|
|
|
Alle
bijdragen van Philippe Delaby aan de
rubriek De Commentator
bundelen we op deze pagina.
Klik verder naar de volgende onderwerpen:
• 08/06/2013 Philippe
Delaby en Jean Dufaux kregen wat last met een volgens
de uitgever te gewaagde scène in Murena 9.
Over deze kwestie, over dildo's, fallussymbolen, uitdagingen,
rouwen en nog meer vertelt Delaby.
• 04/08/2012 "De
landschappen zijn even belangrijk als de personages",
zegt Philippe Delaby in zijn commentaren bij De
Klaagzang van de Verloren Gewetsen 7. Hij bespreekt
dan ook uitvoerig wat hij met zijn landschappen —
en de personages daarin! — doet.
• 11/12/2010 Uit
Murena 8 licht Philippe Delaby drie opeenvolgende
pagina's om verschillende facetten van zijn werk te
duiden. |
|
|
|
|
Philippe
Delaby over Murena 9 |
|
|
Onderstaande
bijdrage van Paul Giner verscheen eerder
in het Franse stripmaandblad Casemate nummer
60 van juni 2013.
|
|
Over
Lucius Murena: "Lucius Murena is ongelofelijk
veranderd sinds het eerste deel. Zijn trekken zijn harder
en hoekiger geworden, zijn blik eveneens. Hij is volwassener
en zag zich geconfronteerd met moeilijke, weinig benijdenswaardige
momenten zoals ik er zelf kon meegemaakt hebben. Er zit
onvermijdelijk iets van onszelf in het hoofdpersonage,
maar ook in de anderen. Ik voel dat Murena vandaag dichter
bij mezelf staat. Tekenen, dat uitstekend is voor het
humeur, is misschien een soort therapie, een uitvlucht.
Ik wenste trouwens dat ik de eerste twee delen van de
serie kon hertekenen!"
Over de brandstichters: "De uitdaging
van het album bestond uit de weergave van het drama dat
de christenen overkwam, al dan niet terecht veroordeeld
voor de brand van Rome. Dat blijft de grote vraag, wie
stak werkelijk de stad in brand? Nero was het waarschijnlijk
niet, hij was niet ter plaatse. Vandaar de keuze om te
beginnen met een ruzie tussen Lucius Murena en Massam
die in het zevende deel begon. Wie weet of de brand niet
van elders kwam, in de armenwijken, waar de huizen heel
snel ontvlamden: enkel de fundamenten waren gebouwd met
Romeinse stenen, de rest bestond uit vitselstek en hout."
Over de grootste uitdaging: "De
grootste uitdaging van de hele reeks was het tekenen van
een afgebrand Rome in het vorige deel. We moesten de camera
doorheen alle straten leiden om de ravage vanuit alle
hoeken te tonen en het dichtst bij de realiteit te staan.
Niet evident, te meer omdat noch Jean (Dufaux, red.) noch
ik historici, archeologen of documentairemakers zijn.
Het was voor ons de kwestie om emotie te tonen via het
drama."
|
|
Over
de erotische scène: "Voor deze sensuele,
realistische en erotische scène, die helemaal niet
gratuit is, dachten Jean en ik niet aan de gevolgen (zie
verder, red.). We zaten in ons verhaal. Nadat hij heel
wat drama's onderging, nadat hij gevangen zat in een neerwaartse
spiraal die hem bijna gek maakte, had Murena wat adempauze
nodig, hij moest zijn zin om te leven hervinden, zich
herpakken. Een vrouw kon zijn leed verzachten."
Over het probleem: "Er zaten tevoren
al seksscènes in Murena, maar ze waren
kort en ingebed in de loop van het verhaal. Deze scène
is langer en sensueler en veroorzaakte een probleem. We
gingen ons nochtans niet te buiten aan pornografie. Er
zit geen frontaal in beeld gebrachte seks in, enkel wat
cameraspielerei. Wat er gesuggereerd wordt, is vaak erotischer
en prikkelender dan wat er open en bloot getoond wordt.
In het begin waren Jean en ik gefrustreerd. We wilden
erover discussiëren. Dargaud kwam ons tegemoet, wij
hen ook. Resultaat: een album in twee versies, iedereen
tevreden."
Over de tweede albumversie: "De
versie die in november verschijnt, is erotischer en is
zoals een director's cut. Ik begrijp dat dit lezers kan
frustreren. Ik ben nog de eerste die eerst films op dvd
of Blu-ray koopt en daarna nog eens een langere versie
koopt. We dachten niet aan geldgewin, maar hielden rekening
met ons groot publiek en de beschikbaarheid op heel veel
verschillende verkooppunten. Een director's cut, bedoeld
voor stripspeciaalzaken en bepaalde ketens, was de beste
oplossing."
|
|
Over
dildo's: "Dildo's dateren niet van gisteren.
Er zijn er in steen ontdekt die ongetwijfeld niet erg
comfortabel waren en van zo'n 20.000 jaar geleden dateren!
Je vond veel seksspeeltjes in het oude Rome, van de meest
eenvoudige tot de meest bewerkte, in alle mogelijke materialen,
hout, ivoor, metaal,... Wij hebben gekozen voor een soort
ebbenhout, heel donker en heel bewerkt, relatief klassevol
zodat het niet te veel als een sex toy oogt. Door me te
documenteren op de liefde en seksualiteit in het oude
Rome heb ik ontdekt dat die accessoires door meerdere
personen tegelijk werden gebruikt, door koppels, door
alleenstaande vrouwen,... Er was geen grens, iedereen
kon dildo's gebruiken. Maar omwille van machtsposities
mochten patriciërs eender wie penetreren zonder zelf
gepenetreerd te worden. Actief ja, passief, nee."
Over
fallussen en eikels: "Wat zeg je, dat de
duim van het slachtoffer op de cover op een fallus lijkt?
Dat heb ik niet met opzet gedaan! Men vindt wel vaker
fallussymbolen in mijn platen: dat is niet bewust of met
voorbedachte rade gedaan. Je kan die overal zien, zelfs
in komische series of kinderstrips. Sommigen zien in het
hoofd van Titeuf een eikel!"
Over rouwen: "In deze aflevering
sterven er personages die ik graag had. In de loop van
de jaren raak je er gehecht aan, ze maken bijna deel uit
van de familie, zowel de goeien, de minder goeien en zelfs
de vreselijkste. Het is misschien sterk uitgedrukt, maar
je moet een rouwproces doorlopen. Jean en ik willen de
lezers raken. Ik hou van strips die diep vanbinnen komen,
die zowel de ziel als het hart beroeren."
Tussen pagina 37 en 38 hadden Philippe Delaby en Jean
Dufaux twee pagina's voorzien waarin Murena met één,
dan twee vrouwen en ook nog een dildo in de weer is. Omdat
uitgeverij Dargaud deze pagina's te gewaagd vond, maande
het de auteurs aan deze voor de reguliere albumversie
weg te laten. Een complete versie, inclusief een achtergronddossier
over seks en erotiek in het antieke Rome verschijnt als
een special edition met andere cover in november. Het
dossier is geschreven door Claude Aziza, een specialist
van de antieke oudheid.
|
|
Over
onderdompelen in Rome: "Toen ik met Murena
begon, had ik nog nooit Rome bezocht. Ik heb de stad relatief
laat ontdekt. Het gaf niet want ik had genoeg documentatie
verzameld. Wanneer ik daarentegen in de straten wandelde,
me op het forum bevond, stenen aanraakte, rook,... dat
gaf me echte emoties waardoor ik veel meer door de stad
ondergedompeld raakte. Als een lezer Murena opent,
willen we hem of haar in Rome onderdompelen."
Over obsessie voor documentatie: "Documentatie
is geen obsessie meer terwijl ik er in het begin van de
reeks waanzinnig veel tijd mee verloor. Ik was dagen kwijt
door bijvoorbeeld Romeinse sandalen. Vandaag heb ik een
goede documentatiebibliotheek, een basis, waarop ik kan
rekenen. Toen ik het Domus Aurea, het grote paleis van
Nero, moest tekenen was ik bang dat ik het maniakaal zou
aanpakken. Enkele jaren geleden belde ik nog naar Gilles
Chaillet, altijd charmant en hartelijk, om informatie
te winnen over het gebouw. Zijn antwoord: 'Als je het
simpel wil, doe het dan op zijn Romeins'. Hij had gelijk
want we zullen nooit met zekerheid weten hoe het Domus
Aurea was. Je moet je tevreden stellen met geloofwaardigheid,
dat het er echt uitziet, dat je je in Rome waant."
Over de volgende albums: "Ik werk
nu aan De Klaagzang van de Verloren Gewesten,
aan het laatste deel van de cyclus van De Genaderidders,
te verschijnen in 2014. Hoewel het personage Seamus is
gecreëerd door Rosinski, ben ik er toch aan gehecht.
Het zal een steek in mijn hart geven een keer de cyclus
ten einde is. Daarna maak ik drie Murena-albums
na elkaar om de derde cyclus van de serie te voltooien.
En daarna komt de vierde en laatste cyclus aan de beurt." |
Philippe
Delaby over De Klaagzang van de Verloren Gewesten 7
|
|
|
Onderstaande
bijdrage van Damien Perez verscheen eerder
in het Franse stripmaandblad Caseùate
nummer 49 van juni 2012.
|
|
Over
de landschappen: "Ik gebruik meerdere foto's
van verschillende plaatsen — Engeland, Ierland,
Schotland — en kijk of ze me kunnen inspireren voor
de omgeving. Vervolgens rommel ik ermee aan door sommige
gedeeltes van het decor te accentueren zodat ze imposanter
of fantastischer worden. De berg op de rechterkant is
een vergroting van het voorbeeld op foto. Ik gebruik enkel
foto's die ik vind op het internet of in boeken. Daardoor
kan ik er meer bij fantaseren dan mocht ik de foto's zelf
ter plaatse nemen want die zijn me dan te realistisch.
Het belangrijkste is om het esthetische te herwerken op
basis van een precies beeld en door me over te geven in
een emotionele omkadering waar niets is overgelaten aan
het toeval. De landschappen zijn even belangrijk als de
personages."
Over het water: "Water is moeilijk
te beheersen, met name de sfeer in de prenten 1 en 4 is
erg verschillend. De eerste zet een bepaalde kalmte voor
de storm neer. De tweede toont een woelige zee die dankzij
een versterking van de belichting een meer dramatische
indruk geeft. Het water van de zee, erg vlak, veel kalmer,
was het moeilijkste om weer te geven. Meer dan door de
tekening vind ik het geloofwaardiger door de inkleuring,
het licht en de weerkaatsingen."
Over de spiegelpagina: "Deze pagina
is in spiegelvorm opgezet met stroken die zijn opgebouwd
door prenten van een gelijke grootte, maar omgekeerd van
elkaar. Vandaar de positionering van de prenten 1 en 4.
De eerste is kalm en toont Seamus die zijn lot tegemoet
treedt terwijl de tweede exact het moment toont waarop
dat lot voor hem uitkomt. Inzoomen, uitzoomen, warme kleuren,
koude kleuren, alles draagt ertoe bij om de twee prenten
tegenover elkaar te plaatsen."
|
|
Over
mee- en tegenvallende personages: "Dufaux
weet dat ik van grote plaatsen houd met een bladschikking
waarin veel ruimte is. Hij bedenkt daarom prenten zoals
de eerste met een enkel personage, dus met veel werk voor
het decor en de omgeving. Jean staat heel erg open voor
de wensen van zijn tekenaars, hij reageert vaak in functie
van de grafische weergave van zijn personages. Als die
hem bevallen, gaan ze vaak langer mee dan voorzien. Als
ze hem integendeel tegenvallen, zullen ze sneller sterven
dan verwacht!"
Over het contrast tussen mens en dier:
"Voor prent 2 vroeg Jean me om Seamus te tonen die
zich klaarmaakt om te slapen. Het is koud, dus toon ik
'm opgekruld. Het paard is bestand tegen de kou en graast
rustig. Jean hield van het enorme contrast tussen de bezorgdheid
van Seamus en de zorgenloosheid van het dier. Op slag
is deze prent me bijzonder dierbaar."
Over het paard in vooraanzicht: "In
de laatste prent viel het niet mee om een grote onomatopee
te plaatsen in zo'n klein kadertje. Maar een grotere moeilijkheid
dan het kadreren van de onomatopee was het paard in vooraanzicht
te tekenen. Die oefening is moeilijker dan het lijkt!"
Over het eigen maken van Seamus: "Ik
heb geprobeerd om mijn Seamus zo goed mogelijk te laten
lijken op Rosinski's versie in de eerste cyclus. Maar
een personage respecteren dat al is gecreëerd, sluit
niet uit om me die grondig eigen te maken. Toen ik de
opdracht voor deze cyclus aanvaardde, stelde ik de voorwaarde
dat men me niet vraagt om Rosinski na te tekenen... en
daar ging hij volledig mee akkoord."
|
|
Over
een schikking volgens de regels: "In het
scenario van Jean stond: 'Dramatische omgeving. Onweerslucht.
Seamus stijgt af en nadert een grot.' Hoe minder beschrijvingen,
hoe meer werk want ik heb veel dingen uit te vinden! Ik
hou van deze prenten die mijn verbeelding etaleren. Ik
ben begonnen met twee soorten rotsen bij elkaar te brengen,
aan de rechterkant rotsen met scherpe punten tegenover
de rotsen aan de linkerkant die een enorm massief zijn.
Ik wilde dat het bedreigend oogt. Het viel niet mee om
alles bij elkaar te brengen, zelfs in zo'n grote prent.
Alle elementen zijn van belang zodat de lezer het lawaai
van de wind en de golven gewaar wordt. Vandaar dat de
schikking volgens de regels is."
Over Jérémy: "De eerste
Klaagzang met rechtstreekse inkleuring realiseerde
ik in... 26 maanden. We hebben daarom een beroep gedaan
op een inkleurder, Jérémy Petiqueux, voor
deel 2. In de eerste plaats is hij een tekenaar die nu
op eigen vleugels vliegt met Barracuda, na een
mooie samenwerking aan De Klaagzang en Murena."
Over Bérengère: "Voor
Fee Sanctus stelde Dargaud me Bérengère
Maquebreucq voor. Deze inkleurster werkte al voor XIII
en gebruikt de computer en dat beangstigde me enorm. Maar
ze slaagde erin om de structuren en de sfeer van de voorgaande
albums te vinden. Ik was gerustgesteld. Enkel idioten
veranderen nooit van mening! Ik geef haar veel documentatie
en ook kopieën van mijn platen in zwart-wit met schaduwpartijen
in potlood zodat ze precieze lichtaanduidingen ter beschikking
heeft."
|
|
Over
kinderspel: "Na Murena is middeleeuwse
fantasy een verademing! Geen bergen documentatie om me
heen, geen opgelegde discipline om de gebouwen of de kleding
correct te tekenen. Ik kan er her en der mijn eigen fantasie
in kwijt. De Klaagzang is mijn ontspanning. Ik
heb me in Fee Sanctus in het bijzonder vermaakt
met de gevarieerde omgevingen — rotsen, bossen,
stranden, kastelen — waardoor ik me geen enkele
keer verveelde. Het is kinderspel. Met De Klaagzang
kreeg ik de indruk dat ik me als ridder verkleedde."
Over de betrokkenheid van de lezer: "In
de opwindende laatste prent probeer ik de lezer erbij
te betrekken zoals een toeschouwer in een bioscoopzaal.
Ik wilde dat de rots waar Eïrell op staat, lijkt
op de boeg van een boot die zich uit de zee oprijst om
Seamus te verpletteren. We moeten hieruit kunnen opmaken
dat vanaf de volgende pagina de actie losbarst."
Over het oog van de lezer: "Ik heb
ook aandacht besteed aan wat je niet ziet op het gezicht
van Seamus. Zijn verbazing moet merkbaar zijn aan zijn
houding, dat sterker is dan een verbaasd gezicht. Ik heb
het rotsgewelf uiterst rechts omgekeerd getekend als de
kromming die Seamus' lichaam maakt. Ten eerste om te versterken
hoezeer Seamus onder de indruk is, maar ook om het oog
van de lezer beter te leiden naar het midden van het beeld,
en dus naar Eïrell."
Over spijtige galerijhouders: "Het
camerastandpunt en de positionering heb ik snel te pakken.
Ik heb geen behoefte aan veel voorbereidende potloodtekeningen,
tot grote spijt van veel galerijhouders." |
Philippe
Delaby over Murena 8 |
|
|
Onderstaande
bijdrage van Damien Perez verscheen eerder
in het Franse stripmaandblad Casemate nummer
31 van december 2010.
|
|
Over
de mensen in de straat: "Het album bevat
veel scènes met een mensenmassa. Niet makkelijk
om te tekenen als je niet twee keer hetzelfde gezicht
wil gebruiken! Gelukkig laat mijn visueel geheugen mij
toe te onthouden welke mensen in de straten lopen. Eigenlijk
verrijken ze, met enkele onderlinge veranderingen, mijn
compositie. Ik heb ook heel wat documentatie geraadpleegd
om diverse rassen te tekenen. Met deze modellen kan ik
eindeloos gezichten variëren en speel ik met beendergestelten,
spieren, vetlagen, de plaatsing van de ogen. Het kost
allemaal veel tijd, maar ik schep er als tekenaar ook
veel plezier in."
Over vettige graffiti: "In prent
4 zie je hoe het oude Rome overladen is met graffiti.
De Romeinen schreven op de muren hun gedacht, beledigingen
en zelfs reclame. De peplumfilms van de jaren 1960 toonden
dit nooit. Pas met de televisieserie Rome zag
je ze opduiken. Ik heb me geïnspireerd op graffiti
die is gevonden in overblijfselen in Rome en Pompeï.
Sommige tags zijn uitgevonden. Ik hoop dat mijn Latijn
min of meer correct is... Als de lezer zich amuseert met
het vertalen van de tags, zal hij enkele verrassingen
lezen (volgens onze specialist zijn er soms verwijzingen
naar de tv-serie Rome, maar zijn ze niet allemaal even
interessant, red.). De Romeinen waren — net
zoals onze taggers — ongegeneerd. Bepaalde graffiti
was echt vettig!"
Over details: "Mijn oog voor detail
gaat al terug sinds een kortverhaal dat ik maakte voor
Kuifje over de legers van Napoleon.
Toen kreeg ik een brief van een lezer die me erop wees
dat de mouwen van de Dragonders zes knopen telden en niet
vier zoals ik had getekend... Dat is me altijd bijgebleven!
Dankzij Jean Dufaux heb ik wel wat water
bij de wijn gedaan. Ik heb begrepen dat het belangrijkste
is om geloofwaardig te zijn zonder de totale waarheid
na te hoeven streven."
|
|
Over
de blik van de buffel: "Het spel in de eerste
scène is een moment waarbij de buffel en het kind
elkaar aankijken. Ik heb geprobeerd om de eerste menselijker
te maken en de tweede dierlijker. De blik van de buffel
was erg moeilijk om vast te leggen. Ik kon niet, net zoals
bij het kind, de rest van het gezicht inschakelen om de
gewenste emotie uit te laten stralen. Ik heb me bij wijze
van spreken verplaatst in de psychologie van de buffel
om naar de angst van het dier te zoeken. Ik hoop dat ik
erin ben geslaagd om in zijn ogen die angst te mixen met
verwijten tegenover de mensen die verantwoordelijk zijn
voor de brand. Ik heb door deze scène geleerd dat
een goed weergegeven emotie in een blik hoofdzakelijk
wordt gemanifesteerd door het oogwit..."
Over de hypothetische kameel: "Jean
had aanvankelijk een kameel voorzien. Hij was er niet
echt van overtuigd en vroeg mijn advies. Voor deze scène
zag ik liever een nobeler dier, en strijdlustiger ook.
Een dier dat er niet passief bijstaat, leek me spectaculairder.
Jean zag dat ook in, des te beter! Bij een kameel zag
ik me genoodzaakt om de camera hoger te plaatsen om het
dier helemaal weer te geven om een maximum aan expressie
te kunnen tekenen."
Over millimeterwerk: "Ik beslis
zelden over de grootte van de kaders. De scenario's van
Jean zijn al erg gedetailleerd. Voor elke pagina van een
album ontvang ik een pagina met omschrijvingen, een pagina
met dialogen en op een pagina millimeterpapier de bladschikking
van de kaders. Jean staat wel open voor elke verandering,
maar sinds de meer dan tien jaar dat we nu samenwerken,
heb ik nooit echt de behoefte gehad om iets te veranderen.
Een eerste lezing van het scenario volstaat al om alles
voor me te zien: de plaatsing van de personages, het kleurenpalet,
alles!"
|
|
Over
onbewuste inspiratie: "Hoe meer ik naar
de eerste prent kijk, hoe meer ik vind dat ze lijkt op
die bekende scène uit deel 5 van De Zeven Levens
van de Sperwer waar de Sperwer alleen voor een leeuw
komt te staan... Toen ik de prent tekende, had ik de vreemde
indruk de tekening al ergens te hebben gezien. Ik begrijp
beter waarom, mijn onderbewustzijn leidde me. Zelfs het
vogelperspectief is analoog aan die van De Zeven Levens
van de Sperwer waarbij de leeuw eveneens onder een
boog loopt. Ik vraag me af wat Juillard
ervan zal denken."
Over valsspelen: "Het viel niet
mee om de juiste kleuren te vinden om een brandend Rome
weer te geven. Ik heb er veel over gepraat met mijn inkleurder,
Jérémy Petiqueux. De uitdaging
bestond erin om met de belichting te benadrukken dat er
niet één vuurhaard is, maar wel tientallen
en dus evenveel lichtbronnen. We hebben een beetje valsgespeeld
door op onze platen met bijna daglichtkleuren te werken
hoewel alles zich 's nachts afspeelt. We heben er wel
over gewaakt dat de belichting er niet te zonnig uitziet.
Alles is beredeneerd, prent per prent."
Over het zoeken naar een nieuwe inkleurder:
"De inkleuring is erg belangrijk. De zoektocht naar
een geschikte inkleurder was een waar proefstuk voor enkele
van mijn albums, zeg maar een drama. Met Jérémy,
die ik zes jaar lang in mijn atelier heb opgeleid, verliep
de samenwerking perfect. Hij ziet de zaken zoals ik. Ik
ben erg blij om te zien hoe hij zijn eigen vleugels uitslaat
voor Barracuda, maar wat een verlies voor Murena!
Voor het volgende album zou ik zelf de inkleuring kunnen
doen, maar heb ik er wel de tijd voor? Het lijkt me beter
om een vacature uit te schrijven voor een nieuwe inkleurder..." |
|
|