een hommage door
POM

(gecontacteerd door Jan en Karin Magito)
Jef Nys en ik werkten een korte periode allebei bij 't Pallieterke, dat eigendom was van een kozijn van mij. Jef zat er op de tweede verdieping, ik op de eerste. Toen zagen we elkaar een keer per week en deden dan af en toe een babbeltje, en soms niet.
Ik heb Jef Nys niet écht als persoon gekend, maar hij is een van de weinige mensen waar ik géén slecht van spreek... Ik ben altijd een sympathieke jongen geweest.
Ik neem 'm toch één ding kwalijk (met een lachend ondertoontje): Jef heeft ooit beloofd om nooit af te stappen van "ge" en "gij", maar heeft zich later toch laten overtuigen om "jij" en "jou" te gaan gebruiken in de Jommeke-albums. Ik vond dit zeer spijtig want "gij" is goe Vlaams.
Ik heb de tekeningen en inhoud altijd kinderachtig gevonden, maar ik heb dan ook nooit de kans gekregen om de albums als kind te lezen. Dus kan of mag ik eigenlijk niet oordelen, maar de kinderen waarvoor de albums bestemd zijn wel.
Voor mannekes van een jaar of zeven waren Jommekes ideaal.
Ooit heeft er me iemand gezegd: "Ik vind Jommeke mooier dan uw Piet Pienter en Bert Bibber." Tien jaar later zei diezelfde persoon me: "Vroeger vond ik Jommeke mooier, maar nu Piet Pienter en Bert Bibber."

Pom is de auteur van Piet Pienter en Bert Bibber.
een hommage door
MERHO

Toen Jef Nys doorbrak met zijn albums, was ik de Jommeke-leeftijd al voorbij. Ik volgde hem wel, want ik wilde nu eenmaal zelf striptekenaar worden. Mijn beste herinneringen aan Jommeke gaan terug naar de jaren 1950. Toen hij debuteerde in Kerk en Leven. De geboorte van Jommeke zie ik nog steeds zo voor mij. De ooievaar dropte hem bij de paterkes op Linkeroever. En omdat hij telkens weer het klooster op stelten zette, werden er adoptieouders gezocht. Ik denk dat er nu nog maar weinigen weten dat Jommeke eigenlijk een aangenomen kind is.
In de jaren 1970 werkte ik bij Vandersteen. De Duitse stripmarkt begon in mekaar te zakken en ik keek uit naar ander werk. Zo ging ik solliciteren bij Jef Nys. Ik trof een minzaam, vrij conservatief man, met ontzettend veel metier. Hij had een heel degelijke klassieke scholing. En al vlug ontdekte ik hoeveel raffinement er zat achter die eenvoudige tekeningen. Uiteindelijk heb ik nooit voor hem gewerkt. De man was ontzettend streng op zijn tekeningen. Terecht. In zijn studio was het een voortdurend komen en gaan. En alhoewel hij zeer goed betaalde, heb ik op zeker moment afgehaakt. Later grapte hij daarover: "Ik had je indertijd toch moeten aannemen, dan had ik meteen de concurrentie uitgeschakeld." Alhoewel Jommeke en Kiekeboe totaal verschillende werelden zijn.
We waren niet echt bevriend, maar we hadden door de jaren heen een zeer goed contact. Ik had nog een voorraadje Oost-Duitse pennen waarmee hij ook werkte. Op zeker moment waren die niet meer te krijgen en hielp ik hem voort. Telkens rond nieuwjaar kreeg ik een kaartje met de mededeling dat hij binnenkort nog eens om pennetjes zou komen. Maar dat deed hij nooit.
De laatste keer ontmoette ik hem in Antwerpen op het schoon verdiep, bij de viering van dertig jaar Kiekeboe. Naar de première van mijn theaterstuk kwam hij niet. Want toen was hij al ziek. De dokter gaf hem nog maximun drie jaar. Het zijn er twee geworden. Er blijven niet veel van mijn jeugdidolen meer over."

Merho is de auteur van Kiekeboe.
een hommage door
JAN BOSSCHAERT

Wat ik als kind zo fijn vond aan de avonturen van Jommeke, was het feit dat de verhalen dikwijls begonnen met Jommeke die, net als de lezer zelf, gezellig in de zetel een boekje zat te lezen.
Je kon je daar als kind, zonder dat je het besefte, heel gemakkelijk mee identificeren.
Toen werd er natuurlijk aan de deur gebeld en kon het avontuur beginnen. Avonturen die je alleen in je dromen kon beleven. En in de verhalen van Jommeke.
Ik ontmoette Jef Nys voor het eerst op het stripfestival van Koksijde een tiental jaren geleden waar we allebei een tentoonstelling hadden.
Hij met originele platen en omslagen, ik met de "Strippende Stripmeisjes" die in De Morgen verschenen.
Ik herinner me nog hoe ik vol bewondering naar de originele cover van mijn favoriete album Op Heksenjacht stond te gapen en me verbaasde over de frisheid en de prachtige diepe tinten, zelfs na al die jaren.
Jef daarentegen lachte een beetje groen toen hij mijn persiflage op Annemieke en Rozemieke zag. En in een interview kreeg ik er ook van langs.
Maar mettertijd merkte hij dat ik de slechtste nog niet was en groeide ook zijn bewondering voor mijn werk.
Hij en zijn vrouw Jo kwamen zelfs geregeld naar mijn tentoonstellingen. Wat ik een hele eer vond.
Af en toe belden we.
Samen met Vandersteen en Sleen was hij een van mijn grote goden. En hij zal het altijd blijven, want goden sterven immers niet."

Jan Bosschaert is de tekenaar van De Geverniste Vernepelingskes, Sam, Jaguar,...
een hommage door
PATRICK VAN OPPEN

Het doet raar aan te weten dat Jef Nys er niet meer is.
Als jongetje van pakweg acht was de naam Jef Nys minstens even magisch als zijn creatie Jommeke. Dankzij de strips kon ik van Jommeke een heel duidelijk beeld vormen. Jef Nys was mysterieuzer. Daar hoorde je toen nauwelijks wat van. Ik had geen idee hoe die man eruit zou kunnen zien. Maar ik geloofde in zijn verhalen, in zijn albums.
Als ik er nu aan terugdenk lijkt het wel alsof Jef Nys toen een soort god was. En Jommeke was mijn godsdienst. Het wonder om een eigen wereld te kunnen scheppen moet toen een hele grote indruk op me hebben gemaakt.
Mijn Jommeke-albums liggen in flarden vaneen. Hier en daar zijn hele platen nagetrokken met blauwe of zwarte balpen op die bruine drukinkt (je kan je misschien wel voorstellen hoe gefrustreerd ik me voelde toen ze ineens in zwarte drukinkt verschenen. Raaaah!). Ik heb geprobeerd alle prentjes van alle Jommekes te tellen. Toen is ook mijn besef gekomen hoeveel werk het vraagt om strips te tekenen: meer dan vierhonderd prentjes maken per boekje!?! Ik maakte luisterspelen van de verhalen waarbij ik erg trots was op de krassige stem die kon produceren voor Flip, de papegaai. En zelf, hier en daar, in een of ander album staat, een bescheiden probeersel. Los van de nagetrokken figuurtjes, een aanzet tot een eigen interpretatie van Jommeke.
Later, veel later, op stripworkshopdagen in Koksijde heb ik Jef Nys voor 't eerst ontmoet. In die tijd was het voor mij allang allemaal Rosinski, Vance, Mœbius en zo wat de klok sloeg. Maar toch heb ik toen voor de eerste keer mijn god van vroeger gezien. In 't echt nog wel. Ik heb er mee mogen praten. Toen is het besef bij me gekomen hoe hij me in de richting van striptekenen heeft geduwd.
Ik heb hem ook mogen ontmoeten toen hij uitgenodigd was op het Scottisch Weekend in Alden Biezen. Hij vertelde me dat hij niet met strips bezig was. Hij las ze nooit, de werken van zijn collega's. Het lukte hem simpelweg niet. Naar ik meende was hij ooit begonnen aan 't lezen van een Astrix-album maar hij heeft het niet uitgelezen. En nog iets anders wat me bij bleef, was het feit dat hij zo graag kunstschilder had willen worden. Nog veel liever dan striptekenaar. In mijn beleving meen ik toen een glinstering in zijn ogen opgemerkt te hebben. En hoorde ik ook spijt in zijn stem dat hij zijn hart daarin niet heeft kunnen volgen. Maar nogmaals, dat is zoals ik het ervoer.
Jef Nys heeft een mooie leeftijd bereikt. Daar ben ik blij om. Alleen jammer dat hij aan kanker leed en ziek is gestorven.
D'r zijn heel wat vervelende factoren die mijn leven hebben bepaald, maar d'r zijn ook hele plezierige elementen. En in die categorie nemen Jef Nys en Jommeke het leeuwendeel voor hun rekening."

Patrick Van Oppen is de tekenaar van Tommeke, Aspe, De Vijfde Man,...
een hommage door
DIRK STALLAERT

Ik heb Jef Nys op persoonlijk vlak maar een klein beetje gekend: een paar telefoontjes, een viertal ontmoetingen. Bij elk van die gelegenheden bleek hij een zeer aimabel man te zijn.
Wat zijn werk betreft: zoals iedereen in Vlaanderen heb ik in mijn
kindertijd Jommeke gelezen, met veel plezier. Ik stam uit de tijd van de in
bruin en zwart op gazettenpapier gedrukte albums en bewaar de beste
herinneringen aan De Jacht op een Voetbal, De Zingende Aap, De Koningin van Onderland, De Ooievaar van Begonia, Het Hemelhuis en ga zo maar door.
Simpele, rechtlijnige verhalen zonder zijsprongen of verwijzingen naar
actualiteit, want de serie was van bij het begin duidelijk ontworpen voor de
jongste lezers. Maar wel uitstekend verteld.
Als tekenaar vind ik hem onderschat. De stijl van Jommeke oogt verraderlijk simpel, net zoals die van De Smurfen.
Maar ondanks de geweldige tijdsdruk van een krantenpublicatie zonder
onderbreking, zijn de tekeningen stuk voor stuk correct, zonder perspectief-, verhoudings- of compositiefouten. Dat is een hele prestatie waarvoor ik als tekenaar mijn hoed afneem.
Ik ga bij wijze van hommage nog eens zo'n oud album herlezen
en weer eventjes tien jaar worden."

Dirk Stallaert is de tekenaar van Urbanus Vertelt, Nino, Plankgas en Plastronneke, Mieleke Melleke Mol,... en medewerker aan Suske en Wiske.
een hommage door
KEN BROEDERS

Toen ik nog een klein striptekenaartje was, gingen we regelmatig op bezoek
bij mijn grootmoeder. En terwijl de volwassenen druk bezig waren met kletsen en koffiedrinken moest ik een kleine reis onder de tafel en tussen de
stoelpoten ondernemen. Het doel van de tocht: een houten kast, weggedrukt in een hoek van de woonkamer, en afgescheiden van de buitenwereld door een dik gordijn.
Achter dat gordijn lag een dikke stapel met Jommekes. Niet zomaar Jommekes. Ik heb het over de albums met een dikke kartonnen kaft, dun papier met bruin gedrukte tekeningen en nietjes in het midden. De meeste waren een beetje gescheurd en roken naar oud papier. En zo herinner ik me Jommeke altijd. Vreemd tijdloos, intrigerend en ontspannend. De latere gekleurde versies hebben die magie nooit helemaal kunnen evenaren en ik heb ze eigenlijk nooit gelezen.
En net als iedere normale mens heb ik ook nog steeds een beetje schrik voor de Koningin van Onderland... die vreemd genoeg erg leek op een vroegere buurvrouw, maar dat is weer een heel ander verhaal..."

Ken Broeders is de auteur van Apostata, Voorbij de Steen, Cyrano en Tyndall.
een hommage door
TOM BOUDEN

In mijn herinneringen heb ik altijd al Jommeke gelezen. Dat was de stripreeks waar mijn boer en ik de meeste albums van liggen hadden. We moeten die albums heel vaak herlezen hebben, want ik kan ze me zo weer voor de geest halen. De thrillers Diep in de Put en Het Jampuddingspook maakten op mijn kinderlijke ziel de meeste indruk. Ik schaam me er ook niet voor om toe te geven dat ik nog steeds de nieuwe albums lees en koop, ook al geef ik ze daarna door aan een nog grotere Jommeke-fan dan ikzelve.
Ik heb deze zomer mijn nichtje die pas heeft leren lezen een stapel oude Jommekes cadeau gedaan, en ze bleek die 's nachts in het geniep in bed te lezen. Die albums hebben dus nog niets van hun kracht verloren.
Voor mijn allereerste strippagina (ik was acht jaar oud) gebruikte ik overigens de personages uit Jommeke.
Jef Nys zelf heb ik een paar keer vluchtig ontmoet, en hij kwam op die momenten over als een sympathieke man. Die keer dat we met een bende van vier na een samenkomst in het stripmuseum moesten 'inbreken' in een afgesloten autogarage zal ik wellicht nooit meer vergeten. Maar helaas heb ik hem nooit écht persoonlijk gekend. Het had nochtans gekund. Vele jaren geleden, toen ik net was afgestudeerd, werd ik eens gepolst of ik zin had om Jommeke te tekenen. Ik wou dat zeker, maar daar is wegens reorganisatieperikelen bij de uitgever nooit iets van gekomen. En om eerlijk te zijn moet ik zeggen dat mijn proefplaten toen wellicht ook niet goed genoeg waren. Jef Nys was immers een uiterst getalenteerde tekenaar en verteller. Ook in het realistische genre overigens. En hij heeft zich altijd omringd met talentvolle medewerkers. Alleen jammer dat hij hun naam nooit vermeldde. Maar indien ze me morgen opnieuw zouden vragen, dan zou ik dat nog steeds met plezier doen. Het gaat immers om Jommeke!
Dat de held met het strooien dakje nog vele avonturen mag beleven."

Tom Bouden is de auteur van Paniek in Stripland, Max en Sven, Flikkerzicht,... en medewerker aan F.C. De Kampioenen.
een hommage door
IVAN ADRIAENSSENS

Als kind van gescheiden ouders stond mijn vader plots aan de deur toen ik drie was.
"Bezoekrecht", zei hij. Ik wou niet mee met die 'vreemde man', en huilde onophoudelijk.
Om mij te paaien kreeg ik een strip. Jommeke in de Knel (ja, ik herinner het me goed).
Sindsdien werd ik met plezier elke zaterdag gepaaid. Mijn Jommeke-collectie groeide gestaag.
En toen kreeg ik alle oude Jommekes die in de familie circuleerden.
Al snel was mijn collectie bijgebeend, en begon ik met Suske en Wiske, Chick Bill en andere Lombard-uitgaven...
Maar met Jef Nys is de stripkoorts dus begonnen. Bedankt, Jef."

Ivan Adriaenssens is de scenarist van Orphanimo!!, De Kriegels,...
NOG MEER HOMMAGES
vind je op Stripelmagazine. Lees de teksten of bekijk de hommage-illustraties van Kristof Fagard, Patrick Van Oppen, Michael Vincent, Serge Baeken, Mario Boon, Kim Duchateau, Steve Van Bael, Dirk Stallaert, Wim Swerts en Luc Cromheecke.

Martin Lodewijk heeft Jef Nys nooit gekend, maar wenste niettemin zijn condoleances over te maken.
Buth
werd eveneens gecontacteerd door Jan Magito (zie Pom), maar de auteur van onder meer Thomas Pips kon niet zelf meer reageren. Uit een lang gesprek met Buths vrouw blijkt dat Buth ziek, depressief en beginnend dement is. Meestal is hij zich niet meer bewust van zijn omgeving. Het nieuws dat Jef Nys is overleden is, ging totaal aan hem voorbij.

© foto: Jakari — www.jakari.be

Op deze pagina staan we stil bij het overlijden van Jef Nys, de schepper van Jommeke. Naast een hommage van diverse collega's in de twee buitenste kolommen, vind je hier vlak onder een hommage van Ed Solie, de grootste Jommeke-fan van het land. Hij schreef verder op deze pagina ook een biografie over de auteur.
 


een hommage door Ed Solie

DE BELEVENISSEN
VAN JOMMEKE

247 keer konden we bovenstaande slagzin lezen op de cover van elk nieuw Jommeke-album. Wellicht zullen we bij het lezen van de volgende albums met weemoed terugdenken aan al die ontspannende uren die we met Jommeke beleefden toen Jef nog onder ons was.

Het ging trouwens niet alleen om Jommeke, want er waren toch ook zijn beste vriend Filiberke die de meest onwaarschijnlijke spelletjes speelde en de olijke tweeling met hun guitig aapje deden ons eveneens meermaals glimlachen. De immer verstrooide professor Gobelijn kreeg met zijn waanzinnige uitvindingen zijn collegastriphelden meermaals op de kast. Maar dat was nu net wat de lezer kon bekoren. De toch wel sympathieke schurk Anatool breidde regelmatig zijn strafregister uit, al dan niet met de hulp van de wat simpel ogende landlopers Kwak en Boemel. Maar dat maakte de albums des te fijner. De grootste maar ook meest populaire kwelgeest uit de belevenissen van Jommeke is ongetwijfeld de koningin van Onderland. Last but not least mogen we de gevederde redder in nood en bon vivant Flip niet vergeten. En dan zijn er nog de honderden andere figuren die de voorbije 54 jaar de revue passeerden.

De avonturen van Jef Nys sleepten de jonge lezers telkens weer mee. Iedereen die de voorbije halve eeuw een Jommeke-verhaal gelezen heeft (en eigenlijk is dat in Vlaanderen iedereen) zal moeten toegeven dat Jef een onnavolgbare verteller en een uitstekende tekenaar was. Je kreeg er een gevoel bij alsof je opa je voor de zoveelste keer een spannend verhaal vertelde en er ook nog de beelden in een tekenfilmversie bij toverde.

Jef Nys leerde meer dan een halve eeuw alle Vlaamse kinderen lezen. Van Hendrik Conscience werd ook ooit gezegd dat hij zijn volk leerde lezen. Ze stonden allebei wellicht op eenzame hoogte. En wie heeft in zijn jonge jaren niet zichzelf met een personage uit de Jommeke-albums vereenzelvigd en de avonturen nagespeeld?
Zelfs in deze moderne en snelle tijden kunnen kinderen nog wegdromen bij het lezen van een Jommeke-album. Dit geeft aan hoe sterk deze stripreeks, na al die jaren, nog steeds is.

Laat eenieder troost vinden in het gegeven dat Jommeke niet dood is en mag en kan verder leven.

Wij betuigen ons diep medeleven aan de familieleden en zijn naaste medewerkers.

Jef, bedankt!

Ed Solie is de webmaster
van de gerenommeerde en zeer uitgebreide Jommeke-fansite. Hij bezorgde ons ook onderstaande biografie van Jef Nys.

 

BIOGRAFIE JEF NYS

Van in zijn prilste jeugd blijkt dat het tekentalent hem in het bloed zit. Hij tekent op zowat alles wat hij in handen krijgt. Op zijn elfde, onder stimulans van zijn grootvader, een meesterschilder, laten zijn ouders hem starten met avondlessen in de gemeentelijke tekenschool van Berchem. Hij wordt er dé revelatie.

Na zijn lagere school start hij in de vak- en nijverheidsschool in Borgerhout waar zijn interesse vooral uitgaat naar wetenschappen en wiskunde. Daarnaast is hij ook al snel bekend voor zijn tekentalent en dat niet alleen binnen de tekenlessen. Hij zet rake karikaturen van leerlingen en leraars op papier. Het levert hem zelfs een zakcentje op. De combinatie van dag- en avondschool ligt hem net iets te zwaar en na drie jaar stopt hij met de avondlijke tekenlessen.

Op zijn zestiende gaat hij, de raad volgend van zijn leraars — Jef is in principe een potentiële ingenieur, maar hij twijfelt — les volgen aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen. De jonge Jef Nys bleek een buitengewoon natuurtalent. Samen met Bob De Moor (geestelijke vader van Cori de scheepsjongen, Barelli, De Avonturen van Nonkel Zigomar, Snoe en Snolleke,...), die ook op de Academie zit, gaat hij in de toenmalige tekenfilmstudio AFIM aan de slag en werkt er even mee aan de korte tekenfilm Smidje Smee. Na vier dagen wordt hij door de directeur van de academie voor de keuze gesteld: de academie of de studio. Hij kiest voor de academie, maar wanneer daar in de tuin een Duitse V-bom valt in oktober 1944 wordt de instelling tijdelijk gesloten. Voor Jef betekende dit het einde van zijn academische opleiding. Hij vindt spoedig werk als technisch tekenaar en duivel-doet-al bij de bevriende Antwerpse architect Maurits De Vocht (Prijs van Rome voor bouwkunde in 1941). Ondertussen blijft tekenen zijn passie.

Wanneer het satirische weekblad 't Pallieterke in 1945 een prijskamp organiseert ziet Jef Nys zijn kans schoon. Hij komt als winnaar uit deze tekenwedstrijd en zijn carrière als karikaturist, cartoonist en stripauteur gaat definitief van start. De gepubliceerde reeksen Beelden uit het Leven van een Groot Man (1946), Adam Leeft nog (zijn eerste echte strip uit 1948) en De Familie Knol (1948) geven aan dat hij verschillende genres aan kan.

In die naoorlogse jaren droomt hij, net als zovele jonge beginnende tekenaars, van een carrière bij Walt Disney. In 1947 schrijft hij een brief naar deze grootmeester en voegt er enkele tekeningen en een karikatuur van Disney zelf bij. Tot zijn grote verbazing krijgt hij vrij snel een antwoord: zijn werk is bij de studio bestudeerd en goed bevonden maar er is helaas geen plaats vrij... en hij blijft in Vlaanderen. De koningin van Onderland lijkt trouwens erg sterk op de boze koningin uit Disney's eerste lange animatiefilm Sneeuwwitje om de dwergen uit Op Heksenjacht en later de spin-off Langteen en Schommelbuik niet te vergeten.


Enige tijd later...
Door een ietwat vreemde en speciale regeling vervult hij elke zaterdag, in de periode 1952 tot 1957, zijn legerdienst. In dezelfde periode illustreert hij het boek Paniek rond Janneke van dokter Ernest Maes, maakt illustraties voor het maandblad van de VAB, creëert hij een reeks rond Jef Neus (als strookjesstrip) en een eerste strip De Lotgevallen van Amedeus en Seppeke, een rechtstreekse voorloper van Jommeke. Dit realiseert hij allemaal naast zijn vaste opdracht bij 't Palieterke waar hij sinds zijn eerste prijs in dienst is. In november 1956 verlaat hij 't Palieterke en komt in vaste dienst bij Kerkelijk Leven waar hij al losse medewerker was vanaf 1949.

Zijn 'zoon', Jommeke, stelde hij op 30 oktober 1955 aan de wereld voor in Kerkelijk Leven (Ons Parochieblad) onder de titel Het Wekelijks Avontuur van Jommeke. Al vlug verschijnen dan ook Jommekes Album nr. 1, 2 en 3, gevuld met gags van één plaat.

Wanneer de samenwerking met Kerkelijk Leven in 1958 wordt stopgezet komt hij vrij snel terecht bij Het Volk. In die dagen werkt hij er naast een ander monument van de stripwereld: Marc Sleen, de geestelijke vader van Nero.

Het eerste lange verhaal (later wordt dit album nummer 1) van Jommeke verschijnt vanaf november 1958 in de krant Het Volk en in 't Kapoentje. In die periode tekent Jef Nys ook nog enkele schitterende, ernstige en realistische verhalen. Halverwege de jaren zestig loopt gedurende elf albums de kinderreeks Met Langteen en Schommelbuik Voorwaarts naast de op dat moment aan populariteit winnende Jommeke-reeks.

Naast Jommeke heeft Jef Nys uiteraard nog heel wat andere figuren gecreëerd die doorheen de albums hun opwachting hebben gemaakt. Zo ook bijvoorbeeld Broske, Tobias en Fonske die hij ten tonele voert als Lustige Kapoentjes. In 1965 was Marc Sleen namelijk bij Het Volk vertrokken naar de groep Het Nieuwsblad / De Standaard / De Gentenaar en Jef nam de reeks De Lustige Kapoentjes over. Al snel werden de kapoentjes vervangen door Jommeke. Wanneer tekenaar Hurey de serie in 1967 overneemt, creëert hij meteen zelf zijn eigen personages voor De Lustige Kapoentjes.

Eind jaren zestig was er even een zijsprongetje naar de film. Jef Nys verfilmde zelf een van zijn verhalen: De Schat van de Zeerover.

Vanaf 1972 werd hulp ingeschakeld bij het schrijven en tekenen van nieuwe Jommeke-albums. In het algemeen was dit niet bekend. De schijn werd opgehouden dat Nys zijn verhalen nog geheel zelf tekende en schreef. Zo is Philippe Delzenne momenteel een van de huidige tekenaars die de reeks zullen voortzetten. Hugo De Sterck ging in 2002 en na dertig jaar trouwe dienst op pensioen. Hij kan ervan getuigen dat Nys streng toezag (rood kleurpotlood om te verbeteren incluis) op het tekenwerk en dat de verhouding tussen de schepper en zijn medewerkers er een was van meester en leerling. Ook Edwin Wouters heeft zo'n dertig jaar meegewerkt aan Jommeke. De van De Rode Ridder-romans bekende Leopold Vermeiren schreef ooit scenario's. En Erik De Rop inktte een tijd lang Jommeke. Jan Ruysbergh schreef eveneens heel wat scenario's en legt zich nu vooral toe op de Jommekeskrant, de wekelijkse bijlage van Het Nieuwsblad. Een correcte en volledige lijst met wie wat precies heeft gedaan bestaat niet.


Late erkenning
Na tientallen miljoen albums te hebben verkocht kwam in 1997 (eindelijk) de grote erkenning van Jommeke door hem te laten verschijnen op een postzegel (26 mei) en hem een standbeeld te geven in Middelkerke (onthuld op 31 juli). Bij het verschijnen van album 200 geeft de nationale Munt in 1998 een Jommeke-medaille uit. Aan de ene zijde zijn Jommeke, Flip en Filiberke afgebeeld en op de keerzijde hun geestelijke vader. Op 20 november 2004 wordt door de Vlaamse Onafhankelijke Stripgilde (VOS) de bronzen StripVos tijdens de jaarlijkse verenigingsvergadering overhandigd. In 2005 kiest het Rode Kruis — voor de tweede maal! — Jommeke als boegbeeld van de jaarlijkse stickeractie. Ook de striponderscheiding Het Gouden Potlood wordt hem op 30 juli 2005, het jaar waarin de reeks vijftig jaar wordt, in Middelkerke overhandigd. Op 17 december 2005, op het tweejaarlijkse festival Strip Turnhout, kreeg hij van vtm-journalist Patrick Van Gompel, toenmalig voorzitter van de jury van de Bronzen Adhemar 2005, de Gouden Adhemar. Die eer viel enkel Marc Sleen te beurt tijdens de Stripgidsdagen van 1993. Het is een bekroning voor zijn hele werk.
Opnieuw een blijk van erkenning komt er door ook Annemieke en Rozemieke, negen jaar na Jommeke (29 juli 2006), als standbeeld te vereeuwigen op de Middelkerkse zeedijk.

Intussen weten we dat Jommeke niet zal sterven. Zolang de Vlaamse jeugd deze stripheld blijkt nodig te hebben zal hij paraat staan. In het testament van Jef Nys is vastgelegd dat Jommeke, onder de strikte regels van "geen geweld, geen wapens, geen seks, geen drugs...", blijvend getekend mag worden door een aantal medewerkers die nu zijn opvolgers zijn.

Van de reeks werden ondertussen meer dan 55 miljoen exemplaren verkocht. Regelmatig worden oudere albums herdrukt door uitgeverij Ballon, een onderdeel van Ballon Media waartoe ook de Nederlandstalige poot van Dargaud, Dupuis, Kana en Lombard horen. In de zomer van 2010 verschijnt het 250ste album in de reeks. De uitgeverij wil er een groot feest rond maken.

Het vissershuisje in Koksijde dat toebehoorde aan Nys' grootvader en waar hij regelmatig op vakantie ging, wordt door de gemeente Koksijde omgetoverd naar een erfgoedmuseum met Jommeke als gids. De focus ligt enerzijds op de evolutie van Koksijde van vissersdorp tot een moderne, toeristische trekpleister en anderzijds de geschiedenis van de IJslandvaardersfamilie Nys-Vermoote. Het is een verhaal van de overgang van de negentiende naar de twintigste eeuw. Ook Jef Nys zal overal om de hoek komen kijken.


In 2005 lieten we onze lezers naar aanleiding van de vijftigste verjaardag van de reeks Jommeke een top 10 opstellen met wat zij de beste albums vinden. Uit alle inzendingen werd onderstaande albumtop 10 gedistilleerd. Klik hier voor meer achtergrondinformatie en extra commentaar bij elk album.

NR. 1
NR. 2

NR. 3
NR. 4

NR. 5
NR. 6

NR. 7
NR. 8

NR. 9
NR. 10

Sluit dit venster

 
een hommage door
MARC SLEEN
(gecontacteerd door Henk De Muyt)

Jef Nys was een groot tekenaar. Hij is begonnen bij 't Pallieterke en Kerkelijk Leven en kwam vervolgens terecht bij Het Volk, waar hij mijn opvolger werd. We hebben een tijdlang samen gewerkt bij Het Volk, waar we elkaar geregeld ontmoetten. Maar tot persoonlijke vriendschap is het nooit gekomen. Jef Nys was een introvert man en onderhield weinig contacten met andere stripauteurs. Bij de oprichting van de Stripgilde werd ik ondervoorzitter, Jef Nys was daar niet bij. Op professioneel vlak hebben wij nooit samengewerkt. Jef Nys had Jommeke in Het Volk en ikzelf werkte in alle autonomie aan mijn eigen reeksen. Ook bij de invulling van het weekblad 't Kapoentje was er geen sprake van coördinatie of samenwerking.
Met Jef Nys verdwijnt een generatiegenoot. Jef was vijf jaar jonger dan ikzelf en ik word zowat de laatste der Mohikanen. Enkel striptekenaars Buth en Pom zijn nog ouder dan ikzelf. Ik begin me zorgen te maken.
Wij behoorden tot de generatie die alles nog zelf moest uitvinden. We waren opgegroeid met Hergé en wat Amerikaanse stripverhalen en dat was het. Er waren weinig mogelijkheden tot amusement, er was geen tv. Stripverhalen konden wat ontspanning bieden.
Vandersteen en Nys zijn overleden, hun reeksen worden verdergezet, wat ook begrijpelijk is. Het zijn auteurs die familie nalaten en die tal van medewerkers hadden. De productie moet worden voortgezet, er zijn commerciële belangen. Mijn stripreeks is stopgezet en dat wens ik zo te houden. Er zijn 217 albums van mijn hand verschenen. Ik heb geen nazaten, ik heb geen belang bij een verderzetting van Nero. Wel wens ik het behoud en het in stand houden van mijn œuvre, iets wat gerealiseerd kan worden met het Sleenmuseum in Brussel.
Hoe het verder moet zonder onze generatie ? Ach, er zijn nieuwe Vlaamse tekenaars opgestaan die het van ons zullen overnemen of al overgenomen hebben. Daar maak ik me geen zorgen over."

Marc Sleen is de auteur van Nero, De Lustige Kapoentjes, Oktaaf Keunink, Piet Fluwijn en Bolleke,,...
een hommage door
MAARTEN VANDE WIELE

Jef Nys ken ik enkel van de prijsuitreiking in Strip Turnhout 2007. Toen nam hij, als ik me niet vergis, een œuvreprijs in ontvangst. Ik denk niet dat we toen aan elkaar zijn voorgesteld.
De Supervrouw is gek genoeg het album wat me het meest is bijgebleven. Ongetwijfeld omdat ik het een ganse zomer als kind heb gelezen en herlezen. Maar ook door het verhaal. Als de oermoeder Marie plots door mysterieuze pillen, 'ambitie' ontwikkelt, komt de klassieke gezinssituatie onder hoogspanning te staan. Marie kan nu alles beter dan welke man dan ook.
En Theofiel voelt zich totaal nutteloos en sluit zich aan bij de jezuïeten. Als de voorraad superpillen is uitgewerkt, keert Marie, spijtig genoeg, weer terug naar haar rol als huissloof.
Nu ik er opnieuw aan terugdenk, kan ik zien hoe conservatieve sociale kritiek, verpakt werd in een jeugdstrip.
Gelukkig heeft die dubieuze boodschap geen invloed op me gehad. We moeten kinderen nu eenmaal hun sprookjes gunnen."

Maarten Vande Wiele is de tekenaar van I Love Paris, Doctor Carnacki,...
een hommage door
MARC LEGENDRE

Jommekes wereld speelt een grote rol in mijn jeugd en die van mijn broers. Het was veel meer onze wereld dan die van Suske en Wiske, bijvoorbeeld.
Jommeke reed in een zeepkist en zoiets hadden wij ook in de tuin staan.
Ik ben nooit banger geweest dan bij het lezen van De Koningin van Onderland en hoe vaak we speelden dat we op Paradijseiland zaten, is niet te tellen.
Een van mijn broers moest een tijdje zware medicatie nemen. Die pilletjes waren toevallig purper van kleur... de purperen pillen van Jommeke natuurlijk! Vaak slikten we er stiekem elk één voor we naar school gingen. De pestkoppen mochten komen, wij zouden ze wel in een hoek van het speelplein kegelen.
Op de Keyserlei in Antwerpen was een café, de Locarno, waar Anatool als garçon werkte. We dorsten er niet naar het wc omdat we bang waren om gekidnapt te worden. Ook hadden we thuis enkele jaren een heuse levende Pekkie en Annemieke en Rozemieke bestonden ook echt want zij waren de tweelingdochtertjes van de snoepwinkel in de Lange Beeldekenstraat. Ik wil maar zeggen: ik heb meer dan een gewone band met de figuren van Jef Nys.
Het is onbegrijpelijk dat de man bij leven niet de legende was die men in het buitenland ongetwijfeld van hem gemaakt zou hebben. De characters die hij geschapen heeft, behoren tot de grootste uit onze stripgeschiedenis maar ze krijgen niet de eer die hen toekomt. Misschien verandert dat nu de mens er niet meer is, maar ik had hem een paar Jommekesstandbeelden en Jef Nysstraten gegund toen hij nog leefde."

Marc Legendre is de auteur van Biebel, Wachten op een Eiland, Finisterre,... en scenarist van Sam, Misschien/Nooit,...
een hommage door
STEVE VAN BAEL

Mijn verbazing was groot toen ik het droevige nieuws van Jefs overlijden op het internet las in mijn mailbox, op facebook, stripfora,... Het stond er vol van! En dat mag ook. Want Jef was niet zo maar iemand. De stripwereld verliest hiermee iemand van zijn laatste grote pioniers onder de striptekenaars. Op Marc Sleen na...
Jef was een man die zijn vak goed kende. De anatomie van zijn figuren is om jaloers op te zijn. Het is ook dankzij Jef en Jommeke dat
ik striptekenaar geworden ben.
Als kind verslond ik alle boeken ervan. Ik las ze steeds twee keer. Eén keer voor het verhaal en een tweede keer om alle prentjes te bestuderen. Daarna legde ik het Jommeke-album aan de kant en begon ik de prentjes uit mijn hoofd na te tekenen. Vanaf toen — ik was vijf jaar — besliste ik om later striptekenaar te worden, wat ik dan ook geworden ben, dankzij Jef!
Ik heb Jef jammer genoeg niet persoonlijk gekend, maar kwam hem sporadisch tegen op stripbeurzen of striptentoonstellingen.
In 2005 was ik wel een gelukkig man. Toen had ik nog een auteursfeestje met mijn vorige uitgever, waar ook Jef met Jommeke zijn onderdak had. Niemand minder dan Jef Nys, mijn grote voorbeeld uit mijn kindertijd, zat vlak voor mij. De hele avond. We hebben toen gezellig gekeuveld en heb met veel bewondering naar zijn verhalen geluisterd. Een avond om nooit te vergeten en die lang in mijn geheugen zal koesteren.
Wat me vooral ook aantrok aan de albums van Jommeke waren vooral de verhalen. Jef had een ongelooflijke fantasie!
De eerste dertig à veertig album vind ik dan ook de beste albums van Jommeke, omdat daar veel avontuur inzit. Mijn lievelingsalbums van Jommeke zijn, De Schildpaddenschat, De Zonnemummie, De Gouden Jaguar en natuurlijk: De Koningin van Onderland!
Filiberke is trouwens mijn lievelingspersonage. Waarom? Omdat hij steeds grappig uit de hoek kan komen en steeds de vorm aanneemt van een ander personage. De ene keer is hij kapstok, de andere keer is hij standbeeld en noem maar op. Grappig!
Ik koop trouwens ook nog steeds steevast alle nieuwe Jommekes. Mijn voorkeur gaat wel uit naar de oudere
Jommeke-albums, die met zo'n bruin papier en bruine inkt. Dan dompel ik helemaal weg in mijn zetel en kan ik genieten van de leuke avonturen die Jef ooit gemaakt heeft. Hij heeft er veel kinderharten mee weten te raken. Ook het mijne...
Bedankt Jef!"

Steve Van Bael is de auteur van Figaro.
een hommage door
HEC LEEMANS

Ik vond Jef Nys een groot tekenaar, iemand die het vak tot in de puntjes beheerste. Hij is er ook in geslaagd om een specifiek jong publiek te verwerven, dat zich over een periode van meer dan vijftig jaar steeds vernieuwd heeft. Wat bewijst dat kinderen dezelfde blijven en van alle tijden zijn. De generaties van nu lachen om verhalen van vijftig jaar geleden. En die zijn door hun eenvoud niet verouderd. Dat Jommeke nooit internationaal is doorgebroken, begrijp ik niet goed. "Te Vlaams", zegt men dan. Maar zoals kinderen over de generaties heen dezelfde blijven, zijn ze ook in alle landen eigenlijk dezelfde (oké, behalve Nederland dan). De eenvoud is de kracht van de verhalen van Jef Nys.
We deelden een gemeenschappelijke passie: de kosmos, astronomie, het universum.
Het is weinig bekend dat Jommeke ook in Wallonië bekend en populair was in de jaren 1950, 1960 en 1970.
Toen verschenen de albums automatisch in het Frans onder de naam Gil et Jo. De strips werden gepubliceerd in Vers l'Avenir en stonden naast Nero (Néron)
Heel wat Walen zijn opgegroeid met Jommeke, net als de Vlamingen. Dat bevestigde mij gisteren François Walthéry. De dood van Jef zat gisteren ook in het RTBf-journaal. Het bewijst in elk geval dat het argument "te Vlaams" niet opgaat."

Hec Leemans is de auteur van F.C De Kampioenen, Bakelandt,... en scenarist van W817, Nino,...
een hommage door
MARC DANIËLS

... zelfs Brusselse ketjes zoals wij, zijn met Jommeke (Gil & Jo) opgegroeid en blijven nu verweesd achter.
De dag dat ik in 2004, als voorzitter van de Vlaamse Onafhankelijke Stripgilde, Jef Nys de Bronzen StripVOS mocht uitreiken is een van de mooiste momenten uit mijn artistieke loopbaan. En de wijze raad die hij ons (De Marck & De Wulf / Studio MAX!) meegaf zal voor eeuwig in ons hart gegrift blijven. Wat een lieve minzame man, maar ook iemand die tegen alle gezever in zijn eigen weg bleef bewandelen, een voorbeeld voor ons allen die door sommige criticasters wel eens van de wijs geraken.
Maar vandaag hebben we geen zin om te schrijven of te tekenen, nee er zijn van die dagen dat je liever niet naar de radio luistert...
Mijn medeleven aan alle familieleden van Jef, maar ook aan alle Jommeke-fans."

Marc Daniëls is de auteur van Stam & Pilou,...
een hommage door
CHAREL CAMBRÉ

Ik ben opgegroeid met Jommeke, het waren de eerste strips die ik las. Ik was een echte Jommeke-fan, veel maar dan een Suske en Wiske-fan. Die twee reeksen werden toch altijd een beetje met elkaar vergeleken, herinner ik me, en je had Jommeke-fans en Sus en Wis-fans. IK behoorde dus tot het Jommeke-kamp. Ik weet nog dat een Jommeke-album toen een geweldig cadeau was op verjaardagsfeestjes en omdat ze minder kosten dan Sus en Wis kon je er een paar cadeau geven
Wat ik het meest fantastische vind aan Jef Nys is het zichzelf in de denkwereld en de interesses van de Jommeke-lezers te verplaatsen, met dingen die voor ons destijds ongeloofelijk tot de verbeelding spraken, bijvoorbeeld een grasmobiel, een vliegende ton, cola maken van koude koffie, enzovoort. Ik kan me voorstellen dat er vaders van lezers waren die inderdaad op een morgen gras in hun benzinetank vonden."

Charel Cambré is de auteur van Jump, Mega Mindy, De Nieuwe Avonturen van K3, Albert & Co.
een hommage door
MARVANO

Voor zover ik me kan herinneren, heb ik Jef Nys nooit ontmoet, maar Jommeke was, samen met Piet Pienter en Bert Bibber, Sleen en Vandersteen, uiteraard nauw verweven met mijn kinderjaren. Er bestond verder niet veel op stripvlak in la Flandre profonde in die tijd. Als ik me goed herinner, verschenen de avonturen van Jommeke toen in het Parochieblad of iets van die strekking. Later kregen we, via een nichtje dat bij Het Volk werkte, wel eens albums zonder omslag, waarschijnlijk drukoverschotten of zoiets. Of misschien pikte dat nichtje ze wel, ik heb er geen idee van.
Twee verhalen die me nu nog steeds helder voor de geest komen zijn De Straalvogel, met dat fantastische aapje, en Paradijseiland. Jommeke was een strip die je met ouder worden sneller opgaf dan bijvoorbeeld Piet Pienter en Bert Bibber of Nero, waarin je met de jaren nieuwe dingen kon ontdekken. Jommeke had die dubbele bodem niet, maar als onschuldig kind van de jaren 1950 had ik er ook geen boodschap aan."

Marvano is de auteur van De Eeuwige Oorlog, Een Nieuw Begin, Berlijn,...
een hommage door
STEDHO

Petje af voor Jef Nys."
Klik op de illustratie voor een grotere afbeelding.



Stedho is de tekenaar van De Kriegels, Blinker, Ooievarken,...