Alle bijdragen van Olivier Vatine aan de rubriek De Commentator bundelen we op deze pagina.

Klik verder naar de volgende onderwerpen:
01/06/2013 Olivier Vatine, de grote gangmaker van het project met romanverstrippingen van sf-auteur Stefan Wul, opende de reeks met Niourk. En daarover kan hij een en ander kwijt.
 
Olivier Vatine over Niourk 1
01/06
TOP
Onderstaande bijdrage van Jean-Pierre Fuéri verscheen eerder in het Franse stripmaandblad Casemate nummer 52 van oktober 2012.

COMMENTAAR BIJ PAGINA 14
Over de paginagrote prenten: "Ik vond het amusant om elk hoofdstuk te openen met een paginagrote prent. Uiteraard dacht ik hierbij aan comics, maar ook aan Hergé die er ooit gebruik van maakte voor Kuifje. Die prenten zijn tegelijk verhaalellipsen die het parcours van het zwarte kind tussen twee sequenties samenvatten. Op de vorige pagina bevindt hij zich in de jungle, op de volgende pagina struint hij in een woestijn. We begrijpen dat hij heel wat kilometers heeft afgelegd zonder dat ik dat moet schrijven."

Over plaats innemen: "Ik hou van grote afbeeldingen. Mijn atelier in Montpellier bevindt zich in de lokalen van Attakus, de fabrikant van figurines. Ik had er niet meer dan een kamertje met een computer en een tekentafel. Sindsdien plaatste ik er een schildersezel en stap voor stap nam ik er meer plaats in."

Over de alternatieve cover: "Op de ezel schilderde ik de coverafbeelding van meer dan een meter hoog. Je ziet er het zwarte kind op een heleboel radioactieve vaten met tentakels op de achtergrond. Men zei me dat het net zo goed een hedendaagse sloppenwijk voorstelde en dat het raadzamer was om het kind en de beer op de cover te zetten. Nu goed, de professionals van de promo- en marketingafdeling zijn wie ze zijn en dus volg ik hen. Maar het beeld, dat ik graag zie, doet nog dienst voor de speciale editrie die Canal BD uitgeeft (en dat Dark Dragon Books voor de softcoverversie voorbehoudt, red.)."

Over de mismaaktheid: "De cover met de beer kleurde ik in met Photoshop. Mocht ik er de tijd voor gehad hebben, dan zou ik die ook hebben geschilderd. Met een penseel werkt de hele arm. Aan de tekentafel is het de hele hand tot aan de elleboog en op een tablet zit het 'm in de pols. Op een dag moet dat wel stram raken. Ik heb de pezen in mijn knieën verrekt als jongeling door zittend te tekenen met gekruiste enkels onder de billen. Wij, tekenaars, zijn allen min of meer mismaakt."


COMMENTAAR BIJ PAGINA 15
Over de zee: "De roman is geschreven in de derde persoon, het album in de eerste. Op oudere leeftijd vertelt het kind zijn avontuur aan de jongeren van zijn stam. En denk je dat het hier om een Amerikaanse woestijn gaat? Fout gedacht, het gaat om een zeebedding ten zuidwesten van Cuba. Door een ecologische ramp zijn alle zeeën opgedroogd. De enige resten aan die vervlogen tijden zijn de koraalmassieven met hun ammonietfossielen. Ik heb er een gebruikt in de openingspagina van het vorige hoofdstuk. Het symboliseert de duizenden jaren die zijn verstreken. Nog zo'n ellips."

Over Soedanese stammen: "Vier of vijf jaar geleden werkte ik al aan de jongen. Ik heb zelfs geprobeerd om 'm dreadlocks te geven. Daarna herinnerde ik me een oud boek met foto's van Soedanese stammen die als referentie dienden bij het tekenen van Aquablue. Ik vond er mooie foto's in terug van jongens met kale hoofden. Perfect."

Over de scheur in de wand: "Ook hier gebruik ik een ellips. De jongen komt aan bij een klif. We kunnen er natuurlijk vanuitgaan dat hij op de schuine wand klimt, maar ik verkoos om met het idee van een scheur in de wand te werken. Hij schiet verder op en we weten niet hoeveel tijd er zal verstrijken voordat hij onder een besneeuwde hemel loopt."

Over kinderen en dieren: "Ik ben dol op verhalen over vermiste kinderen in de natuur die zijn opgegroeid door dieren. Tarzan, Jungleboek,... Ze blijven me sinds kleinsaf bij en ze doen me nog altijd flippen. Er zat al iets van in in Aquablue. In dit geval voedt de grote beer het kind niet op, het is het kind dat hem redt en met wie het kind bevriend raakt. Dat is een van de redenen dat ik op slag van Niourk hield en dat het nooit echt uit mijn achterhoofd verdween."


COMMENTAAR BIJ PAGINA 16
Over de winkelwagen: "Het zwarte kind schrijdt voort in de sneeuw, naar de haven van Santiago in Cuba. Het is een typisch postapocalyptisch landschap. In de roman loopt het kind verloren en dwaalt hij rond totdat hij de oude man vindt, of veeleer zijn lichaam. Woorden zijn overbodig om duidelijk te maken dat de valse tovenaar het rijk van de goden bezoekt om naar hun orakels te luisteren, maar wel om zich te laven aan de flessen alcohol in de rekken van de supermarkt — hier vertegenwoordigd door de winkelwagen — die we wat later zien."

Over het leescomfort: "Ik gebruik graag dominante, monochrome kleuren in elke scène. Volgens mij draagt het bij aan het leescomfort door hem of haar te helpen in een bepaalde sfeer te duiken."

Over Fukushima: "De mensen zullen geconfronteerd worden met octopussen die intelligent werden door in zee gedumpte vaten radioactief afval. Die beesten hebben me doen zweten. Ik liet hen lopen op vier tentakels, maar dat werkte niet. Toen maakte ik er een soort kwallen van. Opnieuw. Daarna dacht ik aan een zin uit het boek die een olifantachtige eigenschap beschreef. Ik heb dat gekoppeld aan de tripods uit The War of the Worlds. Eindelijk gelukt! Uiteindelijk zal ik een hoofdstuk toevoegen om uit te leggen wat er duizenden jaren geleden gebeurde. Ik denk eraan om de jongen voor een muur van beeldschermen te tonen die de ramp van Fukushima vertellen. De gebeurtenissen die daarop volgden zal ik uitvinden."

Over audioromans: "Ik zou graag hebben dat jongeren die de albums lezen zin krijgen om de romans te openen. Dat is ook lectuur. Terwijl ik inkt, luister ik naar audioromans. De Graaf van Monte-Cristo is goed voor 24 uur. Ik laat me helemaal meeslepen en plots realiseer ik me dat ik drie platen heb geïnkt. Magisch!"