Ronan
Toulhoat over Conan 2 |
|
|
Onderstaande
bijdrage van Jean-Pierre Fuéri verscheen
eerder in het Franse stripmaandblad Casemate
nummer 114 van mei 2018. |
|
Over
het voorstel: "Jean David Morvan heeft ons,
Vincent Brugeas en mij, voorgesteld om deel te nemen aan
dit avontuur op het festival van Angoulême in 2015.
Ons werk aan De Koning van de Ribauds overtuigde
Glénat. Als fan van de Franco-Belgische strip ontdekte
ik de Amerikaanse schrijvers pas sinds enkele jaren geleden,
en vooral Robert E. Howard dankzij een integrale uitgave
bij Bragelonne. Veel van zijn verhalen waren al onder
andere tekenaars en scenaristen verdeeld. De drie resterende
verhalen inspireerden ons nauwelijks. We doken in de integrale
en vielen voor De Zwarte Kolos. En wel om drie
redenen..."
Over drie redenen: "... Ten eerste
is Conan een generaal in plaats van een gewone soldaat
en hij moest dus verantwoordelijkheden opnemen. Ook leek
het vrouwelijke personage ons interessant om uit te diepen.
Tot slot verlekkerden we ons op de gigantische veldslag.
Glénat was nogal verrast, want het verhaal maakte
geen deel uit van hun lijstje. Maar we kregen zonder probleem
groen licht."
Over de veldslag: "Conan is een
beloftevol personage. Hier geeft hij toe dat hij bang
is. Niet voor zichzelf, maar voor degenen die hij ten
aanval leidt. Het beeld van de barbaar die het bloed van
zijn vijanden uit hun schedel drinkt, ligt ver weg. We
opteerden voor 64 pagina's om alle mogelijke belang te
geven aan die formidabele veldslag. Daar zijn zestien
pagina's aan gewijd het een minimum aan dialogen."
Over ritme: "Ik probeer een logisch
ritme in de bladschikking te respecteren. Vreemd genoeg
begin ik mijn pagina's door veel zorg te besteden aan
de laatste prent. Een beetje zoals een metselaar de funderingen
verzorgt waarop een huis steunt. Ik las ook graag een
horizontale prent in, zoals hier, waar ik dan verticale
prenten boven en onder plaats."
|
Over
begrijpbaar maken: "Bovenaan links moet
je voelen dat Conan en zijn ridders zich met volle snelheid
door de vijandelijke linies boren. Ik zoom vaak uit zodat
de veldslag goed te begrijpen is. Door een smalle doorgang
wordt een reusachtig leger aangevallen door een veel kleiner
leger, maar de locatie speelt in het voordeel van deze
laatste. Ik wou buiten de kaders treden om de omvang van
de confrontatie ten volle uit te buiten. De twee grote
prenten lopen in het midden in elkaar over. Ik vergeet
de personages ook niet: bovenaan de magiër, in de
middelste prent — in het hart van de slag —
sterft de generaal van de huurlingen."
Over verschillende tekenstijlen: "Menigtes
en legers hebben me altijd afgeschrikt om te tekenen.
Nu kon ik eindelijk mijn demonen trotseren! En daar heb
ik me ten zeerste mee geamuseerd, in die mate zelfs dat
ik verschillende tekenstijlen heb toegepast. De scène
met de dievenkoning in de verloren stad is in potlood
getekend op een witte achtergrond, alsof de tekeningen
er door de zon zijn ingebrand. En de nachtmerries van
de prinses zijn met houtskool getekend op gekleurd papier.
Ik heb de leefwereld van de magiër gecreëerd
op basis van het wereldje van de Poolse schilder Beksinski,
extreem verontrustend en nachtmerrieachtig. Perfect."
Over de toekomst: "Ik heb het digitale
werk na de laatste pagina achterwege gelaten. Ik begon
me te vervelen. Ik werk aan het vervolg van Ira Dei
op de oude manier, op A2-papier met potlood, pen,
Chinese inkt,... In ons atelier zag ik Julie Carette op
eenzelfde manier De Beul tekenen en ik had daar
zoveel zin in. De toekomst? Verder gaan met Ira Dei
met één album per jaar en een punt
zetten achterDe Koning van de Ribauds. Met Vincent
denken we al aan andere genres die we graag zouden verkennen:
western, piraat, fantasy,..." |
Ronan
Toulhoat over Iras Dei 1 |
|
|
Onderstaande
bijdrage van Sophie Bogrow verscheen
eerder in het Franse stripmaandblad Casemate
nummer 110 van januari 2018. |
|
Over
Sicilië: "Deze dubbele pagina (die
samen een geheel vormt met pagina 11) is de expositiescène
bij uitstek. Voor de eerste keer zien we de samenstelling
van de plaatsen, de belegering, de wallen, de aanvalstoren,
het enige overblijvende antieke theater op het eiland.
Ik heb nog nooit een voet gezet op Sicilië, dus deed
ik een beroep op Google Earth 3D dat veel efficiënter
is dan Street View, want het geeft overzicht van volumes."
Over pikken: "Tussen de herhaaldelijke
aardbevingen en de Noormannen die alles herbouwd hebben
op de ruïnes weten we bijna niets over de stad uit
de Griekse en Arabische tijd. Er is geen haven wegens
te gevaarlijk. Archeologische opzoekingen waren onbeschikbaar.
Ik heb me moeten behelpen met stukken Griekse steden die
ik nota bene van Christian Rossi en Serge Le Tendre pikte
uit hun albums Le Gloire d'Héra en Tirésias
die op mijn nachtkastje liggen."
Over de vulkaan: "Zelfs de planten
en bomen vergden aandacht voor de details. Tegenwoordig
staat die kust vol cactussen en exotische planten die
vanaf de zestiende eeuw begonnen te groeien. Maar in die
tijd stonden er meer bossen op de hellingen, zoals op
de Griekse eilanden. Ik had die witte rooksliert niet
mogen tekenen op de Etna. In die jaren signaleerde men
nog geen vulkaanactiviteit. Maar het was de eenvoudigste
manier om die te identificeren."
Over Pinterest: "Ik hou van opzoekingen
op het internet, de zoektocht naar de kleinste details
om de pagina's te verrijken. Ik gebruik veel Pinterest
voor archiefbeelden, kostuums, illustraties, schilderijen,
ideeën voor kleuren, je verzamelt en slaat het allemaal
op in één klik. Feilloos."
|
Over dynamiek: "Dit is
de meest rustgevende scène van het album. We wilden
geen misbruik maken van spectaculaire, grote veldslagen.
Niet meer dan 15 tot 20%! Maar door mijn nerveuze tekeningen
en lijnvoering wordt snel een dynamiek geschapen, een
stijgende spanning die uiteindelijk, dat besef ik, een
indruk van bijna voortdurend geweld geeft."
Over digitale kleuren: "Ik neig
naar een traditionele inkleuring met verf en penseel,
maar ik houd me in. Technisch gezien is de productielijn
volledig digitaal: een al 'opgetuigd' product leveren,
vermijdt verrassingen met afwijkingen. Langs de andere
kant stel ik graag mijn kleurenpaletten samen op basis
van uitgebreide waaiers in Photoshop, archiefbeelden of
beelden uit films. Soms hebben die niet eens te maken
met het onderwerp."
Over warme kleuren: "Dit is de eerste
keer dat ik met zonnige sferen en warm licht werk in dit
album. In het begin had ik wat moeite om te jongleren
met de warme tinten en de blauwe zee voor ik kwam tot
gebroken wit en blauwe kleuren met lichtpaarse tinten."
Over leren in de praktijk: "Ik heb
een opleiding als ingenieur genoten. Vincent Brugeas,
die ik leerde kennen op school, studeerde geschiedenis.
Nadat we afstudeerden, bedachten we stripprojecten en
in het jaar van mijn behaalde diploma hadden we een contract
voor onze eerste reeks, Block 109, bij Akileos
(vertaald bij Saga Uitgaven, red.). We hebben echt ons
vak in de praktijk geleerd met nogal wat flaters. Onze
eerste albums imiteerden de mise en scène van films,
want de taal van hoe een stripverhaal wordt opgebouwd,
ontging ons. We zijn beter geworden, geloof ik."
|
Over
acteurs: "Ik ben een fan van de tv-reeks
Vikings, ook al neemt het een loopje met de werkelijke
geschiedenis. De rake reconstructie van het dagelijks
leven, de kostuums, gebruiken, enzovoort vind ik geweldig.
Ik heb Harald op Ragnar Lothbrok en Willem met de IJzeren
Arm op Ragnars broer Rollo gebaseerd. Voor de mooie, wat
koele jongen Tancrède heb ik acteur Jared Leto
(Requiem for a Dream, Mr Nobody) als
voorbeeld genomen. Het engelengezicht van zijn broer Étienne,
hier afwezig, is dat van Evan Peters (American Horror
Story)."
Over vrouwen: "Zoals veel anderen
kost het me moeite om vrouwen te tekenen die geen stereotypes
zijn. In dit album lopen er twee rond. De Griekse Eudoxie,
de dubbelzinnige ma”tresse van Harald, en de zus van Étienne,
die als monnik is verkleed. De kerstening stuurde de krijgersvrouwen
uit de legers van de Vikingen of de barbaren terug naar
hun fornuis."
Over re-enacters: "Ik heb een zwak
voor re-enacters die vol passie kostuums en gebruiksvoorwerpen
uit die periode namaken met een nauwkeurig puristenwerk
als animatie voor middeleeuwse festivals. Bij mij, in
Mans, zijn er nogal veel. Hun gebruikte, smerige kostuums
zijn doorleefd. Die hebben niets te maken met de gravures
uit mijn boeken over het Byzantijnse leger! Om te weten
hoe een maliënkolder beweegt, moet je die gedragen
hebben."
Over tekenstijlen: "Sinds onze eerste
albums heb ik verschillende tekenstijlen uitgeprobeerd
tot bijna een digitale schilderstijl zoals in games voor
Chaos Team. Hier benadert het wat ik het liefste
doe, ik ben opgegroeid met de strips van Mathieu Lauffray,
Enrico Marini, Denis Bajram..."
|
Over
zwart: "Ik hou van stevige inkting voor
hun dimensie bij de verteling, voor de diepte van een
prent, die tot stand komt door tegenlicht, voor een zweem
mysterie... Hier heb ik erover gewaakt me te matigen bij
de zwarte vlakken. In De Koning van de Ribauds
pakte ik die aan zoals in comics. Een avonturenverhaal
is geen detective. In een mooi zwart moet er technisch
gezien wat kleur zitten. Maar ik heb geleerd om het niet
te ver te drijven: als de kleur te heftig is onder het
zwart, wordt het in het drukproces een lelijke, dikke
brij!"
Over een makkie: "Misschien komt
het door mijn technische opleiding om een redelijke methode
op punt te stellen waardoor ik heel snel kan werken. Wanneer
Vincent me het scenario stuurt, dat altijd compleet is,
doe ik er ongeveer anderhalve maand over om digitaal een
gedetailleerd storyboard te maken. Het is bijna een potloodversie.
In die fase doe ik al mijn opzoekingen, en met Vincent
schaaf ik zonodig bij voor een grotere leesbaarheid. Daarna
print ik het op heel groot formaat, op A2 (bij Dargaud
worden we verwend, daar zorgt de uitgeverij voor, dat
is zeldzaam!), en begin ik te inkten. Dat doe ik op de
traditionele manier, met pen en penseel, in een dikke
vijf maanden. Daarna kost het inkleuren me nog anderhalve
maand. Een makkie."
Over soundtrack: "Net als Vincent
heb ik een gepaste soundtrack nodig om me in de juiste
sfeer te brengen. Voor dit album bijvoorbeeld zette ik
de cd Yggdrasil van Wardruna op. Het sjamanistische
ritme van de trommels is vaak te horen in Vikings.
Maar ook de soundtrack van Excalibur van John
Boorman of opera's van Wagner en Tsjajkovski. Dat alles
speel ik af in lusvorm." |
|