Alle bijdragen van Viviane Nicaise aan de rubriek De Commentator bundelen we op deze pagina.

Klik verder naar de volgende onderwerpen:
12/10/2013 Viviane Nicaise over Een Greikse Tragedie 1
 
Viviane Nicaise over Een Griekse Tragedie 1
12/10
TOP
Onderstaande bijdrage van Jean-Pierre Fuéri verscheen eerder in het Franse stripmaandblad Casemate nummer 48 van mei 2012.

COMMENTAAR BIJ PAGINA 6
Over romantiek: "Hoe ziet de kamer van een jong, rijk meisje eruit om te tekenen? Je moet je inleven en het samenstellen. Ik heb er een modelpop in geplaatst om er jurken en andere kledij op te passen of door er zelf kleren mee te kunnen maken. Het is symbolisch. Deze jongedames wonen exclusieve modedéfilés bij in Londen, Parijs en New York zoals te zien is in het tweede deel."

Over verzuipen in documentatie: "Jean-Claude verzamelt nogal wat documentatie. Hij vindt er voor een deel zijn inspiratie in terug en zijn decors. Op basis van wat hij me geeft, trek ik op jacht. Ik gebruik graag mijn eigen documentatie. Net zoals bij hem kan ik doordringen in het wereldje door deze zoektocht. Ik moet erin kunnen baden. Dat is onvermijdelijk... op voorwaarde dat ik er niet in verzuip."

Over dezelfde kijk: "Hij geeft me de grote lijnen, maar hij laat me veel vrijheid voor de compositie van elke prent en het geheel van de plaat, op voorwaarde dat enkele essentiële elementen erin terug te vinden zijn en dat de leesbaarheid goed is. Maar over het algemeen hebben we dezelfde kijk op de zaken."

Over Jean-Claude of Jean: "Uiteindelijk is er geen verschil tussen het werken met Jean-Claude of met Jean Dufaux met wie ik als beginner Maanbloed maakte. Behalve de documentatie is Jean-Claude de gulzigste op dit gebied. Over het algemeen zoeken scenaristen ernaar op vraag van de tekenaar, met mondjesmaat. Hij is net heel waakzaam, zijn opmerkingen zijn terecht en nuttig. Jean liet me in mijn waarde als debutante. De ene vond ik cooler dan de andere. Ik zeg je niet wie."


COMMENTAAR BIJ PAGINA 7
Over instinct: "Ik schik de plaat instinctief zonder me af te vragen of ik medium shots met overzichtsprenten afwissel. Dat komt vanzelf, dat is de visuele wet. In een film zijn de personages niet statisch, je ziet ze altijd in vooraanzicht of vanop de rug. In een strip volstaat het om je voor te stellen dat het beweegt zoals in een tekenfilm. Ik geef de voorkeur aan expressies, het gevoel van personages, die hun tot leven brengen."

Over luieren: "De stapel teddyberen suggereert dat Tina snel het stadium van een kind is ontgroeid naar een volwassene. Op haar veertien-vijftiende heeft ze het over trouwen. Hun kapsels geven hun temperament weer. Het paardenstaartje van Eugenie presenteert haar meer gereserveerd, soberder, ongetwijfeld ook fragieler. Haar zus is ondeugender, verleidelijker en gewilliger. Ik maak weinig schetsen en werk rechtstreeks op kalkpapier waarmee tekenfouten sneller opvallen als je het omdraait. Door het ontwerp achteraf op een lichtbak over te tekenen, schaaf ik de tekeningen bij. Het is niet goed voor de rug. Tot slot gebeurt de afwerking op papier. Ik ben een luiaard die snel moet kunnen werken. Blijven hangen vreet mijn energie en mijn zin op en geven de tekeningen geen ziel."

Over andere personages: "Het zwaarste is het creëren van de personages in het begin om de uitgever en de scenarist te plezieren. Vriendelijk en gehoorzaam plooi ik me naar deze algemene regels, maar van zodra ik eraan begin, veranderen mijn personages en niemand is zich daar bewust van."

Over oppervlakkige meisjes en verschrikkelijke mannen: "Deze meisjes zijn artificieel, oppervlakkig, ik zou hun leven niet willen leiden. Maar ik heb medelijden door wat de mannen hen laten ondergaan. Maar zijn die echt zo verschrikkelijk als wij hen beschrijven? In Griekenland (waar Nicaise woont, red.) bevestigden sommige filmmakers me dat Onassis niet echt degene was die de media van hem maakten, te beginnen met zijn vrouwen. Maar goed, dat komt dan uit de mond van mannen."


COMMENTAAR BIJ PAGINA 8
Over het cinemagevoel: "Na het lezen van het scenario voor deze pagina had ik schrik. Oeps, we veranderen van richting! De droge, documentaire kant verveelde me hartsgrondig. Ik ben dan maar op de computer beginnen prutsen, een primeur voor mij! Verrassing, ik amuseerde me er ten zeerste mee. Tekenen wat je nooit hebt meegemaakt, is altijd een ontdekking. Bovendien smulde ik als kind van films uit deze periode. Films beïnvloeden mijn strips in sterke mate. De horizontale kaders zorgen voor een soort cinemagevoel. Ik zou eens graag een album maken met breedbeeldkaders. De constructie hiervan moet soms een lastige opgave zijn."

Over sympathie: "Hier is dan Niarchos. De reders zijn erg stereotype, makkelijk om te tekenen. Ik creëer ze geleidelijk aan. Ik wilde een Onassis die jovialer, mooier is dan in de werkelijkheid, want mijn lectuur over hem maakte hem sympathiek. We tonen de mannen die alles op hun weg vernielen. Ze zijn niet alleen! Kijk maar naar ons heden... Ik hou van personages die niet al te correct zijn zoals de verschrikkelijke Carcanpoix uit Maanbloed. Hij moest eigenlijk sterven in deel 2. Ik vroeg gratie voor hem bij Jean."

Over moeilijke momenten: "In deel 2 komt Maria Callas voor. Wat een temperament, wat een klasse, wat een plezier om haar te tekenen! Het spijt me dat ons verhaal al zo snel ophoudt. Ik maakte in Griekenland moeilijke momenten mee. Ik ging vissen om te eten te hebben (hé ja!) en ik keerde terug om Onassis en zijn klatergoud te tekenen. Ik heb het overleefd en ontdekt dat er in dit beroep alleen maar Carcanpoixen zijn. Bedankt aan de scenaristen die me steunden, zij weten wel wie ze zijn."

Over een film met Al Pacino: "Er is een film gepland, met opnames in Griekenland en Al Pacino in de rol van Onassis. Maar komt het nog wel zo ver gezien de Griekse conjuctuur? (de start van de opnames van de film Nemesis, geregisseerd door Fernando Meirelles, zijn effectief gepland voor eind oktober, red.)"