|
|
|
Alle
bijdragen van Virginie Augustin aan
de rubriek De Commentator
bundelen we op deze pagina.
Klik verder naar de volgende onderwerpen:
• 16/02/2013
Bij het terugblikken op Whaligoe 1 somt Virginie
Augustin vooral de moeilijkheden op die ze ondervond
om personages uit te vinden, een goeie inkleurder te
vinden, paarden te tekenen,... Voorts heeft ze het ook
over haar invloeden en inspiratiebronnen. Tegelijk bieden
we ook een portfolio aan van tekenares Augustin. Bij
elk van de illustraties levert ze commentaar. |
|
|
|
|
Portfolio
Virginie Augustin |
|
|
Onderstaande
bijdrage van Frédéric Bosser
verscheen eerder in het Franse stripmaandblad
dBD nummer 70 van februari 2013.
Personagestudies
van Lord Douglas voor Whaligoe 1 (2012)
"Ik maak niet graag voorstudies en ik zie ze nog
minder graag terug want ik vind ze systematisch beter
geslaagd dan mijn uiteindelijke keuze (ook al weet ik
dat het personage in het album over het algemeen gekozen
is omwille van het gemak om ermee te werken). In de toekomst
hoop ik gedetailleerdere personages uit te kunnen werken."
Coverillustratie
Whaligoe 1
(2012)
"Net zoals bij het album Reis naar de Schaduwen
gebruikt deze cover het meisje en de dood als onderwerpen.
Gelukkig is het ook een scène die in het album
voorkomt, ook al gaat het hier om een kerkhof met meer
begroeiing. Ik wilde er iets zachts bij en met deze kleurschakeringen
lukte het zelfs om een feeërieke sfeer te creëren.
Dat gaf nog probelemen om de titel van het album er goed
op te plaatsen. Het beeld lijkt me verleidelijk genoeg
en het blijft in de gewenste gothische en romantische
sfeer."
Rough
van pagina 4 voor het collectiefalbum Eerste Keer
(2008)
"Ik werkte dolgraag mee aan dit collectiefalbum.
Voor de bladschikking was ik vrij, maar ik worstelde wat
met het inkten met pen. Het was ook de eerste keer dat
ik in die techniek werkte. De uiteindelijke plaat is mijn
favoriet van het negen pagina's tellende kortverhaal dat
ik voor deze uitgave tekende. Hoogstwaarschijnlijk omdat
wat erop staat zo was voorzien en ik voor één
keer echt beheerste wat ik in scène wilde zetten.
En verder nog door de manier waarop het in beeld is gebracht,
hoe het is getekend, de bladschikking, de compositie,
de houdingen. Voor mij is dit mijn professioneelste plaat.
Er moet er toch eentje zijn!"
Coverillustratie
voor een luxeversie van Alim de Leerlooier 1 (2009)
"Amusant om te zien dat ik erin ben 'geslaagd' een
nieuwe cover te tekenen voor de luxeherdruk van Alim
de Leerlooier 1, eens de serie al was beëindigd.
Ook al heb ik een zekere voorliefde voor dit soort personagecomposities,
toch heb ik zelden de kans het in de praktijk uit te voeren.
Misschien ben ik de enige die ervan houdt..."
Plaat
1 voor het collectiefalbum Polnareff
(2007)
"Eerste van twee platen voor een kortverhaal naar
het lied Sous quelle étoile suis-je né?
van Polnareff" Dit is MIJN favoriete pagina van alles
wat ik ooit heb getekend en ik kan niet uitleggen waarom.
Deze plaat ligt ook aan de basis om mijn tekenstijl te
herzien. Ik hoop op een dag meer te kunnen doen met dit
verhaal en de personages..."
Voorstudie
voor een animatiefilm naar de roman Pourquoi J'ai Mangé
Mon Père van Roy Lewis (2010)
"Goed, ik weet niet hoe het is gesteld met het langspeeltekenfilmproject
naar het beroemde boek. Ik werd niet weerhouden om deel
uit te maken van het uiteindelijke tekenaarsteam. Tot
mijn grote spijt heb ik enkel deze test kunnen maken.
Hier staan Leptictidium, een voorloper van de dingo, en
Macrauchenia, prehistorische dieren, en een studie van
oom Vania. Als kind was dit exact wat ik wilde doen en
tekenen: voorstudies en het design van films dus. Ik waag
regelmatig mijn kans en regelmatig doen ze geen beroep
op me. Niet erg! Ik maak graag strips en bij gelegenheid
animeer ik wat. Beide compenseren niet weinig mijn oorspronkelijke
ambitie."
Afficheproject
voor Mars au Féminin (2011)
"Jaarlijks organiseert de burgemeester van de stad
waar ik woon een evenement ter ere van een vrouwelijke
Mars. Het gaat om het statuut van vrouwen, over gelijkheid
en ongelijkheid. Vorig jaar werd ik gevraagd voor de affiche
en een groter project dat theater, reportage en strip
mixt. Het hele project ging niet door, maar ik schiep
er enorm veel plezier in om deze illustraties te tekenen
"
Originele
illustratie voor Bélé (2012)
"Ik teken nooit voor familie of naasten want ik vind
dat altijd ongepast, zinloos, lastig voor iedereen. Daar
hou ik niet van. Niettemin veranderde mijn leven drastisch,
die avond in november, en deze tekening kwam als vanzelf."
19
Mars 2012, pagina's 20 en 61 (2012)
"Ik maak ook al geen actuele tekeningen. Ik heb noch
de snelheid, noch de geestdrift. Ik bewonder bloggers,
perstekenaars, tekenaars die het nu-moment opzoeken. Soms
is het nochtans sterker dan mezelf en dan moet het eruit,
ook al is het hard. En hier is het hard!"
Illustratie
voor Wakfu
"Dit is een opdracht vor het kaartspel Wakfu.
Ik profiteer ervan om een andere tekenstijl en meer cartoonachtige
dingen uit te testen. Ik probeer graag afwijkende technieken
uit."
Duitse
coverillustratie voor Reis naar de Schaduwen
(2011)
"Een covervoorstel voor de Duitse editie van Reis
naar de Schaduwen dat onder de titel Das Schattenreich
von Troy is vertaald... Nogal een titel, hè?!
Ik tekende dit album dolgraag. Christophe Arleston en
Audrey Alwett gaven me een grote vrijheid voor de vormgeving
van de Troyaanse hel. Voor de cover kozen we aanvankelijk
voor een andere illustratie en toen kwam deze uit de bus
voor de editie in zwart-wit. En deze genoot de unanieme
voorkeur voor alle versies. Het is mijn meets ernstige
cover op het gebied van compositie, kleur... Tot mijn
verrassing en plezier zag ik een trailer voor de tv-serie
Les Revenants op Canal+ die van hetzelfde idee
uitging. Ik herinner me niet dat ik me heb geïnspireerd
op een ander beeld dat ik had gezien en daarna vergeten,
maar ik vind het nog altijd een goed idee." |
Virginie
Augustin over Whaligoe 1 |
|
|
Onderstaande
bijdrage van Sophie Bogrow verscheen
eerder in het Franse stripmaandblad Casemate
nummer 55 van januari 2013.
|
|
Over
het moeizame begin: "De eerste pagina's
van een album vormen altijd een probleme voor me. Tekenaars
die in het midden beginnen, waar zwakkere pagina's minder
opvallen, hebben geen ongelijk... Deze eerste pagina's
heb ik ontelbaar keer opnieuw gemaakt. Ik wilde de realistische
illustraties van de negentiende eeuw benaderen, met een
pen en alles gearceerd, maar ik kwam er niet toe. Ik ben
teruggekeerd naar mijn comfort zone: een semirealisme
die de menselijke anatomie behoudt, maar met meer expressiviteit
die naar tekenfilms neigt. In strips geeft fotorealisme
doorgaans een statische indruk."
Over het hanengevecht: "Documentatie
over hanengevechten is niet moeilijk te vinden,. In Latijns-Amerika
of in Azië, Thailand, Birma en de Filippijnen worden
die nog veel georganiseerd. Jacques Brel toonde er een
in zijn film Franz. Tijd noch plaats veranderen
de gevechten in kwestie om te tekenen."
Over historische correctheid: "Op
de Antillen heet de arena een pitt à coqs,
in het Engels een cock pitt. Mijn arena kwam
voor op een schilderij in de documentatie die Yann voor
me verzamelde. Voor de sfeer en de kleuren kon ik me behelpen,
maar ik heb het te groot getekend. Vergelijk het met de
grootte van de oude molen op de vorige pagina, daarin
zou zich dus die arena moeten bevinden! Het is gek hoeveel
details je moet opzoeken, zelf al is het niet de bedoeling
om historisch correcte gebruiksvoorwerpen, koetsen en
kledij te tekenen. Over elegant geklede personen in Londen
vonden we wat we nodig hadden, maar niet over plattelandsmensen.
Ik gaf hen kilts en broeken uit de achttiende eeuw —
op het platteland lopen ze altijd achter. Historici zullen
me vermoorden, te beginnen met mijn vader."
|
|
Over
inspiratie voor de personages: "Ik heb het
moeilijk om veel personagestudies te maken. Ik gebruik
nooit een model sheet zoals bij tekenfilms met het complete
gamma aan emoties. Ik behoud liever de vrijheid om her
en der mij stempel te drukken op het acteursspel, wat
me vaak in bochten doet wringen. Voor Branwell inspireerde
ik me op Gérard Depardieu als jongeman in de film
1900 tot de mastodont in Mammuth! Dogson,
de dandy schrijver, komt van acteur Stewart Granger. Emily
was een ander pak mouwen. Vrouwen zijn moeilijk om te
tekenen: van zodra je hun trekken wat vervormt, maak je
ze lelijk. Vandaar dat we het bij stereotypes houden."
Over de referenties: "Ik tekende
zonder me bewust te zijn van de parallellen tussen Emily,
Branwell en de echte familie van de Brontë-zusters.
Hun romans maken deel uit van de immense lijst klassiekers
die ik nooit heb gelezen. Maar dat is ook goed, anders
had ik ongetwijfeld gelijkenissen gezocht die een verplichting
zouden vormen. Mijn referenties komen eerder uit films:
Ryan's Daughter van David Lean, Tess
van Roman Polanski, Beau Brummell met Stewart
Granger of The Picture of Dorian Gray met George
Sanders. Eigenlijk ook Yanns referenties."
Over invloeden: "Alvorens ik van
wal steek herbekijk ik altijd het werk van tekenaars als
Giraud/Mœbius, Franquin,... En je kan niet genoeg
de gave van Uderzo onderstrepen om beweging te creëren
die een vlotte lezing ondersteunen. Voor mij telt dat
veel. Misschien omdat ik uit de tekenfilmsector kom. Ik
maak ook gebruik van bronnen buiten de stripwereld. In
dit geval negentiende-eeuwse illustratoren zoals Gustave
Doré, Heinrich Kley, Félicien Rops of Arthur
Rackham."
|
|
Over
het roze: "Deze pagina toont een harde scène,
een andere blik op het charmante karakter van Branwell,
een ware slechterik op het sadistische af. Voor het contrast
koos ik ervoor om de pagina een roze schijn te geven...
Door dit soort ideetjes heb ik het moeilijk om inkleurders
te vinden die op dezelfde golflengte staan. Ik teken altijd
met weloverwogen kleuren in het achterhoofd en met ideeën
over schaduwen en complexe belichtingen die ik vaak niet
uitgelegd krijg."
Over de wind: "Stel je het gezicht
voor van de inkleurder tegen wie ik zei: 'Hier moet je
de wind voelen, of het jodium ruiken!" Met Fabien
Alguier werk ik voor het eerst samen.En 't verliep moeizaam,
in die mate zelfs dat we het uiteindelijk samen inkleurden
om de achterstand in te halen."
Over de plattegrond van Whaligoe: "Kerascoët
is niet alleen het pseudoniem van het koppel Pommepuy
en Cosset (de tekenaars van de laatste Donjon Avondschemer-albums,
red.), maar ook de naam van een Bretoens dorpje in
de buurt van Port Manech waar gerestaureerde oude hutten
van pas kwamen om een geloofwaardig Whaligoe uit te vinden.
Over de plattegrond van het dorpje heb ik nog mijn hoofd
gebroken. Ik ben niet strikt genoeg om plannen te tekenen,
ik probeer alleen om de kerk als centraal gebouw te gebruiken."
|
|
Over
Yanns inzet: "Ook deze scène viel
niet mee om in beeld te brengen. Hier was eenvoud en expressiviteit
nodig met bitter weinig elementen. Ik vertrok met witte
veren die op een zwarte achtergrond neerdwarrelen. Yann
stelde me voor het om te draaien. Het resultaat geeft
hem gelijk. Ik heb bijna nooit de behoefte gevoeld zijn
bladschikking, die hij beeld voor beeld uittekent, te
veranderen. Ik weet dat hij zijn scenario heeft aangepast
aan mijn tekenstijl, zoals ik mijn tekenstijl aan zijn
verhaal heb aangepast. Die toenadering van twee visies
is gezond en verrijkend. Met zulke auteurs kunnen werken
is een echte meevaller. Ik ken veel getalenteerde tekenaars
die lang niet zoveel inzet tonen!"
Over de basaltzuilen: "De basaltpilaren
van Giant's Causeway, waar Yann het over heeft, vallen
op door hun prismavorm, maar in werkelijkheid vormen ze
een soort enorme trap naar beneden. Je kan ze onmogelijk
gebruiken. Ik heb vals moeten spelen door ze zo hoog mogelijk
uit te rekken om het gewenste perspectief en diepte te
bekomen."
Over vogels en paarden: "Toen Yann
me dit verhaal voorstelde, door me te zeggen dat het tijd
werd dat ik het heroic fantasygenre achter me liet, wist
ik dat we de richting uitgingen van een heel naturalistische
omgeving. Dat is voor mij verbonden met de romantiek.
Maar ik had me niet verwacht aan het tekenen van zoveel
vogels. Ik hoop dat we in deel twee ook eens een vosje
kunnen afbeelden. Het is ook de eerste keer dat ik paarden
moest tekenen. Men had me er voor gewaarschuwd, die zijn
moeilijk. Heel moeilijk! Bekijk de mijne niet van te dichtbij..." |
|
|