Onderstaande
bijdrage van Jean-Pierre Fuéri verscheen
eerder in het Franse stripmaandblad Casemate
nummer 96 van oktober 2016. |
|
Over Julien: "Deze Julien
is de voortzetting van Julien uit Moeder Oorlog.
Zijn gezicht is gebaseerd op dat van een jong gestorven
neef die twintig jaar werd. Hij leek perfect op onze held."
Over hout: "Documentatie was niet
de grootste zorg voor deze scène. Ik weet wel dat
een vrachtlading met niet vastgemaakte kisten tijdens
een overtocht van de Atlantische Oceaan vreemd lijkt,
maar dat was nodig zodat Julien zou doorhebben dat sommige
van die kisten verplaatst zijn en om de verstopte Tina
te kunnen vinden. Het is bizar, maar sinds Miltons
Dromen blijf ik maar hout tekenen. Het hout in de
loopgraven in Moeder Oorlog, nu weer kisten..."
Over details uit 1919: "In tegenstelling
tot de geringe documentatie voor deze scène dateren
de details wel allemaal uit 1919. De beha, het onderkleed
en zelfs de toiletemmer. We verbergen het dagelijks bestaan
niet van iemand die al dagen opgesloten zit. De emmer
trekt vliegen aan, en als een zieke passagier een beetje
later overgeeft, wordt hij niet vanop de rug getoond,
maar wel frontaal. Ik denk niet dat dit jonge lezers zal
storen. Ze zijn wel wat gewend als ze Titeuf
lezen."
Over de hand van Charlier: "De hand
die uit de kist komt, doet denken aan de strips van Jean-Michel
Charlier! Ik hou van die nagenoeg burleske prent in een
eerder dramatisch verhaal. Bij het tekenen van de prent
dacht ik weer aan sommige films van Billy Wilder waarin
na relatief kalme scènes iets merkwaardigs gebeurt.
Tina houdt met één hand een nochtans zware
revolver stevig vast. De wapens die je in Mexico vond,
waren vaak afkomstig van Duitsland dat een zwak had voor
Mexicanen..."
|
Over volume: "Hier geniet ik van. Tina scheldt
erop los terwijl Julien haar beleefd antwoordt. Ze foetert
hem uit en hij gaat op haar zitten. Hij blijft haar (in
de Franse editie) met 'u' aanspreken. Hoe moet ik volume
geven aan het geschreeuw van de juffrouw in prent 3? Ik
laat de tekstballon achterwege en gebruik grotere letters.
Om de tekst leesbaar te houden, laat ik het decor weg.
Dat doe ik niet uit luiheid, maar om de actie van de personages
uit te spelen, zoals op de vorige pagina wanneer Tina
met haar revolver tevoorschijn komt."
Over verhitte kleuren: "Kleur komt
mij van pas om emotie of actie te benadrukken. Als het
er verhit aan toe gaat, verandert het blauw in lichtbruin.
Ik had het rood kunnen inkleuren, maar ik moest verder
gaan. Ik aarzel nog steeds om van kleur te veranderen
uit vrees dat het de scènes kunstmatig zou maken.
Ik smuk enkel de sterkste scènes op. Dat deed ik
ook al in Moeder Oorlog, bijvoorbeeld bij Peyrac
en zijn vrouw in deel 4."
Over Tina: "Kris baseerde zich voor
Tina op Tina Modotti, de Italiaanse activiste die in films
speelde waarin haar make-up haar een heel Zuid-Amerikaanse
look gaf. Op foto's is ze te zien met haar haren in een
grote knot en wat warrig in de nek. Kris zag onze Tina
als een klassiek Mexciaans icoon, àla Penélope
Cruz."
Over inspiratie: "Ik heb niet zoveel
vrouwen getekend en ik wou me liever niet wagen aan een
karikaturaal personage dat in meerdere albums zou meespelen.
Dus baseerde ik me op Tina Madotti en Salma Hayek, de
Mexicaans-Amerikaanse actrice die meespeelde in onder
meer Desperado. En neem daar nog een vleugje
van het jonge meisje uit Once Upon A Time In America
van Sergio Leone bij. Ik ben dol op haar."
|
Over
weglaten: "Het is zover, Tina slaagt erin
Julien uit zijn vel te laten springen. Hij beschouwt haar
niet langer als een vrouw. Om dat te benadrukken, laat
ik de achtergrond in prent 4 helemaal weg. Als ik me zou
laten gaan, zou ik zelfs de inkleuring weglaten en enkel
de lijntekening overhouden. Maar ik was bang dat de lezer
zou denken dat we iets vergeten waren."
Over opvoeding: "In strips van tegenwoordig
wordt geen 'verdorie' of zelfs 'ver...' gezegd. Het komt
niet door censuur dat Julien (in de Franse versie) niet
luidop vloekt, maar wel omdat zijn opvoeding de overhand
neemt. Men vloekt niet tegen een dame, zelfs al spuugt
ze in je gezicht."
Over het gevecht: "Eerste gevecht
tussen een man en een meisje. En dat zal niet de laatste
keer zijn in deze cyclus. Niet makkelijk om weer te geven.
Ik ben in foto's van Olympische vechters, mannen en vrouwen,
gedoken om hun verschillende houdingen te bestuderen.
Het zou simpeler geweest zijn om aan een vriend en vriendin
te vragen een gevecht na te bootsen. Helaas woon ik op
een vrij afgelegen plaats. Ik had het ook aan mijn zonen
kunnen vragen, maar ze zijn acht en tien jaar."
Over Kris' talent: "Alle talent
van Kris komt in de laatste twee prenten tot uiting. Na
het gevecht komt een statische scène. Zonder effecten.
Zonder brutaliteit. In moderne stripverhalen, in heroïc
fantasy bijvoorbeeld, wordt dat spectaculairder uitgespeeld
met een versnelling van lage camerastandpunten, overdreven
houdingen, opgespannen spieren in de nek van Julien, het
mes stevig op de keel gedrukt. Hier niets van dat alles.
Enkel de koele man die zijn mes ogenschijnlijk losjes
vasthoudt. Er staat zelfs geen uitroepteken na 'Niet alle'.
Je voelt dat hij rustig spreekt. Dat is nog angstaanjagender."
|
Over
het schip: "Het schip baarde me zorgen.
Ik had een versleten schuit nodig, maar nog goed genoeg
om de Atlantische Oceaan over te steken. Ik zou minder
problemen gehad hebben, mochten we ons eerste idee gevolgd
hebben en hen op een transatlantisch schip te droppen.
Maar dat zou het anarchistische en revolutionaire kantje
hebben weggedrukt. Ik vond wel voorbeelden op het internet,
maar nooit vanuit alle hoeken. Ik heb vrienden te hulp
geroepen, Franck Bonnet, Riff Reb's... Uiteindelijk kon
ik mijn hartje ophalen aan Peter Jacksons remake van King
Kong. Daarin is het schip vanuit alle hoeken te zien.
Daar heb ik schaamteloos gebruik van gemaakt."
Over gezichten: "Ik investeer graag
in de nevenpersonages, zoals de anarchisten die achter
Max te zien zijn in prent 2. Het probleem was dat de hoofdpersonages
altijd onderscheiden moeten kunnen worden tussen de tweede
violen, hoewel ik de afwijking heb, ook al definieert
dat mijn stijl, om personages te tekenen die er niet overal
hetzelfde uitzien. Eerst en vooral teken ik geen schetsboeken
vol met voorstudies — de personages komen pas tot
stand in het storyboard — en ten tweede zijn Julien
en Max nog jonge mannen met jeugdige gezichten en hebben
ze nog geen gebeitelde koppen als kapitein Jensen."
Over de kapitein: "Voor Jensen diepte
ik mijn map 'Indianen' op die nog dateert van de strip
Revenants. Het gezicht van een halfbloed, een
platina haardos van een soort Scandinavisch-Amerindiaanse
albino. En kleren zoals Corto Maltese. Op het wenslijstje
van Kris en ik kwam het idee voor om in alle bescheidenheid
aan te sluiten bij de twee grote meneren Sergio Leone
en Hugo Pratt." |