Sylvain
Vallée over Katanga 3 |
|
|
Onderstaande
bijdrage van Sonia Déchamps verscheen
eerder in het Franse stripmaandblad Casemate
nummer 122 van februari/maart 2019.
|
Over
grotere ruimtes: "Na Er Was Eens en
XIII Mystery wou ik weg van de kantoren, obscure
straatjes van Parijs en de verstikkende jungles. Dankzij
Katanga kon ik grotere ruimtes tekenen. Als ik
voor een verhaal kies, ga ik tot de bodem van mijn persoonlijke,
vormelijke voorkeuren. Over het algemeen waarderen scenaristen
dat."
Over knipoogjes: "Charlie en Cantor
bereiden hun hinderlaag voor Orsini voor. Knipoogje naar
oorlogsfilms en westerns. Het zit allemaal een beetje
in Katanga. Het aan de lezer om te raden naar
welke film ik op deze pagina refereer. Dat spelletje amuseert
Fabien (Nury, red.) erg, maar ook de voorspellende dialogen."
Over karikaturen: "Ik heb voor een
karikaturale stijl gekozen voor iedereen, zowel blanken
als zwarten. Het is een deel van onze vragen over de aantrekkelijkheid
van de oorlog, van geweld. Lezers zouden gegêneerd
kunnen worden door sommige gezichten en het daarna niet
meer zijn bij een geweldscène met een ongelofelijke
wreedheid. En omgekeerd. Daar mogen toch vraagtekens bij
gezet worden, hé?"
Over de Schone en het Beest: "Charlie,
die iedereen voortdurend bedriegt, mocht niet mooi zijn.
Dat zou absurd geweest zijn. We kunnen moeilijk geloven
dat een knappe gast zo'n domheden zou begaan. Vandaar
dat hij er een beetje als een foute slappeling uitziet.
Op de volgende pagina zien we zijn zus, de knappe Alicia.
Ik wou een soort Schone en het Beest, wat heel goed werkt
in dit soort verhaal. Charlie benadert de karikatuur en
Alicia het semi-realistische. De andere personages schommelen
tussen de twee."
|
Over
verticale overgang: "Deze pagina mixt de
gekende geschiedenis van Katanga en ons verhaal: het bovenste
gedeelte behandelt de opstand in Albertville als gevolg
van de aanslag op Lumumba en de blanke kolonisators die
in hun hotel vastzitten. Een wagen rijdt langs die gebeurtenissen
met onze hoofdrolspelers erin. Het komt niet vaak voor
dat ik een verticaal prentje als overgangsplaatje gebruik,
maar hier is geen tijdsellips die ik meestal overbreng
via een brede horizontale prent."
Over handelsmerk: "Orsini vertelt
Alicia dat hij de brief heeft die ze naar de Verenigde
Naties wil sturen. Emotionele sequentie. Alicia ontdekt
dat zijn verraad is mislukt. De close-ups zijn een soort
handelsmerk. Ik laat mijn personages graag spelen en zo
juist mogelijk hun expressies treffen. Hier is Alicia
half verrast te zien, want ze kent Orsini goed. Maar ze
verwachtte niet dat hij die joker zou uitspelen."
Over uiterlijkheden: "In strips
hebben we weinig tijd om een personage te definiëren.
Het zou dus handig zijn om je te bedienen van het collectieve
bewustzijn van de lezers over sommige uiterlijkheden.
Een molliger figuur met een dikke neus komt vaak sympathieker
over dan een heel droog personage. Met dat soort systeem
kan je heel snel een personage treffen. Je kan daarbij
veel tijd winnen. Orsini zag ik niet als te dik. Soms
kan je met die codes de lezer op het verkeerde been zetten.
Zoals met Charlie. Op het verkeerde been zetten, maar
hem of haar niet compleet verliezen…"
Over opmerkingen: "Visueel is Katanga
nagenoeg volledig mijn werk, de covers incluis. Fabien
maakt twee of drie opmerkingen per album. We hebben via
zes delen van Er Was Eens leren werken met elkaar."
|
Over
grenzen: "Omdat Orsini het niet verdient
gespaard te worden, laat Alicia zich gaan en geeft ze
in enkele woorden een helder beeld van hem en wat hij
voorstelt. Fabien heeft op het laatste moment nog de volgende
woorden over hem weggelaten: 'Hij zaait graag verschrikkingen
om daar profijt uit te halen'. Hij vond dat er zelfs in
cynische omschrijvingen een grens is."
Over overdrijven: "Ik besef meer
en meer dat ik een tekenaar ben die overdrijft en het
acteerspel van de personages soms overmatig aanzet. Voor
de situaties heb ik daarentegen een heel realistische
visie, zoals bij die brandscène. Ik had enorm veel
vlammen kunnen tekenen. Dat is een typisch val waarin
je kan lopen door de grote prent in het midden van de
pagina. Maar ik heb me ver van de realiteit gehouden:
de brandhaarden in de stad zijn intens, maar ver en het
gaat niet om één grote brand."
Over ritme: "Dit is een typisch
grafische bladschikking. Alles steunt op het ritme. Ik
gebruik meerdere prenten om Cantor in close-ups de tijd
te geven zijn geweer te nemen en te richten. Het is een
rustmoment na het gesprek ervoor en het is een voorbereiding
op de versnelling die eraan staat te komen. Het einde
van de plaat gaat aan de verdere afloop van het verhaal
vooraf. We nemen dus de tijd om de lezer voor te bereiden
en zijn of haar hartslag te laten dalen."
Over documentatie: "Documentatie
voedt, maar mag geen verplichting inhouden. Je moet je
ervan bevrijden. Het draagt meer bij aan het uitspelen
van de emoties en de menselijke relaties dan het grafisch
beschrijven van de decors."
|
Over
de eindscène: "De eindscène
vond ik ondanks de uitgesponnen lengte erg amusant om
te maken. Ik heb trouwens twee pagina's aan het album
toegevoegd om het goed op te bouwen. In verhalen met huurlingen
en overvallen komen de inzet en de motivatie vaak tijdens
het voorbereiden naar boven."
Over de diamanten: "De belangrijkste
personages zijn verzameld op het tarmac dat baadt in een
oranje, vreemde sfeer. Alles ontplooit zich rond die zakken
met diamanten die op de motorkap van de jeep staan. Ze
zijn het onderwerp van alle hebzucht, verlicht door de
brand van het vliegtuig. Precies wat ik nodig had voor
de dramaturgie van de eindscène."
Over de kleuren: "Ik stuur inkleurder
Jean Bastide de geïnkte platen met indicaties voor
de vertelling, het weer, de richting van het licht,...
De kleurkeuze is de zaak van de inkleurder, zolang het
niet strijdig is met de bedoelingen van het verhaal. In
de laatste prent staan slechts twee personages om de verrassing
te suggereren, de emotie van de hoofdrolspelers weer te
geven en voor een impact op de lezer te zorgen. Het moet
zin doen krijgen om de pagina om te slaan."
Over spectrum: "We wilden de lezer
meenemen in een relatief ongemakkelijk verhaal en hem
of haar ook vragen doen stellen over wat hij of zij leest
en hem/haar na te laten denken over de realiteit die nog
erger was. Bij een heel vermakelijke, plezierige lezing
zal hij of zij zich geen vragen stellen. Ik verhul het
geweld in Katanga niet veel, in tegenstelling
tot wat het ietwat ronde, semi-realistische en karikaturale
van de tekenstijl op het eerste gezicht laat uitschijnen.
Die tekenstijl laat een groot spectrum aan toonaarden
en emoties toe, van de lach tot de wansmaak." |
Sylvain
Vallée over Er Was Eens 6 |
|
|
Onderstaande
bijdrage van Damien Perez verscheen
eerder in het Franse stripmaandblad Casemate
nummer 52 van oktober 2012. |
|
Over
de kandelaar: "De kandelaar met de zeven
armen komt in verschillende scènes voor. Het is
het symbool van Josephs verloochening van zijn jodendom
en het conflict met Eva. Door er de focus op te leggen,
herinneren we de lezers aan die beruchte scènes
en laten we hen opnieuw denken aan de afwijzing, het centrale
gegeven in de relaties tussen Joseph en zijn dochters.
De tekstloze prenten zijn van belang in een serie waarin
de ritmevariaties essentieel zijn om emoties over te brengen.
We vroegen twee extra pagina's om sommige scènes
die een tekstloze vertelling op één pagina
vereisen beter te kunnen ontwikkelen."
Over verticale close-ups: "De close-ups
in de prenten 6 tot 8 zijn een van de kenmerken van de
serie. Ze geven een onmiddellijk begrip van de gevoelens
weer en ze accentueren het drama. Mijn grootste voldoening
bestaat erin de emoties van de personages goed over te
brengen. Ook al vergt dat soms meerdere voorstudies! Door
de verticale kaders kan je verstilde momenten sneller
afwisselen."
Over het verouderingsproces: "Ik
wist dat ik de personages ouder moest tekenen. Foto's
van Joseph hebben me geholpen. Ik heb er die dateren uit
de jaren 1940 en 1950 en zelfs enkele foto's van zijn
hongerstaking in 1960! De lezer moet doorheen de serie
een evolutie aanvoelen zonder grote overgangen. Vandaar
het idee om hem in de gevangenis gel voor zijn haren te
laten gebruiken (een gewoonte onder bajesklanten), zijn
dubbele kin geleidelijk aan te accentueren of vanaf een
bepaald moment rimpels rond zijn neus te tekenen, enzovoort.
Idem voor alle andere personages."
|
Over
verbaal en fysiek geweld: "Een tafereel
dat zich binnenskamers afspeelt, bijna theatraal, als
in een drama van William Shakespeare. We concentreren
ons op het verbale geweld waarbij het decor wordt afgezwakt
om opnieuw te verschijnen wanneer het geweld fysiek wordt.
Geen van de personages mocht uit het blikveld van de lezer
verdwijnen, ze zijn allen getuige van het geweld tussen
vader en dochter waar hij de dupe van wordt."
Over betrokkenheid: "Een van de
weinige keren dat ik een onomatopee gebruik. De strip
is mijn favoriete kunstvorm, maar mijn wens bestaat erin
de lezer te doen vergeten dat hij pagina's van een album
moet omslaan. Ik wil dat hij betrokken wordt bij de gebeurtenissen.
Vandaar mijn gewoonte om stripregeltjes toe te passen
die soms truukjes zijn of sluipwegen om het beter te doen
begrijpen of om de emoties kunstmatig te benadrukken.
De kadrage van de laatste prent en zelfs de vorm van de
glasscherven richten het oog naar de politiemannen. Dat
heet de compositie van een beeld. Het is natuurlijk, maar
beredeneerd voor elke prent in functie van de gebeurtenissen."
Over passie: "Fabien (Nury,
red.) en ik hebben met veel emotie afscheid genomen
van die 'goede mijnheer Joseph' en we hopen dat dit ook
het geval is voor onze lezers. Ik deel de mening van Fabien.
Het is moeilijk om zo'n personage volledig te doorgronden.
Moet je Joseph beoordelen op moreel vlak? Emotioneel vlak?
Historisch vlak? Hoe dan ook houden we van ons fictief
personage, anders zouden we niet zo graag met passie dit
verhaal verteld hebben. Ons gevoel is natuurlijk niet
hetzelfde voor de echte Joanovici."
Over
de afwijzing: "De afgewezen Joseph draagt
het gewicht van de schande, van de pijn en kruipt terug
in zijn hoek zoals een overwonnen bokser. Het is dus logisch
dat we zijn gezicht niet zien. Hij vertrekt voorgoed en
keert zijn rug naar zijn dochters toe."
Over hoedjes en sjaaltjes: "Wanneer
Lucie zich sterk opstelt, heb ik de neiging om haar eleganter
te maken, verleidelijker en door haar dus een hoed te
laten dragen. Wanneer ze zwak staat, geef ik haar een
sjaaltje. Het is meer een kwestie van aanvoelen dan berekend."
Over striptaal: "Thérèse
is een kopie van Eva, haar moeder. Zij incarneert de voortzetting
van de familievloek van Joseph en dat moet overkomen in
de tekeningen. Ik speel met het uiterlijk van onze personages
om hun natuur te suggereren, de gevoelens die ze uitlokken
te steunen, of hen op valse sporen te brengen. Dat maakt
deel uit van de striptaal. De aanwezigheid van Hélène
op de voorgrond van prent 5 accentueert het lichte kikvorsperspectief
en brengt de plaat met zijn voorgronden links en rechts
in evenwicht. De lezer zal haar niet vergeten. De afwezigheid
van het decor versterkt de emoties. Ik wilde geloofwaardig
en correct blijven, niet door emoties te overdrijven."
Over weerstand: "Fabien, ikzelf
en onze uitgever wisten dat ons onderwerp een waar potentieel
had, maar ik had nooit de omvang van het succes verwacht!
We lanceerden een zesdelige reeks waar we zes jaar over
zouden doen, gemaakt door twee auteurs, in plaats van
dikke one-shots en series met meerdere auteurs om de albums
op korte termijn te laten verschijnen. Het publiek lijkt
toch nog gevoelig te zijn voor sommige beloftes over de
kwaliteit. Op voorwaarde dat ze gerespecteerd worden.
Je moet weten te weerstaan aan trends en aan slechte gewoonten." |
Sylvain
Vallée en Fabien Nury
over Er Was Eens 4 |
|
|
Onderstaande
bijdrage van Bertrand Dicale verscheen
eerder in het Franse stripmaandblad Casemate
nummer 31 van november 2010. |
|
Fabien
Nury over de ogen: "De lezer ontdekt de
Duitse barricade door de ogen van Joanivici. Je zou de
spanning die dat in hem teweegbrengt gewaar kunnen worden."
Sylvain Vallée over de kadrage: "De
kadrage door de voorruit met de handen op het stuur is
interessanter dan de zandzakjes, de uniformen, de wapens,
de documentatiereferenties naar het verleden."
Fabien Nury over het standpunt: "Het
scenario staat vol met 'gezien door de ogen van' terwijl
het decor zelden omschreven staat. Maar het standpunt
in een scène is voor ons dikwijls van meer belang
dan wat er allemala te zien is."
Sylvain Vallée over authenticiteit: "Ik
heb geen authentieke kaart gevonden van de Franse Gestapo.
Het essentiële bestond erin om de geest van dit soort
kaart uit die tijd te vinden en dat het geloofwaardig
oogt. Als je iets niet vindt, bedenk je het op basis van
verschillende bestaande authentieke documenten. Ik heb
me gebaseerd op meerdere politiekaarten uit die tijd.
Maar de geloofwaardigheid zit 'm vooral in de reactie
van de Duitse soldaat!"
Sylvain Vallée over documentatie: "Documentatie
is nodig, maar drijf het niet te ver of anders heb je
voor elke lijn die je trekt deze of gene foto nodig. Documentatie
is onvermijdelijk want een Traction Avant teken je niet
zomaar uit het blote hoofd. Maar je moet het tijdig aan
de kant kunnen leggen om de tijdsgeest te begrijpen. Op
prent 5 bijvoorbeeld had ik geen vogelperspectief van
een Traction. Ik heb het dan maar samengesteld op basis
van verschillende foto's. Als ik te trouw blijf aan een
foto, loop ik het risico om de personages te stijf te
maken want ik zou trouwer bijven aan de fysionomie dan
aan de intentie van het moment."
|
Fabien
Nury over de ironie: "De beruchte wapens
van het verzet zijn verborgen in een bezet gebouw van
de nazi's! Dit deel barst van dergelijke ironische situaties."
Sylvain Vallée over de nadenkende toeschouwer:
"Hij drijft me meer de richting uit van
een verteller dan van een tekenaar. Alles is gericht op
actie en emotie. Een prent dat vol staat met historische
elementen genereert vaak een weerspiegeling van het beeld.
Je staat hier niet zozeer met het personage in het ritme
van het verhaal, maar wel als een toeschouwer die nadenkt
over de stijl en het beeld."
Fabien Nury over het collectief geheugen: "De
teklening suggereert en de lezer vult de rest in met zijn
visuele kennis over het tijdperk. We gaan ervanuit dat
de lezers films, tv-films, documentaires of foto's hebben
gezien over de periode... Dit verhaal doet een beroep
op hun verbeelding en hun collectieve geheugen. We tonen
hen dat niet alles is zoals de beelden die ze van de stad
Épinal hebben gezien."
Sylvain Vallée over de voorsprong: "Joanovici
is de anderen altijd een straatlengte voor. Terwijl de
anderen de overwinning vieren, denkt hij al aan hoe hij
de komst van de Amerikanen zal opvangen."
Fabien Nury over de tijdspanne: "De
twee laatste prenten vertellen ons dat er nog veel lekken
zijn waar men over weet zelfs al zijn de getuigen geëxecuteerd.
Hij weet dat het spel nog niet is gespeeld. In dit album,
en vooral op deze pagina's, gaat alles wat zich maand
na maand afspeelt vooraf aan wat er zich dag na dag en
zelfs uur na uur afspeelt. Het album speelt zich over
een periode van ongeveer twee maanden af terwijl de delen
2 en 3 een tijdspanne van twee jaar hebben."
|
Fabien
Nury over de climax: "Een lied kan een andere
betekenis hebben door het moment of de plaats waar het
wordt gezongen. Hier kan je de Marseillaise begrijpen
op het eerste niveau. Bij welke periode in onze geschiedenis
kon de strofe 'Contre nous de la tyrannie, l'étendard
sanglant est levé' (Wij tegen de tirannie,
we heffen de bebloede standaard) nog meer waar zijn? En
wat die 'féroces soldats' (meedogenloze
soldaten) betreft, wel, daar staan ze. Op dezelfde manier
als wat er tevoren met de monniken en de abt gebeurde,
creëen de twee personages met hun lied een spiegeleffect:
het is dankzij hen dat we de sombere, egoïstische
en duivelse kant van Joanovici zien. Op de vorige pagina
merk je dat hij aan iets denkt, en dat is aan het lot
van de geofferden, zij die niet doen wat ze moeten doen
om te overleven. Het dubbelspel van Joseph Joanovici vindt
hier zijn climax."
Fabien Nury over het patriottisme: "Is
dit nu een patriottisch verhaal? Die vraag stellen we
niet. Dat is veeleer een kwestie van aanvoelen en instinct:
nu ze een graf hebben gegraven, nemen de twee mannen elkaars
hand en de sodaten vragen naar hun laatste woorden. Eenvoudige
mensen drukken dikwijls hun emoties uit via gezang en
de Marseillaise is emotioneel heel sterk. Dat leek ons
een onbezonnen evidentie."
Fabien Nury over het schot te veel: "De
officier brult: hij kan het lied niet aanhoren. En hier
zit iets vernieuwends in de bladschikking van Sylvain.
Ik beging de fout om in het scenario van deze plaat een
BLAM te zettn bij een tweede schot. Maar dat heeft hij
gewist. We weten wat er zal gebeuren, het is niet nodig
dat te laten zien. Het vervolg van het gezang op de volgende
pagina drukt het falen van de nazi's uit om hen het stilzwijgen
op te leggen."
|
Sylvain
Vallée over de manier van vertellen: "Een
andere, meer klassieke manier van vertellen, zien we hier.
Hier moet de moed van het verzet voelbaar zijn. Hun vastberadenheid
spreekt uit de piramide die ze vormen in prent 3. De rest
van de plaat bestaat uit een opeenvolging van hevige acties
die eindigt in een mislukking."
Fabien Nury over de soundtrack: "In
een film zou dit een muzikale omlijsting kennen. Nu hebben
we eens een tekst van een lied die we kunnen gebruiken
voor een soundtrack. Het verhaal is op gang, een groep
zet zich in beweging. Maar zoals altijd is er een prent
die Joseph Joanovici tegenover een collectieve beweging
zet."
Fabien Nury over de armband: "Nee,
hij vergat zijn armband niet aan te trekken, maar hij
is geïsoleerd, hij ziet ze passeren. Hij bevindt
zich in de situatie dat hij heel wat verdiensten voor
dit alles kreeg, maar hoe dan ook is hij ongerust."
Sylvain Vallée over de trommels: "Het
lied stopt in prent 6, het roffelen van de trommels die
er normaal gezien op volgt, blijft afwezig in de laatste
prent."
Fabien Nury over de ernst van de realiteit: "We
zijn oneindig veel meer verknocht aan dit verhaal dan
vijf jaar geleden. Hoe meer we eraan werken, hoe meer
het ons raakt. Ik was onlangs overmand door emoties nadat
ik de moord op de jonge Scaffa herbeleefde. Dat zou ik
me nooit eerder hebben kunnen voorstellen. Het moment
dat ik dit verhaal te weten kwam, was hij maar een dode
temidden de anderen. In de loop van de jaren is hij integendeel
een echte dode geworden, in die mate zelfs dat we de ernst
van de realiteit nog meer beseften. Dit verhaal is niet
alleen een basis om ermee te spelen, het is gewoon realiteit.
Daarom raakt het ons meer en meer." |
|