"Een
veelschrijver ben ik niet, maar ik heb toch de behoefte
om zo nu en dan mijn verhaal te vertellen. Daarom begon
ik eind 2012 te zoeken naar een verhaallijn die ik kon
aanpassen. Ik kwam bij de opera terecht. Lekker veel drama,
daar kan ik wel wat mee. Uiteindelijk vond ik de meeste
toch te veel af om het me eigen te maken. Peter en
de Wolf kwam weer boven. "Weer" omdat ik
in 1997 meegewerkt had aan een cd waarop het verhaal verteld
werd. In het begeleidende boekje maakte ik de illustraties,
tien stuks. Helaas waren ze vergeten mijn naam te vermelden.
De basis van het verhaal is eenvoudig en ik kon daar mijn
verhaallijnen aan toevoegen. Ik wilde het niet in Rusland
laten afspelen, maar in een heuvelig landschap. Klein
dorpje, jaren 1950/1960. Een jeugdfoto deed ook een duit
in het zakje.
Ik ben het kwijt of ik eerst de karakters schetste of
dat ik eerst het verhaal schreef. Peter werd een ondernemend,
dromerig joch. Hij leest graag avonturen, Schateiland
in mijn bewerking. Zijn grootvader is een negatieve mopperpot
die zijn 'wijze' lessen aan zijn kleinkind doorgeeft.
Het vogeltje werd een roodborstje. De jagers kregen een
iets grotere rol dan alleen maar pief-paf-poef. Ze werden
de Provinciale Detectie & Destructie Dienst. Het einde
heb ik ook veranderd om het niet lieflijk te laten eindigen.
Voor de definitieve versie is wel het een en ander in
de tekst veranderd en toegevoegd om het leesbaarder te
maken.
|
|
Bij het scenario tekende ik kleine opzetjes van de pagina
hoe de verhoudingen van de plaatjes moesten worden. Ik
stel me voor hoe zo'n plaatje eruit ziet en bedenk dan
hoe groot de kaders moeten worden.
De eerste pagina's schetste ik vrij uitgebreid op A3.
Na pagina 7 werden de schetsen veel losser. Omdat het
in detail schetsen veel tijd kost en ik het idee had dat
ik moest opschieten.
In de uitwerking van de schetsen verander ik nog wel eens
de plaatjes. De camerastandpunten zoals ik het zie. Strips
zijn voor mij een papieren film.
Voor het schip waar Peter van droomt en het autootje waarin
de wolf vervoerd wordt, zocht ik voorbeelden op het net.
|
|
Inmiddels had ik digitaal kennis gemaakt met Marc
Legendre en op mijn vraag of hij een verhaaltje
voor me had liggen, kwam hij met Van de Oude Schilder
en de Zee. Dit was van een andere orde. Een meer
volwassen thema en toch speels. Marc dacht aan een schilder
à la Dali met kamerjas, maar dat
kwam er bij mij toch niet uit. Bovendien kreeg de schilder
een buldog als compagnon, iets wat Marc niet geschreven
had. Hij benadrukte dat ik de vrijheid had om met de tekst
om te gaan zoals ik het wilde. Het was geen wet wat hij
schreef.
Verderop in het verhaal kwamen nog meer interessante karakters
om te schetsen. De pensionhouderster, het jongetje, de
butler, de taxichauffeur en de ijsverkoper.
Bij het scenario schetste ik weer in het klein de indeling
van plaat. Dit keer schetste ik ook hoe het plaatje er
ongeveer uit ging zien.
De landschapjes in dit verhaal waren heerlijk om te doen.
Daar zat meer schetstijd in omdat het moest kloppen. Geen
idee hoe ik dat moet uitleggen, het is een gevoel. Bij
het ritje naar het station had ik eerst een vogelperspectief,
dat moest toch naar beneden.
|
|
Bij het tweede plaatje is het spannender, meer diepte,
duidelijke lijnen richting station. Als de trein aankomt
bij de zee moest er ook een idee van het dorpje worden
weergegeven. Op dat moment had ik geen rekening mee gehouden
waar het pension dan moest staan.
Ik maakte er daarom maar een overzichtje van, een plattegrondje
waarmee ik besloot waar wat is. En ik besefte ook dat
wat ik getekend had in het kader ook nog buiten dat kader
verder kon gaan. Thinking outside the box.
Op gegeven moment staat de schilder voor een wand met
een boel van zijn kunstwerkjes. Het was ook de bedoeling
om verschillende stromingen/technieken erin te stoppen.
Zo'n pagina schets ik sowieso wat uitgebreider.
|
|
In de definitieve tekening was ik niet blij met wat er
zich afspeelde onderin. Ik tekende nieuwe plaatjes die
ik er digitaal inplakte. Het zwarte schilderijtje links
naast het notitieboekje was om het stukgegumde papier
te maskeren.
De potloodtekeningen scan ik in als kleur op 600 dpi,
Daarna zet ik ze om in grijswaarden, op die manier krijg
ik ook de structuur van het papier mee. De helderheid
zet ik 20% lager omdat het grafiet toch een glimmertje
krijgt en dat moet zwarter. Voor Peter en de Wolf
en de Oude Schilder tekende ik hele pagina's.
Later ben ik de plaatjes los gaan tekenen om ze op de
computer in elkaar te zetten. Ik scan een getekend stramien
waar de plaatjes komen. Schaal ze en pas ze hier en daar
aan als ik ze toch iets te groot heb getekend. Als materiaal
gebruik ik vulpotloden. Vaak begin ik met HB om het daarna
aan te zetten met B en accenten met 2B. Voor grotere vlakken
grijs neem ik een dikkere stift. en verfijn het daarna.
Na de Oude Schilder kwam Ayak + Por.
We waren tot de conclusie gekomen dat we nog een verhaal
wilde maken. Marc vroeg wat ik leuk vond om te tekenen.
"Glazen potten met gedrochten erin, houten huizen",
antwoordde ik. Hij kwam met een idee waar een panda in
voorkwam. "Of had ik een ander idee?" Ik stelde
een fabeldier voor en kwam met Poris Pertilaurus. Een
verzameling van Latijnse namen.
|
|
Ayak is een Eskimo, woont op Kamtsjatka met de professor
in een biosfeer.
Dit verhaal speelt zich in een winters landschap af en
ik dacht dat sneeuw in productietijd zou schelen. Dat
bleek niet zo. Dat komt omdat ik in de sneeuw toch weer
wat kleur wil hebben. De kleur die ik voor elk kader kies
hangt af wat er speelt. Soms heeft de emotie voorrang,
dan weer de sfeer van het landschap of de omgeving. De
laag boven de potloodtekening zet ik in Photoshop op vermenigvuldigen,
zo blijft het grafiet overeind. De gekozen kleur krijgt
lichte en donkere nuanceringen zodat het grafisch interessanter
wordt. Alleen het potlood heeft enorme charme, voor mij
geeft de kleur het plaatje extra kracht. Ik kies niet
voor elk kader een gedetailleerde achtergrond. Dat is
niet altijd nodig en dat wil ik ook niet iedere keer tekenen.
Het moet dan kloppen met wat ik daarvoor heb gemaakt.
Bovendien is een pagina mooier als er afwisseling is in
detail en een rustige achtergrond.
Ik probeer ook te spelen met verschillende vormen en kaders.
Of kaders in kaders. Niet te veel, daar houd ik niet van.
Het lettertype dat ik gebruik, heb ik zelf gemaakt via
yourfonts.com. Een vel met vakjes ingevuld met mijn handschrift,
gescand, ge-upload en dan werkt het. Dat heb ik wel vier
keer moeten doen. Als het dwarsstreepje van de t te lang
is, neemt die te veel ruimte in het woord en dat ziet
er niet goed uit. Ik gaf het font de naam Pierre Millier.
In begin hield ik ook rekening met de ruimte die een tekstballon
zou innemen, maar minder dan nu. Ik probeerde ook de ballon
zo klein mogelijk te maken wat uiteindelijk niet werkte.
Samen met de vormgever gaf ik de ballon meer omvang en
heb de regelafstanden aangepast. De ballon staan op 80%
dekking en teken ze in na het plaatsen van de tekst.
|
|
Binnen het verhaal neem ik de ruimte om heel kleine verhaaltjes
te vertellen. Foto's aan de wand, een mens, dier of vogel
ergens die kijkt of iets doet dat niet in het scenario
staat. Mijn tekeningen hebben veel detail, dat komt ook
door het arceren. Dat geeft volgens mij ook wel beweeglijkheid.
Ondanks dat er veel in kan staan wil ik niet dat het te
krullerig is. Ik hou erg van Romaanse architectuur en
houten middeleeuwse beelden. En teken dan ook graag bijvoorbeeld
sobere huisjes, als het even kan."
Ayak + Por 1, door Wilbert
van der Steen + Marc Legendre, verscheen in augustus 2014
bij Strip2000. |