Alle bijdragen van Philippe Jarbinet aan de rubriek De Commentator bundelen we op deze pagina.

Klik verder naar de volgende onderwerpen:
16/12/2017 Philippe Jarbinet over Airborne 44 7
23/12/2015 Philippe Jarbinet over Airborne 44 6
16/11/2013 Philippe Jarbinet demonstreert hoe hij een prent uit Airborne44 5 inkleurt.
15/10/2011 Philippe Jarbinet scoort opneuw met een nieuw album van Airborne 44. Zonder meteen het succes te verklaren, geeft hij wel aan dat het vele werk en de aandacht voor details van belang zijn. Ook al kan je er soms niet onderuit om Jean-Pierre Gibrats pad te volgen.
 
Philippe Jarbinet over Airborne 44 7
16/12
TOP
Airborne 44 7
Onderstaande bijdrage van Paul Giner verscheen eerder in het Franse stripmaandblad Casemate nummer 91 van december 2017.

COMMENTAAR BIJ PAGINA 38
Airborne 44 7
Over documentatie: "Bij elk nieuw tweeluik van Airborne 44 creëer ik nieuwe personages en een historische context, daarna zoek ik heel veel documentatie waarvan ik maar 5% gebruik! Hoe zorg ik ervoor dat het allemaal bruikbaar is, hoe integreer ik het in mijn verhaal? Te oordelen naar het aantal fascinerende onderwerpen waarop ik stuit, voer ik als het ware een oorlog tegen mezelf."

Over empathie: "Ik moest empathie creëren met Aurelius, mijn hoofdpersonage dat voor de Waffen-SS werkt. Het is natuurlijk mogelijk om verwerpelijke personages te schrijven, maar ik wilde hem niet radicaal maken zodat je hem kan begrijpen. Hij stapt over naar de goede kant en kijkt terug op een rotverleden. Daarom probeert hij zich te laten pakken door de jonge soldaat Jörg door het over zijn eigen leven te hebben."

Over Jörg: "De vijftien- of zestienjarige Jörg heeft geen zin soldaat te zijn. Als deserteur laat hij zijn haren groeien. Hij zag al zes maanden geen kapper. In tegenstelling tot Aurelius liet hij zich niet onderwerpen en maakte hij niet dezelfde fouten. Jörg is het makkelijkst te tekenen, ik hou het meest van hem in dit verhaal, ongetwijfeld omdat hij qua karakter op me lijkt."

Over amuseren: "Ik heb me niet erg geamuseerd met het tekenen van dit verhaal dat nogal bindend was. Dat vereiste het gekozen uitgangspunt van het verhaal. Ik ga geen verhaal met vliegtuigen vertellen alleen maar omdat we weten dat zulke verhalen goed verkopen."


COMMENTAAR BIJ PAGINA 39
Airborne 44 7
Over vrouwenhoofden: "Solveig moest tegelijk knap zijn en verschillen van Gabrielle, die ze in het eerste tweeluik ontmoette, maar ook van de andere vrouwelijke personages die daarna opdoken. Doorblader maar eens De As van de Katharen of de vorige albums van Airborne 44 om te zien dat ik een specifiek type vrouw in mijn handen heb. Ik moest me dus houden aan de voorstudies van de personages zodat ze hetzelfde hoofd zou hebben. Ik heb een natuurlijke aanleg om terug te vallen op een bepaalde consensus die ik beter beheers. Daarom heb ik haar haren afgeknipt."

Over de tatoeage: "In tegenstelling tot de soldaten van de Wehrmacht draagt de SS een tatoeage van hun bloedgroep onder de linkerarm. Dat merkteken bezorgde hun na de oorlog last, want daardoor raakten ze makkelijk herkend. Niemand liet zich bedonderen door een wonde of litteken op die plaats. Aurelius kan niet ontkennen dat hij deel uitmaakte van de SS."

Over opnieuw beginnen: "De schaduwen zorgen voor diepte en ruimte rond de personages. De rechtstreekse inkleuring is een soms delicate stap. Als ik niet in vorm ben, moet ik soms tot vier keer toe in mijn plaat snijden om een stukje papier te vervangen door een ander. Het volstaat te kijken naar de achterkant van mijn platen om te zien welke complete prenten zijn vervangen. Fouten maken is normaal, ook al overkomt me dat minder en minder. Soms hou ik niet van wat ik heb gemaakt, maar ik begin niet opnieuw. Ik moet loslaten, vooruitgaan!"


COMMENTAAR BIJ PAGINA 40
Airborne 44 7
Over specialisten: "Geen enkele grote specialist kon me informatie geven over de jaagtas van de Sonderführer, burgerwetenschappers die voor de Luftwaffe werkten. Ik bedank Fabrice Le Hénanff om me uit te leggen dat de tas die ik toonde statistisch gezien een versie is die het dichtst het origineel benadert. Er bestonden erg veel uniformen en verschillende rangen! Zelfs met de hulp van gespecialiseerde websites was het moeilijk om zeker te zijn, want de grootste kenners zijn discreet en tonen foto's van hun collecties niet op internet uit vrees dat het sommigen op verkeerde ideeên brengt. Bij mijn vriend Philippe Gillain is anderhalve maand geleden zijn volledige verzameling gestolen (een collectie van vijfduizend uniformen, insignes, hoofddeksels, enzovoort voor een geschatte waarde van 1.500.000 euro)... Voor hun eigen goed laten ze zich niet opmerken."

Over uniformen: "Duitse militairen, die altijd wat stijf zijn, zijn extreem vervelend om te tekenen. Zelfs aan het einde van de oorlog hechtten ze zich aan hun uniformen. Het tegendeel van de Amerikanen met hun rommelige uniformen. In een museum kleedde ik een volledige mannequin aan, ik liet hem bewegen en maakte er foto's van."

Over de lettering: "Ik letter graag mijn dialogen met de hand, rechtstreeks op de originele platen. Dat levert soms problemen op, want als er een pennetje kapot is, heeft het volgende zelden dezelfde souplesse. Vandaar het verschil in dikte van sommige letters in het album (de Nederlandstalige versie werd digitaal geletterd, red.). Een digitale lettering, ook als die het handschrift van de tekenaar is, is constant, het is alsof stemverbuigingen plots verdwijnen."


COMMENTAAR BIJ PAGINA 41
Airborne 44 7
Over onderzoek: "Mijn verhaal speelt zich af in het massief van Harz, een soort grote bult van veertig bij tachtig kilometer in het centrum van Duitsland. Omdat het voor de Russen en de geallieerden de minst toegankelijke plek was, bouwden de nazi's er het kamp van Dora-Mittelbau in 1943 waar de V2-raketten werden gebouwd. Om de landschappen af te wisselen, wilde ik enerzijds de helling tonen en anderzijds de vallei. Ik ben drie dagen naar Duitsand gereisd om er onderzoek te doen. In het centrum van het land, dat heel Germaans-Duits is, lijkt de buitenwereld veel verder. Daar zijn geen Engelsen of Fransen te zien. En je treft er heel oude mensen in hotels."

Over het jachtvliegtuig: "In de laatste prent staat het wrak van een Amerikaanse P-57-jachtvliegtuig. Die vliegtuigen vlogen boven Duitsland, maar het is niet duidelijk wat ze in die streek deden. Als een soort decoratie ontwikkelden alle luchtvaarteenheden hun eigen logo's en beschilderingen zodat we aan het einde van de oorlog niet meer weten wie wat deed."

Over hetzelfde: "Een honderdtal platen van de reeks zullen tentoongesteld worden op het BD Boum-festival van Blois. Als ik ze naast elkaar zie hangen, zie ik vooruitgang. Ik leer bij, ik schaaf meer en meer bij tot op het punt dat ik bang ben te blokkeren, dat ik niet meer zou kunnen opschieten. Mijn materiaal is nog steeds hetzelfde. Ik gebruik onuitwisbare viltstiften en werk op hetzelfde papier. Omdat het nu niet meer bestaat, heb ik alle papierhandelaars die ik kon vinden geplunderd. Ik heb nog negentien blokken. Het hoeft niet gezegd dat ik geen zin heb te veranderen!"


Philippe Jarbinet over Airborne 44 6
23/12
TOP
Onderstaande bijdrage van Antoine Béhoust verscheen eerder in het Franse stripmaandblad Casemate nummer 86 van november 2015.

COMMENTAAR BIJ PAGINA 7
Airborne 44 6
Over details: "In de eerste prent staat de kerk van Bastogne met de oorspronkelijke poort. In elke prent probeer ik iets waardevols toe te voegen. Ik respecteer de details volkomen. Je ziet bijvoorbeeld het straatnaambordje bovenaan links prent 2. Ik probeer het levendig te maken en de diepte van het decor te respecteren. Het is onnozel, er zijn enorm veel details, je moet bijna een vergrootglas nemen om ze te vinden."

Over de kazerne: "Lezers die Bastogne kennen, zullen het gebouw in prent 7 herkennen. De tank is een B2. De met elkaar pratende personages wandelen voorbij het gebouw dat op de kerk lijkt. In de laatste prent staan de twee soldaten voor een kazerne die vandaag nog steeds bestaat. Deze scène is de exacte replica van de situatie in 1944 toen de Duitse manschappen de stad innamen. De twee schuine staven op de pilaren droegen een Duits bord die de Amerikanen natuurlijk weghaalden bij hun komst."

Over de workload: "De jeep is tot in de kleinste details realistisch. Voor zo'n plaat moet je drie tot vier dagen werk rekenen. Die laatste prent met de jeep kostte me drie kwart van een dag door al die details. En het probleem met de sneeuw en de modder moest ook nog geregeld worden. Ik wilde dat de jeep echt de indruk gaf dat hij in de sneeuw rijdt. Ik ben een maniak! De sneeuw moest suggestief zijn. Idealiter kijk ik bij het opstaan uit naar één of twee te tekenen prenten die me gedurende de dag zullen bevallen. Dat is een echt plezier."



COMMENTAAR BIJ PAGINA 8
Airborne 44 6
Over verdwenen boompjes: "De kazerne van bovenaf gezien. Het is een gedenkcentrum geworden dat ik regelmatig bezoek. Ik heb er overal boompjes rond toegevoegd. Ze zijn sindsdien verdwenen, maar ze stonden er wel in 1944. Ik heb er een overvloed aan voertuigen getekend wat echt een grafische meerwaarde betekent."

Over het grote verschil: "Van deze plaat hou ik veel van de eerste en de tweede prent. Van de laatste ook want tussen het eerste tweeluik en dit tweeluik is het grote verschil de zorg voor de nuances in de gezichten. Ik creëer mijn personages op basis van een karikatuur en elke keer denk ik: 'Het lukt me nooit om een geloofwaardig personage te tekenen voor een realistisch album'. En toch! Als je in feite van een karikatuur vertrekt en die verfijnt, kom je op originele gezichten, duidelijk van elkaar onderscheiden, die net wel geloofwaardig zijn in een realistische tekenstijl."

Over het beroemde straatje in de kazerne: "Ik ben dol op prent 2. Dit steegje in de kazerne is beroemd geworden door een foto met generaal Patton die officieren feliciteert. Aan de liefhebbers van de Slag om de Ardennen of van Bastogne, en in het bijzonder Amerikaanse liefhebbers, want voor hen teken ik dit ook, wilde ik dit straatje tonen dat nog altijd bestaat. De trap waarop ze naar beneden gaan en het bureau staan er nog altijd. Akkoord, een met een mitrailleur uitgeruste jeep kostte me ook weer heel wat tijd, maar daar hou ik van, ook al let de lezer er niet op. De kookplaat met houtvuur in prent 5 is historisch correct!"



COMMENTAAR BIJ PAGINA 9
Airborne 44 6
Over het kreupelhout: "Het gezicht van Sebastian in prent 2 vind ik heel geslaagd. Met zoveel materie had ik een ellips nodig. Dankzij de dialogen lukte me dat. Een goede vlotte vertelling, het niet laten aanslepen, is belangrijk. Ik vind het verschrikkelijk om kreupelhout te tekenen, het is echt rommelig terwijl de hersenen er zo geen zootje van maken. Ik moet iets bouwen dat gedestructureerd is terwijl ik zelf gestructureerd ben."

Over Captain Winters: "Als de personages Captain Winters roepen, is dat een verwijzing naar de held in Band of Brothers, Richard D. Winters, die in 1992 trouwens terugkeerde naar hetzelfde bos en van wie ik de getuigenissen herlas. Ik laat hem geen zaken doen die hij in werkelijkheid niet heeft gedaan. Zijn gezicht is is dat van 1944. Hij is vier jaar geleden overleden. Het is een snoepje dat ik aan de lezers en aan mezelf schenk."

Over tekenplezier: "Ik ben het idee genegen dat als je niet kan aantonen dat je louter voor je eigen plezier tekent, de lezer dat niet kan ervaren door je werk te lezen. Uiteraard kan een onderwerp niet iedereen interesseren. Je aan iedereen willen richten, is je aan niemand richten."


COMMENTAAR BIJ PAGINA 10
Airborne 44 6
Over het favoriete gezicht: "De eerste twee stroken bevallen me zeer. In de vierde prent staat waarschijnlijk mijn favoriete gezicht van het hele album want het komt overeen met de dialoog, hij zegt wat hij moet zeggen, een wat verloren blik, nadenkend,... daar teken ik graag slagschaduwen op. Ik probeer het voor elke pagina even goed te doen, maar uiteraard zijn er rmomenten, of dagen, dat je minder in vorm bent dan andere. Niets meer dan dat."

Over de personages en het decor: "Het idee van de in een brand vernielde tank komt dichter. Hier is een nieuwe plaatsbepaling nodig om het verschil te maken met de vorige locatie. De Amerikanen zijn vetrokken, ze laten een vernielde tank achter zich vol gaten. En een lijk dat ze onder de sneeuw ontdekken. Door deze prent komen de personages in een decor dat we vervolgens blijven terugzien. Het is noodzakelijk dat het publiek begrijpt waar het zich bevindt en wie wie is."

Over de sneeuw: "De sneeuw is nooit echt wit. Zelfs al lijkt het zo aan de bovenkant in vergelijking met de sporen in de sneeuw. Ik analyseer graag sneeuw. Jammer genoeg speelt het verhaal dat ik nu voorbereid zich meer af van februari tot mei 1945, dus zonder besneeuwde landschappen. Die frustratie moet ik compenseren met een ander plezier. Thuis wandel ik graag minstens één keer per week in de bossen. Ze zeggen dat België een plat land is, wel, bij mij is dat alles behalve het geval! Ik wandel tussen de bomen, alleen al voor het plezier om er te wonen. Vorige week nog nam ik foto's van herten en hinden."


Master at work: Philippe Jarbinet tekent een prent uit Airborne44 5
16/11
TOP
In maart 2014 wordt deel 5 in de reeks Airborne44 verwacht. Tekenaar Philippe Jarbinet vond het wel interessant om een filmpje op YouTube te delen waarin hij de volledige aquarelinkleuring van een prent demonstreert en er de nodige uitleg bij geeft, uiteraard in het Frans. Het betreft een nachtscène op pagina 47 in het verhaal.


Philippe Jarbinet over Airborne 44 3
15/10
TOP
Onderstaande bijdrage van Damien Perez verscheen eerder in het Franse stripmaandblad Casemate nummer 40H van september 2011.

COMMENTAAR BIJ PAGINA 16
Over esthetische armoede: "Ik zie graag die oude pompstations op Route 66. Hier bekeken vanuit de mythe. Amerikanen slagen erin om iets armoedigs esthetisch te maken. Als kind heb ik vijf jaar geleefd in omstandigheden zoals in de films van de broers Dardenne. Dat was veel triester, en veel minder grafisch!"

Over vertrouwde hoofden: "Gavin had ik snel op papier. We bouwen altijd personages op volgens dezelfde manier. Het is de aankleding die wijzigt. Gibrat stopt een beetje van Cécile in elk van zijn vrouwen! Het komt er eigenijk op neer dat onze personages zjn zoals wij, of tenminste dat hun hoofd ons vertrouwd is. Voorstudies van personages maken is een waar plezier. Jammer dat de overdracht op een originele plaat dikwijls tegensputtert. Ik zou liever enkel werken met geschetste pagina's."

Over details:
"Ik probeer om overal details aan te brengen, zoals Paaseieren die een lezer moet zoeken. In prent 6 zie je in de beperkte ruimte tussen twee grote tekstballonnen drie markante details: het opsporingsbericht van Dillinger, een foto van Joe DiMaggio en een baseballknuppel. Voordien amuseerde ik me daar niet mee en mijn strips zagen er een beetje kaal uit. Nadat ik doorhad dat ik bij anderen een overdaad aan details waardeerde, heb ik me er helemaal op toegelegd. Teken een Amerikaans landschap met haken en ogen en de lezer is wel met je mee... Maar misschien niet zo sterk als je de moeite doet om hem een echt decor voor te schotelen.In prent 2 dienen de windmolen en de wagen tot niets, net zo min als de hond in prent 1. Maar ze versterken de plattelandssfeer en het feit dat Gavin een mecanicien is. De boxer is een familiedier en impliceert dat dit een belangrijk gegeven is voor de entourage van Gavin. Zoveel van deze elementen proeft de lezer misschien bij een herlezing."


COMMENTAAR BIJ PAGINA 16
Over het schip van steen of ijzer: "Waarom de Notre-Dame?" Ik wilde onbewust een schip van steen plaatsen tegenover een schip van ijzer zoals je ze ziet bij de landing. Een klein knipoogje naar het gezinnetje: het standpunt is hetzelfde als dat wat ik heb ingenomen om mijn dochters te fotograferen elke keer ik ze vergezelde naar Parijs! Het enige verschil is het weglaten van het herdenkingsmonument voor de gedeporteerden wat een beetje een anachronisme zou zijn in 1942."

Over wandelende eenden: "De eenden aan de voeten van Joanne duiden aan dat het leven ondanks de oorlog verdergaat. De zon gaat elke ochtend op en gaat elke avond onder, en de eenden blijven op de oevers rondwandelen. Ook hier gaat het om een detail dat van belang kan zijn."

Over Gibrats charter:
"Het is onmogelijk om een jonge Parisienne met een baret te tekenen zonder aan Gibrats Cécile met rode baret te denken! Ik heb zelfs niet geprobeerd om ertegen te vechten, ervan overtuigd zijnde dat Gibrat — sinds lang — een charter heeft opgesteld waarin elke tekenaar verplicht is er zich aan te houden. Sinds Elke Raaf Pikt is het onmogelijk om Parijs tijdens de Bezetting op een andere manier te tekenen."

Over doorzichtige vlaggen:
"Dit hakenkruis is in spiegelbeeld! De Duitse vlagen waren doorzichtig, en zo gemaakt dat ze van gelijk welke kant konden worden gezien. Ik hou er niet speciaal van om een hakenkruis te tekenen, maar het is zo eigen aan het tijdperk dat ik er niet onderuit kan. Gedurende vijftien jaar werden de Duitsers blootgesteld aan dit goed vormgegeven propagandamiddel op zeer veel verschillende manieren. Het hoeft niet te verbazen dat een deel van de bevolking erdoor was gefascineerd."


COMMENTAAR BIJ PAGINA 17
Over moeilijke brieven: "Ik ben niet erg gesteld op al deze rechthoekige tekstblokken. Maar hoe kan je zoiets complex als de landing samenvatten? Ik heb daarom de briefwisseling tussen Joanne en Gavin als uitvlucht gebruikt. Probleem: brieven schrijven is niet makkelijker dan tekenen, integendeel! Op erg weinig plaats moeten historische elementen en liefdeswoordjes samenkomen, maar ook de intrige vooruitstuwen. Dat alles in een bondige schrijfstijl zonder al te gezochte woorden want hun toon moet natuurlijk blijven. Heel wat hoofdbrekens!"

Over 2.500 kepies: "Ik kon me niet amuseren met het tekenen van Amerikaanse uniformen. Bij de Duitsers des te meer. Ze zien er heel gesofistikeerd uit wat verklaart waarom ze zo interssant zijn voor verzamelaars. Elke soldaat had vier verschillende uniformen, te vermenigvuldigen voor elke eenheid. Op het einde bestonden er dus 2.500 verschillende kepies in het Duitse leger. Ik ken een grote verzamelaar die er vijfhonderd bezit... Een aantal dat laag lijkt, maar dat wel hebzucht opwekt! "

Over Kuifje zonder vrouwen:
"Het is voor mij van belang dat er vrouwen in mijn albums voorkomen, en niet alleen omdat mooie meisjes goed verkopen. Als grote fan van Comanche door Hermann en Greg zag ik me moeilijk een mannelijk oorlogsverhaal maken à la Buck Danny. De relaties tussen mannen en vrouwen interesseren me. Vandaar de behoefte om het er in mijn albums over te hebben en in dit geval koppeltjes tegenover de oorlogswaanzin te plaatsen. Ik heb recent begrepen waarom ik als kind niet van Kuifje hield. Zonder twijfel omdat er geen vrouwen in voorkwamen, of toch weinig!"