halve eeuw een Jommeke-verhaal
gelezen heeft (en eigenlijk is dat in Vlaanderen iedereen) zal moeten
toegeven dat Jef een onnavolgbare verteller en een uitstekende tekenaar
was. Je kreeg er een gevoel bij alsof je opa je voor de zoveelste
keer een spannend verhaal vertelde en er ook nog de beelden in een
tekenfilmversie bij toverde.
Jef Nys leerde meer dan een halve eeuw alle Vlaamse kinderen lezen.
Van Hendrik Conscience werd ook ooit gezegd dat
hij zijn volk leerde lezen. Ze stonden allebei wellicht op eenzame
hoogte. En wie heeft in zijn jonge jaren niet zichzelf met een personage
uit de Jommeke-albums vereenzelvigd en de avonturen nagespeeld?
Zelfs in deze moderne en snelle tijden kunnen kinderen nog wegdromen
bij het lezen van een Jommeke-album. Dit geeft aan hoe
sterk deze stripreeks, na al die jaren, nog steeds is.
Laat eenieder troost vinden in het gegeven dat Jommeke
niet dood is en mag en kan verder leven.
Wij betuigen ons diep medeleven aan de familieleden en zijn naaste
medewerkers.
Jef, bedankt!
Ed Solie is de webmaster van
de gerenommeerde en zeer uitgebreide Jommeke-fansite.
Hij bezorgde ons ook onderstaande biografie van Jef Nys.
BIOGRAFIE
JEF NYS
Van in
zijn prilste jeugd blijkt dat het tekentalent hem in het bloed zit.
Hij tekent op zowat alles wat hij in handen krijgt. Op zijn elfde,
onder stimulans van zijn grootvader, een meesterschilder, laten zijn
ouders hem starten met avondlessen in de gemeentelijke tekenschool
van Berchem. Hij wordt er dé revelatie.
Na zijn lagere school start hij in de vak- en nijverheidsschool in
Borgerhout waar zijn interesse vooral uitgaat naar wetenschappen en
wiskunde. Daarnaast is hij ook al snel bekend voor zijn tekentalent
en dat niet alleen binnen de tekenlessen. Hij zet rake karikaturen
van leerlingen en leraars op papier. Het levert hem zelfs een zakcentje
op. De combinatie van dag- en avondschool ligt hem net iets te zwaar
en na drie jaar stopt hij met de avondlijke tekenlessen.
Op zijn zestiende gaat hij, de raad volgend van zijn leraars —
Jef is in principe een potentiële ingenieur, maar hij twijfelt
— les volgen aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten
in Antwerpen. De jonge Jef Nys bleek een buitengewoon natuurtalent.
Samen met Bob De Moor (geestelijke vader van Cori
de scheepsjongen, Barelli, De Avonturen van Nonkel Zigomar, Snoe en
Snolleke,...), die ook op de Academie zit, gaat hij in de toenmalige
tekenfilmstudio AFIM aan de slag en werkt er even
mee aan de korte tekenfilm Smidje Smee. Na vier dagen wordt
hij door de directeur van de academie voor de keuze gesteld: de academie
of de studio. Hij kiest voor de academie, maar wanneer daar in de
tuin een Duitse V-bom valt in oktober 1944 wordt de instelling tijdelijk
gesloten. Voor Jef betekende dit het einde van zijn academische opleiding.
Hij vindt spoedig werk als technisch tekenaar en duivel-doet-al bij
de bevriende Antwerpse architect Maurits De Vocht
(Prijs van Rome voor bouwkunde in 1941). Ondertussen blijft tekenen
zijn passie.
Wanneer het satirische weekblad 't Pallieterke in 1945 een
prijskamp organiseert ziet Jef Nys zijn kans schoon. Hij komt als
winnaar uit deze tekenwedstrijd en zijn carrière als karikaturist,
cartoonist en stripauteur gaat definitief van start. De gepubliceerde
reeksen Beelden uit het Leven van een Groot Man (1946), Adam
Leeft nog (zijn eerste echte strip uit 1948) en De Familie
Knol (1948) geven aan dat hij verschillende genres aan kan.
In die naoorlogse jaren droomt hij, net als zovele jonge beginnende
tekenaars, van een carrière bij Walt Disney.
In 1947 schrijft hij een brief naar deze grootmeester en voegt er
enkele tekeningen en een karikatuur van Disney zelf bij. Tot zijn
grote verbazing krijgt hij vrij snel een antwoord: zijn werk is bij
de studio bestudeerd en goed bevonden maar er is helaas geen plaats
vrij... en hij blijft in Vlaanderen. De koningin van Onderland lijkt
trouwens erg sterk op de boze koningin uit Disney's eerste lange animatiefilm
Sneeuwwitje om de dwergen uit Op Heksenjacht en
later de spin-off Langteen en Schommelbuik niet te vergeten.
Enige tijd later...
Door een ietwat vreemde en speciale regeling vervult hij elke zaterdag,
in de periode 1952 tot 1957, zijn legerdienst. In dezelfde periode
illustreert hij het boek Paniek rond Janneke van dokter Ernest
Maes, maakt illustraties voor het maandblad van de VAB,
creëert hij een reeks rond Jef Neus (als strookjesstrip)
en een eerste strip De Lotgevallen van Amedeus en Seppeke,
een rechtstreekse voorloper van Jommeke. Dit realiseert hij
allemaal naast zijn vaste opdracht bij 't Palieterke waar
hij sinds zijn eerste prijs in dienst is. In november 1956 verlaat
hij 't Palieterke en komt in vaste dienst bij Kerkelijk
Leven waar hij al losse medewerker was vanaf 1949.
Zijn 'zoon', Jommeke, stelde hij op 30 oktober 1955 aan de wereld
voor in Kerkelijk Leven (Ons Parochieblad) onder
de titel Het Wekelijks Avontuur van Jommeke. Al vlug verschijnen
dan ook Jommekes Album nr. 1, 2 en 3, gevuld met gags van
één plaat.
Wanneer de samenwerking met Kerkelijk Leven in 1958 wordt
stopgezet komt hij vrij snel terecht bij Het Volk. In die
dagen werkt hij er naast een ander monument van de stripwereld: Marc
Sleen, de geestelijke vader van Nero.
Het eerste lange verhaal (later wordt dit album nummer 1) van Jommeke
verschijnt vanaf november 1958 in de krant Het Volk en in
't Kapoentje. In die periode tekent Jef Nys ook nog enkele
schitterende, ernstige en realistische verhalen. Halverwege de jaren
zestig loopt gedurende elf albums de kinderreeks Met Langteen
en Schommelbuik Voorwaarts naast de op dat moment aan populariteit
winnende Jommeke-reeks.
Naast Jommeke heeft Jef Nys uiteraard nog heel wat andere figuren
gecreëerd die doorheen de albums hun opwachting hebben gemaakt.
Zo ook bijvoorbeeld Broske, Tobias en Fonske die hij ten
tonele voert als Lustige Kapoentjes. In 1965 was Marc Sleen
namelijk bij Het Volk vertrokken naar de groep Het Nieuwsblad
/ De Standaard / De Gentenaar en Jef nam de reeks De Lustige
Kapoentjes over. Al snel werden de kapoentjes vervangen door
Jommeke. Wanneer tekenaar Hurey de serie in 1967
overneemt, creëert hij meteen zelf zijn eigen personages voor
De Lustige Kapoentjes.
Eind jaren zestig was er even een zijsprongetje naar de film. Jef
Nys verfilmde zelf een van zijn verhalen: De Schat van de Zeerover.
Vanaf 1972 werd hulp ingeschakeld bij het schrijven en tekenen van
nieuwe Jommeke-albums. In het algemeen was dit niet bekend.
De schijn werd opgehouden dat Nys zijn verhalen nog geheel zelf tekende
en schreef. Zo is Philippe Delzenne momenteel een
van de huidige tekenaars die de reeks zullen voortzetten. Hugo
De Sterck ging in 2002 en na dertig jaar trouwe dienst op
pensioen. Hij kan ervan getuigen dat Nys streng toezag (rood kleurpotlood
om te verbeteren incluis) op het tekenwerk en dat de verhouding tussen
de schepper en zijn medewerkers er een was van meester en leerling.
Ook Edwin Wouters heeft zo'n dertig jaar meegewerkt
aan Jommeke. De van De Rode Ridder-romans bekende
Leopold Vermeiren schreef ooit scenario's. En Erik
De Rop inktte een tijd lang Jommeke. Jan
Ruysbergh schreef eveneens heel wat scenario's en legt zich
nu vooral toe op de Jommekeskrant, de wekelijkse bijlage
van Het Nieuwsblad. Een correcte en volledige lijst met wie
wat precies heeft gedaan bestaat niet.
Late erkenning
Na tientallen miljoen albums te hebben verkocht kwam in 1997 (eindelijk)
de grote erkenning van Jommeke door hem te laten verschijnen
op een postzegel (26 mei) en hem een standbeeld te geven in Middelkerke
(onthuld op 31 juli). Bij het verschijnen van album 200 geeft de nationale
Munt in 1998 een Jommeke-medaille uit. Aan de ene zijde zijn
Jommeke, Flip en Filiberke afgebeeld en op de keerzijde hun geestelijke
vader. Op 20 november 2004 wordt door de Vlaamse Onafhankelijke
Stripgilde (VOS) de bronzen StripVos tijdens
de jaarlijkse verenigingsvergadering overhandigd. In 2005 kiest het
Rode Kruis — voor de tweede maal! — Jommeke
als boegbeeld van de jaarlijkse stickeractie. Ook de striponderscheiding
Het Gouden Potlood wordt hem op 30 juli 2005, het
jaar waarin de reeks vijftig jaar wordt, in Middelkerke overhandigd.
Op 17 december 2005, op het tweejaarlijkse festival Strip
Turnhout, kreeg hij van vtm-journalist Patrick
Van Gompel, toenmalig voorzitter van de jury van de Bronzen
Adhemar 2005, de Gouden Adhemar. Die eer
viel enkel Marc Sleen te beurt tijdens de Stripgidsdagen
van 1993. Het is een bekroning voor zijn hele werk.
Opnieuw een blijk van erkenning komt er door ook Annemieke en Rozemieke,
negen jaar na Jommeke (29 juli 2006), als standbeeld te vereeuwigen
op de Middelkerkse zeedijk.
Intussen weten we dat Jommeke niet zal sterven. Zolang de Vlaamse
jeugd deze stripheld blijkt nodig te hebben zal hij paraat staan.
In het testament van Jef Nys is vastgelegd dat Jommeke, onder de strikte
regels van "geen geweld, geen wapens, geen seks, geen drugs...",
blijvend getekend mag worden door een aantal medewerkers die nu zijn
opvolgers zijn.
Van de reeks werden ondertussen meer dan 55 miljoen exemplaren verkocht.
Regelmatig worden oudere albums herdrukt door uitgeverij Ballon,
een onderdeel van Ballon Media waartoe ook de Nederlandstalige
poot van Dargaud, Dupuis, Kana
en Lombard horen. In de zomer van 2010 verschijnt
het 250ste album in de reeks. De uitgeverij wil er een groot feest
rond maken.
Het vissershuisje in Koksijde dat toebehoorde aan Nys' grootvader
en waar hij regelmatig op vakantie ging, wordt door de gemeente Koksijde
omgetoverd naar een erfgoedmuseum met Jommeke als gids. De focus ligt
enerzijds op de evolutie van Koksijde van vissersdorp tot een moderne,
toeristische trekpleister en anderzijds de geschiedenis van de IJslandvaardersfamilie
Nys-Vermoote. Het is een verhaal van de overgang
van de negentiende naar de twintigste eeuw. Ook Jef Nys zal overal
om de hoek komen kijken.
In 2005 lieten we onze lezers naar aanleiding van de vijftigste verjaardag
van de reeks Jommeke een top 10 opstellen met wat zij de
beste albums vinden. Uit alle inzendingen werd onderstaande albumtop
10 gedistilleerd. Klik hier
voor meer achtergrondinformatie en extra commentaar bij elk album.
NR.
1 |
|
|
NR.
2 |
|
|
NR.
3 |
|
|
NR.
4 |
|
|
NR.
5 |
|
|
NR.
6 |
|
|
NR.
7 |
|
|
NR.
8 |
|
|
NR.
9 |
|
|
NR.
10 |
|
|
Sluit
dit venster
|
|
|
een
hommage door
MARC SLEEN
(gecontacteerd door Henk De Muyt)
Jef Nys was een groot tekenaar. Hij is begonnen bij 't Pallieterke
en Kerkelijk Leven en kwam vervolgens terecht bij Het
Volk, waar hij mijn opvolger werd. We hebben een tijdlang
samen gewerkt bij Het Volk, waar we elkaar geregeld
ontmoetten. Maar tot persoonlijke vriendschap is het nooit gekomen.
Jef Nys was een introvert man en onderhield weinig contacten
met andere stripauteurs. Bij de oprichting van de Stripgilde
werd ik ondervoorzitter, Jef Nys was daar niet bij. Op professioneel
vlak hebben wij nooit samengewerkt. Jef Nys had Jommeke
in Het Volk en ikzelf werkte in alle autonomie aan
mijn eigen reeksen. Ook bij de invulling van het weekblad 't
Kapoentje was er geen sprake van coördinatie of samenwerking.
Met Jef Nys verdwijnt een generatiegenoot. Jef was vijf jaar
jonger dan ikzelf en ik word zowat de laatste der Mohikanen.
Enkel striptekenaars Buth en Pom
zijn nog ouder dan ikzelf. Ik begin me zorgen te maken.
Wij behoorden tot de generatie die alles nog zelf moest uitvinden.
We waren opgegroeid met Hergé en wat
Amerikaanse stripverhalen en dat was het. Er waren weinig mogelijkheden
tot amusement, er was geen tv. Stripverhalen konden wat ontspanning
bieden.
Vandersteen en Nys zijn overleden, hun reeksen
worden verdergezet, wat ook begrijpelijk is. Het zijn auteurs
die familie nalaten en die tal van medewerkers hadden. De productie
moet worden voortgezet, er zijn commerciële belangen. Mijn
stripreeks is stopgezet en dat wens ik zo te houden. Er zijn
217 albums van mijn hand verschenen. Ik heb geen nazaten, ik
heb geen belang bij een verderzetting van Nero. Wel
wens ik het behoud en het in stand houden van mijn œuvre,
iets wat gerealiseerd kan worden met het Sleenmuseum
in Brussel.
Hoe het verder moet zonder onze generatie ? Ach, er zijn nieuwe
Vlaamse tekenaars opgestaan die het van ons zullen overnemen
of al overgenomen hebben. Daar maak ik me geen zorgen over."
Marc Sleen is de auteur van Nero, De Lustige Kapoentjes, Oktaaf
Keunink, Piet Fluwijn en Bolleke,,... |
een
hommage door
MAARTEN VANDE WIELE
Jef Nys ken ik enkel van de prijsuitreiking in Strip
Turnhout 2007. Toen nam hij, als ik me niet vergis,
een œuvreprijs in ontvangst. Ik denk niet dat we toen aan
elkaar zijn voorgesteld.
De Supervrouw is gek genoeg het album wat me het meest
is bijgebleven. Ongetwijfeld omdat ik het een ganse zomer als
kind heb gelezen en herlezen. Maar ook door het verhaal. Als
de oermoeder Marie plots door mysterieuze pillen, 'ambitie'
ontwikkelt, komt de klassieke gezinssituatie onder hoogspanning
te staan. Marie kan nu alles beter dan welke man dan ook.
En Theofiel voelt zich totaal nutteloos en sluit zich aan bij
de jezuïeten. Als de voorraad superpillen is uitgewerkt,
keert Marie, spijtig genoeg, weer terug naar haar rol als huissloof.
Nu ik er opnieuw aan terugdenk, kan ik zien hoe conservatieve
sociale kritiek, verpakt werd in een jeugdstrip.
Gelukkig heeft die dubieuze boodschap geen invloed op me gehad.
We moeten kinderen nu eenmaal hun sprookjes gunnen."
Maarten Vande Wiele is de tekenaar van I Love Paris, Doctor
Carnacki,... |
een
hommage door
MARC LEGENDRE
Jommekes
wereld speelt een grote rol in mijn jeugd en die van mijn broers.
Het was veel meer onze wereld dan die van Suske en Wiske, bijvoorbeeld.
Jommeke reed in een zeepkist en zoiets hadden wij ook in de
tuin staan.
Ik ben nooit banger geweest dan bij het lezen van De Koningin
van Onderland en hoe vaak we speelden dat we op Paradijseiland
zaten, is niet te tellen.
Een van mijn broers moest een tijdje zware medicatie nemen.
Die pilletjes waren toevallig purper van kleur... de purperen
pillen van Jommeke natuurlijk! Vaak slikten we er stiekem elk
één voor we naar school gingen. De pestkoppen
mochten komen, wij zouden ze wel in een hoek van het speelplein
kegelen.
Op de Keyserlei in Antwerpen was een café, de Locarno,
waar Anatool als garçon werkte. We dorsten er niet naar
het wc omdat we bang waren om gekidnapt te worden. Ook hadden
we thuis enkele jaren een heuse levende Pekkie en Annemieke
en Rozemieke bestonden ook echt want zij waren de tweelingdochtertjes
van de snoepwinkel in de Lange Beeldekenstraat. Ik wil maar
zeggen: ik heb meer dan een gewone band met de figuren van Jef
Nys.
Het is onbegrijpelijk dat de man bij leven niet de legende was
die men in het buitenland ongetwijfeld van hem gemaakt zou hebben.
De characters die hij geschapen heeft, behoren tot
de grootste uit onze stripgeschiedenis maar ze krijgen niet
de eer die hen toekomt. Misschien verandert dat nu de mens er
niet meer is, maar ik had hem een paar Jommekesstandbeelden
en Jef Nysstraten gegund toen hij nog leefde."
Marc Legendre is de auteur van Biebel, Wachten op een Eiland,
Finisterre,... en scenarist van Sam, Misschien/Nooit,... |
een
hommage door
STEVE VAN BAEL
Mijn
verbazing was groot toen ik het droevige nieuws van Jefs overlijden
op het internet las in mijn mailbox, op facebook, stripfora,...
Het stond er vol van! En dat mag ook. Want Jef was niet zo maar
iemand. De stripwereld verliest hiermee iemand van zijn laatste
grote pioniers onder de striptekenaars. Op Marc Sleen
na...
Jef was een man die zijn vak goed kende. De anatomie van zijn
figuren is om jaloers op te zijn. Het is ook dankzij Jef en
Jommeke dat
ik striptekenaar geworden ben.
Als kind verslond ik alle boeken ervan. Ik las ze steeds twee
keer. Eén keer voor het verhaal en een tweede keer om
alle prentjes te bestuderen. Daarna legde ik het Jommeke-album
aan de kant en begon ik de prentjes uit mijn hoofd na te tekenen. Vanaf toen — ik was vijf jaar —
besliste ik om later striptekenaar te worden, wat ik dan ook
geworden ben, dankzij Jef!
Ik heb Jef jammer genoeg niet persoonlijk gekend, maar kwam
hem sporadisch tegen op stripbeurzen of striptentoonstellingen.
In 2005 was ik wel een gelukkig man. Toen had ik nog een auteursfeestje
met mijn vorige uitgever, waar ook Jef met Jommeke
zijn onderdak had. Niemand minder dan Jef Nys, mijn grote voorbeeld
uit mijn kindertijd, zat vlak voor mij. De hele avond. We hebben toen gezellig gekeuveld en heb met veel bewondering naar
zijn verhalen geluisterd. Een avond om nooit te vergeten en
die lang in mijn geheugen zal koesteren.
Wat me vooral ook aantrok aan de albums van Jommeke
waren vooral de verhalen. Jef had een ongelooflijke fantasie!
De eerste dertig à veertig album vind ik dan ook de beste
albums van Jommeke, omdat daar veel avontuur inzit.
Mijn lievelingsalbums van Jommeke zijn, De Schildpaddenschat, De Zonnemummie,
De Gouden Jaguar en natuurlijk: De Koningin van Onderland!
Filiberke is trouwens mijn lievelingspersonage. Waarom? Omdat
hij steeds grappig uit de hoek kan komen en steeds de vorm aanneemt
van een ander personage. De ene keer is hij kapstok, de andere
keer is hij standbeeld en noem maar op. Grappig!
Ik koop trouwens ook nog steeds steevast alle nieuwe Jommekes.
Mijn voorkeur gaat wel uit naar de oudere
Jommeke-albums, die met zo'n bruin papier en bruine
inkt. Dan dompel ik helemaal weg in mijn zetel en kan ik genieten
van de leuke avonturen die Jef ooit gemaakt heeft. Hij heeft
er veel kinderharten mee weten te raken. Ook het mijne...
Bedankt Jef!"
Steve Van Bael is de auteur van Figaro. |
een
hommage door
HEC LEEMANS
Ik vond Jef Nys een groot tekenaar, iemand die het vak tot in
de puntjes beheerste. Hij is er ook in geslaagd om een specifiek
jong publiek te verwerven, dat zich over een periode van meer
dan vijftig jaar steeds vernieuwd heeft. Wat bewijst dat kinderen
dezelfde blijven en van alle tijden zijn. De generaties van
nu lachen om verhalen van vijftig jaar geleden. En die zijn
door hun eenvoud niet verouderd. Dat Jommeke nooit
internationaal is doorgebroken, begrijp ik niet goed. "Te
Vlaams", zegt men dan. Maar zoals kinderen over de generaties
heen dezelfde blijven, zijn ze ook in alle landen eigenlijk
dezelfde (oké, behalve Nederland dan). De eenvoud is
de kracht van de verhalen van Jef Nys.
We deelden een gemeenschappelijke passie: de kosmos, astronomie,
het universum.
Het is weinig bekend dat Jommeke ook in Wallonië
bekend en populair was in de jaren 1950, 1960 en 1970.
Toen verschenen de albums automatisch in het Frans onder de
naam Gil et Jo. De strips werden gepubliceerd in Vers
l'Avenir en stonden naast Nero (Néron)
Heel wat Walen zijn opgegroeid met Jommeke, net als
de Vlamingen. Dat bevestigde mij gisteren François
Walthéry. De dood van Jef zat gisteren ook in
het RTBf-journaal. Het bewijst in elk geval
dat het argument "te Vlaams" niet opgaat."
Hec Leemans is de auteur van F.C De Kampioenen, Bakelandt,...
en scenarist van W817, Nino,... |
een
hommage door
MARC DANIËLS
...
zelfs Brusselse ketjes zoals wij, zijn met Jommeke
(Gil & Jo) opgegroeid en blijven nu verweesd achter.
De dag dat ik in 2004, als voorzitter van de Vlaamse
Onafhankelijke Stripgilde, Jef Nys de Bronzen
StripVOS mocht uitreiken is een van de mooiste momenten
uit mijn artistieke loopbaan. En de wijze raad die hij ons (De
Marck & De Wulf / Studio MAX!)
meegaf zal voor eeuwig in ons hart gegrift blijven. Wat een
lieve minzame man, maar ook iemand die tegen alle gezever in
zijn eigen weg bleef bewandelen, een voorbeeld voor ons allen
die door sommige criticasters wel eens van de wijs geraken.
Maar vandaag hebben we geen zin om te schrijven of te tekenen,
nee er zijn van die dagen dat je liever niet naar de radio luistert...
Mijn medeleven aan alle familieleden van Jef, maar ook aan alle
Jommeke-fans."
Marc Daniëls is de auteur van Stam & Pilou,... |
een
hommage door
CHAREL CAMBRÉ
Ik
ben opgegroeid met Jommeke, het waren de eerste strips
die ik las. Ik was een echte Jommeke-fan, veel maar
dan een Suske en Wiske-fan. Die twee reeksen werden
toch altijd een beetje met elkaar vergeleken, herinner ik me,
en je had Jommeke-fans en Sus en Wis-fans.
IK behoorde dus tot het Jommeke-kamp. Ik weet nog dat
een Jommeke-album toen een geweldig cadeau was op verjaardagsfeestjes
en omdat ze minder kosten dan Sus en Wis kon je er
een paar cadeau geven
Wat ik het meest fantastische vind aan Jef Nys is het zichzelf
in de denkwereld en de interesses van de Jommeke-lezers
te verplaatsen, met dingen die voor ons destijds ongeloofelijk
tot de verbeelding spraken, bijvoorbeeld een grasmobiel, een
vliegende ton, cola maken van koude koffie, enzovoort. Ik kan
me voorstellen dat er vaders van lezers waren die inderdaad
op een morgen gras in hun benzinetank vonden."
Charel Cambré is de auteur van Jump, Mega Mindy, De Nieuwe
Avonturen van K3, Albert & Co. |
een
hommage door
MARVANO
Voor
zover ik me kan herinneren, heb ik Jef Nys nooit ontmoet, maar
Jommeke was, samen met Piet Pienter en Bert Bibber,
Sleen en Vandersteen, uiteraard
nauw verweven met mijn kinderjaren. Er bestond verder niet veel
op stripvlak in la Flandre profonde in die tijd. Als
ik me goed herinner, verschenen de avonturen van Jommeke
toen in het Parochieblad of iets van die strekking.
Later kregen we, via een nichtje dat bij Het Volk werkte,
wel eens albums zonder omslag, waarschijnlijk drukoverschotten
of zoiets. Of misschien pikte dat nichtje ze wel, ik heb er
geen idee van.
Twee verhalen die me nu nog steeds helder voor de geest komen
zijn De Straalvogel, met dat fantastische aapje, en Paradijseiland.
Jommeke was een strip die je met ouder worden sneller
opgaf dan bijvoorbeeld Piet Pienter en Bert Bibber of
Nero, waarin je met de jaren nieuwe dingen kon ontdekken.
Jommeke had die dubbele bodem niet, maar als onschuldig
kind van de jaren 1950 had ik er ook geen boodschap aan."
Marvano is de auteur van De Eeuwige Oorlog, Een Nieuw Begin,
Berlijn,... |
een
hommage door
STEDHO
Petje
af voor Jef Nys."
Klik op de illustratie voor een grotere afbeelding.
Stedho is de tekenaar van De Kriegels, Blinker, Ooievarken,... |
|
|