Bij
Saga Uitgaven verschijnen diverse verstrippingen
van het werk van de Franse schrijver en filmmaker Marcel
Pagnol. De Triomf van m'n Vader, getekend
door Morgann Tanco, is al een tijdje
uit. Het door A. Dan getekende Kabeljauwtje
is zopas verschenen. Beide one-shots zijn geschreven door
Serge Scotto en Éric Stoffel.
Onderstaande bijdrage van Sophie Bogrow verscheen
eerder in het Franse stripmaandblad Casemate
nummer 86 van november 2015.
|
Over de Provence: "Rond mijn zeven of acht
jaar ontdekte ik de Provence. Ik was (toen al) een fan
van Sergio Leone en Blueberry en ik waande me
in een western zoals de jongens in dit verhaal met hun
fascinatie voor De Laatste der Mohikanen. Met
de zegen van Serge en Éric heb ik de landschappen
getekend ö la Jean Giraud. Tot mijn grote trots werd mijn
openingsplaat, een groot overzicht van de Garlaban, de
hele zomer lang tentoongesteld op groot formaat in Aubagne,
recht voor de originele berg!"
Over de tekst: "Het is soms frustrerend
om op een prent een voice-off toe te voegen. Maar de scenaristen
waren onvermurwbaar. Terecht ook, want het riedeltje van
de verteller die er alle charme aan geeft. Ze contacteerden
me onder andere omdat ik een overvloed aan teksten en
informatie de baas kan."
Over problemen: "Het scenario was
heel gedetailleerd over de mise-en-scène, van prent
tot prent, maar het resultaat is niet altijd wat ze zich
voorstelden. Dat doe ik om oplossingen te bedenken voor
problemen met het evenwicht (hier keerde ik het decor
in prent 6 om om te vermijden dat de kar buiten de pagina
zou vallen) of de leesbaarheid (tussen de overzichtsprent
en de klap moest ik een prent toevoegen zodat het duidelijk
wordt dat Joseph door een tak geraakt wordt)."
Over de landbouwer: "Het geweldige
idee van de laatste prent in de breedte komt van de scenaristen.
De houding van de landbouwer, die bukt alsof hij onder
de motorkap kijkt, kostte me drie uur! De houding van
de armen, de benen, hoe zijn vest valt,... niets lukte.
Uiteindelijk liet ik een vriend poseren..."
|
Over de film: "Éric en Serge hebben
me afgeraden om de verfilming van Yves Robert te bekijken.
Nadat ik het boek herlezen had en naar de opnames van
Pagnol heb geluisterd — geniaal om de juiste toon
te vatten —, ben ik natuurlijk ongehoorzaam geweest.
Vreemd dat de regisseur van Le Grand Blond avec une
Chaussure Noire elk komisch spoor heeft weggelaten.
Zoals de scēne met de ladderzatte verhuizer die ik met
plezier heb getekend."
Over de familie Pagnol: "Nee, mijn
portret van Joseph is niet hetzelfde als Philippe Caubēre
in de film, maar hij was wel perfect in de rol! Hij ontbrak
enkel nog twee kuiltjes in de wangen zoals ik ze heb getekend.
Om de familie van Pagnol naar foto's uit die periode te
tekenen, moest ik mijn realistische tekenstijl omvormen
naar een meer karikaturale en wat valsspelen om meer het
onderscheid te maken tussen Marcel en zijn broer. Op bepaalde
leeftijden leken ze wel tweelingbroers."
Over de vijgenboom: "Serge en Éric
gaven me een heel uitgebreide fotobibliotheek die ik heb
uitgebreid met een verblijf in de streek van Avignon om
er de sfeer op te snuiven. Je moet soms wat valsspelen.
De vijgenboom voor de woning, die heel majestueus is in
het boek, is dat minder in realiteit. Ik heb de boom vervangen
door een die aan een bar in Marseille stond en die indrukwekkender
was."
Over schaduwen: "Door mijn tekeningen
voor Het Rechte Pad vreesden de scenaristen dat
ik te veel zwart zou gebruiken. Ik heb me beperkt tot
het zonlicht en de slagschaduwen, die ik vergeten was
in mijn vorige album. Dat was een last voor de inkleurder!
Het werk van Sandrine Corduriģ overtrof mijn verwachtingen
na enkele pogingen voor de droge aarde en de hemels. Ik
ben nog nooit zo tevreden geweest, zelfs niet over mijn
eigen werk."
|
Over buiten en binnen: "Kabeljauwtje
is een huis clos in het niet zo vrolijke lyceum van Thiers.
Maar paradoxaal genoeg is Marseille alom aanwezig, bijna
als personage op zich. We hebben de inkleuring van de
kleurrijke en warme buitenwereld tegenover de doffe, grijze
kleuren van de school geplaatst."
Over de spil: "Ik heb het lyceum
niet bezocht, maar de scenaristen hebben me een grote
voorraad oude en recente (Serge heeft er nog les gegeven)
foto's gegeven. Ik beschikte zelfs over een plattegrond
waarop de voorgevel, tuin en gangen staan... Ik ben eerder
een liefhebber van buitendecors, maar ik heb mijn kans
gegrepen bij het tekenen van de bomen op het speelplein
die wat luguber en schimmig zijn. Het afdak met de bogen
en de zuilen is natuurlijk de spil van deze scēne."
Over de zuilen: "Voor het spel van
voor- en achtergronden, waar ik veel van hou, zijn die
bogen ideaal: witte zuil voor een licht afdak, donkere
zuil voor het duistere, op het plein waar de gevreesde
hoofdrolspeler waakt. De zuilen dienen overal voor: het
verstoppen van de oudere jongens die roken, maar die verraden
worden door de rook, of op de volgende pagina om een strook
in twee te delen om de arme Villepontoux nog wat meer
te isoleren terwijl hij als straf in de hoek staat."
Over de rode jas: "Onder de leerlingen
die tijdens Kerstmis in het internaat moeten blijven,
is Villepontoux de ster. Hij is er vast van overtuigd
dat zijn moeder hem nog komt halen voor de feesten. Hij
vertegenwoordigt de hoop. En hij gelooft zo sterk in de
magie van Kerstmis dat ze wel moet komen... Daarom is
hij de enige in de hele school die in een heviger kleur
is gekleed. Een rode jas voor Kerstmis!"
|
Over de film: "Net zoals Morgann Tanco bij
De Triomf van m'n Vader kreeg ik ook het bevel
om de film niet te bekijken. Uiteraard heb ik die wel
gezien. Daarom vind je in de strip de blonde jongen met
krullen uit de film terug. Er is ook een overeenkomst
tussen mijn Kabeljauwtje en die uit de film, maar dat
heeft ook te maken met de beschrijving in het scenario:
de kraag, de baard, de snor met gekrulde eindpunten, het
litteken, de bril,... Op het scherm heeft hij geen versleten
bontjas en vormloos hoedje."
Over Marseille: "Ik heb mijn Marseille
uit 1913 bij elkaar geknutseld op basis van oude postkaarten
en recentere luchtfoto's. De kunst bestond erin het moderne
weg te halen en wat verdwenen is er terug in te brengen.
De tram bijvoorbeeld. Het moeilijkste was de hand leggen
op details van de veerboot en de brug in de verte."
Over de ingreep: "De bovenste prent
mengt het bruisende van Vieux-Port en het gevoel van de
jongens dat ze achtergelaten zijn. Het zou raar geweest
zijn om van het ene naar het andere over te gaan zonder
overgang, vandaar de twee personages buiten de kaders.
Het is een ingreep die ik weinig toepas, maar die goed
werkt. En het geeft wat dynamiek aan een scēne met meer
tekst dan actie."
Over cameravoering: "Met die leerlingen
op een rij op de bank start een lange scēne zonder beweging
die gevolgd wordt door twee pagina's met dialogen op de
bank. Daar wat actie in brengen is een uitdaging. De camera
laten ronddraaien zou kunstmatig en zinloos geweest zijn.
Je kan niet blijven spelen met voor- en achtergronden.
Ik heb gedurft wat zelden gedaan wordt: de camera zetten
in de plaats van de muur waartegen ze zitten. Strip is
soepeler dan film!"
|