Alle bijdragen van Steve Van Bael aan de rubriek De Commentator bundelen we op deze pagina.

Klik verder naar de volgende onderwerpen:
12/05/2018 Steve Van Bael over Baba Yega 1
14/08/2010 Voor Figaro 5 trok Steve Van Bael op location hunting in Brugge, Parijs, Brussel, Griekenland en het virtuele Rome voor het verzamelen van documentatie waar hij duizenden foto's nam. Over een gesloten kerkhof in Parijs en een poging om het lijk van een Griekse heilige te fotograferen wijdt hij verder uit.
 
Steve Van Bael over Baba Yega 1
12/05
TOP
Baba Yega 1

COMMENTAAR BIJ PAGINA 11
Baba Yega 1
Over de oorsprong van het project: "Dat is al even geleden, twee jaar om precies te zijn. Tijdens hun deelname aan Belgium's Got Talent vond ik hun optreden zo geweldig, dat ik meteen een Baba Yega had getekend en gepost op hun Facebookpagina. Ik kreeg daar meteen reactie op vanuit het Baba-team om eens rond de tafel te gaan zitten. Een paar weken later hadden we een afspraak in Antwerpen en werd de vraag gesteld of het mogelijk was om een stripverhaal rond Baba Yega te maken. Ik was meteen gewonnen voor het idee. Door allerlei omstandigheden heeft het nog tweejaar geduurd voor ik groen licht kreeg met de strip van start te kunnen gaan."

Over het scenario: "Zoals je wellicht weet, is er onlangs een film uitgekomen van Baba Yega. De vraag naar mij toe was een strip te maken van de film. Ik zou dus verder werken op een scenario dat al klaar lag. Vanaf dan is alles heel snel gegaan. Want de strip moest twee weken na de release van de film uitkomen. Zonder te weten hoe de acteurs in de film eruit zouden zien of hoe de decors en het ruimteschip er zouden uitzien, was ik al meteen aan de slag gegaan om de deadline te halen. Maar tijdens het schrijfproces naar een afgeleide van het filmscript vroeg men mij om toch voor een origineel, zelf geschreven verhaal te gaan. Dit was niet mogelijk, want dan zou ik de deadline niet halen. Daardoor heb ik het begin van de film wat gevolgd, maar halverwege ben ik een andere kant opgegaan met een totaal ander einde. Ook heb ik de scènes door elkaar gehaald. Mijn begin van de strip is bijvoorbeeld een scène midden in de film. Het was ook niet evident om een filmscript van negentig minuten om te vormen tot een leestrip van veertig pagina's. Ik heb met andere woorden veel geschrapt tot uiteindelijk de grappigste momenten en avontuur van het verhaal overbleven. De rode draad van het verhaal, een doof meisje dat een getalenteerde muzikante was, heb ik wel behouden. De personages in het stripalbum zijn dus ook niet getekend naar de personages uit de film, maar ze zijn wel op hen gebaseerd. Zo is bijvoorbeeld hoofdpersonage Alima ook donker getint zoals in de film."

Over dialect: "De frituuruitbaatster spreekt inderdaad dialect. Ik heb verschillende dialecten behouden vanuit de film, maar niet alles. Het was ook even afwachten of de uitgever het wel oké zou vinden, want het verhaal is echt voor kids en de jeugd. De uitgever heeft er groen licht voor gegeven omdat het paste bij het personage."

Over actie: "Er komt weinig tot geen actie in de strip voor, ook niet in de film. Zowel de film als de strip moet het meer hebben van het avontuurlijke en van de grappige scènes. Er zat één bepaalde actiescène in, de achtervolging met de Baba-mobiel, die ik meer actie had gegeven in de strip. Maar uiteindelijk heb ik die scène geschrapt omdat het wat haaks stond op de rest van het gefilterde verhaal dat ik had geschreven voor de strip. Ik vond dat wel jammer, want het was een leuke actiescène, maar het klopte niet met hele verhaal. Dus heb ik de methode kill your darlings toegepast. Voor het tweede album van Baba Yega, dat ik volledig zelf zal schrijven, heb ik wel meer actie voorzien, omdat ik dat graag tekenen en ik meestal ook zo schrijf. Ik voorzie altijd wat actie in mijn verhalen..."


COMMENTAAR BIJ PAGINA 12
Baba Yega 1
Over techniek: "Ik weet niet of ik een eigen techniek heb. Ik doe eigenlijk gewoon maar wat in mij opkomt. Ik heb ook nooit echt een stripopleiding genoten. Ik teken al vanaf mijn drie jaar en keek toen vooral naar de prentjes in de Jommeke-strips. Ik kijk en observeer altijd. Ook als ik weg ga of zo, kijk ik altijd aandachtig naar alles en neem dat in mij op. Toen ik in het vierde jaar reclame en publiciteit zat, zei de tekenjuf eens tegen mij: 'Jij hebt een fotografisch geheugen. Ik begreep dat toen niet zo goed. Toen hebben we eens een test gedaan. We zijn toen gaan wandelen in de stad en bij terugkomst moest ik een gebouw natekenen uit de stad. Blijkbaar had ik dat toen vlekkeloos nagetekend uit het hoofd. Grappig eigenlijk. Soms zeggen mensen mij ook: 'Steve, je bent weer aan het dromen...' Maar dat is niet zo, ik ben dan bepaalde dingen in de omgeving aan het waarnemen waarvan ik dan denk dat ik dat later kan gebruiken voor het tekenen in mijn strips. Voor het ruimteschip in de strip heb ik ook geen documentatie gebruikt. In het script stond dat het een soort piramide is. Daarmee ben ik aan de slag gegaan, met bepaalde dingen in mijn geheugen die ik ooit in een film of zo heb gezien. Bewust en onbewust, snap je? Uiteraard heb ik in de loop van de jaren ook een uitgebreid archief met documentatie aangelegd, maar ik gebruik daar minder en minder van."

Over het ambacht: "Ik ga de laatste jaren steeds meer terug naar de basis! Tekenen vanuit je fantasie! Tekenen wat je voelt en voor ogen ziet. Ook met het tekenen zelf is dat bij mij zo. Ik WEIGER te tekenen met de computer. Ik blijf tekenen op mijn papier met pennetjes, inkt, enzovoort. Zo werk en teken ik het beste. Er zijn veel collega's die nu tekenen met de pc, maar je voelt dat. Het leven is vaak uit de tekeningen, zonder afbreuk te willen doen aan iemand. Het probleem is vaak het volgende: je moet eigenlijk al een verdomd goede tekenaar zijn om met de computer te tekenen, inkten. Waarom? Omdat er velen bij zijn die denken dat de computer in hun plaats tekent. En dan voel je meteen die kille, te rechte, te cleane lijnen. Al het leven en ziel is dan uit de tekeningen. Als je een goede tekenaar bent, vallen die dingen niet op, zoals bijvoorbeeld bij William die Sisters tekent of dichter bij huis Charel Cambré die Amoras tekent, enzovoort. Bij hen voel je niet dat het met de computer geïnkt is. Die strips blijven leven... Zo inkt ik ook al een tijdje voor Charel de strips van Filip en Mathilde en Robbedoes Special. Wel, zijn potloodtekeningen worden voor mij geprint op het beste tekenpapier in een blauwdruk (tegenwoordig rood) en dan begin ik te inkten met mijn pennetjes en inkt... Heerlijk! Ik inkt dan ook heel graag!"

Over de inkleuring: "Die hebben we heel simpel gehouden. Ik wou een inkleuring zoals Jommeke, Bollie en Bilie, heel simpel zonder te veel tralala en schaduwen. Maar aangezien de eerste vijftien pagina's een nachtscène zijn, met de intro van het ruimteschip en zo, konden we niet anders dan toch een beetje effecten te gebruiken. Mijn inkleurster Kyànna heeft dat heel subtiel en goed gedaan. Zij weet precies wat ik wil. Zij heeft nogal verschillende strips voor mij ingekleurd, vandaar."

Over Iris en andere knipogen: "Haha! Op de beeldschermen in het ruimteschip zit inderdaad een cameo van Iris, mijn andere stripheldin. Ik vind dat wel leuk, zo hier en daar een paar knipoogjes en verborgen boodschappen plaatsen. Ik heb dat al in al mijn albums gedaan. Vaak heel subtiel. Maar er zitten echt wel redelijk wat knipoogjes in elk van mijn albums. Ook in de albums waaraan ik heb meegewerkt voor anderen."

Over herhaling: "Ik moest natuurlijk telkens vijf Baba Yega's tekenen. Tja, daar heb ik ook even aan zitten denken. Ik moest ervoor zorgen dat het niet te saai overkwam. In de strip moest ook duidelijk zijn dat de Baba's toch verschillend waren, want bijvoorbeeld in de scène in de winkel deden ze telkens iets anders. Daarom kwam ik op het idee om subtiel de kleuren van hun schoenen een andere kleurtje te geven, het onderste streepje zeg maar. Zo kon men verschil uitmaken wie welke Baba was. En ik heb de personages ook zoveel mogelijk laten bewegen. Op deze plaat heb ik ook een decor klakkeloos herhaald. Ik wou hier vooral eenvoudig aantonen hoe de capsules open ingen waarin de Baba's sliepen. Mocht ik daar een ander shot voor gebruikt hebben of een ander uitgangspunt in beeld gebracht hebben, zou het niet duidelijk genoeg overgekomen zijn. In hield in het oog dat het verhaal voor kinderen is en het niet te ingewikkeld in beeld moet overkomen. Het voordeel was hier ook dat ik een beetje tijd kon winnen, want ik heb dat niet helemaal opnieuw getekend, maar gewoon geknipt en geplakt en een beetje wolkjes bijgetekend. Info uit de interne keuken."


COMMENTAAR BIJ PAGINA 13
Baba Yega 1
Over inmenging: "Het management, de uitgeverij, de filmmakers hebben mij allemaal heel vrij gelaten. De eerste versie die ik heb geschreven, is ongewijzigd gebleven, op enkele tekstuele foutjes na. En daar ben ik blij om, want als er zich te veel mensen bemoeien, is dat vaak niet goed en komt de samenhang op d ehelling te staan. Dat voel je soms bij films. Het was ook heel prettig samenwerken met Tine De Betue van Ballon Media. Op zeer korte tijd voelden wij elkaar heel snel aan tijdens de samenwerking van de strip. Zij volgde alles op voor mij tijdens het tekenproces. Zo zouden er meer uitgevers moeten zijn. Ik had namelijk ook zéér weinig tijd gekregen om deze strip te maken. Geen enkele keer heeft zij mij onder druk gezet. Eigenlijk heeft dat bij mij zelfs een averechts effect. Wij hebben samen allemaal hard gewerkt aan dit album en zijn zeer blij met het eindresultaat."

Over de Baba Yega's: "'t Zijn vreemde wezens, he! De Baba's moeten vooral kindvriendelijk overkomen en blijven, met af en toe een schelmenstreek, dat mag. We hebben er ook nog niet alles van gezien, geloof mij maar!"

Over de maskers: "Hoe? Dragen ze een masker? In elk geval waren hun hoofden het moeilijkste om te tekenen. Ze hebben namelijk geen wenkbrauwen en laat dat nu een van de elementen zijn om expressie weer te geven in een gezicht. Ook hier moesten de hoofden simpel blijven en vooral kindvriendelijk, niet angstaanjagend. Ik heb er echt uren aan versleten om tot het eindresultaat te komen zoals ze in de strip gebruikt werden. Zelfs tijdens het proces van de strip heb ik op de eerste platen nog hoofden hertekend omdat ik ze niet goed vond. Hoe simpeler, hoe moeilijker. Neem nu de hoofdjes van Jommeke of Kuifje, die zijn aartsmoeilijk om te tekenen! De hoofden van Baba Yega liggen ook in die lijn. Eén verkeerde lijn en het is totaal iets anders. Voor het tweede album heb ik ze nog een klein beetje aangepast zodat het nog beter klopt."

Over dansen: "Het was onmogelijk om de Baba's te laten dansen in de strip. Als ze een dansmove/act zouden doen, zou ik daar al gauw twee à drie platen moeten aan besteden. En aangezien ik maar veertig pagina's had om een verhaal te maken, heb ik er doelbewust voor gekozen er geen dansscènes in te brengen. Maar je voelt wel dat het dansgegeven aanwezig is. Er wordt over gepraat en op de achtergrond voel je ook de danselementen. Er is maar één kleine dansmove en dat is de scène in de kelder wanneer de Baba contact maakt met de hoofdpersonages."

Over humor: "De meeste humor uit de film heb ik behouden voor de strip. Humor is nog altijd een van de belangrijkste elementen voor leuke (kinder)strips. Voor de strip heb ik nog extra grappige elementen toegevoegd, al is dat niet mijn sterkste kant. Maar we zijn erin geslaagd, zeker als ik de reacties hoor en lees van lezers."


COMMENTAAR BIJ PAGINA 14
Baba Yega 1
Over het non-verbale: "Ik herinner me nog toen ik na het tekenen van het contract naar huis reed en aan de slag kon met de strip dat ik me de vraag stelde: 'Hoe moet ik die laten communiceren in de strip?' De oplossing voor wat eerst een moeilijke opgave bleek, was achteraf vrij simpel door er extra personages bij te introduceren die wel spreken, zoals in de film. In de strip had ik nog een extra troef doordat ik kan werken met onomatopeeën en getekende tekstballonnen. Ik zou het pas echt een uitdaging vinden (en zelfs leuk ook) mocht ik er een volledig tekstloos stripalbum van mogen maken. Maar dan denk ik dat de doelgroep beperkter zou zijn, niet iedereen zou dat pikken, denk ik. Al lijkt het mij wel leuk om te doen!"

Over de outfits: "Ze hebben er verschillende, hé, nog niet opgemerkt? Voor de film hadden ze ook een andere outfit, met onder andere een omgekeerde driehoek op hun borst. Persoonlijk had ik liever de blauwe outfits getekend van de tweede liveshow destijds in Belgium's Got Talent. Zo had ik ook mijn eerste schetsen en proefplaten voorgelegd aan de uitgever en het management. Maar men verkoos liever de outfits uit de film. De blauwe pakjes waren voor mij een groter voordeel omdat je dan meer plooien kan tekenen en houdingen beter kan laten uitkomen. Zeker als er vier of vijf Baba's in één prentje staan. Met de zwarte pakjes was dat moeilijker omdat er dan heel veel zwart aan te pas kwam en ik erop moest letten dat alles nog duidelijk zichtbaar was van houding, enzovoort. Maar ik volg de beslissing wel om de pakjes van de film te volgen omdat de strip er een afgeleide van was. Misschien hebben ze voor het tweede album wel andere pakjes aan?..."

Over de doelgroep: "Voor de kids en de jeugd! Zeer zeker! En als ouderen of volwassen zich er ook mee kunnen amuseren, zoveel te beter."

Over verwachtingen: "De verwachtingen zijn hoog. En dat moet je altijd hebben als je iets maakt. Dat is normaal. Anders moet je er niet aan beginnen. Voor anderhalve man en een paardenkop moet je het niet maken. Je wil uiteraard dat je werk door zoveel mogelijk mensen wordt gelezen en gesmaakt. Uiteraard zullen er zowel tegenstanders als voorstanders zijn. De voorbije dagen is er al hevig gediscussieerd over de strip op Facebook en zo, maar ik trek mij dat niet aan. Ik kon het weliswaar niet weerstaan om er even met mijn eigen eerlijke mening op te reageren en dan stopt dat bij mij nadat ik mijn hart eens heb gelucht. Ik vergeet zo'n dingen namelijk vlug. Er zijn ergere dingen in de wereld. En ik heb mijn handen vol met werk, dus waarom zou ik mijn energie blijven besteden aan negatieve commentaren of instellingen..."

Over volgende projecten: "Oei... Waar wil je dat ik begin? Op het programma staan Baba Yega 2, een kortverhaal van Iris en Inne, een geschiedkundige strip in twee delen waar ik nog niet veel over kan zeggen, een paar reclamecampagnes voor verschillende verkiezingspartijen, vaste inktopdrachten voor mijn goede vriend en collega Charel Cambré, enzovoort. Scenarist LeON en ik zijn samen ook een tweede verhaal van Iris aan het uitschrijven. We gaan er een nieuwe twist aan geven. Ook hier zoeken we nog een uitgever voor. Daarnaast zijn er ook twee andere scenaristen, bekend in de stripwereld, scenario's voor mij aan het schrijven voor nieuwe tekenprojecten die we zo snel mogelijk willen voorleggen aan uitgeverijen. Zelf ben ik ook aan twee nieuwe stripprojecten bezig die ik wil gaan voorleggen... En finally wil ik absoluut zo snel mogelijk deel 7 van Figaro klaar hebben. Ik zit nu aan pagina 29. De reden dat het album nog niet klaar is, komt doordat lopende opdrachten steeds voorrang krijgen. En in al die jaren heb ik niet meer stil gezeten... Maar binnenkort zitten we hiervoor samen om het eindresultaat zo spoedig mogelijk te bekomen... Dat komt wel in orde. Kortom, werk genoeg. Al zou ik het ook wel leuk vinden, mocht een uitgeverij eens aan mij denken om ook eens een spin-off uit te werken. Ik zal hen zeker niet teleurstellen, maar dan moet ik wel eerst die kans krijgen."


Steve Van Bael: "Documentatie!"
14/08
TOP


"Nu De Duivelsbijbel in de winkelrekken ligt (bekijk hierboven de trailer), wacht ik vol spanning af hoe de commentaren gaan zijn. Wordt het album enthousiast onthaald? Of wordt het met de grond gelijk gemaakt? Natuurlijk hoop ik op het eerste, maar dat is niet altijd zo evident. Zoals het ook niet evident is om een 'goed' stripalbum te maken, onder grote druk.*

* De druk van steeds strenger bekritiserende recenten, de druk van lezers die jonge reeksen gaan vergelijken met topreeksen die al jaren bestaan of waar meer dan jaar aan gewerkt is met of zonder subsidies en aan de grootste druk, mijn ergste vijand, DE DEADLINE. Het zou zelfs een leuke titel kunnen zijn voor een stripalbum
.


Om een goed stripverhaal te maken, moet je allereerst zorgen dat je een leuk verhaal schrijft met een sterke plot. Aan De Duivelsbijbel heb ik langer geschreven dan normaal. Ik voelde dan ook dat ik een sterk verhaal aan het neerpennen was en geen rekening had gehouden met de moeilijkheidsgraad achteraf voor het tekenwerk.

Eenmaal het verhaal volledig geschreven was, kon het tekenwerk beginnen. Maar tussen het schrijven en het tekenen in is er voor mij echter nog een heel belangrijke tussenstap. Namelijk documentatie!

Ik ga héél ver in het zoeken naar documentatie. Zo ver zelfs, dat ik vaak het vliegtuig neem samen met mijn fototoestel en vriendin, om naar de locatie ter plaatse te gaan en foto's te nemen van deze locatie en/of voorwerpen. Men noemt dat trouwens location hunting. En de kosten breng ik in bij de boekhouder ;-) Iets wat ik geleerd heb van mijn grote leermeester, Merho! Voor De Duivelsbijbel ben ik trouwens afgezakt naar Brugge, Parijs, Brussel, Griekenland en het virtuele Rome. Alles bij elkaar heb ik zo'n 4.500 foto's verzameld voor het album.

Om dan terug te komen op het feit dat het niet altijd even gemakkelijk is om een stripverhaal te maken en dat je onderweg naar de deadline toe wat ongemakken of hilarische momenten meemaakt, wil ik graag twee anekdotes vertellen over mijn trip naar Griekenland en Parijs. Al de mislukte kribbels, problemen met dialogen, inktvlekken en paginalay-out sla ik over.


Eerste anekdote, Parijs
Ik was met mijn vriendin 3 dagen naar Parijs gegaan, putje winter, voor documentatiefoto's. Parijs speelt dan ook een grote rol in het album, dus moest alles toch een beetje kloppen. Op het programma stond het nemen van foto's nemen van:
- Hotel des Invalides waar het praalgraf van Napoleon gelegen is.
- Een ondergrondse metro voor een spectaculaire achtervolging.
- Een vervallen zwembad.
- Gare de Lyon.
- De Seine met achtergrond.
- Cimetière du Père-Lachaise, binnen en buitenkant.

Wel, bij dat laatste is het behoorlijk de mist in gegaan. Op de eerste dag stond Père-Lachaise op het programma. Daar aangekomen, stonden we meteen voor een gesloten poort! Het was behoorlijk koud en de ontgoocheling was door de koude nog groter. De reden van de gesloten deur was dat er nog te veel sneeuw lag op de kasseien en te gevaarlijk was voor toeschouwers. De volgende dag zou het misschien open gaan. Met goede moed begon ik als een bezetene foto's te nemen van de buitenkant en deed de rest van het dagprogramma. Toch was er even hoop toen de poort plots open ging. Al was het maar om een begrafeniswagen binnen te laten. Zo ving ik snel een glimp op van de oprijlaan.

De volgende dag, na het ontbijt, stonden we weer voor een gesloten poort. De moed zakte opnieuw in de koude schoenen en ben verder op zoek gegaan naar de rest van de andere locaties in Parijs.

 De laatste dag! Ik moest en zou foto's hebben van de binnenkant van het kerkhof. Want er kwamen wel een aantal scènes in het album voor. Maar helaas, pindakaas! Voor de derde dag op rij stonden we samen met een groepje Jim Morrison-fans,voor een gesloten poort. Wat nu? Mijn vriendin, die vroeger al eens in Parijs geweest was, vertelde me over Cimetière du Montparnasse. Er zat niets anders op dan daar opnames te maken voor het album. Uit frustratie heb ik er honderden foto's genomen, zodat ik zeker zou zijn dat ik geen tekort aan foto's zou hebben. Ik heb er ook een klein bezoekje gebracht bij het bescheiden graf van Serge Gainsbourg.

   Achteraf bekeken zal geen enkele lezer merken dat ik voor de binnenkant van Père-Lachaise eigenlijk de binnenkant van Montparnasse heb gebruikt. Die graven lijken allemaal wel fel op elkaar. Toch had ik graag even de grafsteen van Jim Morrison, Chopin en Oscar Wilde aanschouwt...


Tweede anekdote, Griekenland
De Duivelsbijbel speelt zich voor een stuk af in Zakynthos. Een klein eilandje van Griekenland. Daar moest ik foto's hebben van Marathonissi, ook wel het schildpaddeneiland genoemd waar de Caretta-caretta schildpadden in grote getale aanwezig zijn. Ook foto's van de heilige Dionysios, die begraven ligt in de stad Zakynthos, waren heel belangrijk voor het album.

Maar wie is die Heilige Dionysios eigenlijk? Wel, op 17 december 1622 stierf Dionysios van ouderdom op Strofades waar hij werd begraven. Toen zijn lichaam later vrijwel intact werd opgegraven, werd hij als heilige vereerd. In 1716 werden de relieken overgebracht naar de Sint-Dionysiuskerk. Ieder jaar op 24 augustus en op 17 december wordt hij herdacht. De kist met daarin zijn overblijfselen wordt dan door de stad van Zakynthos gedragen. Men kust ook zijn voeten en hij krijgt nieuwe pantoffels. Ze geloven dat zijn geest op het eiland ronddwaalt, om de zieken te helpen. Vandaar de nieuwe pantoffeltjes. En weet je wat merkwaardig is? In 1953 werd Zakynthos getroffen door een zware aardbeving dat elk gebouw met de grond gelijk maakte. Op één gebouw na... de kerk waar de heilige Dionysios begraven lag!

    Ik moest en zou foto's nemen van de kerk waarin hij lag, maar ook van Dionysios zelf. Geen gemakkelijke opdracht. Je kan moeilijk binnen stappen en vragen: "Hé, open die kist even, ik wil een foto van de heilige nemen!"

Maar een van mijn motto's is: “Onmogelijkheid bestaat niet, dat is een wil om niets te moeten doen!” Dus zo gezegd, zo gedaan. Na de buitenopnames stapte ik binnen, vol zelfvertrouwen. Aan de eerste priester die ik er tegenkwam, stelde ik lachend de vraag; “Mag ik even een 'kijkje' nemen in de crypte?”

De priester keek me boos en stomverbaasd aan! Was het nu door de laffe warmte die in de kerk bleef hangen of door mijn te laat opgemerkte sarcastische vraag toen bleek dat de priester door het leven ging met slechts één oog. Het woordje 'kijken' kwam misschien verkeerd over? Ik dacht er nog aan toe te voegen: "Knijp even een oogje dicht als ik foto's neem!" Mijn kansen om foto's te mogen nemen, zag ik in één klap met 95% dalen.

Tijd voor een tweede poging. Ik vertelde met veel plezier en enthousiasme wat mijn job was en dat ik de heilige zou vereren in mijn stripalbum. Op slag leek de priester honderdtachtig graden gedraaid en zei me dat ik tien minuten de tijd had om foto's van de crypte te nemen. Maar niet van de heilige zelf. Oef! De eerste slag was al binnen. Vervolgens trok ik zo snel als ik kon met mijn fototoestel in de aanslag naar de crypte. Toen ik net mijn eerste foto wou nemen, kwam de hoofdpriester de crypte binnen en vroeg wat ik van plan van. Hij was niet op de hoogte en kon het niet appreciëren dat ik foto's nam in de crypte. Dus vertelde ik mijn verhaal opnieuw. Ik kon nooit geloven dat de hoofdpriester nog enthousiaster klonk dan de one eyed priest. Hij ging zelfs voor mij een uitzondering maken. Ik mocht 's avonds terugkomen om 18.00 uur en mocht foto's nemen van de crypte en van de heilige himself! En daar stond ik dan, met mijn mond vol tanden.

Goedgeluimd verkende ik met mijn vriendin de rest van het eiland met een gehuurde jeep en reden terug richting hotel voor de avondlunch. Tot plots om 16.00 uur het eiland geteisterd werd door onweer. Een onweer dat ik nog maar zelden gezien had. Felle bliksemschichten gevolgd door hevige donderslagen die door merg en been gingen, en dat in combinatie met hevige regenbuien. Een uur later was het onweer nog erger geworden met een lucht zo zwart als roet!

18.00 uur! Ik was zo woedend dat het onweer naast me verbleekte als een verschrompelde olijfboom. Een half uur later was het onweer wat geluwd en waagde ik het met mijn vriendin om met de jeep door het onweer te rijden. Aangenaam is anders. Eenmaal aangekomen in Zakynthos renden we tussen de donderslagen, bliksemschichten en regenbuien door, richting de kerk en arriveerden we een uurtje later als twee waterhoentjes in de kerk.

In een imitatie als bliksemschicht snelde ik naar de crypte die onherroepelijk gesloten bleek te zijn. Dat was de eerste keer dat ik gevloekt heb in een kerk. Tot plots de hoofdpriester achter mij stond en mijn vloek plots een geschenk uit de hemel bleek te zijn. Hij zei me nog tien minuten te wachten. Om de tijd wat te doorstaan, tekende ik de wandtapijten na die in de kerk hingen. Toen mijn tekening net voltooid was, riep de hoofdpriester ons tot bij hem. We volgden hem tot in de crypte, samen met twee andere priesters en vijf Italianen. Eenmaal we allemaal binnen waren, ging de deur achter ons dicht!

Daar stonden we dan, in een piepkleine crypte met vreemde mensen en een lijk van honderden jaren oud. Van opwinding begon mijn hart te bonzen als een bezetene. Het felle onweer had er wellicht ook iets mee te maken.

Opeens begon de hoofdpriester uit een bijbel allerlei verzen te prevelen terwijl de tweede priester de sarcofaag met wierrook begon te, euh, bewieroken. De derde priester had ook een functie. Hij haalde een sleuteltje uit zijn binnenzak en opende een slot van de sarcofaag, gevolgd door het tweede slot. Weldra ging de kist open en ik was razend benieuwd hoe de heilige er zou uitzien. Ik voelde mijn hartslag al in mijn hals kloppen. En toen gebeurde het. De derde priester liet een luik van de sarcofaag zakken waardoor het stoffelijk overschot van de heilige Dionysios zichtbaar werd. Hij lag veilig achter glas. Het onweer was op zijn hoogtepunt wat de sfeer alleen maar enger maakte. De verzen van de priester leken me net verzen van Satan! Alleen een witte bliksemschicht op de achtergrond ontbrak nog. Toen ik net mijn fototoestel wou bovenhalen, gebeurde het. De derde priester bleek nog over een tweede sleuteltje te beschikken waarmee hij een ander glazen luikje aan de voeten van de Heilige opende. Voel je het al komen?

De eerste Italiaan werd naar voor geroepen. Hij deed zijn gebed, maakte een kruisteken en kuste pardoes de voeten van een lijk dat al 388 jaar oud is. Het ging zo maar door tot al de andere Italianen het voorbeeld van de eerste gevolgd hadden. En daar stond ik dan, samen met mijn vriendin voor de sarcofaag, klaar om de voetjes van de heilige te kussen. Ik zag het niet zitten en duwde met een onopvallende elleboogstoot mijn vriendin naar voren. Dapper, maar met schoenen vol lood, zag ik dat ze hetzelfde ritueel volgde van onze voorgangers. Maar tja, toen was ik nog aan de beurt. Ik zette mijn verstand op nul en herhaalde het ritueel. Heel het gedoe had iets weg van een sekte en ik had nog geen enkele foto genomen. Toen ik klaar was door de heilige zijn voetjes te kussen, klapte de derde priester de sarcofaag terug dicht terwijl de hoofdpriester zijn verzen beëindigde. De Italianen gingen tevreden naar buiten en ik was nog steeds onder de indruk van het spektakel met de onderliggende gedachte dat ik geen enkele foto genomen had. Ik nam me al voor om voorbeelden op het internet te zoeken over de Dionysios.

Ik bedankte de hoofdpriester met mijn tekening van de wandtapijten in de hoop dat ik nog even een glimp kon opvangen van Dionysios. Als een tevreden klein kind bedankte de priester mij op zijn beurt en riep de tweede priester terug bij hem. Hij sprak hem toe en verdween onmiddellijk met de noorderzon om meteen weer terug te komen met een boek. De hoofdpriester gaf het mij cadeau. Ik bladerde het boek even door en al gauw verscheen een glimlach op mijn lippen. Het boek stond vol beeldmateriaal over de heilige. Missie geslaagd!

En zo had ik mijn zoektocht naar alle locaties, voorwerpen en personen beëindigd en kon het tekenwerk beginnen. Is het leven van een striptekenaar toch niet fantastisch?!"


Surf ook naar www.studiosteve.be