Alle bijdragen van Marcel Ruijters aan de rubriek De Commentator bundelen we op deze pagina.

Klik verder naar de volgende onderwerpen:
29/02/2020 Marcel Ruijters over Eeuwig 1913
12/12/2013 Marcel Ruijters' Alle Heiligen wijkt af van zijn vorige middeleeuwse nonnetjesstrips. Hij legt uit waarom. Hij verschaft je ook een blik in zijn schetsboek en een voorsmaakje op zijn biografische strip over Jheronimus Bosch.
 
Marcel Ruijters over Eeuwig 1913
29/02
TOP
Eeuwig 1913
Uit het nawoord van Eeuwig 1913 
“Waarom uitgerekend het jaartal 1913, zal de lezer wellicht denken... Om eerlijk te zijn: het getal heeft géén magische klank voor mij en ik verwijs ook niet naar een bepaalde historische gebeurtenis. Ik heb alle macht in handen van één personage gelegd, omnimiljardair Gustonson, die bedacht dat de wereld toen nog geen wereldoorlogen had gezien en dat het 'dus' een goed idee was om alles te downgraden naar de stand van zaken anno 1913. Natuurlijk is hij een wereldvreemde dwaas, want er bestonden in 1913 meer dan genoeg problemen: besmettelijke ziekten, het kolonialisme, enzovoort. Laten we zeggen dat ik zocht naar een aanleiding om dat tijdvak te tekenen; de tijd waarin mannen bolhoeden droegen en de (schaarse) auto's er nog uitzagen als sierlijke koetsen.

Eeuwig 1913
Eeuwig 1913 is een spel met huidige tijdsgeest. De techniek dendert maar voort en onze cultuur wordt steeds nostalgischer. Let wel, dit is een avontuur met satirische kanten, geen pamflet over alles wat er mis is in de wereld. Dat zou ik de lezer (en mezelf) niet aandoen. De echte wereld is per definitie te groot om te bevatten, daarom bouwen we er graag een poppenhuisversie van: een ideologie, een godsdienst, een theaterstuk... of een strip. Pola is de outsider die op het vasteland belandt en zich aanvankelijk als een vis in het water voelt; ze is jong, onbevangen en naïef. Het deert haar niet dat de wereld die zij als haar voorland ziet, zich afgekeerd heeft van de toekomst. Uiteraard is die naïviteit maar tijdelijk, het is onontbeerlijk voor een verhaal je held(in) door allerlei narigheid te slepen, maar het moet me van het hart dat ik er wat dat betreft bij Pola meer moeite mee had dan met de middeleeuwse nonnetjes die ik in voorgaande boeken zoals Alle Heiligen heb gemarteld. Dat waren immers (quasi) tekstloze strips, met het oogmerk een surrealistisch effect op te roepen door de onaangedane wreedheid van middeleeuwse illustraties. De episode waarin Pola in het gekkenhuis belandt, was zelfs een beetje pijnlijk om te tekenen — maar noodzakelijk voor het verhaal. Zoals gezegd was 1913 een tijd met ook lelijke kanten; veel 'lastige' vrouwen werden zonder pardon in gestichten weggestopt. Soms praat Pola met dieren en je kunt dan als lezer aan haar verstand twijfelen, maar van de andere kant is de wereld om haar heen minstens zo raar. En heeft ze haar jeugd niet dichtbij de natuur doorgebracht?

Eeuwig 1913
Het vriendenclubje rondom Pola bestaat uit verwijzingen naar excentrieke schrijvers die me door de jaren heen op een of andere manier geïnspireerd hebben. Een jaar of vijftien terug maakte ik voor tijdschrift De EssensiE een serie portretten van schrijvers en hun (vermeende of echte) drugsgebruik van steeds één pagina. Een leuke serie, maar niet lang genoeg voor een bundeling in boekvorm. Te kort, te oppervlakkig, te gecomprimeerd, maar wel bruikbaar als voorstudie. Naar mijn mening is het volstrekt legitiem oude ideeën een nieuwe plaats te geven. Klotzbachs schimpdichten zijn natuurlijk gebaseerd op Paul van Ostaijen, Dadaïst van de Lage Landen. Caroussels naam verwijst losjes naar de Franse 'literaire gek' Raymond Roussel. Hondsdag is geënt op Henri Michaux, die opmerkelijke beschrijvingen van zijn drugsexperimenten heeft opgetekend; zijn taal is terloops, klinisch en tegelijkertijd poëtisch. Hondsdags kogelronde hoofd had ik al begin jaren 1990 bedacht, en sporadisch gebruikt, zoals in de korte strip AE, gepubliceerd in Zone 5300 en Hôpital Brût — maar daar bleef het bij. Op de omslag van het laatste nummer van Thank God It's Ugly in 2001, geïnspireerd door de verbijsterende film Of Freaks And Men van Aleksei Balabanov, dook Strapatsky al op. Helga Hahnemüller is een parodie op Madame Blavatsky (geboren: Hahn), een van de stichters van de Theosofische beweging, die op haar beurt aan de wieg stond van de abstracte kunst van de twintigste eeuw. Hoewel Helga een soort ondergrondse beweging leidt, is hier de angst voor technologische vooruitgang een van de belangrijkste kenmerken. Valdemar ten slotte staat symbool voor Pola's terugkeer naar haar eigen verleden. Ik heb een tijdje getwijfeld of hij misschien beter een eenvoudigere naam kon krijgen. Toen las ik dat de uitvinder van de bandrecorder Valdemar Poulsen heette: een té mooi cadeau om te laten liggen. Dank u, internet! Het idee van de verrijzenis van het verzonken continent Lemuria — pseudowetenschap is een onuitputtelijke bron van vermaak — werd onlangs versterkt door de bevestiging van het bestaan van Zeelandia, waarvan Nieuw-Zeeland het gedeelte is dat boven zeeniveau ligt. Dat dit verzonken continent vernoemd is naar uitgerekend de provincie die het meest heeft gestreden tegen overstromingen, is een onweerstaanbaar Forteaans toeval.

Eeuwig 1913
Hoe zal het Pola & co verder vergaan als de dijken eenmaal zijn aangelegd? Zal de revolutie een succes blijken? Houdt iedereen droge voeten? Wordt het nog spannend? Vragen, vragen. Zelf ben ik er ook nieuwsgierig naar, maar we gaan het zien..."

Eeuwig 1913

Waarom 1913?
"Waarom 1913? Het is niet dat dit jaartal specifiek een magische betekenis voor mij heeft, al valt het in het tijdvak dat Jacques Tardi al op zo'n inspirerende wijze in beeld bracht. De 1913-cyclus is ten eerste een satire op de huidige tijdsgeest, met zijn hang naar het verleden. Het is een nostalgie die gebaseerd is op angst voor de problemen van de toekomst.

Eeuwig 1913
Het 9e Eiland
is een liefdesverklaring voor het medium strip en zijn eigenaardigheden; een van de opvallendste daarvan is dat strips zo goed beweging en bijgevolg tijdsverloop kunnen weergeven in stilstaande beelden, beter dan in alle andere kunstvormen. Niettemin bevinden klassieke striphelden zich een soort tijdslus, waarin ze niet ouder worden, niet van hun ervaringen leren en geen karakterontwikkeling doormaken. Niet dat geen andere voorbeelden voorhanden zijn — ik noem Love & Rockets en Gasoline Alley — maar het is vrij uitzonderlijk om de personages in Het 9e Eiland, Scott en Kali, te laten verouderen. Aan het eind dient hun kleindochter Pola zich aan. En zoals wel vaker gebeurt met charismatische bijfiguren, kreeg Pola in de drie volgende albums de hoofdrol, eerst als tiener, dan als jongvolwassen vrouw.

Hierom was het het niet meer dan logisch om het thema tijdsverloop verder uit te werken. Er was aanvankelijk wel een probleem: Het 9e Eiland speelt zich dan wel af op een tropisch eiland zonder tijdsrekening, het is, gezien alle culturele verwijzingen, min of meer het eind van de twintigste eeuw. Pola's leven speelt zich bijgevolg in de toekomst af. Als zij op reis gaat en de ‘beschaafde' wereld bereikt, wat treft ze dan aan? Een sciencefictionwereld vol gestroomlijnde hypertechnologie? In grafische zin interesseerde me dat niet, glimmende ruimteschepen vol kerstversiering. De oplossing was een terugkeer naar een tijd die me meer aantrekt, de jaren 1900 dus — niet in de laatste plaats vanwege de baanbrekende ontwikkelingen in de beeldende kunst toen.

Hieruit werd het idee geboren dat, de trend van het überkapitalisme volgend, op een moment álle wereldkapitaal ten slotte in handen van één persoon zou komen die hiermee een goddelijke macht krijgt en dat dit personage de hele wereld zou laten downgraden naar de stand van zaken in 1913. Een soort postmoderne reconstructie dus, waarmee ik me als tekenaar ook maar gelijk ontsloeg van de vermoeiende plicht tot eindeloos documenteren. Het functioneert ook als symbool voor wat de mens altijd doet, namelijk de wereld proberen te begrijpen door er een poppenhuisversie te bouwen. Wie dat met ‘ongeveerkunde' doet, zal nieuwe dingen uitvinden.

Hoewel het satirische element misschien anders doet vermoeden, is de 1913-cyclus ook een serie verhalen over liefde en vriendschap. Sterker nog: in een absurde wereld is liefde het meest verstandige ding. Daarnaast zal de oplettende lezer zien hoe '1913' een synthese van elementen uit eerdere albums bevat, zo zal zelfs Dr. Molotow, 'met pensioen' sinds eind jaren 1990, een kleine bijrol vervullen in De Tweelingparadox, het slot van de 1913-cyclus.


Covers van de vorige delen:

Het 9e Eiland
Pola


Biografie Marcel Ruijters
Marcel Ruijters (1966) is sinds eind jaren 1980 actief als stripauteur, illustrator en kunstenaar. Hij volgde een opleiding schilderen en vrije grafiek op de Maastrichtse Stadsacademie. Zijn adaptatie Inferno, naar Dante Alighieri, werd bekroond als beste graphic novel van 2008. In 2015 ontving hij de Stripschapprijs en verscheen zijn biografie van Jheronimus Bosch (in zes talen). Het 9e Eiland, uitgegeven door Sherpa, werd bekroond met de Stripschappenning voor beste graphic novel van 2017. Hierna volgden Pola en Eeuwig 1913. Hij werkt momenteel aan het afsluitende deel van de 1913-cyclus die De Tweelingparadox zal heten.

Zijn recente boeken zijn een eigenzinnige satire op de tijdsgeest en de merkwaardigheden van het medium strip, met verwijzingen naar avantgardeschrijvers zoals Raymond Roussel, Paul van Ostaijen of Henri Michaux. Maar meer nog dan een absurde komedie bieden deze boeken een verhaal over liefde en vriendschap.

Websites: www.xs4all.nl/~troglo en www.eatenbyducks.blogspot.com


Marcel Ruijters over Alle Heiligen
12/12
TOP
 
"Na Sine Qua Non (2005) en Inferno (2008) is Alle Heiligen het derde (Nederlandse) album waarin mijn middeleeuwse nonnetjes figureren. Tussendoor verschenen in Frankrijk (bij Le Dernier Cri en Les Branquignoles) nog enkele aanverwante gezeefdrukte artbooks: Machina Mundana, Bestiarium, Totentanz en 1348. Alle Heiligen kende geen makkelijke ontstaansgeschiedenis, want halverwege zegde Oog & Blik | De Bezige Bij de samenwerking op. Na een zoektocht bleek er veel enthousiasme van de kant van Sherpa te bestaan, zozeer dat het in kleur kon worden uitgegeven. Meer nog: tegelijkertijd verschenen een Deense editie (bij Forlaens Forlaget) en een Engelstalige (bij het Zweedse C'est Bon Kultur). Zo snel kan het óók gaan.

Na Inferno was ik nog niet klaar met mijn nonnen, al was het duidelijk dat mijn nieuwe boek geen Sine Qua Non 2 moest worden. Na de wave van woordloze strips van pakweg midden jaren 1990 tot midden jaren nul zag ik er meer uitdaging in om weer te schrijven, dus ze konden nu namen krijgen. Nu is er in middeleeuwse kunst geen ruimte voor individualiteit: alle mensen zijn gelijk, behalve vorsten en heiligen, herkenbaar aan hun attributen. Heiligenverhalen staan bol van de tegenstrijdigheden, dus de humor ligt voor het oprapen. Maar het moest wel met het gezicht in de plooi verteld worden, zoals ik wel aan de kant van mijn nonnetjes sta, ook al maken ze de vreselijkste dingen mee — ik probeer ze altijd gratieus te tekenen. Wat authentiek is en wat ik zelf heb verzonnen, loopt naadloos in elkaar over. Wie het wil ontrafelen wens ik veel succes... Denk niet dat de meest absurde details per se verzonnen zijn!

Een ander thema dat ik al in 1348 verkende is dat van de pest. Veel van mijn inspiratie komt van wat de Italiaanse historicus Piero Camporesi heeft geschreven over de vreemde verhouding die de middeleeuwse mens met zijn lichaam had. Bij leven is het lichaam een bron van ziekte en vuiligheid, na de dood een bron van heiligheid en magisch-medicinale krachten. De pest was natuurlijk de ultieme tuchtiging, die uiteindelijk de Europese hegemonie heeft bepaald: overgeërfd vermogen kwam in handen van de durfkapitalisten van de renaissance. Een fascinerend gegeven, al zit dit niet bepaald aan de oppervlakte van Alle Heiligen.

Ik houd al sinds 1991 schetsboeken bij, waarin al mijn invallen op chaotische wijze terechtkomen. Met veel bricolage ontstaan daar verhalen uit. Er valt nogal wat af, maar soms bezitten schetsen een directheid die je 1 op 1 kan gebruiken. Niettemin kan het jaren duren voordat ze uiteindelijk in een boek belanden. Juist daarom is het prettig aan meerdere projecten tegelijk te werken. Ik werk op macopapier, op een lichtbak. Mijn schetsen, of bewerkte prints daarvan leg ik er dan onder. Op macopapier kun je niet met potlood schetsen, maar je zwarte lijnen worden wel heel scherp en je kunt de inkt wegskrassen waar nodig om een soort houtsnede-effect te krijgen. Inmiddels werk ik aan een nieuw boek, een biocomic over Jheronimus Bosch. In een andere stijl overigens."

UIT HET SCHETSBOEK VAN MARCEL RUIJTERS


VOORSMAAKJE VAN DE BIOGRAFISCHE STRIP OVER JHERONIMUS BOSCH