Alle
bijdragen van Steve Van Bael aan de
rubriek De Commentator
bundelen we op deze pagina.
Klik verder naar de volgende onderwerpen:
• 12/05/2018
Steve Van Bael over Baba Yega 1
• 14/08/2010 Voor
Figaro 5 trok Steve Van Bael op location
hunting in Brugge, Parijs, Brussel, Griekenland
en het virtuele Rome voor het verzamelen van documentatie
waar hij duizenden foto's nam. Over een gesloten kerkhof
in Parijs en een poging om het lijk van een Griekse
heilige te fotograferen wijdt hij verder uit.
Over
de oorsprong van het project: "Dat is al
even geleden, twee jaar om precies te zijn. Tijdens hun
deelname aan Belgium's Got Talent vond ik hun
optreden zo geweldig, dat ik meteen een Baba Yega had
getekend en gepost op hun Facebookpagina. Ik kreeg daar
meteen reactie op vanuit het Baba-team om eens rond de
tafel te gaan zitten. Een paar weken later hadden we een
afspraak in Antwerpen en werd de vraag gesteld of het
mogelijk was om een stripverhaal rond Baba Yega te maken.
Ik was meteen gewonnen voor het idee. Door allerlei
omstandigheden heeft het nog tweejaar geduurd voor
ik groen licht kreeg met de strip van start te kunnen
gaan."
Over het scenario: "Zoals je wellicht
weet, is er onlangs een film uitgekomen van Baba Yega.
De vraag naar mij toe was een strip te maken van de film.
Ik zou dus verder werken op een scenario dat al klaar
lag. Vanaf dan is alles heel snel gegaan. Want de strip
moest twee weken na de release van de film uitkomen.
Zonder te weten hoe de acteurs in de film eruit zouden
zien of hoe de decors en het ruimteschip er zouden uitzien,
was ik al meteen aan de slag gegaan om de deadline te
halen. Maar tijdens het schrijfproces naar een afgeleide
van het filmscript vroeg men mij om toch voor een origineel,
zelf geschreven verhaal te gaan. Dit was niet mogelijk,
want dan zou ik de deadline niet halen. Daardoor heb ik
het begin van de film wat gevolgd, maar halverwege ben
ik een andere kant opgegaan met een totaal ander einde.
Ook heb ik de scènes door elkaar gehaald. Mijn
begin van de strip is bijvoorbeeld een scène midden
in de film. Het was ook niet evident om een filmscript
van negentig minuten om te vormen tot een leestrip van
veertig pagina's. Ik heb met andere woorden veel geschrapt
tot uiteindelijk de grappigste momenten en avontuur van
het verhaal overbleven. De rode draad van het verhaal,
een doof meisje dat een getalenteerde muzikante was, heb
ik wel behouden. De personages in het stripalbum zijn
dus ook niet getekend naar de personages uit de film,
maar ze zijn wel op hen gebaseerd. Zo is bijvoorbeeld
hoofdpersonage Alima ook donker getint zoals in de film."
Over dialect: "De frituuruitbaatster
spreekt inderdaad dialect. Ik heb verschillende dialecten
behouden vanuit de film, maar niet alles. Het was ook
even afwachten of de uitgever het wel oké zou vinden,
want het verhaal is echt voor kids en de jeugd. De uitgever
heeft er groen licht voor gegeven omdat het paste bij
het personage."
Over actie: "Er komt weinig tot
geen actie in de strip voor, ook niet in de film. Zowel
de film als de strip moet het meer hebben van het avontuurlijke
en van de grappige scènes. Er zat één
bepaalde actiescène in, de achtervolging met de
Baba-mobiel, die ik meer actie had gegeven in de strip.
Maar uiteindelijk heb ik die scène geschrapt omdat
het wat haaks stond op de rest van het gefilterde verhaal
dat ik had geschreven voor de strip. Ik vond dat wel jammer,
want het was een leuke actiescène, maar het klopte
niet met hele verhaal. Dus heb ik de methode kill
your darlings toegepast. Voor het tweede album van
Baba Yega, dat ik volledig zelf zal schrijven, heb
ik wel meer actie voorzien, omdat ik dat graag tekenen
en ik meestal ook zo schrijf. Ik voorzie altijd wat actie
in mijn verhalen..."
COMMENTAAR
BIJ PAGINA 12
Over
techniek: "Ik weet niet of ik een eigen
techniek heb. Ik doe eigenlijk gewoon maar wat in mij
opkomt. Ik heb ook nooit echt een stripopleiding genoten.
Ik teken al vanaf mijn drie jaar en keek toen vooral naar
de prentjes in de Jommeke-strips. Ik kijk en
observeer altijd. Ook als ik weg ga of zo, kijk ik altijd
aandachtig naar alles en neem dat in mij op. Toen ik in
het vierde jaar reclame en publiciteit zat, zei de tekenjuf
eens tegen mij: 'Jij hebt een fotografisch geheugen. Ik
begreep dat toen niet zo goed. Toen hebben we eens een
test gedaan. We zijn toen gaan wandelen in de stad en
bij terugkomst moest ik een gebouw natekenen uit de stad.
Blijkbaar had ik dat toen vlekkeloos nagetekend uit het
hoofd. Grappig eigenlijk. Soms zeggen mensen mij ook:
'Steve, je bent weer aan het dromen...' Maar dat is niet
zo, ik ben dan bepaalde dingen in de omgeving aan het
waarnemen waarvan ik dan denk dat ik dat later kan gebruiken
voor het tekenen in mijn strips. Voor het ruimteschip
in de strip heb ik ook geen documentatie gebruikt. In
het script stond dat het een soort piramide is. Daarmee
ben ik aan de slag gegaan, met bepaalde dingen in mijn
geheugen die ik ooit in een film of zo heb gezien. Bewust
en onbewust, snap je? Uiteraard heb ik in de loop van
de jaren ook een uitgebreid archief met documentatie aangelegd,
maar ik gebruik daar minder en minder van."
Over het ambacht: "Ik ga de laatste
jaren steeds meer terug naar de basis! Tekenen vanuit
je fantasie! Tekenen wat je voelt en voor ogen ziet. Ook
met het tekenen zelf is dat bij mij zo. Ik WEIGER te tekenen
met de computer. Ik blijf tekenen op mijn papier met pennetjes,
inkt, enzovoort. Zo werk en teken ik het beste. Er zijn
veel collega's die nu tekenen met de pc, maar je voelt
dat. Het leven is vaak uit de tekeningen, zonder afbreuk
te willen doen aan iemand. Het probleem is vaak het volgende:
je moet eigenlijk al een verdomd goede tekenaar zijn om
met de computer te tekenen, inkten. Waarom? Omdat er velen
bij zijn die denken dat de computer in hun plaats tekent.
En dan voel je meteen die kille, te rechte, te cleane
lijnen. Al het leven en ziel is dan uit de tekeningen.
Als je een goede tekenaar bent, vallen die dingen niet
op, zoals bijvoorbeeld bij William die Sisters
tekent of dichter bij huis Charel Cambré die Amoras
tekent, enzovoort. Bij hen voel je niet dat het met de
computer geïnkt is. Die strips blijven leven... Zo
inkt ik ook al een tijdje voor Charel de strips van Filip
en Mathilde en Robbedoes Special. Wel, zijn
potloodtekeningen worden voor mij geprint op het beste
tekenpapier in een blauwdruk (tegenwoordig rood) en dan
begin ik te inkten met mijn pennetjes en inkt... Heerlijk!
Ik inkt dan ook heel graag!"
Over de inkleuring: "Die hebben
we heel simpel gehouden. Ik wou een inkleuring zoals Jommeke,
Bollie en Bilie, heel simpel zonder te veel tralala
en schaduwen. Maar aangezien de eerste vijftien pagina's
een nachtscène zijn, met de intro van het ruimteschip
en zo, konden we niet anders dan toch een beetje effecten
te gebruiken. Mijn inkleurster Kyànna heeft dat
heel subtiel en goed gedaan. Zij weet precies wat ik wil.
Zij heeft nogal verschillende strips voor mij ingekleurd,
vandaar."
Over Iris en andere knipogen: "Haha!
Op de beeldschermen in het ruimteschip zit inderdaad een
cameo van Iris, mijn andere stripheldin. Ik vind dat wel
leuk, zo hier en daar een paar knipoogjes en verborgen
boodschappen plaatsen. Ik heb dat al in al mijn albums
gedaan. Vaak heel subtiel. Maar er zitten echt wel redelijk
wat knipoogjes in elk van mijn albums. Ook in de albums
waaraan ik heb meegewerkt voor anderen."
Over herhaling: "Ik moest natuurlijk
telkens vijf Baba Yega's tekenen. Tja, daar heb ik ook
even aan zitten denken. Ik moest ervoor zorgen dat het
niet te saai overkwam. In de strip moest ook duidelijk
zijn dat de Baba's toch verschillend waren, want bijvoorbeeld
in de scène in de winkel deden ze telkens iets
anders. Daarom kwam ik op het idee om subtiel de kleuren
van hun schoenen een andere kleurtje te geven, het onderste
streepje zeg maar. Zo kon men verschil uitmaken wie welke
Baba was. En ik heb de personages ook zoveel mogelijk
laten bewegen. Op deze plaat heb ik ook een decor klakkeloos
herhaald. Ik wou hier vooral eenvoudig aantonen hoe de
capsules open ingen waarin de Baba's sliepen. Mocht ik
daar een ander shot voor gebruikt hebben of een ander
uitgangspunt in beeld gebracht hebben, zou het niet duidelijk
genoeg overgekomen zijn. In hield in het oog dat het verhaal
voor kinderen is en het niet te ingewikkeld in beeld moet
overkomen. Het voordeel was hier ook dat ik een beetje
tijd kon winnen, want ik heb dat niet helemaal opnieuw
getekend, maar gewoon geknipt en geplakt en een beetje
wolkjes bijgetekend. Info uit de interne keuken."
COMMENTAAR
BIJ PAGINA 13
Over
inmenging: "Het management, de uitgeverij,
de filmmakers hebben mij allemaal heel vrij gelaten. De
eerste versie die ik heb geschreven, is ongewijzigd gebleven,
op enkele tekstuele foutjes na. En daar ben ik blij om,
want als er zich te veel mensen bemoeien, is dat vaak
niet goed en komt de samenhang op d ehelling te staan.
Dat voel je soms bij films. Het was ook heel prettig samenwerken
met Tine De Betue van Ballon Media. Op zeer korte tijd
voelden wij elkaar heel snel aan tijdens de samenwerking
van de strip. Zij volgde alles op voor mij tijdens het
tekenproces. Zo zouden er meer uitgevers moeten zijn.
Ik had namelijk ook zéér weinig tijd gekregen
om deze strip te maken. Geen enkele keer heeft zij mij
onder druk gezet. Eigenlijk heeft dat bij mij zelfs een
averechts effect. Wij hebben samen allemaal hard gewerkt
aan dit album en zijn zeer blij met het eindresultaat."
Over de Baba Yega's: "'t Zijn vreemde
wezens, he! De Baba's moeten vooral kindvriendelijk overkomen
en blijven, met af en toe een schelmenstreek, dat mag.
We hebben er ook nog niet alles van gezien, geloof mij
maar!"
Over de maskers: "Hoe? Dragen ze
een masker? In elk geval waren hun hoofden het moeilijkste
om te tekenen. Ze hebben namelijk geen wenkbrauwen en
laat dat nu een van de elementen zijn om expressie weer
te geven in een gezicht. Ook hier moesten de hoofden simpel
blijven en vooral kindvriendelijk, niet angstaanjagend.
Ik heb er echt uren aan versleten om tot het eindresultaat
te komen zoals ze in de strip gebruikt werden. Zelfs tijdens
het proces van de strip heb ik op de eerste platen nog
hoofden hertekend omdat ik ze niet goed vond. Hoe simpeler,
hoe moeilijker. Neem nu de hoofdjes van Jommeke of Kuifje,
die zijn aartsmoeilijk om te tekenen! De hoofden van Baba
Yega liggen ook in die lijn. Eén verkeerde lijn
en het is totaal iets anders. Voor het tweede album heb
ik ze nog een klein beetje aangepast zodat het nog beter
klopt."
Over dansen: "Het was onmogelijk
om de Baba's te laten dansen in de strip. Als ze een dansmove/act
zouden doen, zou ik daar al gauw twee à drie platen
moeten aan besteden. En aangezien ik maar veertig pagina's
had om een verhaal te maken, heb ik er doelbewust voor
gekozen er geen dansscènes in te brengen. Maar
je voelt wel dat het dansgegeven aanwezig is. Er wordt
over gepraat en op de achtergrond voel je ook de danselementen.
Er is maar één kleine dansmove en dat is
de scène in de kelder wanneer de Baba contact maakt
met de hoofdpersonages."
Over humor: "De meeste humor uit
de film heb ik behouden voor de strip. Humor is nog altijd
een van de belangrijkste elementen voor leuke (kinder)strips.
Voor de strip heb ik nog extra grappige elementen toegevoegd,
al is dat niet mijn sterkste kant. Maar we zijn erin geslaagd,
zeker als ik de reacties hoor en lees van lezers."
COMMENTAAR
BIJ PAGINA 14
Over
het non-verbale: "Ik herinner me nog toen
ik na het tekenen van het contract naar huis reed en aan
de slag kon met de strip dat ik me de vraag stelde: 'Hoe
moet ik die laten communiceren in de strip?' De oplossing
voor wat eerst een moeilijke opgave bleek, was achteraf
vrij simpel door er extra personages bij te introduceren
die wel spreken, zoals in de film. In de strip had ik
nog een extra troef doordat ik kan werken met onomatopeeën
en getekende tekstballonnen. Ik zou het pas echt een uitdaging
vinden (en zelfs leuk ook) mocht ik er een volledig tekstloos
stripalbum van mogen maken. Maar dan denk ik dat de doelgroep
beperkter zou zijn, niet iedereen zou dat pikken, denk
ik. Al lijkt het mij wel leuk om te doen!"
Over de outfits: "Ze hebben er verschillende,
hé, nog niet opgemerkt? Voor de film hadden ze
ook een andere outfit, met onder andere een omgekeerde
driehoek op hun borst. Persoonlijk had ik liever de blauwe
outfits getekend van de tweede liveshow destijds in Belgium's
Got Talent. Zo had ik ook mijn eerste schetsen en
proefplaten voorgelegd aan de uitgever en het management.
Maar men verkoos liever de outfits uit de film. De blauwe
pakjes waren voor mij een groter voordeel omdat je dan
meer plooien kan tekenen en houdingen beter kan laten
uitkomen. Zeker als er vier of vijf Baba's in één
prentje staan. Met de zwarte pakjes was dat moeilijker
omdat er dan heel veel zwart aan te pas kwam en ik erop
moest letten dat alles nog duidelijk zichtbaar was van
houding, enzovoort. Maar ik volg de beslissing wel om
de pakjes van de film te volgen omdat de strip er een
afgeleide van was. Misschien hebben ze voor het tweede
album wel andere pakjes aan?..."
Over de doelgroep: "Voor de kids
en de jeugd! Zeer zeker! En als ouderen of volwassen zich
er ook mee kunnen amuseren, zoveel te beter."
Over verwachtingen: "De verwachtingen
zijn hoog. En dat moet je altijd hebben als je iets maakt.
Dat is normaal. Anders moet je er niet aan beginnen. Voor
anderhalve man en een paardenkop moet je het niet maken.
Je wil uiteraard dat je werk door zoveel mogelijk mensen
wordt gelezen en gesmaakt. Uiteraard zullen er zowel tegenstanders
als voorstanders zijn. De voorbije dagen is er al hevig
gediscussieerd over de strip op Facebook en zo, maar ik
trek mij dat niet aan. Ik kon het weliswaar niet weerstaan
om er even met mijn eigen eerlijke mening op te reageren
en dan stopt dat bij mij nadat ik mijn hart eens heb gelucht.
Ik vergeet zo'n dingen namelijk vlug. Er zijn ergere dingen
in de wereld. En ik heb mijn handen vol met werk, dus
waarom zou ik mijn energie blijven besteden aan negatieve
commentaren of instellingen..."
Over volgende projecten: "Oei...
Waar wil je dat ik begin? Op het programma staan Baba
Yega 2, een kortverhaal van Iris en Inne, een geschiedkundige
strip in twee delen waar ik nog niet veel over kan zeggen,
een paar reclamecampagnes voor verschillende verkiezingspartijen,
vaste inktopdrachten voor mijn goede vriend en collega
Charel Cambré, enzovoort. Scenarist LeON en ik
zijn samen ook een tweede verhaal van Iris aan
het uitschrijven. We gaan er een nieuwe twist aan geven.
Ook hier zoeken we nog een uitgever voor. Daarnaast zijn
er ook twee andere scenaristen, bekend in de stripwereld,
scenario's voor mij aan het schrijven voor nieuwe tekenprojecten
die we zo snel mogelijk willen voorleggen aan uitgeverijen.
Zelf ben ik ook aan twee nieuwe stripprojecten bezig die
ik wil gaan voorleggen... En finally wil ik absoluut
zo snel mogelijk deel 7 van Figaro klaar hebben.
Ik zit nu aan pagina 29. De reden dat het album nog niet
klaar is, komt doordat lopende opdrachten steeds voorrang
krijgen. En in al die jaren heb ik niet meer stil gezeten...
Maar binnenkort zitten we hiervoor samen om het eindresultaat
zo spoedig mogelijk te bekomen... Dat komt wel in orde.
Kortom, werk genoeg. Al zou ik het ook wel leuk vinden,
mocht een uitgeverij eens aan mij denken om ook eens een
spin-off uit te werken. Ik zal hen zeker niet teleurstellen,
maar dan moet ik wel eerst die kans krijgen."
"Nu
De Duivelsbijbel in de winkelrekken ligt (bekijk
hierboven de trailer), wacht ik vol spanning af hoe de
commentaren gaan zijn. Wordt het album enthousiast onthaald?
Of wordt het met de grond gelijk gemaakt? Natuurlijk hoop
ik op het eerste, maar dat is niet altijd zo evident.
Zoals het ook niet evident is om een 'goed' stripalbum
te maken, onder grote druk.*
* De druk van steeds strenger bekritiserende
recenten, de druk van lezers die jonge reeksen gaan vergelijken
met topreeksen die al jaren bestaan of waar meer dan jaar
aan gewerkt is met of zonder subsidies en aan de grootste
druk, mijn ergste vijand, DE DEADLINE. Het zou zelfs een
leuke titel kunnen zijn voor een stripalbum.
Om een goed stripverhaal te maken, moet je allereerst
zorgen dat je een leuk verhaal schrijft met een sterke
plot. Aan De Duivelsbijbel heb ik langer geschreven
dan normaal. Ik voelde dan ook dat ik een sterk verhaal
aan het neerpennen was en geen rekening had gehouden met
de moeilijkheidsgraad achteraf voor het tekenwerk.
Eenmaal het verhaal volledig geschreven was, kon het tekenwerk
beginnen. Maar tussen het schrijven en het tekenen in
is er voor mij echter nog een heel belangrijke tussenstap.
Namelijk documentatie!
Ik ga héél ver in het zoeken naar documentatie.
Zo ver zelfs, dat ik vaak het vliegtuig neem samen met
mijn fototoestel en vriendin, om naar de locatie ter plaatse
te gaan en foto's te nemen van deze locatie en/of voorwerpen.
Men noemt dat trouwens location hunting. En de
kosten breng ik in bij de boekhouder ;-) Iets wat ik geleerd
heb van mijn grote leermeester, Merho!
Voor De Duivelsbijbel ben ik trouwens afgezakt
naar Brugge, Parijs, Brussel, Griekenland en het virtuele
Rome. Alles bij elkaar heb ik zo'n 4.500 foto's verzameld
voor het album.
Om dan terug te komen op het feit dat het niet altijd
even gemakkelijk is om een stripverhaal te maken en dat
je onderweg naar de deadline toe wat ongemakken of hilarische
momenten meemaakt, wil ik graag twee anekdotes vertellen
over mijn trip naar Griekenland en Parijs. Al de mislukte
kribbels, problemen met dialogen, inktvlekken en paginalay-out
sla ik over.
Eerste anekdote, Parijs
Ik was met mijn vriendin 3 dagen naar Parijs gegaan, putje
winter, voor documentatiefoto's. Parijs speelt dan ook
een grote rol in het album, dus moest alles toch een beetje
kloppen. Op het programma stond het nemen van foto's nemen
van:
- Hotel des Invalides waar het praalgraf van Napoleon
gelegen is.
- Een ondergrondse metro voor een spectaculaire achtervolging.
- Een vervallen zwembad.
- Gare de Lyon.
- De Seine met achtergrond.
- Cimetière du Père-Lachaise, binnen en
buitenkant.
Wel,
bij dat laatste is het behoorlijk de mist in gegaan. Op
de eerste dag stond Père-Lachaise op het programma.
Daar aangekomen, stonden we meteen voor een gesloten poort!
Het was behoorlijk koud en de ontgoocheling was door de
koude nog groter. De reden van de gesloten deur was dat
er nog te veel sneeuw lag op de kasseien en te gevaarlijk
was voor toeschouwers. De volgende dag zou het misschien
open gaan. Met goede moed begon ik als een bezetene foto's
te nemen van de buitenkant en deed de rest van het dagprogramma.
Toch was er even hoop toen de poort plots open ging. Al
was het maar om een begrafeniswagen binnen te laten. Zo
ving ik snel een glimp op van de oprijlaan.
De
volgende dag, na het ontbijt, stonden we weer voor een
gesloten poort. De moed zakte opnieuw in de koude schoenen
en ben verder op zoek gegaan naar de rest van de andere
locaties in Parijs.
De
laatste dag! Ik moest en zou foto's hebben van de binnenkant
van het kerkhof. Want er kwamen wel een aantal scènes
in het album voor. Maar helaas, pindakaas! Voor de derde
dag op rij stonden we samen met een groepje Jim
Morrison-fans,voor een gesloten poort. Wat nu?
Mijn vriendin, die vroeger al eens in Parijs geweest was,
vertelde me over Cimetière du Montparnasse. Er
zat niets anders op dan daar opnames te maken voor het
album. Uit frustratie heb ik er honderden foto's genomen,
zodat ik zeker zou zijn dat ik geen tekort aan foto's
zou hebben. Ik heb er ook een klein bezoekje gebracht
bij het bescheiden graf van Serge Gainsbourg.
Achteraf bekeken zal geen enkele lezer merken dat ik voor
de binnenkant van Père-Lachaise eigenlijk de binnenkant
van Montparnasse heb gebruikt. Die graven lijken allemaal
wel fel op elkaar. Toch had ik graag even de grafsteen
van Jim Morrison, Chopin en Oscar
Wilde aanschouwt...
Tweede anekdote, Griekenland De Duivelsbijbel speelt zich voor een stuk af
in Zakynthos. Een klein eilandje van Griekenland. Daar
moest ik foto's hebben van Marathonissi, ook wel het schildpaddeneiland
genoemd waar de Caretta-caretta schildpadden in grote
getale aanwezig zijn. Ook foto's van de heilige Dionysios,
die begraven ligt in de stad Zakynthos, waren heel belangrijk
voor het album.
Maar wie is die Heilige Dionysios eigenlijk? Wel, op 17
december 1622 stierf Dionysios van ouderdom op Strofades
waar hij werd begraven. Toen zijn lichaam later vrijwel
intact werd opgegraven, werd hij als heilige vereerd.
In 1716 werden de relieken overgebracht naar de Sint-Dionysiuskerk.
Ieder jaar op 24 augustus en op 17 december wordt hij
herdacht. De kist met daarin zijn overblijfselen wordt
dan door de stad van Zakynthos gedragen. Men kust ook
zijn voeten en hij krijgt nieuwe pantoffels. Ze geloven
dat zijn geest op het eiland ronddwaalt, om de zieken
te helpen. Vandaar de nieuwe pantoffeltjes. En weet je
wat merkwaardig is? In 1953 werd Zakynthos getroffen door
een zware aardbeving dat elk gebouw met de grond gelijk
maakte. Op één gebouw na... de kerk waar
de heilige Dionysios begraven lag!
Ik
moest en zou foto's nemen van de kerk waarin hij lag,
maar ook van Dionysios zelf. Geen gemakkelijke opdracht.
Je kan moeilijk binnen stappen en vragen: "Hé,
open die kist even, ik wil een foto van de heilige nemen!"
Maar een van mijn motto's is: “Onmogelijkheid bestaat
niet, dat is een wil om niets te moeten doen!” Dus
zo gezegd, zo gedaan. Na de buitenopnames stapte ik binnen,
vol zelfvertrouwen. Aan de eerste priester die ik er tegenkwam,
stelde ik lachend de vraag; “Mag ik even een 'kijkje'
nemen in de crypte?”
De priester keek me boos en stomverbaasd aan! Was het
nu door de laffe warmte die in de kerk bleef hangen of
door mijn te laat opgemerkte sarcastische vraag toen bleek
dat de priester door het leven ging met slechts één
oog. Het woordje 'kijken' kwam misschien verkeerd over?
Ik dacht er nog aan toe te voegen: "Knijp even een
oogje dicht als ik foto's neem!" Mijn kansen om foto's
te mogen nemen, zag ik in één klap met 95%
dalen.
Tijd voor een tweede poging. Ik vertelde met veel plezier
en enthousiasme wat mijn job was en dat ik de heilige
zou vereren in mijn stripalbum. Op slag leek de priester
honderdtachtig graden gedraaid en zei me dat ik tien minuten
de tijd had om foto's van de crypte te nemen. Maar niet
van de heilige zelf. Oef! De eerste slag was al binnen.
Vervolgens trok ik zo snel als ik kon met mijn fototoestel
in de aanslag naar de crypte. Toen ik net mijn eerste
foto wou nemen, kwam de hoofdpriester de crypte binnen
en vroeg wat ik van plan van. Hij was niet op de hoogte
en kon het niet appreciëren dat ik foto's nam in
de crypte. Dus vertelde ik mijn verhaal opnieuw. Ik kon
nooit geloven dat de hoofdpriester nog enthousiaster klonk
dan de one eyed priest. Hij ging zelfs voor mij
een uitzondering maken. Ik mocht 's avonds terugkomen
om 18.00 uur en mocht foto's nemen van de crypte en van
de heilige himself! En daar stond ik dan, met mijn mond
vol tanden.
Goedgeluimd
verkende ik met mijn vriendin de rest van het eiland met
een gehuurde jeep en reden terug richting hotel voor de
avondlunch. Tot plots om 16.00 uur het eiland geteisterd
werd door onweer. Een onweer dat ik nog maar zelden gezien
had. Felle bliksemschichten gevolgd door hevige donderslagen
die door merg en been gingen, en dat in combinatie met
hevige regenbuien. Een uur later was het onweer nog erger
geworden met een lucht zo zwart als roet!
18.00 uur! Ik was zo woedend dat het onweer naast me verbleekte
als een verschrompelde olijfboom. Een half uur later was
het onweer wat geluwd en waagde ik het met mijn vriendin
om met de jeep door het onweer te rijden. Aangenaam is
anders. Eenmaal aangekomen in Zakynthos renden we tussen
de donderslagen, bliksemschichten en regenbuien door,
richting de kerk en arriveerden we een uurtje later als
twee waterhoentjes in de kerk.
In een imitatie als bliksemschicht snelde ik naar de crypte
die onherroepelijk gesloten bleek te zijn. Dat was de
eerste keer dat ik gevloekt heb in een kerk. Tot plots
de hoofdpriester achter mij stond en mijn vloek plots
een geschenk uit de hemel bleek te zijn. Hij zei me nog
tien minuten te wachten. Om de tijd wat te doorstaan,
tekende ik de wandtapijten na die in de kerk hingen. Toen
mijn tekening net voltooid was, riep de hoofdpriester
ons tot bij hem. We volgden hem tot in de crypte, samen
met twee andere priesters en vijf Italianen. Eenmaal we
allemaal binnen waren, ging de deur achter ons dicht!
Daar stonden we dan, in een piepkleine crypte met vreemde
mensen en een lijk van honderden jaren oud. Van opwinding
begon mijn hart te bonzen als een bezetene. Het felle
onweer had er wellicht ook iets mee te maken.
Opeens begon de hoofdpriester uit een bijbel allerlei
verzen te prevelen terwijl de tweede priester de sarcofaag
met wierrook begon te, euh, bewieroken. De derde priester
had ook een functie. Hij haalde een sleuteltje uit zijn
binnenzak en opende een slot van de sarcofaag, gevolgd
door het tweede slot. Weldra ging de kist open en ik was
razend benieuwd hoe de heilige er zou uitzien. Ik voelde
mijn hartslag al in mijn hals kloppen. En toen gebeurde
het. De derde priester liet een luik van de sarcofaag
zakken waardoor het stoffelijk overschot van de heilige
Dionysios zichtbaar werd. Hij lag veilig achter glas.
Het onweer was op zijn hoogtepunt wat de sfeer alleen
maar enger maakte. De verzen van de priester leken me
net verzen van Satan! Alleen een witte bliksemschicht
op de achtergrond ontbrak nog. Toen ik net mijn fototoestel
wou bovenhalen, gebeurde het. De derde priester bleek
nog over een tweede sleuteltje te beschikken waarmee hij
een ander glazen luikje aan de voeten van de Heilige opende.
Voel je het al komen?
De
eerste Italiaan werd naar voor geroepen. Hij deed zijn
gebed, maakte een kruisteken en kuste pardoes de voeten
van een lijk dat al 388 jaar oud is. Het ging zo maar
door tot al de andere Italianen het voorbeeld van de eerste
gevolgd hadden. En daar stond ik dan, samen met mijn vriendin
voor de sarcofaag, klaar om de voetjes van de heilige
te kussen. Ik zag het niet zitten en duwde met een onopvallende
elleboogstoot mijn vriendin naar voren. Dapper, maar met
schoenen vol lood, zag ik dat ze hetzelfde ritueel volgde
van onze voorgangers. Maar tja, toen was ik nog aan de
beurt. Ik zette mijn verstand op nul en herhaalde het
ritueel. Heel het gedoe had iets weg van een sekte en
ik had nog geen enkele foto genomen. Toen ik klaar was
door de heilige zijn voetjes te kussen, klapte de derde
priester de sarcofaag terug dicht terwijl de hoofdpriester
zijn verzen beëindigde. De Italianen gingen tevreden
naar buiten en ik was nog steeds onder de indruk van het
spektakel met de onderliggende gedachte dat ik geen enkele
foto genomen had. Ik nam me al voor om voorbeelden op
het internet te zoeken over de Dionysios.
Ik
bedankte de hoofdpriester met mijn tekening van de wandtapijten
in de hoop dat ik nog even een glimp kon opvangen van
Dionysios. Als een tevreden klein kind bedankte de priester
mij op zijn beurt en riep de tweede priester terug bij
hem. Hij sprak hem toe en verdween onmiddellijk met de
noorderzon om meteen weer terug te komen met een boek.
De hoofdpriester gaf het mij cadeau. Ik bladerde het boek
even door en al gauw verscheen een glimlach op mijn lippen.
Het boek stond vol beeldmateriaal over de heilige. Missie
geslaagd!
En zo had ik mijn zoektocht naar alle locaties, voorwerpen
en personen beëindigd en kon het tekenwerk beginnen.
Is het leven van een striptekenaar toch niet fantastisch?!"