INTERVIEW
met EMMANUEL LEPAGE
— 16 december 2006 —
© De Stripspeciaalzaak • Marc Bastijns
© afbeeldingen: Emmanuel Lepage • Dupuis
Dit interview is eigendom van De Stripspeciaalzaak en mag in geen geval herplaatst of gekopieerd worden zonder voorafgaande afspraak met de auteur van deze tekst.
> Contact < |
Een
topstrip, in meerdere betekenissen, is het minste wat je kan
zeggen van Muchacho 2, de afsluiter van een boeiend, sociaal
bewogen, emotioneel en dramatisch tweeluik.
Naar aanleiding van de verschijning van dit album in november 2006,
schotelden we tekenaar, schilder, scenarist en auteur Emmanuel Lepage
enkele prangende vragen voor.
Muchacho
was het eerste album waarvoor u zelf het scenario schreef. Bent u tevreden
over het resultaat? Wil u dat graag opnieuw doen in de toekomst?
Niet in de nabije toekomst, maar ik heb wel de smaak
van het schrijven te pakken gekregen. Ik heb veel twijfels en ik ben
soms ook bang dat het niet zou lukken. Je werkt ook helemaal alleen,
maar wat een plezier haal je er uit! Ik heb er een groot gevoel van
harmonie bij.
In uw werk zit steeds een subtiel evenwicht
tussen optimisme en pessimisme. Zoekt u dit evenwicht bewust op?
Het leven is nu eenmaal complex en de mensen ook. De dingen zijn niet
zwart of wit, maar het belangrijkste is keuzes te maken.
Uw kleurgebruik is erg expressief, met
bijna sprekende kleuren. Wat is voor u de rol van kleuren in uw werk?
Ik ben pas laat met kleur beginnen werken. Het stelt me in staat om
het licht op een andere manier aan te pakken. Het is als een spel, een
moment van ontspanning. Het tekenwerk daarentegen is veeleer cerebraal,
arbeidsintensiever ook en meer veeleisend. Praten over kleuren valt
me moeilijk net omdat het iets erg instinctiefs is.
Muchacho speelt zich af in een
geladen maar weinig gekende periode uit de recente geschiedenis. Hebt
u een bijzondere interesse voor geschiedenis of politieke thema’s?
Ik heb me altijd al erg geïnteresseerd voor geschiedenis, in die
zin dat ik het beschouw als een sleutel tot een beter begrip van de
de dag van vandaag. De politiek boeit me dan weer in die zin dat het
de wereld bepaalt waarin we leven en de maatschappelijke keuzes die
gemaakt worden. Dit bewustzijn beïnvoedt dan weer de beslissingen
in het leven en de dingen die men onderneemt.
Muchacho is een fictief verhaal in een historische context.
Welke is de verhouding tussen fictie en realiteit?
Het historische kader is erg nauwkeurig. Ik gebruik reële elementen
om aan mijn verhaal een vorm van geloofwaardigheid te geven. De personages
bevinden zich in een sociale en historische realiteit, zoals bijvoorbeeld
vader Ruben. Voor hem zocht ik inspiratie bij de Bevrijdingstheologie,
een beweging in de marge van de Latijns-Amerikaanse kerk die de armen
in het middelpunt plaatste (dit was een stroming in de R.K. Kerk,
begeesterd door het Tweede Vaticaans Concilie en op
basis van een marxistische maatschappij-analyse, mb). Maar mijn
verhaal is wel fictie.
De Gezant was uw debuut in het
Nederlands. Hoe bent u precies begonnen met het tekenen van strips?
Vóór De Gezant (waarvan twee delen verschenen in de Collectie Code van Lombard, mb) had ik twee albums gepubliceerd
bij uitgeverij Ouest France in 1987 en 1988, maar die
zijn nooit vertaald. Ik werk dus nu al bijna twintig jaar in de stripwereld.
Ik wilde altijd al stripauteur worden en toen ik dertien was, heb ik
Jean-Claude
Fournier ontmoet die toen Robbedoes maakte. Al
snel stelde hij me voor om bij hem in zijn atelier te komen werken en
zo heb ik de beginselen van het vak kunnen leren.
In uw boeken speelt de natuur een grote
rol. Ervaart u de natuur als een positieve kracht of eerder als vernietigend?
Geen van beide, ik maak er gebruik van als een verhaalelement, een volledig
onafhankelijk hoofdpersonage.
In uw eerder werk zoals Névé
tekende u uw tekstballonnen rechtstreeks op de originele pagina, in
Muchacho bent u van deze werkwijze afgestapt. Waarom?
Dat is puur gebeurd omwille van vertaaltechnische redenen. Dupuis
prefereerde pagina's die vrij van tekst waren. In de laatste Muchacho
heb ik de tekstballonnen dan ook weggelaten, om een eenvoudige reden:
als ik tekstaanpassingen had, dan zou ik deze veel makkelijker kunnen
inwerken. Het is heel moeilijk een ballon weg te halen uit een ingekleurde
pagina.
Zowel in Muchacho als in Névé
vinden we een hoofdpersonage dat vecht tegen vooroordelen, om aanvaard
te worden in de maatschappij. Gaat het hier om een voorkeursthematiek?
Ik geloof dat thema's zoals de initiatie, de complexiteit van wezens,
de moeilijkheid van een keuze en de schuldvraag terugkerende thema’s
in mijn werk zijn. Het gebeurt niet steeds bewust, maar dat spreekt
me persoonlijk erg aan en ik ben zeer begaan met mijn verhalen. Wat
voor zin zou het anders hebben ze te maken?
Her en der worden op het internet al bijzonder
hoge bedragen voor uw werk geboden. Brengt dat een extra druk voor u
mee, bij de 'grote' auteurs gerekend te worden?
Ik denk niet dat iemands aanzien zich laat uitdrukken via de prijs van
pagina’s. De kleurentechniek doet de prijzen natuurlijk stijgen,
maar de prijsbepaling ontgaat me een beetje, aangezien ik met een galerijhouder
werk (Daniel Maghen, die ook twee illustratieboeken
van Lepage uitgaf, mb).
Hebt u voorbeelden die u geïnspireerd
hebben of nog steeds inspireren?
Er zijn diegene met wie ik gewerkt heb zoals Fournier, Pierre
Joubert, Michel Plessix of Christian
Rossi. Maar ook René Follet, Frank
Pé, Cosey, Giraud
of Derib. Anderen hebben dan weer mijn keuze voor het
stripverhaal bepaald: Franquin, Hergé,
Jacobs. Verder ben ik gefascineerd door het werk van
Breccia, Sickles, Caniff
of Pratt, of illustratoren zoals Pyle,
Larson of Wyeth, of ook schilders
zoals Botticelli, Caravaggio of Rembrandt.
Ik hou ook erg veel van de Italiaanse cinema met namen als Scola
of Visconti en van literatuur. Dan denk ik vooral aan
Garcia Marquez, Pasolini en Hermann
Hesse.
We weten reeds dat uw volgende project
bij de uitgeverij Futuropolis zal verschijnen. Kan u er al iets meer
over kwijt?
Het is het verhaal van drie meisjes, van bij hun geboorte tot hun adolescentie
in het hedendaagse Parijs.
>
MARC BASTIJNS — 16 december 2006
|