Alle bijdragen van Paul Gastine aan de rubriek De Commentator bundelen we op deze pagina.

Klik verder naar de volgende onderwerpen:
13/10/2012 Paul Gastine is een jong talent dat door de Franse uitgeverij Bamboo gekoesterd wordt zodat een concurrent niet met hem gaat lopen. Zijn verzorgde tekenwerk spreekt voor zich veronderstellen we. Hij spreekt nu zelf ook, als commentator bij drie platen uit De Erfenis van de Duivel 2. Dit album is inmiddels in hardcover uitverkocht bij de uitgever. De softcover verschijnt later dit jaar bij Saga Uitgaven.

 
13/10
 
 
Paul Gastine over De Erfenis van de Duivel 2
Onderstaande bijdrage van Paul Giner verscheen eerder in het Franse stripmaandblad Casemate nummer 39 van juli/augustus 2011.

 
COMMENTAAR BIJ PAGINA 42
Over het debuut: "Ik ontmoette Jérôme Félix op mijn zestiende — nu ben ik er 26 — in het kader van stripateliers die hij animeerde in de buurt van Caen om maandelijks rond te kunnen komen. In de loop van de jaren bracht hij me alle aspecten van het vak bij tot hij mijn werk publiceerbaar achtte en dossiers naar uitgevers zond."

Over de grafische uitdaging: "Deze scène vormde de grote grafische uitdaging van de hele strip. Ik heb erop gezweet! Ik vroeg Jérôme om een gratuite gevechtsscène, zoals bij Frank Miller, enkel voor het plezier om onmogelijke kadrages te kunnen tekenen. Behalve de eerste prent en de achtergrond in de vierde, die naar foto's zijn getekend, zijn alle andere zichten op de Mont-Saint-Michel gereconstrueerd. Het tekenen en inkten van deze pagina kostte me vijftien dagen."

Over de gelimiteerde toegang: "Werken aan de Mont-Saint-Michel gaf me een raar gevoel. Als kind zat ik graag voor kerken, trappen en draaitrappen, waterspuwers of zuilen om die te tekenen. De daken op de Mont-Saint-Michel waren nog bereikbaar voor het publiek vooraleer ze werden afgesloten door stenen die broos werden. Het bezoek is daarom gelimiteerd tot een tiental keer per jaar. Op deze plaat zie je de trappen op de luchtbogen waardoor je de daken van de abdij kan bereiken. Ik heb er werkelijk schitterende foto's gemaakt. Geen enkele in de kadrage die ik wilde voor mijn prenten, maar ze kwamen van pas om de plaats te reconstrueren. Met behulp van kubussen en kegels heb ik de geometrie van de gebouwen grosso modo in 3D heropgebouwd om er mijn perspectieflijnen uit te halen."


 
COMMENTAAR BIJ PAGINA 43
Over de gelukkige dwaas: "Constant is veeleer een mooie jongen die niets van het leven begrijpt. Ik hou wel van zijn dwaze gelukkige kantje. Maar hem grafisch weergeven, was een kruistocht en ik bedank hierbij een vriend — nee, hij is geen gelukkig dwaas — wiens gezicht als model diende. Hier ziet hij er voor het eerst op zijn ongemak uit. Hij wordt er zich van bewust dat hij niet langer naar zijn vriendin zoekt en dat hij zich in een heel lastig parket heeft gewrongen. Hij wordt sterker en wordt niet langer de brave lul. Prent 4 trekt meer de aandacht dan de prent erboven met een enorm perspectief. Zijn gezicht staat in het midden van de plaat, zijn hoofd gericht op het pistool. Zijn ogen zijn ineens naar boven gericht."

Over Diane alias Lucie: "Om het personage van Diane te construeren, heb ik het gezicht van Lucie, een vriendin, gebruikt. Ik heb haar ooit ontzettend veel getekend en ik heb van haar min of meer een actieheldin gemaakt. Toen we nog niet waren begonnen met De Erfenis van de Duivel wilde Jérôme iets met haar doen omdat ze hét gezicht had, ze was mooi, en hij besliste haar te integreren in ons toekomstig verhaal. Diane was de eerste om te casten!"

Over Emma: "Emma Calvé, de operazangeres die zich bij de nazi's aansluit, is er niet bij in deze scène. Ze is gebaseerd op een echte operazangeres die eind negentiende, begin twintigste eeuw leefde, in dezelfde periode als abt Saunière. Het album zou zich oorspronkelijk afspelen in de periode 1914-1918, maar we hebben beslist om de actie te verleggen naar net voor de Tweede Wereldoorlog om er meer pulp van te maken zoals Indiana Jones. Onze Emma Calvé heeft enkel de naam en het beroep met de originele versie gemeen. We hebben ons gebaseerd op clichés die eigen zijn aan diva's om ons personage te creëren."


 
COMMENTAAR BIJ PAGINA 44
Over de storyboards: "Om alle geledingen van een tekening te leren, heeft Jérôme me storyboards bezorgd voor het complete eerste album. Dankzij die basis kon ik me volop concentreren op de problemen van een tekening. Hij heeft ook grotendeels deel 2 gestoryboard, maar op de helft voelde ik de behoefte om zelf de pagina's te lay-outen. Sindsiden geeft hij me tekstpagina's met het verhaal en helpt me waar nodig met zijn storyboards die hij nog wel tekent... maar dan voor zichzelf!"

Over de king size zeppelin: "Ons voertuig is gebaseerd op de Hindenburg, een gigantische nazizeppelin van bijna driehonderd meter lang. Het werd verwoest door een brand. Er bestaan wel veel boeken over de periode van deze tuigen, maar weinigen tonen beelden en plattegronden. Moeilijk dus om je te documenteren! Lezers hebben me uitgelegd dat alle documentatie zich in Duitsland bevindt want de uitvinder van die toestellen was Duits. Met al die curves zijn ze moeilijk te tekenen. Het is een enorme cilinder en er moet maar één lijn afwijken of het perspectief is om zeep!"

Over het gouden masker: "Het gouden masker is geïnspireerd op een model die ik op een foto over het carnaval in Venetië zag. In het begin vreesde ik dat het te veel Vidocq, de comicserie Rex Mundi of The Phantom of the Opera zou zijn. Uiteindelijk is het gouden masker klassevol, esoterisch, en levert het mooie beelden op. We kunnen zijn gezicht niet zien. Een oogmasker zou te oubollig zijn, een cape eerlijk gezegd niet geweldig.