Onderstaande
bijdrage van Thierry Wagner verscheen
eerder in het Franse stripmaandblad Casemate
nummer 79 van maart 2015. |
|
Over
taalkennis: "Bij het afronden van Ogregod,
mijn vorige serie, stelde Élisabeth Haroche, mijn
uitgeefster bij Delcourt, me indertijd voor aan Léo
en Rodolphe met zicht op een samenwerking. Ik kende Rodolphe
al en ik bewonderde Léo want we evolueren in dezelfde
sciencefictionwereld met ruimteschepen en mysteries. Ik
woon op een zestigtal kilometer ten noorden van Belgrado.Ik
lees Frans, ik begrijp het, maar mijn processor is nog
niet voldoende geactiveerd zodat ik het kan spreken. We
hadden nochtans geen enkel probleem om samen te werken.
Ze vertelden me dat ze Centaurus gecreëerd
hebben voor mij."
Over het nieuwe: "Ik probeer voor
elke nieuwe serie op een ander manier te werken. Deze
keer vroeg ik me lange tijd af waar het op moest lijken.
Ik wilde het grafisch gezien graag dichter laten aanleunen
bij het werk van Léo door in zijn wereldje te integreren.
Zij wilden dat ik mezelf bleef. Ik moest een evenwicht
vinden tussen de twee, dus toch iets nieuw."
Over theatraal fantasme versus mogelijke realiteit:
"Deze plaat moest sterk en indrukwekkend zijn. Ik
wilde ook dat realisme, dat normale dat de overhand heeft
in de albums van Léo. Hoewel vreemd en mysterieus
moest het er toch reëel uitzien. Wat ik voordien
heb gedaan, van Voor de Incal tot De Wapens
van de Metabaronnen, hoort bij een groot theatraal
fantasme. Centaurus zou moeten lijken op iets
dat we op een dag zouden kunnen zien zonder drugs te nemen
of volslagen gek te zijn. Iets dat tegelijk makkelijk
en complex is."
|
Over
werklast: "De centrale as van het cilindrische
ruimteschip bevat talloze technische installaties: verlichtingssysteem,
een centrale om de as te controleren, enzovoort. Dit enorm
complex huisvest laboratoria, kantoren, technische faciliteiten,...
Ik hoop dat je als lezer de dimensies van het ruimteschip
aanvoelt. Er was niet echt documentatie nodig voor zo'n
album. Daar hou ik van. Je moet alles uitvinden, vandaar
veel werk, maar daar zijn we voor, niet? Ik werk al volop
aan het derde deel. Sommige pagina's kosten me een volledige
week werk."
Over klassieke technieken en de computer:
"Ik werk nog altijd volledig manueel op het papierformaat
27 x 38 cm met heel klassieke middelen: potlood, inkt
en in bovenstaand geval Mitsubishi-kleurpotloden die heel
snel drogen en waarvan de pigmenten na verloop van tijd
niet vervagen. Vóór het computertijdperk
gebruikte ik klassieke architectuurtechnieken voor de
constructies. Tegenwoordig werk ik de basis van mijn structuren
uit in 3D met het programma Google SketchUp, zonder al
te veel details. Ik zoek vervolgens naar de juiste standpunten,
ik print ze uit en ik teken de rest met de hand."
Over de inkleuring door Zoran Jr: "Mijn
zoon, Zoran Jr, doet de inkleuring. Hij vindt instinctief
de goede kleuren zonder dat ik veel indicaties geef. Ik
kom binnen in zijn kamer, ik kijk even naar wat hij gedaan
heeft en dat bevalt me. Hij doet dat veel beter dan ik."
Over kadrage als accentuering: "De grote
prent is een narratief interessante springveer. De zwaartekracht
vermindert en dat maakt Bram, het hoofdpersonage in deze
scène, ziek. Door hem van dicht te tekenen, met
een afgesneden kadrage, wordt zijn ziekte en zijn claustrofobisch
gevoel geaccentueerd."
|
Over
uitstelgedrag: "Ruimteschepen tekenen is
best wel makkelijk. Het moeilijkste zijn de personages.
Van deze plaat houd ik het minst want we zien alle personages
in elke kader. Ik heb dit maandenlang uitgesteld en eerst
alle andere platen gemaakt. De meest oplettende lezers,
en nu ook jij terwijl je dit leest, zullen opmerken dat
Bram niet meer op dezelfde plaats zit op de eerste prent
van de volgende plaat. Mijn zoon had het ook moeilijk
voor de inkleuring van deze plaat."
Over de personages en hun voorbeelden:
"We hebben de personages met zijn drieën gecreëerd.
Pierre lijkt een beetje op Clint Eastwood. Dat is zo beschreven
in het scenario. Bram lijkt op Blueberry, maar met blonde
haren. Voor de tweeling was het oorspronkelijke idee om
ons te inspireren op Léa Seydoux (Franse actrice,
vooral bekend door haar rol in de stripverfilming La Vie
d'Adèle, red.), maar niet te opvallend zodat
we haar toestemming niet moesten vragen. Tijdens het schetsen
evolueerden onze personages om te lijken op wie ze nu
zijn. Mary-Maë is geïnspireerd op de Engelse
actrice Judi Dench zonder haar te zijn. Léo en
Rodolphe wilden dat ik een oude dame tekende met een voorkomen
zoals haar in het begin van haar carrière in de
tv-serie A Fine Romance. Ik heb dus alle afleveringen
bekeken als inspiratiebron."
Over het belang van uitdrukken van emoties:
"Ik let vooral op het uitwerken van de haren van
mijn personages en op hun bewegingen. Al wat hun gevoel
uitdrukt, is van belang. Sommige albums zijn magnifiek
getekend, maar de personages erin zijn wezenloos, hun
blikken leeg. Van de weeromstuit voel je hun emoties niet.
En je verliest veel."
|
Over
het ruimteschip: "Het ruimteschip in zijn
totaliteit. Léo en Rodolphe hadden enkel aangegeven
dat deze cilinder vijftig kilometer lang is met een diameter
van tien kilometer. Ik had alle vrijheid voor de details,
niet echt logisch. Ik vraag me nogal af hoe een ingenieur
zo'n ruimtschip kon ontwerpen. Maar het uiteindelijk resultaat
lijkt me overtuigend. Ik heb meerdere dagen uitgetrokken
om het in 3D te modelleren. Dat is normaal, ik leerde
pas werken met het programma."
Over Star Trek: "De uitgang is zo
klein dat het in feite niet te zien is in het algemene
beeld. Ik heb de vierde prent moeten toevoegen zodat je
begrijpt waar de uit Star Trek overgenomen ruimtesloep
rechts vandaan komt. Ik kon het niet laten! Ik ben een
fan van Star Wars, Star Trek, Godzilla en Gerry
Anderson (de producer, regisseur en schrijver van
Thunderbirds, red.), ik bewonder mensen die zulke
werelden hebben geschapen."
Over vreemde dieren: "Léo
bedenkt graag imaginaire dieren. Er zijn er ook in Centaurus.
Dat komt goed uit, ik ben dol op ietwat afwijkende dieren.
Ook hier moesten ze overtuigend overkomen. Voor dit eerste
deel heb ik enkel een dinosaurus en een reuzebloem getekend,
nog wat doorsnee volgens mij. Ik hoop dat ze me in het
vervolg nog vreemdere wezens laten tekenen."
Over gewone mensen: "Deze plaat was flauw
en zonder diepte in zwart-wit. Het kwam pas tot leven
door de inkleuring van mijn zoon. Het resultaat is erg
overrompelend. Dat is wat ik zocht, de geest van Léo.
We krijgen de indruk dat we een van zijn personages zouden
kunnen zijn en de fantasie meebeleven: gewone personen
in gewone kleren die gewone zaken doen in de vreemdste
wereld ooit." |