|
|
|
Alle
bijdragen van Patrice Pellerin aan
de rubriek De Commentator
bundelen we op deze pagina.
Klik verder naar de volgende onderwerpen:
• 29/04/2016
Patrice Pellerin over De Havik 9
• 10/08/2013
Bij Patrice Pellerin moet alles in De Havik
kloppen. Voorbeelden geeft hij in overvloed, al durft
hij ook al eens te zeuren.
• 16/07/2011
Met naar eigen zeggen weinig middelen tooit Patrice
Pellerin aan het werk om een album van De Havik
te tekenen. Een vooruitblik op een geschetste en deels
geïnkte plaat uit het te verschijnen achtste album
voorziet de auteur van commentaar. |
|
|
|
|
Patrice
Pellerin over De Havik 9 |
|
|
Onderstaande
bijdrage van Jean-Pierre Fuéri verscheen
eerder in het Franse stripmaandblad Casemate
nummer 87 van december 2015. |
|
Over
de achtervolging: "De lange achtervolging
begint met Yann en zijn Medusa op kop en twee Engelse
fregatten achter hem. Zo'n achtervolging tussen schepen
van dezelfde soort kon weken duren. De schepen communiceerden
via luidsprekers of vlaggen. Soms naderden de achtervolger
en de achtervolgde elkaar op minder dan honderd meter
en kon men enkele beledigingen uitwisselen... als de wind
in de goede richtig zat."
Over Yanns lijden: "Ik wilde niet
dat Yann een superheld is die bijna miraculeus van zijn
wonden geneest. In het vorige deel was hij ei zo na dood,
hij draagt er nog de tekens van en lijdt er nog altijd
grotendeels aan. We zitten hier trouwens in de grote zaal.
Vind je het hier druk? Nochtans liet ik heel wat koffers
weg. En ik heb beslist om de vensters weg te laten die
eruit zouden vliegen bij de eerste kanoninslag."
Over schreeuwerige kleuren: "Deze
schepen werden vaak beschilderd met schreeuwerige kleuren.
Ze waren een voorbeeld van het prestige van hun land.
Die kleuren vind je ook op L'Hermione, wat de toeschouwers
verbaasde, maar niet voor lezers van De Havik...
Een slechte herinnering: de Engelse vlaggen die met de
wind mee bewegen, zijn een hel om in te kleuren."
Over ouderen: "IJzerhand is een
zestiger en zijn gezondheid is in goede staat want hij
heeft nog al zijn tanden. De legende als zouden mensen
jong sterven, is compleet fout. In de achttiende eeuw
konen degenen die kinderziektes en epidemieën overleefden
mooi oud worden. Lodewijk XV was omringd met mensen tussen
55 en 65 jaar. Ik had jonge dienaars willen tekenen, maar
dat was onmogelijk, die waren er niet. En er liepen ook
heel wat tachtigers en zelfs honderdjarigen rond."
|
Over de luster: "De raadzaal kwam al aan
bod in De Missie. De koning zit op een stoel
met zijn rug naar de schoorsteen. De beste plaats in de
winter. De anderen zaten aan tafel op vouwstoelen. Achter
het kamerscherm staat een rustbed die we al zagen in De
Missie. Als de koning ziek is, ontvangt hij ministers
en raadgevers liggend, zij zitten aan tafel. Voor De
Missie heb ik waanzinnig veel tijd gespenderd aan
het weergeven van de prachtige luster volgens de beschrijving
van een boek uit die periode. Na de verschijning van het
album liet de conservator van Versailles me weten dat
de luster opnieuw werd geconstrueerd en dat het tot mijn
beschikking hing in de kamer van de koning. Kleine voldoening:
het leek enorm veel op mijn tekening!"
Over weerspiegelingen: "Kijk goed
naar de reflecties van Yann in de spiegel. Voor deze scène
heb ik de weerspiegelingen bestudeerd van een loden soldaatje
tussen twee spiegels. In deze overladen kamers drong het
licht slecht door wat de inkleuring nog eens zoveel moeilijker
maakte. Ik ben vaak ontgoocheld door het resultaat dat
voor mij te somber oogt."
Over groottes: "De raadzaal is
bijna tien meter hoog. De grote zaal van de Medusa is
1,90 meter hoog. Ik symboliseer de overgang van de ene
naar de andere prent met een heel smalle prent. Ik teken
nauwe plaatsen systematisch in smalle prenten anders lijken
ze groter dan in werkelijkheid."
Over de koffer: "Op elke boot vond
je een Duitse, ijzeren koffer die van Lübeck of Nürenberg
komt met extreem moeilijke sloten. Men bewaarde er de
boordpapieren in, de missieorders. Als een schip gekaapt
wordt, was deze koffer het eerste doel van de winnaars,
al was het maar om onmiddellijk te weten wat er in het
ruim zat."
|
Over maskers: "Kleine sprong naar Canada
als variatie. Hier staat IJzerhoofd aan het hoofd van
de pro-Engelse indianen. Ik leg nog uit waarom hij een
middeleeuwse helm draagt. Het voordeel dat romans op strips
hebben, is dat je zonder probleem een identiteit geheim
kan houden. Hier kan je moeilijk een lichaam zonder hoofd
tekenen. Vandaar de helm en dat van de intrigant in Parijs.
Dat is niet belachelijk, in de achttiende eeuw droegen
mannen en vrouwen op straat maskers. Dat deed de koning
's nachts soms net zo goed."
Over het hemd uit de broek: "De
kleren van de indianen gaven me ekele problemen. Er bestaat
nagenoeg niets van documentatie over. Ik ga Canadezen
die historische ensceneringen organiseren daar nog over
contacteren. Amusant detaill: die indianen droegen hun
hemd uit de broek, wat vandaag in de mode is."
Over lastige zee: "De zee weergeven
is voor mij veel last. Het moet werken in zowel zwart-wit
als kleur. Je moet massa's creëren, zoals bij een
bos. En je moet perspectief oproepen in een omgeving waar
er niet noodzakelijk is."
Over gekkenwerk: "Het storyboard
van elke pagina teken ik in potlood op het albumformaat.
Daardoor kan ik zien of de compositie goed werkt en of
het leesbaar is. Dat is voor mij de belangrijkste stap.
Ik vergroot mijn storyboard naar het tekenformaat, 32,5
op 44,4 centimeter. Vervolgens herwerk ik elke tekening
op een apart vel voor ik ze op de lichtbak samenbreng
en overteken. Ik inkt en kleur op de traditionele manier
in. De inkleuring van deel 7 deed ik in één
keer. Gekkenwerk. Gellukkig kon mijn dochter, een osteopaat,
mijn arm deblokkeren. En ze bereidde me voor om de inkleuring
aan te pakken, deze keer gerealiseerd in twee periodes.
Vier periodes zou nog verstandiger geweest zijn."
|
Over schrappen en inkorten: "Ik had prent
2 best meer plaat willen geven. Helaas had ik van uitgever
Mourad Boudjellal, de voormalige baas van Soleil, groen
licht gekregen voor 52 platen, maar nieuwe baas Guy Delcourt
vroeg me terug te keren naar 46 platen. Ik zat in het
nauw. Ik heb veel geschrapt en ingekort. Hier is ook een
hulpanker te zien. In geval van nood wordt het aan dek
gehesen en hield men het vast aan het houten gedeelte.
Een fregat had er over het algemeen vier mee. Een keer
het naar boven was gebracht en wanneer men op vijftig
kilometer van de kust was, maakte men de touwen los die
erom gewikkeld waren zodat het niet roest. Op de voorgrond
staat de broodoven met het tafeltje van de bakker waar
het deeg rijst."
Over schapen, kippen en koeien: "Rechts
installeert een matroos een Engelse hangmat (comfortabeler
dan Franse) voor een genodigde. Hij slaapt dicht bij de
schapen. Er is ook een kippenkooi op de achtersteven (voor
officieres en zieken) en op grotere schepen één
of twee koeien."
Over wijn en citroenen: "Je ziet
Villéon drinken. Wijn maakte deel uit van het calorierijk
rantsoen van de mannen die tot 3.500 calorieën per
dag nuttigden. 75 centiliter, tegenwoordig een fles. Sterke
drank was gereserveerd voor officiers en zieken. Tegen
de scheurbuik at men zuurkool. De Engelsen waren de eersten
die citroen gebruikten (uit Siciilië, een van hun
eigendommen). Om het te laten slikken door de matrozen,
die dat niet zomaar wilden, bedachten ze grog, een mengsel
van citroen en rum."
Over arrogantie: "De pretentie die
Wagner uitstraalt was wijdverspreid. De arrogantie van
jonge officiers lokte een muiterij uit in Louisbourg in
1744. Sommige scheepskapiteins zagen zich van het commando
ontheven omwille van hun buitensporig gedrag." |
Patrice
Pellerin over De Havik 8 (2) |
|
|
Onderstaande
bijdrage van Sophie Bogrow verscheen
eerder in het Franse stripmaandblad Casemate
nummer 51H van augustus/september 2012.
Over
de grote beginprent: "Ik begin altijd met
een grote prent op z'n Charliers dat je halsoverkop in
het verhaal brengt. Hier zie je de Medusa, een fregat
met dertig kanonnen in de rede van Brest op exact de locatie
waar zich tegenwoordig de kade van het kasteel
bevindt. Mijn model is de Renommée, het snelste
schip in 1740, met topzeilen die even hoog als fragiel
zijn. Ik heb er enkel de gesculpteerde ornamenten aan
de achtersteven en de boog veranderd omdat die tot de
negentiende eeuw het visitekaartje waren van de constructies
voor La Royale (de Franse marine, red.). Je kan ze van
ver herkennen. De Engelsen hadden unieke plannen voor
elk van hun schepen, wat herstellingen vergemakkelijkte,
en licht uitgevoerde ornamenten die hen een incognitovoordeel
verschafte. "
Over het 'bugalet': "Het inladen
van het buskruit gebeurde altijd van de haven verwijderd.
Het transportscheepje met de tonnen voer met een rode
wimpel. Dat voor Brest typische bootje, versierd en getuigd
als een schaalmodel, heet 'bugalet', 'klein kind' in het
Bretoens."
Over de kruitkamer: "De kruitkamer,
of Sainte-Barbe (naar Sint Barbara van Nicomedië,
de patrones voor verschillende gevaarlijke beroepen, red.),
is altijd gevestigd in een beschutte plek aan de achterkant
van het schip, het domein van de officiers, tevens de
plaats van de romp die het meest versterkt is. De kajuit
van de kapitein is geïsoleerd door houten tussenwanden
die men demonteert als er opschudding is. Daar kunnen
dan grote kanonnen geplaatst worden en de slaapplaats
wordt vervangen door een hangmat. Dat zal je nog zien
in deel 9."
Over onderscheid in personages: "Het
valt niet mee om personages van elkaar te laten onderscheiden
als ze zo talrijk zijn en ongeveer hetzelfde zijn gekleed.
Ik heb enkele codes vastgelegd, zoals het blauwe uniform
van De Havik, en fiches gemaakt voor weerkerende personages:
grootte, gewicht, oogkleur, beknopt cv,..."
|
|
Over
wit en grijs: "Het volledige vervolg van
de serie zal in dienst staan van de effecten door het
evenwicht tussen
de heel uiteenlopende werelden. Dat vereist een complete
herziening van opzoekingswerk, maar ik kan het aan om
snel te veranderen, de tijd die nodig is om de stapels
documentatie op mijn tafel te verwisselen! Je kan een
zekere overeenkomst bemerken tussen de schepen en het
kasteel van Versailles in de voorkeur voor verguldsels
en weelderige decors. Alleen zijn de beschilderingen aan
boord grijs. Wit was in die tijd uitzonderlijk duur en
was gereserveerd voor de elite!"
Over beklagenswaardige poetsvrouwen:
"Achter de marmeren binnenplaats — die sindsdien
niet veel is veranderd — is er de kamer van de koning
die uitgeeft op de raadkamer. Ik heb er de afmetingen
van toen aan gegeven met de juiste schilderijen boven
de ingang (een serie van Poussin), de asymmetrische gordijnen,...
elk detail telt. De muren zijn bedekt met spiegels en
de kunstvoorwerpen, die tegenwoordig in het Louvre worden
bewaard, staan op vergulde versierelementen. Ik beklaag
de poetsvrouwen! Ik had zin om de bewakers met hun roodblauwe
uniformen te tonen die op piekuren de boel overzien."
Over de huilende koning: "De kardinaal
aan de arm van een priester in prent 2 is Fleury, de eerste
minister van Lodewijk XV. Hij was zo oud dat men hem 'Son
Éternité' ('Zijne Eeuwigheid') noemde. Na
zijn dood, een jaar later, sloot de koning zich een hele
namiddag op om te huilen. Dat wil ik nog tekenen..."
Over perspectief: "Ik heb het principe
van het perspectief pas laat geleerd. Het belangrijkste
is om de camera op de hoogte te plaatsen van een staand
persoon zodat de lezer in het beeld kan stappen. Niet
te hoog, om overeen te komen met de toenmalige grootte.
Versailles is een taart in vergelijking met de schepen
vol rondingen, hoeken, vloeren die stijgen en dalen..."
|
|
Over
het zeeroversgebouw: "Dit oud gebouwtje
aan de Penfeld heeft echt bestaan onder de vestingwerken
van Brest of anders gezegd Kervallon. Een zeerover met
de naam Jean-François Riou-Kerhallet had het in
1788 gekocht en omgebouwd om er tot het einde van het
Empire zijn schepen mee te bewapenen.
Het is ook te zien op de plattegrond van de haven die
in 1811 werd gerealiseerd. De opslagplaatsen werden tot
1835 omgevormd tot looierijen en molens. Vanaf dan was
het gebruik van de Penfeld exclusief voorbehouden voor
de marine. Tegenwoordig is de rivier afgesloten en kan
er geen enkele boot meer door. In het park van Kervallon
is er nog het dok, het laadruim en een gebouw in erbarmelijke
staat dat naar verluidt gerestaureerd zal worden."
Over de smokkelaarsgrotten: "In
de klif achter het huis heb ik de vrijheid genomen om
er een van de talloze uitgerodeerde grotten te voorzien
in het schiereilandje Crozon. Sommige grotten werden handmatig
vergroot en waren naargelang het getij bereikbaar om dienst
te doen voor smokkelaars. In de laatste oorlog kwamen
ze nog van pas. De waterputten in verbinding met de rivier
dienden om ilegale handelswaar te verplaatsen die men
ophees."
Over Aude: "Op het einde van de
voorgaande aflevering lokte de mooie Aude de Séverac
De Havik in de val door zich te laten doorgaan als slachtoffer
van een ontvoering. Deze keer bestaat er geen twijfel
meer over haar onbetrouwbaarheid. Ze is belast met het
verhinderen van de missie die de koning aan onze kaper
toevertrouwde. Maar welke missie? En waarom? Dat is de
vraag!"
|
|
Over
blote voeten: "In prent 5 zitten we eindelijk
in de kruitkamer met de koffer kardoezen (buskruitladingen
die klaar voor gebruik zijn in kleine zakken die achteraan
het kanon worden geladen) en zijn zorgvuldig afgesloten
lantaarn. Op
de vloer zijn ongelooide huiden bevestigd om vonkjes te
voorkomen tussen de nagels onder de zolen en die van de
brug. Op de eerste plaat kon je zien dat het inladen door
de matrozen gebeurt op blote voeten..."
Over hoogtes: "Net zoals het tussendek
op de vorige pagina als de ruimte hier zijn die zelden
hoger dan een meter veertig of zestig. Ik beschik over
heel gedetailleerde plattegronden op 1/48ste en die zijn
zodanig goed dat ik de maten enkel hoef te vermenigvuldigen
om de precieze afmetingen van elk element van het schip
te weten. Dat is van belang om correct de personages te
positioneren zolang je de hoogte van elk van hen onthoudt.
Ik regelde het zo dat ze niet al te groot zijn. Met zijn
meter zeventig is De Havik al een redelijke atleet!"
Over het lezersstandpunt: "Nauwe
ruimtes zoals op deze pagina's zijn niet makkelijk om
te tekenen. Ook hier moet ik namelijk de plattegrond respecteren
zodat de verplaatsingen geloofwaardig zijn, of zodat het
schaduwspel overeenkomt met de vaste plaats van een lantaarn
(maar hier geef ik toe dat ik wat zeur als ze voor mij
te slecht vallen)! Je moet er vooral over waken dat het
standpunt voor de kijker, 't is te zeggen de lezer, niet
buiten het kader valt, dat het gelijkvalt met een punt
waar hij zich effectief terug kan vinden. De waarschijnlijkheid
van het beeld is de te betalen prijs." |
Patrice
Pellerin over De Havik 8 (1) |
|
|
Onderstaande
bijdrage van Frédéric Vidal
verscheen eerder in het Franse stripmaandblad Casemate
nummer 38 van juni 2011.
|
|
Over
kanonnen en kapsels: "In Brest bereidt de
Havik op zijn schip Medusa zijn volgende afvaart naar
Canada voor. We zitten hier in de raadkamer, de grootste
cabine van het schip: 10-12 vierkante meter. De hoogte
van het plafond bedraagt 1,92 meter, 1,82 onder de balken.
Yann kan er met zijn 1,72 meter best onder. Men kan er
twee kanonnen installeren. Men kan er zelfs ook twee in
de cabine van de kapitein plaatsen die dan in een hangmat
boven de kanonnen kan slapen. De ruimte lijkt groter dan
ze is omdat ik koos voor een perspectief met een lage
horizon. Het is uit gemakzucht, om niet nog eens alles
op de tafel te moeten tekenen. Ik werk met zeer precieze
kaarten op 1/48. Ik bereken dus alles op de kaart en vermenigvuldig
met 48 waardoor ik de exacte afmetingen ken van alle elementen
op de kaart. Omdat-ie gewond is, heeft Yann niet langer
zijn gekamde kapsel. Op slag lijkt hij een beetje op de
Yann uit de televisiereeks (die dezer dagen op de
Franse televisie loopt, red.). Vandaar ook dat hij
zijn steek nog niet draagt."
Over het gereconstrueerde Brest: "Bewonder
maar eens dit eerste complete zicht op de haven van Brest
uit het midden van de achttiende eeuw. Er rest enkel een
deel van de vestingmuur die ik er gaan fotograferen ben.
Ik heb de gebouwen gereconstrueerd aan de hand van bestaande
plannen uit deze periode. Op de volgende pagina zal je
de kapel en de kazernes kunnen ontdekken die er omheen
liggen."
Over de enige middelen: "Deze pagina
is symmetrisch opgebouwd. Bovenaan de Havik, onderaan
de gravin, zijn vijand. De twee bevinden zich elk aan
een kant van het schip in het midden van de pagina. Ik
teken nooit volledig mijn platen in potlood. Ik teken
een lichte potloodschets waarna ik 's anderendaags de
belangrijkste personages begin te inkten. Daarna schets
ik de personages op het tweede plan, enzovoort. Op die
manier kan ik zonder probleem vijftig personages op één
plaat tekenen. Mijn enige middelen zijn papier, een pluim,
potlood, penseel en een scheermesje. En de computer voor
de documentatie. Op een groot scherm kan ik selecteren
en alles uitvergroten totdat ik heb wat ik wil." |
|
|