|
|
|
Alle
bijdragen van Sébastien Damour
aan de rubriek De
Commentator bundelen we op deze pagina.
Klik verder naar de volgende onderwerpen:
• 23/02/2013
Sébastien Damour, de tekenaar van Pinkerton,
bespreekt zijn invloeden, technieken, inspiratiebronnen
en andere zaken die te maken hebben met het westernavontuur. |
|
|
|
|
Sébastien
Damour over Pinkerton 1 |
|
|
Onderstaande
bijdrage van Damien Perez verscheen eerder
in het Franse stripmaandblad Casemate nummer
55 van januari 2013.
|
|
Over
Jean Giraud: "Dit is mijn eerste western.
Het genre trok me aan, maar ik voelde me niet bekwaam
om paarden en alle benodigde documentatie te beheersen.
Er was een goed scenario nodig om de duik te wagen! Giraud
was mijn motor, mijn referentie. Ik ontdekte Blueberry
nogal laat, na Mœbius. Die serie, met zijn nauwkeurigheid
en paarden die er niet zomaar staan, gaf me echt de zin
om in alle nederigheid zelf ook zo precies mogelijk te
tekenen."
Over het aanvoelen van beelden: "Ik
werk op een klassieke manier. Een storyboard in potlood,
op maximum A4-formaat, en daarna komt het tekenen. Het
is van belang om eerst goed mijn bladschikking van tevoren
te bepalen vooraleer verder te gaan. Hier is de eerste
helft vrij technisch. Er is een grote introductieprent,
vervolgens draaibewegingen rond de camera en pas dan betreden
we het interieur van de geblindeerde postkoets. Ik functioneer
nochtans veel op aanvoelen door me meer te baseren op
beelden die in me opkomen bij het lezen van het scenario
dan op een schoolse opbouw."
Over 3:10 to Yuma: "Rémi
had het over een scène uit de remake van 3:10
to Yuma waarin de aanval op een geblindeerde postkoets
met een Gatling-mitrailleur wordt getoond. Ik heb niets
gekopieerd uit de film. Een stripverhaal is een opeevolging
van gereduceerde prenten, daar is een specifieke vertelling
voor nodig."
Over de witmarges: "De kleine prenten 2
tot 5 zijn ondergeschikt aan de andere, maar ze accentueren
de schokkende beweging in de actie. Om meer diepte te
geven aan de grote zichten in de prenten 1 en 8 liet ik
grote witruimtes waardoor er rust komt in een plaat die
al overvol staat. Het komt bovendien goed uit dat de witte
marges de kou versterken."
|
|
Over
breedbeeldprenten: "Enkel wat er zich tussen
de hoed en de sjaal afspeelt, kan me iets schelen. Vandaar
de grote close-up zodat niets de blik kan stoppen. De
blik van het paard blijft in de schaduw zodat de ogen
van de bendeleider het belangrijkste visueel element zijn.
Prenten in breedbeeld zijn een oude westerntruc. Veel
films uit La Dernière Séance (een Frans
tv-programma waarin klassieke fims worden vertoond, red.)
hebben me gevoed. Ik zag True Grit, een uitstekende
realistische westernfilm van de Coen-broers opnieuw. Zo'n
tronies! Die hebben niets gemeen met de Hollywoodcowboys
in hun gestreken overhemden."
Over cowboykleren: "We hadden weinig
beelden over werkelijke 'koeherders'. We wisten alleen
dat ze zich bescheiden kleden, met weinig flatteuze broeken
uit doek, wel warm, en hemden die hen insnoerden en hen
verdikten. Niet erg heroïsch! Ik heb geprobeerd om
mijn cowboys geloofwaardig aan te kleden, maar hen toch
slanker af te beelden volgens de hedendaagse modevereisten.
De kleren en ook de kleuren van de bendeleider brengen
de intrinsiek slechte en bedreigende kant van het personage
over."
Over de kledij van de Pinkertons: "De
Pinkertons zijn gekleed als gangsters. Die stadsdetectives
hadden er meer moeten uitzien als notabelen met kostuum
en bolhoed. Wij wilden aangeven dat ze in feite niet veel
verschilden van degenen die ze achtervolgden..."
Over paarden en ruiters: "Ik teken cowboys
en paarden niet als één geheel zoals men
een centaur tekent. Ik beheers onvoldoende het tekenen
van paarden om ze instinctmatig te tekenen. Ik moet nadenken
over het lichaam van het dier en zijn bewegingen voordat
ik er de ruiter opzet. Ik heb veel naar Giraud gekeken
om te zien hoe hij zich uit de slag trok. Ik kwam er uiteraard
niet toe om zijn techniek volledig te begrijpen."
|
|
Over
BLAW: "Die goeie ouwe PAW PAW of PIEF POEF
PAF leken me niet geschikt in de sfeer van ons verhaal.
Ik stelde me de klank van afgevuurde kogels in deze periode
meer explosief dan droog voor. Ik heb daarom BLAW gebruikt
zoals in mijn andere serie Nash. Het belangrijkste
is dat een onomatopee in de eerste plaats sfeerbepalend
is."
Over de samenhang: "Ik accentueer
de dynamiek, vandaar de beweging in elke prent. Maar de
samenhang moet ook bewaard worden. We moesten de postkoets
en de zeven aanvallers, waarvan er onderweg enkele sneuvelen,
in de gaten houden . We moesten dus in het achterhoofd
een algemeen overzicht bewaren, met de postkoets die vooruit
dendert en de ruiters eromheen. Ik waakte erover om geconcentreerd
te blijven bij deze scène. Het gebeurt dat de tekenaar
door de actie wordt meegseleept, zijn eigen eerste toeschouwer
wordt en de onmisbare samenhang uit het oog verliest."
Over de smoel van William Pinkerton:
"Ik tekende Allan Pinkerton naar oude foto's. De
man had een interessante blik, bikkelhard. Van zijn twee
zonen vond ik slechts enkele wazige portretten. William,
het personage rechts in beeld in prent 8, is gefantaseerd.
Ik zag hem meteen voor me met zijn grote bakkebaarden,
de smoel van een slechterik, een ruw gezicht. Hij lijkt
niet op zijn vader, dat zou te veel voor de hand liggen."
Over bendeleden als silhouetten: "Alle bendeleden
tekende ik als silhouetten. Het was niet nodig ze met
hun hoeden en maskers in detail te tekenen. Te veel uitgesproken
gezichten zouden dat van de leider doen verbleken. Het
verplichtte me om veel zichten op afstand te gebruiken
om beter de actie te tonen en minder details te gebruiken."
|
|
Over
het landschap: "Het algemene beeld in de
eerste prent brengt de positie van iedereen in herinnering.
En om de overlevenden te tellen. De actie speelt zich
af in Missouri, ver van de magnifieke decors van de Rocky
Mountains of de Grand Canyon. Ik wilde geen landschappen
heruitvinden of ze romantischer voorstellen. Ik moest
gewoon precies zijn."
Over de Gatling: "Er bestaat veel
documentatie over de Gatling. Ik heb alleen die grote
pepermolen wat meer gestileerd om ze beter in beweging
te kunnen tonen. Ik heb ook wat vals gespeeld door de
Gatling heel wendbaar te maken terwijl die in werkelijkheid
niet zo was. Maar de aanvallen komen van overal, het antwoord
moet ook van overal komen. Hier inspireerde ik me opnieuw
op de bewuste scène uit 3:10 to Yuma door
het beeld enkele keren stop te zetten om beter te begrijpen
hoe de Gatling werkt."
Over brutaal bloedvergieten: "Voor
prent 4 schreef Rémi: 'Een man wordt geraakt in
het hoofd.' Ondanks de brutaliteit van de situatie wilde
ik niet in bloedvergieten vervallen. Ik tekende het daarom
soft, niet in een groot kader. Ik wilde dat het snel passeerde,
dat de lezer de indruk krijgt van algehele chaos. Ik wilde
dat het hoofd explodeerde zoals dat van JFK in Dallas,
dat veeleer de houding dan de hemoglobine het dramatische
van de situatie toont "
Over cliffhangers: "Om te besluiten is er
die goeie ouwe cliffhanger! Een plezier voor de tekenaar?
Nee, voor de scenarist. Er staan er enkele in het album,
net zoals er zijn in deel 2. Op het programma staan een
openingsscène in een beroofde trein en stadsdecors
van Chicago. Ik kick net zo goed op het tekenen van rijkgevulde
kantoren als de uitgestrekte natuur aan de Mississippi. |
|
|