|
|
|
Alle
bijdragen van Mike Ratera aan de rubriek
De Commentator
bundelen we op deze pagina.
Klik verder naar de volgende onderwerpen:
• 01/05/2014 Mike
Ratera over Kabur, De Zang der Elfen en The Best of
Mike Ratera |
|
|
|
|
Mike
Ratera over Kabur, De Zang der Elfen
en The Best of Mike Ratera |
|
|
|
Is
fantasy uw favoriete genre?
RATERA:
"Niet noodzakelijk! In feite is mijn favoriete genre
misschien wel horror of het fantastische, zowel op algemeen
niveau als in de literatuur, de cinema,... en zeker in
de strip. Bijvoorbeeld begin jaren 1990 was ik in mijn
thuisland Spanje als auteur vooral bekend door de horrorreeks
die ik maakte voor Creepy Mag. Het is pas later
(in 1997) dat ik bij fantasy uitkwam, nadat ik Conan
The Barbarian, een graphic novel, voor Marvel Italië
heb getekend. Het is na mijn kennismaking met Conan
en Red Sonja dat ik tegen mezelf zei: 'Ik zou
misschien graag verder werken in de fantasy'. En vervolgens
creëerde ik een lange serie in zwart-wit in het heroic
fantasygenre: Witchfinder, dat verscheen bij
de Spaanse uitgeverij Planeta. Het was
de saga van een heksenjaagster, in een dark fantasy-universum,
goed gevuld met monsters, levende doden en demonen à
la Lovecraft. Enkele jaren later (2004)
zijn er enkele afleveringen van die Witchfinder
in de Verenigde Staten gepubliceerd, in Heavy Metal
Magazine. Bijna onmiddellijk daarna ben ik in de
Franco-Belgische stripwereld terechtgekomen, ik ontmoette
namelijk Thierry Mornet op het festival
van Angoulême. Toen (in 2001) stond Thierry aan
het roer van uitgeverij Sémic.
En op basis van mijn platen van Conan, heeft
hij me voorgesteld om te werken aan de pocketuitgave van
de reeks Kabur, een beetje de Franse Conan.
Tussen 2001 en 2002 heb ik ongeveer honderd platen van
Kabur gemaakt, zwart-wit, steeds samen met Jean-Marc
Lofficier voor het scenario. In 2003,
en met hetzelfde team, Thierry Mornet als uitgever, Jean
Marc Lofficier als scenarist en ook bij uitgeverij Semic
in Parijs, planden we King Kabur, het vervolg
op Kabur, maar dan in een 'luxeversie' (in een
hardcover A4-formaat en digitaal ingekleurd).
Ik kom nog terug op het onderwerp Kabur in de
volgende vraag. Gewoon om aan te duiden dat ik de laatste
tien jaar constant in het fantasygenre gewerkt heb, zowel
in mijn stripreeksen als in mijn illustraties en heroic
fantasycovers. Tussen 2007 en 2010 heb ik mijn grootste
fantasywapenfeit verwezenlijkt: de albumtrilogie De
Zang der Elfen op scenario van met Bruno
Falba voor de collectie Celtic van uitgeverij
Soleil, vertaald door Dark Dragon
Books.
De
Zang der Elfen is mijn Lord of the Rings:
meer dan drie jaar keihard werken aan een universum dat
het einde van het Romeinse rijk, met aan de ene kant Attila
en de Romeinse generaal Aetius, combineert met feeën,
het kleine volkje en met draken en orken uit de fantasy
aan de andere kant. Een echte uitdaging qua tekening en
verhaal! Kijk maar even naar dit
bundeltje om je een idee te geven.
In de periode 2003-2013 heb ik tegelijkertijd ook space
opera-achtige sciencefiction gemaakt met mijn reeks Bad
Legion, waarin ik vertel over een futuristisch Sparta,
en mijn hedendaagse comicserie Stalag-X, ook
space opera. Samengevat: alles wat ik in het fantasygenre
heb gedaan, had elementen die ik graag teken: het creëren
van een fantasierijke sfeer, epische gevechten met honderden
personages, mythologische of bovennatuurlijke creaturen,
halfnaakte meisjes." (lacht)
Kan je wat meer vertellen over Kabur?
RATERA:
"Het begon dus met die honderd zwart-witplaten die
in afleveringen werden gepubliceerd in Spécial
Zembla, één van de titels op klein
formaat van uitgeverij Sémic. Van die cyclus is
er een mooie integrale compilatie verschenen in het Frans.
En meerdere volumes van Le Saga de Kabur zijn
in Frankrijk verschenen bij Hexagon Comics,
een kleine uitgeverij van Jean-Marc Lofficier. Kort nadien
werd het eerste Kabur-album in kleur uitgegeven,
onder de titel King Kabur (een beetje zoals in
de jaren 1980 Marvel deed met King
Conan in het universum van Conan).
King Kabur was eerst opgevat als een trilogie.
Het was ook mijn debuut in kleur en met een compleet album.
Voor de inkleuring hadden we de eer met de gebroeders
Péru te mogen werken: Olivier
en Stéphane (inderdaad, dé
Olivier
Peru die momenteel fantasyromans schrijft en één
van de grote scenaristen is bij Soleil. Ik mag wel zeggen
dat King Kabur een van de werken is waar ik me
artistiek het meest mee geamuseerd heb in mijn carrière,
en waar ik het meest fier op ben. Helaas is de uitgeverij
kort na het lanceren van deel 1, in 2003, failliet gegaan
en hebben we de reeks moeten stopzetten. Kort nadien tekende
ik bij Soleil voor mijn eerste album bij hen, Bad
Legion, en heb ik voor een lange tijd afstand genomen
van Kabur. Het leek er zelfs op dat Kabur
in de vergetelheid was terecht gekomen, maar de koning
is nog niet dood..."
Hoe zit het met de wereld en de wezens van Kabur?
RATERA:
"Er is zoveel tijd voorbij gegaan sinds 2002/2003,
de periode waarin ik aan Kabur werkte, dat ik
vrees veel dingen vergeten te zijn over dat fantasierijke
universum! Om deze vraag beter te beantwoorden laat ik
het woord aan Jean-Marc Lofficier, de scenarist en de
enige echte Kabur-expert."
LOFFICIER:
"De wereld van Kabur is in feite het Pangea
van honderd miljoen jaar geleden. Het avontuur De
Rode Ster situeert zich ongeveer zesduizend jaar
na de dood van Kabur in de hoofdreeks (de zwart-witreeks
in pocketeditie bij Semic) tijdens de zwarte jaren, toen
de aarde bezet werd door een ras buitenaardsen genaamd
de Bleke Heren. Het koninkrijk van Kabur is dat van het
antieke Hyperborea.
Kabur is, of was, de koning van Hyperborea. In de hoofdreeks
is hij slechts prins, aangezien zijn vader Sharon nog
steeds leeft. De koninklijke lijn van Hyperborea stamt
af van de god Lug. Deze goden zijn in feite Danaianen,
een ras van supermannen begiftigd met bovenmenselijke
krachten, die als eersten op aarde verschenen, vier- à
vijfhonderd miljoen jaar geleden en dan verdwenen. Het
erfstuk van Kabur is de lans van Lug, een superwapen dat
gesmeed is door Moloch, de smid van de Danaianen, hem
nagelaten door zijn voorvader.
Het enige andere personage uit de hoofdreeks dat je terugvindt
in De Rode Ster is de Maaier, een zielloze huurmoordenaar
die de ene keer aan de zijde van Kabur strijdt, de andere
keer tégen hem, afhankelijk van de inzet. Alle
andere personages (de katachtige Miramaze, bijvoorbeeld
zijn nieuw en worden in De Rode Ster geïntroduceerd
"
De harnassen en de verdere aankleding springen in het
oog. Zijn deze compleet verzonnen of zijn ze gebaseerd
op bestaande voorbeelden?
RATERA:
"Zeker, ik gebruik historische kostuums als referentie,
zoals wapens en harnassen, maar ik probeer vooral in overeenstemming
te blijven met de essentie van elk personage of ras (in
het geval van fantas figuren). Dat wil bijvoorbeeld zeggen
dat een elf elfachtige wapens moet hebben en een elfenklederdracht
en geen andere. Een draak met vier poten is niet hetzelfde
als een draak met zes poten, hetzelfde voor wat de vleugels
betreft. Een Romeinse centurion uit een bepaalde historische
periode tekenen, is niet hetzelfde als een barbaar als
Conan tekenen. En dat gaat ook op voor de decors en de
omgevingen, details, licht en texturen inbegrepen... Je
moet alles kaderen in het verhaal dat je vertelt! Om te
tonen waarover ik het heb, geef ik hier en hier
enkele studies mee die ik gemaakt heb voor het album King
Kabur en hier
voor De Zang der Elfen."
Voor de Nederlandstalige editie tekende je tien extra
pagina's.
RATERA:
"Ik zal je iets moois vertellen, zelfs al heeft het
een tragische kant. Ik ben Kabur nooit vergeten,
en heb altijd contact gehouden met Jean-Marc Lofficier
en Thierry Mornet. De jaren gingen voorbij en in februari
2008 stierf de voornaamste inkleurder van King Kabur,
Stéphane Peru, op 26-jarige leeftijd. Een ware
tragedie. Tijdens die jaren had de Franse editie van King
Kabur een kleine cultstatus verworven in het heroic
fantasygenre. Er zijn nog steeds mensen die me opzoeken
met het album onder de arm, op bijna alle stripfestivals
die ik bezocht heb sinds 2003. Uiteindelijk publiceerde
Amin Gemei, de uitgever van Dark Dragon
Books, in 2011 mijn reeks De Zang der Elfen.
Tijdens
een van mijn bezoeken aan Nederland, om de gelimiteerde
editie van De Zang der Elfen voor te stellen,
gaf ik Amin en Rian Gemei een exemplaar
cadeau van de Franse King Kabur omdat ik er van
uitging dat ze dit album van me nog niet kenden. Van het
moment dat ze het album zagen, zeiden ze mij 'Wauw! Dit
willen we uitbrengen!' Dat was een haast magisch moment.
Nadat ik Amin vertelde dat het verhaal nooit een einde
heeft gehad (enkel deel 1 was verschenen in Frankrijk)
hebben we snel besloten om een klein aantal platen toe
te voegen zodat het album als one-shot met een mooi afgerond
einde kon uitgegeven worden. De dag nadat ik Jean-Marc
Lofficier vertelde over de mogelijkheid om Kabur
terug tot leven te wekken, zond hij me onmiddellijk het
vervolg en het einde van het verhaal, genoeg scenario
voor tien platen! Maar het was niet gemakkelijk, het maken
van deze mooie, Nederlandstalige, 64 pagina's tellende
editie, met de originele 46 pagina's als startpunt. Eerst
en vooral moesten we goede TIFF-files terugvinden voor
de kleuren. Het was Thierry Mornet die ze na een lange
zoektocht à la Indiana Jones heeft teruggevonden.
De files stonden op een oude dvd die Thierry mij met de
post opstuurde. Maar toen ik die op mijn computer opende,
constateerde ik dat elke file in een ander formaat en/of
proportie was dan de andere. Van één file
was de kleur beschadigd, en pagina 35 ontbrak geheel!
Maar we gaven niet op! Ik haalde er inkleurster Nuria
Sayago bij en zij heeft zich bezig gehouden met alle
beschadigde files te rangschikken, de ene na de andere,
digitale archeologie als het ware! Daarbovenop heeft ze
de kleur opnieuw aangebracht op de vermiste pagina, en
heeft ze de kleuren van 2003 gekloond voor de tien extra
platen, die ik beetje bij beetje getekend heb over een
periode van meer dan een jaar. In het begin was ik te
druk bezig met de platen van Stalag-X.
Bovenop
deze extra platen heeft Nuria de dubbele schutbladen,
de tekening van Miramaze op de achterkant, en de cover
in tal van blauwtinten ingekleurd. We hadden een eerste
versie, ingekleurd door Stéphane Peru, uit 2003,
met een nachtelijke blauwe hemel en de twee manen. Sémic
heeft die vervangen door een oranje lucht, zonder de twee
manen, voor de achtergrond, en ik hield er niet erg van.
Bovendien ontbrak het ons aan de TIFF-file van die blauwe
2003-versie. Er restte me enkel een oude versie in JPEG.
Dus heeft Nuria de gehele versie hermaakt op basis van
die kleine JPEG, en zo zijn we erin geslaagd de versie
te recreëren die we voor ogen hadden in 2003. Hier
kan je in detail het mooie werk bekijken dat Nuria verricht
heeft.
Samengevat: in dit beroep zijn er soms projecten die je
met heel je hart doet, en dit album is de mooiste hommage
die we aan onze vriend Stéphane Peru konden opdragen."
|
Er
zit veel bloot en bloed in je verhalen.
RATERA:
"Dat komt misschien door mijn werk met mijn goede
vriendin Seffana? (lacht) Wanneer
je voornaamste job striptekenen is, laat dat je niet veel
tijd om je echt met illustratieprojecten bezig te houden.
Maar wanneer ik er de tijd voor heb, teken en kleur ik
graag illustraties, ongeacht het genre. Ik doe ze normaal
gezien met de hand, op de traditionele manier en niet
met Photoshop, wat ik niet beheers. Van het moment dat
digitale inkleuring de norm werd, ben ik beginnen werken
met inkleurders. En dat heeft me meer mogelijkheden opgeleverd,
ook op gebied van illustraties. Bovendien zijn er op de
Franco-Belgische markt heel wat kleine uitgeverijen gespecialiseerd
in dat soort producten: affiches, illustratieportfolio's,
ex-librissen, afgeleide producten, enzovoort. En ik heb
dat soort dingen gedaan voor verschillende uitgevers.
In 2010, toen ik deel 3 van De Zang der Elfen
aan het afwerken was, heb ik ook stilletjes aan, en tegelijkertijd
illustraties gemaakt met Seffana, een Belgisch model dat
ik online leerde kennen. Ze pastte perfect bij het onderwerp
voor deze illustraties: vampieren. Zodoende is eind 2010
ons eerste illustratieproject bij de Franse uitgever Idées
Plus verschenen: de portfolio Seffana Vampirique.
Hier
kan je een kijkje nemen."
Nu zitten we ineens in de erotische sfeer.
RATERA:
"Na Seffana Vampirique hebben we affiches
gemaakt, covers in Italië, ex-librissen in Frankrijk
en België, bijna altijd met Seffana als erotisch
- en fantasymodel. Zie ook hier.
Ik heb illustraties gemaakt met andere modellen, maar
ik moet zeggen dat ik het het beste kon vinden met Seffana.
Op artistiek gebied zou je kunnen spreken van liefde op
het eerste zicht. Ondanks de afstand zijn de gedachten
die we online uitwisselen haast steeds dezelfde. Het is
in elk geval een mooie uitwisseling van ideeën, niet
louter een artiest die een knappe griet van een foto overtekent.
Ik moet wel zeggen dat ik mezelf niet beschouw als een
echte specialist in de erotische illustratie, ik ben eerder
een fantasyman, maar de sensuele kant is steeds aanwezig."
Wat maakt een pin-up een mooie pin-up?
RATERA:
"Volgens mij is de pin-up een genre op zichzelf.
Je moet over het onderwerp nadenken, de sfeer, de compositie,
de kleur, de beweging, de details. En het is het totaal
daarvan dat je moet vatten in één beeld,
in dit geval een illustratie. Het is sterk vergelijkbaar
met de wereld van de erotische fotografie. En op dat gebied
is Seffana een echte specialiste. Neem maar eens een kijkje
op haar site."
Dark
Dragon Books gaf al een artbook van je uit met erotische
illustraties.
RATERA:
"Nadat Dark Dragon Books de collectie Art Collection
had gecreëerd, stelde Amin Gemei me voor om
een artbook te maken dat tegelijkertijd met Kabur
- De Rode Ster zou uitkomen. Natuurlijk was ik zeer
blij met dat idee, zeker omdat men mij de totale vrijheid
gaf in de keuze van materiaal voor dit artbook, en dat
het hier ging om illustraties, en niet om een stripalbum.
Dus trachtte ik een boek te maken, opgedeeld in verschillende
categorieën, elk met zijn gemeenschappelijk onderwerp.
En losstaand van de titel The Best of Mike Ratera
heb ik vooral materiaal geselecteerd dat ik de laatste
jaren gemaakt heb, onuitgegeven tekeningen, wel gepubliceerde
maar weinig gekende covers of affiches, enzovoort. Zodoende
vindt men in het boek een groot segment met tientallen
erotische - en fantasytekeningen die ik met Seffana gemaakt
heb, concept art en studies van personages voor niet-gepubliceerde
projecten, zowel fantasy als historisch, pin-upcovers
in fantasystijl, zelfs tekeningen die ik voor Marvel en
anderen (X-Men, Spawn,...) gemaakt heb. Ik moet
Rian Gemei bedanken, want zij heeft verschillende proefversies
gemaakt voor het artbook. Arme Rian! Toen we begonnen
had ik haar wel genoeg materiaal voor drie boeken gestuurd
in plaats van één! En ik moet ook de inkleurders
bedanken voor hun bijdrages die mooi tot hun recht komen
in het boek: Cris
Ortega, één van de beroemdste illustratrices
in Spanje, verzorgde de inkleuring van de cover, Nuria
Sayago is ook goed vertegenwoordigd in het boek (bovenop
het werk dat ze al verrichte in Kabur), Yuri
Shepherd en Max."
Werk je effectief naar model?
RATERA:
"Ik heb bijna alles al verteld over hoe ik werk met
Seffana. Ik wil wel ophelderen dat zij in België
woont en ik in de buurt van Barcelona. Wanneer we dus
een nieuw illustratieproject te doen hebben, wisselen
we ideeën uit via e-mail, en eenmaal we akkoord zijn
over het onderwerp, het kostuum en andere details, organiseren
we een kleine fotosessie die zij zelf neemt met haar digitaal
fototoestel. Soms zoeken we vooral gelaatsuitdrukkingen,
of gebruiken we valse tanden (voor vampiers) of een bepaald
kledingstuk. Natuurlijk heb ik ook al mooie tekeningen
gemaakt van Seffana naar sessies die ze met andere fotografen
gedaan heeft. Ze is steeds zo vriendelijk mij alles te
sturen. Seffana heeft me ook geïnspireerd voor een
strippersonage: mijn Harpeya uit De Zang der Elfen...
dat is zij! En het mooiste aan de samenwerking met
Seffana is dat ze met me meegaat naar festivals, voor
presentaties en signeersessies van zaken die we samen
gedaan hebben. Een mooie vrouw in een fantasykostuum aan
de zijde van de tekenaar trekt altijd de aandacht... zoals
weer het geval was zagen op het festival van Gorinchem
in maart laatstleden. Seffana en ik werken sinds 2010
samen aan illustratief werk, en we gaan binnenkort met
iets nieuws naar buiten komen, dat is iets voor volgend
jaar."
|
Hoe
bepaal je je composities?
RATERA:
"Daar kan ik niet veel over vertellen! Ik denk dat
elke scène, elke plaat van een scenario zijn eigen
ritme nodig heeft. Er zijn bij mij geen twee platen gelijk,
in mijn ogen. Ik probeer steeds zo trouw mogelijk te blijven
aan het scenario, maar tegelijkertijd wil ik echt in het
verhaal duiken dat ik aan het vertellen ben, dat motiveert
me het meeste. Soms draag ik iets bij aan het scenario.
Zowel Lofficier als Falba zijn daar zeer vriendelijk in
geweest en hebben mij laten doen. Van mijn strips heb
ik ook steeds storyboards gemaakt, met een zeer duidelijke
en donkere lijn zodat 99% al op punt staat voordat ik
aan de finale versie begin. Zoals gewoonlijk is er in
het tot stand komen van een strip steeds iemand die de
platen moet goedkeuren. Bijvoorbeeld, toen we werkten
aan de drie delen van De Zang der Elfen, had
ik de eer Jacques
Lamontagne als artistiek directeur te hebben. Ik heb
veel geleerd onder de leiding van meester Jacques."
Met welke materialen werk je?
RATERA:
"In de loop van dertig jaar artistieke carrière
heb ik met haast alles gewerkt, maar sinds ik aan Franco-Belgische
strips werk, ingekleurd met Photoshop, heb ik iets speciaals
ontwikkeld wat men 'de techniek van het killer potlood'
kan noemen. Het is mijn maat William (de tekenaar van
Sisters bij Bamboo) die het
zo gedoopt heeft sinds hij het mij eens zag doen. Dat
wil zeggen dat ik de potloodversie als finale versie beschouw,
zonder de noodzakelijkheid tot inkten, dat geeft de inkleurders
meer mogelijkheden (minder zwarte zones = meer kleurtexturen,
en meer licht- en schaduwspel met de inkleuring). Ik ben
natuurlijk niet de enige die een donker potlood, zonder
inkt, gebruikt. Er waren er veel voor mij die het al deden,
en ik zal ook niet de laatste zijn. Maar ik gebruik deze
techniek nu al van in 2002 en bovendien selecteer ik (wanneer
mogelijk) zeer getalenteerde inkleurders, maar met een
stijl die nauwer aansluit bij illustratie, laat ons zeggen
een hyperrealistische stijl. Buiten Nuria, Yuri en Max
heb ik de kans gehad om zeer goede inkleurders te hebben
voor het grootste deel van het werk dat ik de laatste
jaren gedaan heb: de gebroeders Peru (King Kabur),
Axel Gonzalbo (Bad Legion),
Olivier Héban (De Zang der
Elfen deel 2),... zelfs Jacques Lamontagne die de
omslag van De Zang der Elfen 1 heeft ingekleurd.
Alleen maar scherpe potloden voor mij!"
|
Je
bent een Spanjaard en startte bijgevolg je carrière
in eigen land.
RATERA:
"Ik zal proberen het niet te lang te maken. Ik ben
een Catalaanse artiest, in Barcelona geboren in 1960,
en ik heb dertig jaar artistieke carrière op de
teller staan. Striptekenaar ben ik voor het leven. Waarmee
ik wil zeggen dat je nooit stopt met dingen te leren,
als je de goeie attitude hebt. Dat wil zeggen kijken,
luisteren en andere artiesten respecteren, evenzeer zowel
zij die ons voorgingen als zij die eraan komen. Je moet
steeds nederig blijven. We kunnen het misschien zo overlopen:
in de jaren 1980, toen ik nog wat van een kind was, heb
ik scenarist gespeeld voor de meester Francisco
Ibáñez (Paling en Ko),
ik heb voor fanzines gewerkt (Zero Comics) en
ik begon met korte verhalen te creëren voor belangrijke
stripmagazines uit die tijd: El Víbora, Totem,...
In de jaren 1990 begon ik met mijn eerste reeksen, vaker
als scenarist dan als tekenaar, in de magzines Creepy,
Comix Internacional, en werden mijn eerste albums
gepubliceerd: Hunter, Mujeres Secretas,... Ik
deed mijn eerste ervaringen op met comics: Supersoldiers
voor Marvel UK, Conan the Conqueror
voor Marvel Italy. En later, in
de jaren 2000, heb ik me op de verovering van de Franco-Belgische
strip gestort, waar ik al eerder over vertelde, gecombineerd
met andere Amerikaanse comics als Spike vs Dracula
voor IDW Publishing, of de langlopende
reeks die ik momenteel aan het afwerken ben voor Australië:
Stalag-X."
Kan je wat meer vertellen over je Amerikaanse
en Australische productie?
RATERA:
"Ik heb niet veel gewerkt voor de Verenigde Staten.
Een deel van mijn reeks Witchfinder verscheen
in Heavy Metal Mag. En er was de afgeronde serie
Spike vs Dracula met Peter David
als scenarist. En niet veel meer! Mijn twee huidige scenaristen
zijn dan weer wél Amerikaans, maar het zijn geen
strip- of comicscenaristen. De ene is Kevin
J. Anderson, schrijver van sf- en fantasyromans. Hij
zet momenteel de gevierde reeks Dune verder,
samen met Brian Herbert, en de Jedi
Academy-romans uit de Star Wars-saga. De
andere is Steven
L. Sears, scenarist en producer van de tv-serie Xena:
Warrior Princess en andere bekende tv-series. Met
die twee mensen werk ik aan Stalag-X voor Gestalt
Comics in Australië.
En waarom Australië? Sta me toe een ander mooi verhaal
te vertellen. In 2006 was ik de personages en concept
art voor de reeks Stalag-X aan het voorbereiden,
natuurlijk met Kevin en Steven voor het scenario. Toendertijd
hadden we een uitgever in de States die de reeks wou uitgeven,
maar... helaas! De uitgever ging op het allerlaatste moment
op de fles. Het lijkt wel een trend bij de kleine uitgevers,
en de reeks bleef onuitgegeven. De jaren verstreken, en
ik was het project haast vergeten toen ik ineens, twee
jaar geleden, een mail kreeg van Kevin en Steven die me
lieten weten dat ze de juiste uitgever gevonden hadden
voor het project. 'Mike, ben je beschikbaar?' Eind van
de boodschap. En ziehier, anderhalf later ben ik honderdvijftig
platen voor de reeks aan het afwerken, in deze eerste
fase. Honderdvijftig platen! Dat wil zeggen drie standaard
stripalbums die ik moet maken in de tijd die normaal voorzien
is voor anderhalf Franco-Belgisch album. Nu resten mij
nog ongeveer veertig platen die ik moet afwerken. Over
het verhaal kan ik niet te veel onthullen op dit moment,
daar de reeks nog niet gepubliceerd is. Ik kan wel zeggen
dat het een space operaverhaal is, dat het oorlogsgevangenenthema
mengt met andere elementen zoals Starship Troopers.
Voor meer info over deze reeks kan je steeds terecht op
de officiële
site die Gestalt Comics gemaakt heeft. Sinds kort
staat er een mooie teasertrailer. Je kan hier
ook karakterstudies zien die ik in 2006 maakte.
Gestalt Comics is een onafhankelijke uitgeverij die een
risico neemt met strips. Ze werken dus graag samen met
auteurs van bij hen. In denk dat ik de eerste Europese,
niet-Engelse artiest ben die comics maakt in Australië."
Hoe is het om te werken met Franse scenaristen
en voor de Franse markt?
RATERA:
"Volgens mijn bescheiden mening vind je de beste
stripuitgaven op de Franco-Belgische markt (kwaliteitsdrukwerk,
kwaliteitspapier, hardcovers,...) en ik denk evenzeer
dat het Franco-Belgische strippubliek het beste ter wereld
is. Je merkt dat vooral op festivals. Bij de Franco-Belgische
scenaristen (en natuurlijk ook bij de tekenaars) heb je
heuse sterren. Onvermijdelijk...zelfs logisch. Maar met
de scenaristen en de inkleurders moet de tekenaar in harmonie
optreden als men samenwerkt. Vooral als men aan hetzelfde
project werkt, zelfs al is de ene van meer belang dan
de andere (de verkoop, het succes, de prijzen,... vandaar
het sterrendom van sommigen). Pas op, en hier wil ik toch
even kritisch zijn, ik vind het grootste deel van de Franco-Belgische
uitgevers te voorzichtig, vooral de laatste tijd. Ze nemen
keer op keer minder risico, en soms lijkt hun attitude
mij weinig professioneel, soms zelfs op een haartje na
hautain. Ik geloof dat Franse uitgevers een voorbeeld
kunnen nemen aan de Amerikaanse uitgeverijen, want die
zijn zeer professioneel in hun werk en in hun houding
ten opzichte van de auteurs. Bij Amerikanen heb je zeer
snel een ja of een neen, van het moment dat je een project
voorstelt. In tegenstelling tot de Fransen, bij hen vraagt
het telkens steeds meer tijd en moeite om een project
voor te stellen, en een keer het zo ver is, verliest men
gewoonlijk te veel tijd (soms lange maanden) om een reactie
van de uitgever te krijgen. Wanneer je dan uiteindelijk
een antwoord krijgt, is het vaak een verdomd standaardberichtje.
Dus heb je al je tijd voor niets er in gestoken. En dat
irriteert mij, want het lijkt me dat er meer dan één
uitgeverij is die geen enkel respect heeft voor auteurs
(zowel voor scenaristen als tekenaars). Ziezo. Het is
enkel maar mijn mening, maar de laatste tijd heb ik meer
dan een goede tekenaar en scenarist horen zeggen: 'Het
is de laatste keer, als het nu niet werkt, stop ik er
mee.' En ik heb het hier over Fransen, hé (maar
ik noem geen namen). Hierdoor, of door andere redenen,
heb ik sinds 2011 de Franco-Belgische strip vaarwel gezegd
voor onbepaalde duur. Tijdens deze pauze blijf ik comics
maken in Australië en in de Verenigde Staten. Stalag-X
zal namelijk ook verschijnen in de VS. En na een
tijd zal ik zien of ik al dan niet zin heb om terug te
keren naar de Franco-Belgische strip. Maar het moet al
om een superproject gaan om er zin voor te krijgen zonder
dat uitgevers stokken in de wielen komen steken."
Kan je het verschil aanduiden tussen de scenaristen
Jean-Marc Lofficier (Kabur) en Bruno Falba (De
Zang der Elfen)?
RATERA:
"Er is geen vergelijking mogelijk! Elk heeft zijn
ding. En ik heb met beide goed samengewerkt, evenzeer
als met Niko Tackian en Stéphane
Miquel voor Bad Legion en met andere
scenaristen met wie ik me aan projecten waagde die niet
goed afgelopen zijn (ik noem geen namen). Momenteel werk
ik supergoed samen met Kevin J. Anderson en Steven L.
Sears en evenzeer met mijn Australische uitgever Gestalt
Comics. Ze steunen mij volledig. Het is dat wat ik steeds
graag zou hebben: respect voor mijn werk."
Bezoek ook de blog
van Mike Ratera.
Interview afgelegd door David Steenhuyse en vertaald door
Wim De Troyer. |
|
|