Onderstaande
bijdrage van Jean-Pierre Fuéri
verscheen eerder in het Franse stripmaandblad Casemate
nummer 130 van november 2019.
|
Peter
van Dongen over de tekenstijl: "Teun en
ik delen het werk, elk 27 pagina's.* Als kind las en hield
ik van enkele Blake en Mortimers, meer bepaald
Het Mysterie van de Grote Piramide, maar ik las
liever Kuifje van Hergé en Suske en
Wiske van Willy Vandersteen. Ik heb de uiteindelijke
bladschikking bepaald van het eerste deel en met Teun
heb ik de bladschikking van deel 2 uitgewerkt. We volgen
de tekst van Yves Sente door ons te baseren op de bladschikking
van Het Mysterie van de Grote Piramide. We moesten
een tekenstijl kiezen, wetende dat Jacobs zijn stijl voor
bijna elk album veranderde. Onze tekenstijl situeert zich
tussen Het Geheim van de Zwaardvis en Het
Mysterie van de Grote Piramide met een benadering
van Het Mysterie van de Grote Piramide met een
heel klare lijn, de stijl die we zelf verkiezen."
Peter van Dongen over problemen: "Ik
werk met Het Mysterie van de Grote Piramide
op mijn tekentafel. Als ik een probleem heb, duik ik terug
in het werk van de meester. Het gebeurt weleens dat ik
me laat inspireren. Waarom zou je het wiel opnieuw uitvinden?
Het is aan de lezers om dat uit te zoeken. De planten
in de eerste prenten hebben me niet veel grote problemen
opgeleverd, in tegenstelling tot de hoge prent onderaan
waaraan ik veel tijd heb gespendeerd."
Peter van Dongen over een reconstructie: "Voor
de reconstructie van Hongkong uit 1949 gebruikten we Google,
YouTube en boeken die Sente ons bezorgde. En we deden
ons best! We zullen eventuele fouten verbeteren bij een
herdruk."
Peter van Dongen over een aangename Olrik:
"Mortimer is de makkelijkste om te tekenen. Misschien
door zijn baard. Blake is delicater, ik weet niet waarom.
In Het Mysterie van de Grote Piramide ziet hij
er anders uit van de ene op de andere pagina. De meest
aangename om te tekenen is ontegensprekelijk slechterik
Olrik!"
*Peter Van Dongen tekende de pagina's
3, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 18, 19, 24, 25,
26, 27, 30, 31, 33, 35, 44, 45, 46, 47, 48 49 en hij verzorgde
de complete inkleuring.
Teun Berserik tekende de pagina's 4, 5, 16, 17, 20,
21, 22, 23, 28, 29, 32, 34, 36, 37 38, 39, 40, 41, 42,
43, 50, 51, 52, 53, 54, 55, 56.
|
Peter
van Dongen over vrijheid: "Het staat me
vrij om prenten toe te voegen als ik dat nodig vind. Ik
moest ook de prenten 9 en 10 uitvinden om beter de actie
te tekenen die in prent 8 wordt voorzien. Op pagina 19
heb ik de twee laatste prenten omgewisseld. De prent met
de draak leek me een betere cliffhanger."
Peter van Dongen over zijn beste herinnering:
"In het eerste deel moest ik op één
pagina Het Geheim van de Zwaardvis samenvatten
en de aanval op Lhassa tonen. Ik voegde meteen de bom
toe die Blake lanceerde in een typische badschikking van
Jacobs. Die pagina is mijn beste herinnering aan dit tweeluik."
Peter van Dongen over harmonie: "We
werpen een blik op elkaars in potlood getekende pagina's.
Er is altijd iets dat niet werkt en een frisse blik helpt
om een te korte arm op te sporen en alles in harmonie
samen te brengen. Er mag geen van Dongen- of Berserik-toets
zijn, maar wel een tekenstijl die de tekenstijl van Jacobs
benadert."
Peter van Dongen over zijn bijbel: "De
overvloed aan teksten stoort me niet. Daar hou ik van!
Ik plaats ze in potlood en teken in de resterende ruimte.
Eén pagina kost me drie dagen in potlood, anderhalve
dag inkten en een dag inkleuring. Ik teken op het formaat
30 x 40 centimeter. Ik inkt de personages met een fijne
pen. Ik kleur het complete album in met Photoshop. Mijn
bijbel is de oorspronkelijke editie van Het Mysterie
van de Grote Piramide dat zoals Kuifje manueel
werd ingekleurd. Prachtig! Teun tekende de cover van het
eerste deel, ik die van deel 2."
|
Teun
Berserik over mechaniek: "Van kleins af
aan ben ik een fan van oude mechaniek, zeker niet van
moderne techniek, ongetwijfeld omdat mijn grootvader in
de jaren 1930 een garage had. Ik voel me dus op mijn gemak
met de vele toestellen die in dit verhaal voorkomen. Ik
ben geboren in een artistieke familie. Eind jaren 1960
ging ik naar een kunstschool. Helaas was enkel abstracte
kunst in de mode, het was onmogelijk om op deze wereldbol
een plek te vinden waar je realistisch kon leren tekenen
of schilderen. Ik richtte me daarom op het herstellen
en restaureren van vooroorlogse wagens voor ik twaalf
jaar later terug begon te tekenen. Sindsdien heb ik de
stijl van Jacobs aangenomen voor talloze schoolboeken
die ik illustreerde."
Teun Berserik over thee: "Natuurlijk
werk ik met een album van Jacobs binnen handbereik. Af
en toe herbekijk ik de tekenstijl van de meester. Ik raadpleeg
ook Rampokan van Peter, een album in de klare
lijn over Indonesië (inmiddels als integraal herdrukt
bij Dupuis, red.) om me eveneens wat aan te passen aan
zijn stijl. Ik illustreer al vijfendertig jaar schoolboeken
en evolueerde van de klare lijn naar een realistische
tekenstijl. Die souplesse is misschien een antwoord. Ofwel
ligt het aan de thee die we drinken!"
Teun Berserik over Blake: "Ik had
mijn handen vol aan Blake, net zoals Peter. Wij zijn niet
de enigen. Bekijk eens goed pagina 32 van het tweede deel
van Het Mysterie van de Grote Piramide. Vier
prenten, vier verschillende Blakes. Alsof Jacobs niet
wist welke hij moest kiezen. Olrik is veel interessanter!"
|
Teun
Berserik over de Skylantern: "De laatste
uitvinding van Mortimer, de Skylantern, wordt voortgedreven
door twee Pratt & Whitney-motor (die uit overblijfselen
van het leger komen) voor elke propeller. Elk van de twee
drijft in tegengestelde richting een propeller aan.. De
ring rond de onderdelen (een Italiaanse uitvinding van
voor de oorlog) wordt gebruikt voor het besturen. De lange
staart verzekert de stabiliteit, zoals een dobber bij
het vissen. De cockpit van het toestel is zo gebouwd om
zich te kunnen scheiden van de Skylantern en in zijn eentje
te vliegen. Bekijk het aandachtig, de vorm lijkt goed
op de eerste foto's van vliegende schotels. Ik heb deze
vliegende cockpit ook in volle actie in potlood getekend.
Wie weet zien we het misschien terug in een volgend verhaal."
Teun Berserik over het zware einde: "Een
anekdote. Toen we in Brussel kwamen, vroeg Etienne Schréder,
de helpende hand die vaak tekenaars van de reeks te hulp
schiet als ze vertraging hebben opgelopen, ons of we in
goede gezondheid verkeren. We waren verbaasd en hij voegde
er in alle ernst vaderlijk aan toe: 'Want het einde kan
heel zwaar zijn'. We moesten lachen om die verwittiging,
imbecielen als we toen waren."
Teun Berserik over uithuilen: "We
rusten nu even uit voor we, nog steeds op dezelfde manier,
het volgende album van Blake en Mortimer, geschreven
door Jean Van Hamme, aanpakken. Zijn uitspraak dat het
volgens hem zijn beste scenario is, zet een beetje meer
druk op ons. We troosten ons met de gedachte dat het voordeel
van werken als duo is dat we bij elkaar kunnen uithuilen.
De voorziene release is november 2021." |