|
|
|
"'Misschien
handig om te weten dat ik een rare man ben', mailde
ik Peter van der Heijden op 8 augustus
2011, nadat hij me had laten weten dat hij graag
een album van Trix wilde uitgeven bij zijn
kersverse humoruitgeverij Strip2000.
Eerder had hij in een oproep op Facebook laten weten
op zoek te zijn naar onuitgegeven werk, waarop ik
spontaan reageerde met het aanbieden van zo'n honderd
pagina's Trix. Natuurlijk raakte ik na
zijn enthousiaste toezegging onmiddellijk in paniek,
want waren die strips nog wel lezenswaardig en wie
zat er überhaupt nog te wachten op die ouwe
troep? Om een lang verhaal kort te maken; na wat
peptalk van de uitgever en veel te lang bezig geweest
te zijn met nieuwe inkleuringen, covers tekenen
en al dan niet interessante voorwoorden schrijven,
liggen hier Trix deel 1 en 2 netjes gedrukt
naast mij op het bureau, én legde ik vandaag
ook de laatste hand aan twee albums van Ze Is
van Mij! die dezelfde Strip2000 gaat uitgeven.
En dan heb ik het nog niet eens over de twee De
Ontdekkers-albums die in de toekomst gaan verschijnen.
Maar dan moet natuurlijk wel eerst even Trix
2 en masse verkocht worden. Dus daar ga ik
hier even iets over vertellen en van laten zien,
zodat je zelf kunt bepalen of je tot de groep hoort
die helemaal niks aan Trix vindt, of tot
de groep die gierend van het lachen met de strip
wegloopt.
Uit pure angst een saaie strip te maken liet ik
me ten tijde van het schrijven en tekenen van Trix
inspireren door het wat heftigere strip-, televisie-
en filmwerk. Om wat namen te noemen: de Engelse
comedyserie Bottom, films als Bad Taste
en Braindead van Peter Jackson
(uit de tijd van ver voor zijn oervervelende In
de Ban van de Ring-verfilmingen en zijn slaapverwekkende
King Kong-remake), de tekenfilms van Tex
Avery en 'de jongens' Laurel
en Hardy, die ook prima met het
ruwere slapstickwerk uit de voeten konden.
Qua strips mocht ik mezelf graag laten provoceren
door strips van Robert Crumb, Willem
(Fred Fallo Staat op Springen) en de vuile
grappen van Vuillemin.
Nou dat hebben ze geweten bij SjoSji-stripblad,
waarin Trix werd voorgepubliceerd! Ik schaam
me er nu nog voor. Soms.
Trix 2 gaat gelijk pittig van start met
Valentijn (Trix' vriendje/stalker/aanbidder) die
zijn ontblote bovenlijf met een zweepje kastijdt
omdat hij Trix had laten verongelukken nadat hij
haar valselijk had beschuldigd van 'overspel'. Gelukkig
vindt hij in het tweelingzusje van Trix (ook Trix
geheten, de ouders konden de tweeling toch niet
uit elkaar houden) een goede vervanger van zijn
grote liefde.
Na deze nieuwe start gaat het duo ouderwets verder
met het beleven van avonturen met kop noch staart
en etaleert de zo'n vijftien jaar jongere Mars
Gremmen vooral dat hij veel plezier beleeft
aan het tekenen van overacterende, hevig verliefde,
ruziemakende en genadeloos vechtende stripfiguren.
(Strips tekenen is verschrikkelijk, dus je moet
het als tekenaar qua onderwerp wel een beetje leuk
voor jezelf zien te maken.) Ook probeerde ik zaken
te tekenen die nog nooit eerder in een (jeugd)strip
te zien waren. Ik durf te beweren dat ik daarin
ruimschoots ben geslaagd!
Om jullie een beeld te geven van dit album plaatst
De Stripspeciaalzaak wat paginafragmenten onder
deze hopelijk niet àl te langdradige tekst.
Zet hem op, Stripspeciaalzaak!
Tenslotte is er nog de kwestie van het twintigtal
nooit in album gepubliceerde Trix-éénpaginastrips.
Dat gaat wat mij betreft ook niet meer gebeuren.
Die pagina's zijn namelijk écht niet zo geslaagd.
De eenmalige wederopstanding van Trix in
Eppo, een tijdje terug, was helaas ook
al geen onverdeeld succes (de Mars Gremmen van nu
heeft de Trix van toen niet meer in zijn
vingers, laat staan in zijn hoofd), dus voor een
album schort het sowieso aan voldoende materiaal
om het vol te krijgen. Het blijft dus bij dit tweeluik,
dat wat mij betreft als een obscure cultstrip van
een malle stripmaker de boeken in mag gaan. (Nee,
ik weet ook niet welke boeken.) Een obscure cultstrip
van een malle stripmaker die met duizenden exemplaren
tegelijk over de stripspeciaalzaaktoonbanken vloog,
het liefst natuurlijk.
Trix 2 verscheen toevallig op dezelfde dag als de
nieuwe Asterix (nog niet gelezen). Dus
daar moest ik natuurlijk iets mee doen.
Valentijns voluptueuze moeder probeert haar zoontje
— na Trix' dood — wat op te beuren op
het strand. En wie komen ze dan tegen...?
De goedheiligman en zijn Al Jolson-metgezel
komen ook langs in een verhaal, dus je kunt dit
album ook mooi als sinterklaascadeau schenken. Desnoods
aan iemand waar je een hekel aan hebt. (Wat doet
Gilles de Geus daar nou weer...?)
Onze heldin ontmoet haar zojuist uit de gevangenis
ontsnapte moeder, tot grote vreugde van Valentijn.
Weer een halve pagina Trix die —
als ik sommige recensenten mag geloven — vòl
staat met grappen die stuk voor stuk niet leuk zijn.
(Oeps, een sneer!)
De acteurs die Trix en Valentijn spelen, te gast
in de talkshow van Katrien Keil.
Valentijn en zijn moeder verhuizen halverwege het
album naar een al jaren leegstaand kasteel, waar
vroeger een dove professor en een alcoholistische
kapitein samenwoonden. (Die laatste kreeg regelmatig
dubieuze bezoekjes van een jonge reportervriend
met een opstandige pluk haar op zijn kop.)
Nou, nog eentje om het af te leren dan. Dit was
jarenlang mijn favoriete Trix-scène.
(En niet eens de onsmakelijkste, want die durf ik
niet op internet te zetten.)
Er staat ook nog een nagenoeg compleet autobiografisch
verhaaltje in dit boek! Maar welke dat is ga ik
lekker niet zeggen." |
|
Mars
Gremmen:
"Lezersbrieven illustreren op vijf manieren" |
|
|
"Wat
doet een stripmaker die te moe, te lamlendig, of te druk
is met Wikipedia-pagina's doorspitten naar ziektes en
afwijkingen die hij — dat kan niet anders! —
onder de leden heeft (laatste zelfdiagnose: syndroom van
Down) om niet aan het ontwikkelen van een leuke, nieuwe
strip te hoeven werken? Die houdt alledrie zijn fans zoet
met het met tekeningetjes opvullen van de postpagina in
een stripblad. In mijn geval elke twee weken vier cartoons
voor Stripblad Eppo.
"Mars Gremmen, hoe gaat dat in zijn werk?! Vertel
ons alles!" Ik hoor het hier in mijn oren schallen
en zal jullie niet langer in spanning laten zitten.
De redactie stuurt mij een Word-document met daarin een
vijftal brieven. Die brieven print ik uit, en gelijk al
bij de eerste lezing probeer ik er een grap uit te distilleren.
Dat probeer ik zo snel mogelijk te doen want in mijn geval
is het meestal zo dat hoe langer ik over een grap nadenk
hoe onbegrijpelijker en onleuker hij wordt. Opmerkingen
waar ik iets mee kan onderstreep ik, en in de kantlijnen
van de brief maak ik een eerst, snel schetsje.
|
Ik
heb een vijftal manieren om tot een hopelijk grappige
tekening te komen. Ik laat er hier gelijk ook wat voorbeelden
van zien.
MANIER 1: Als er
een stripfiguur in een brief wordt genoemd dan probeer
ik die zo mogelijk in de tekening te gebruiken. Gratis
voordeel is de blijde ontvangenis van herkenning die dan
bij de lezer optreedt. De cartoon is dan eigenlijk al
voor de helft klaar. Ander voordeel is dat ik lekker kan
koketteren met mijn talent om andermans poppetjes knap
na te kunnen tekenen (werkt vooral goed bij realistische
stripfiguren). Bovendien is het tekentechnisch gezien
leuk en interessant om je even in andermans tekenstijl
te verdiepen.
Peter
de Smets De Generaal.
Pittig
om te tekenen: Roel Dijkstra. De lichaamsverhoudingen
kloppen nét niet helemaal... Stripblad Eppo
is overigens nog steeds op zoek. (Maar niet hard geloof
ik.)
Typisch
voorbeeld van een zeer matige grap, hetgeen door het feest
der herkenning niet teveel op zou moeten vallen. Ik ben
hier niet helemaal consequent in het tekenen van andermans
figuren; sommigen heb ik zo op het origineel gelijkend
mogelijk nagetekend, anderen heb ik wat meer naar mijn
eigen stijl toegetrokken. Keuzes maken, Gremmen!
Franka
en Havank. Wederom gok ik erop dat de tekening en de herkenning
lollig genoeg is en het niet opvalt dat er een grap ontbreekt.
Lang
niet makkelijk om dat broekje zó kort en strak
te tekenen! De echte tekenkenner zal zien (onder andere
aan de armen en benen van matroosje Djinn) dat het me
eigenlijk aan voldoende anatomische kennis ontbreekt om
in realistische stijl te mogen tekenen. Die kennis heb
ik er nooit voldoende in kunnen stampen in verband met
mijn weerzin jegens mensenlichamen. (Dat heb ik mezelf
tenminste wijsgemaakt, maar ik klets wel vaker uit mijn
nek.)
MANIER 2:
De briefschrijver te kakken zetten. Dit kan door een eventuele
klacht van de lezer belachelijk te maken. Klachten over
te veel bloot voor de jongere lezers van Eppo
zijn bij mij favoriet. (Je kind zou maar eens een erectie
krijgen; je moet er niet aan denken...!)
Ook
mag ik graag de schrijver van een brief met een onaantrekkelijk
voorkomen in de cartoon laten figureren. Vooral het buitengewoon
beledigen van collega's wordt door mij afgestraft met
een zo onnozel mogelijk getekend hoofd.
Deze
lezer hoopte dat wethouder en Elsje-scenarist
Eric Hercules snel burgemeester zou worden zodat
hij geen tijd meer over zou houden voor zijn schrijfpraktijken.
Vanzelfsprekend
teken ik vrijwel alle stripliefhebbers als dikke, nerderige,
boos opgewonden, begin veertigers. Kijk in de spiegel
en u begrijpt waarom.
Deze
lezer vond de meeste humorstrips zeer onleuk.
Vooralsnog prijs ik mezelf gelukkig met het nog niet hebben
hoeven ontvangen van gemene hate mail of een
stripbeursvuist in mijn gezicht.
MANIER 3:
Als ik geen mogelijkheid zie om een grap rond andermans
stripfiguur te bedenken dan kan ik nog mijn toevlucht
zoeken in een grap over de stripmaker zelf. Met een beetje
geluk heb ik eerder al een karikatuur van de de desbetreffende
persoon gemaakt zodat ik niet al te lang op een gelijkend
portret hoef te ploeteren.
Een
lezer ziet graag werk van Daan 'Danier' Jippes
terug in Eppo.
Voor
deze cartoon had ik een bekende, op klein formaat nog
steeds herkenbare stripmaker nodig.
Soms
is alleen de naam van een stripmaker al voldoende voor
een cartoon. (In werkelijkheid houden collega Leever
en ik heel veel van elkaar.)
Marq
Van Broekhoven krijgt ervan langs in een
brief. De briefschrijver had lelijker gekund, zie ik nu.
Ik leg vaak een non repro blue-lijnvloertje op de tekening
om te voorkomen dat de figuren door het papier zakken.
En in dit geval om te zorgen dat Marq stevig genoeg aangestampt
kan worden. (Zie Eppo 13 uit 2010 voor de ingekleurde
versie.)
|
Om
te laten zien wat een enorm incasseringsvermogen ik heb
wat (zelf)spot betreft, teken ik mezelf meestal als een
lelijke, onsympathieke idioot. (In werkelijkheid ben ik
een beeldschone jongen, lief, attent, zorgzaam en met
het lichaam van een jonge god. (Maar dan wel een god met
één duim aan de verkeerde kant van zijn
hand.)
MANIER 4:
is bij het bedenken van een cartoon één
zinnetje uit de brief halen en hem letterlijk uittekenen.
Dat levert meestal uiterst flauwe grappen op. Maar van
de vier cartoons mag er van mij best één
heel slecht zijn.
Liefst moeten er twee best aardig zijn en als het even
kan, moet er toch wel één zijn die de mondhoeken
licht omhoog doet krullen.
Typisch
voorbeeld van een wanhoopsgrap. Pure zelfkastijding dat
ik hem hier durf te laten zien!
Hoogtepunt
uit mijn carrière als cartoonist...
MANIER 5:
Laatste noodgreep, voor als ik het écht niet meer
weet en mijn inspiratie totaal droogstaat, is het mijzelf
met behulp van grote borsten richten op de libido van
de gemiddelde hetero Eppo-lezer. Borsten scoren
altijd. Meestal breng ik daarvoor de jongens van redactielid
Ellen in stelling. Doorgaans laat ik haar dan wel bedenkelijk
of bozig kijken en schilder ik de andere redactieleden
extra macho-dom af.
Zucht.
(Zie Eppo 13 uit 2010 voor de ingekleurde versie.)
Kreun.
Baas
boven baas.
De beste grap is overigens dat ik voor deze onzin betaald
word.
Morgen ga ik overigens werken aan het ontwikkelen van
een leuke nieuwe strip. Nee écht. Heus. Geloof
me nou. Toe!"
Surf ook naar www.marsgremmen.com,
marsgremmen.blogspot.com
en stripsingelderland.blogspot.com. |
|