|
|
|
Alle
bijdragen van Luc Cromheecke aan de
rubriek De Commentator
bundelen we op deze pagina.
Klik verder naar de volgende onderwerpen:
• 15/10/2016
Luc Cromheecke over De Tuin van Daubigny
• 07/09/2013 Aan
de hand van drie platen uit het Godvrrgeten Eiland 1
legden we Luc Cromheecke enkele themla's en vragen voor.
Dat gaat dan over onder meer tekenaars in konijnenpakken,
Robbedoes, schilderijen, zwarten met dikke lippen en
de pletwalsproef!
• 10/12/2011 Net
uit bij Strip2000 zijn Plunk! 3 (voor het eerst
op de Nederlandstalige markt) en een geremasterde heruitgave
van Tom Carbon 2 met nieuwe cover en vooral
nieuwe inkleuring. Over dat laatste aspect wil Luc Cromheecke
iets duidelijk maken... Dat het vroeger niet altijd
beter was bijvoorbeeld. |
|
|
|
|
Luc
Cromheecke over De Tuin van Daubigny |
|
|
|
Over Daubigny: "Charles-François
Daubigny is mijn absolute schildersheld. Jammer genoeg
helemaal vergeten, zelfs in Frankrijk. Daarom heb ik ook
deze strip willen maken. In zijnn specifieke genre, het
pleinarisme (het landschapschilderen in open lucht), zijn
maar weinigen die aan hem kunnen tippen. Hij is te vergelijken
met de schilder Isaac Levitan. Als je die naam tegen een
gecultiveerde Rus zegt, valt die onmiddellijk flauw. Wel,
wij hebben hier ook zo'n schilder."
Over Bruno De Roover: "Toen ik het
idee voorstelde was Bruno meteen enthousiast. Vervolgens
bestookte ik hem met documentatie. Uit die berg onsamenhangende
verhalen en anekdotes heeft hij wonderwel heldere hoofdstukjes
gedistilleerd. Het oorspronkelijke idee was zo'n tachtig
pagina's, maar dat was niet realistisch om dit af te krijgen
voor de opening van de grote Daubigny-expo in Amsterdam.
Met Bruno ben ik onder andere naar Auvers-sur-Oise geweest
om alles ter plekke te bestuderen. Heel erg boeiend."
Over intensiteit: "Zelf
vond ik het een heel intense ervaring. Het opzoekingswerk,
de documentatie. Op den duur was ik helemaal Daubigny-gek.
Ik heb zelfs een grote tekening en een (piepklein) schilderij
van Daubigny gekocht op een internetveiling. Ik kon niet
anders, het was een unieke kans. De tekening, die ook
te zien zal zijn op de expo, heb ik in de strip verwerkt.
Het zijn twee molens, getekend in Dordrecht in 1872."
|
Over Van Gogh: "Vincent van Gogh is een
waanzinnig figuur (letterlijk en figuurlijk). Wat mij
zo aan hem fascineert, is dat bijna alles waar hij zijn
vinger op heeft gelegd of naar uitgestoken iconisch is.
Het gele huis, het afgesneden oor, het pistool in het
graanveld. In Auvers-sur-Oise liggen de iconische plaatsen
op enkele honderden meters van elkaar. Het kerkje, het
graanveld, het huis van Docter Gachet en zijn graf naast
dat van zijn broer Theo, de bekendste grafzerk ter wereld,
denk ik. Ook de iconische tuin van Daubigny is daar, op
enkele meters van het station. Jirô Taniguchi (De
Wachters van het Louvre, waarin een hoofdstukje over
Daubigny staat) is blijkbaar niet in Auvers geweest want
hij vergist zich van tuin. Daubigny heeft namelijk meer
huizen (en tuinen) gehad in Auvers. In het huis dat Van
Gogh geschilderd heeft, heeft Daubigny nooit gewoond,
het was oorspronkelijk bedoeld voor Karls zoon. Na de
dood van Daubigny is zijn weduwe Sophie er wel gaan wonen.
Het is ook zij die in onze strip de deur opendoet als
Van Gogh de tuin wil komen schilderen. Ze staat afgebeeld
(met het gele hoedje) op het schilderij De Tuin van
Daubigny. Daar bestaan trouwens drie versies van.
Eentje was bestemd voor Sophie Daubigny, uit dankbaarheid."
Over de vriendenkliek: "In dit hoofdstukje
De Ziel van de Rotsen zien we het vriendenclubje
van de jonge Daubigny. Hij heeft altijd contact gehouden
met zijn oude schoolvrienden. Ik vermoed dat het een troepje
kunstenaars/bohémiens was. Naar die Trimolet (een
beeldhouwer, dacht ik) is ergens in de Morvan nog een
straatje vergenoemd."
Over het Salon: "In de tijd van
Daubigny was het Salon het belangrijkste event op kunstgebied.
De toelating op het Salon was heel belangrijk om een verdere
carriere te kunnen opbouwen. Zowel Corot als Daubigny
brachten het zelfs tot jurylid. Erg symbolisch is dat
zij hun belangrijke functie hebben opgezegd omdat jonge
schilders zoals Monet en Jongkind geweigerd werden. De
overgrote meerderheid van de jury had een heel kitscherige
kijk op de kunst. Hoe afgelikter hoe beter. Schilderijen
met één haartje van een penseel geschilderd,
zo van die onnozele dingen."
Over exposeren: "Op 2 december gaat omtrent
het stripboek de tentoonstelling Cromheecke Tekent
Daubigny van start in de Mesdag Collectie in Den
Haag. Voor mij (en waarschijnlijk ook voor teken- en stripnerds
zoals ik) is het een must want de originele tekeningen
van Voyage en Bâteau van Daubigny zullen
er te zien zijn, speciaal voor de gelegenheid geleend
uit een Amerikaanse collectie. Het is een reeks prenten
die Daubigny maakte van zijn avonturen met z'n bootje
Le Botin. In mijn ogen is dit voor de sequel art-geschiedenis,
een even grote mijlpaal als het Tapijt van Bayeux. Op
deze prenten is een groot deel van ons boek geinspireerd.
Er zullen uiteraard ook veel originele tekeningen uit
het boek hangen. De expo loopt tot 5 maart."
Over erkenning: "Ik vind het fantastisch
om een steentje te kunnen bijdragen tot de herwaardering
van Daubigny. Het toeval wil dat toen ik eraan begon ik
geen weet had van de plannen van het Van Gogh Museum.
Als die grote Daubigny-expo over twee weken opent in Amsterdam
kan niemand meer zeggen dat het geen groot kunstenaar
was. Ik ben uiteraard zeer vereerd met de aanvullende
tentoonstelling in Den Haag in de Mesdag Collectie. Voor
mezelf is het heel leuk om te zien dat er zowel interesse
is voor mijn schilderijen als voor mijn strips. Ik wil
misschien ook meer schilderen in mijn strips... Enfin,
ik doe beide erg graag. Een crossover zal onvermijdelijk
zijn."
|
Over roeping: "Het is een gekke wisselwerking
geweest. Ik ging schilderen om te ontsnappen aan de striptekenstress.
Strips maken is veel werk, terwijl je een pleinairschilderij
op twee uur kan maken. Maar hoe meer ik ging schilderen,
hoe meer ik erover begon te lezen. Het verhaal van Daubigny
en z'n bootje was gewoon te mooi om geen strip over te
maken. Dat kon ik dus niet laten schieten. En dus zat
ik weeral binnen achter de tekentafel en computer. De
laatste maanden was het zo erg dat er van buiten schilderen,
euh, niks meer in huis kwam."
Over humor en geschiedenis: "Dat heeft altijd
gewerkt natuurlijk. Kijk naar Asterix en
Lucky Luke. Zelf ben ik ook grote fan geweest van
de verhalen van Oom Wim uit Robbedoes.
Ik vond het altijd leuk om te zien hoe een tekenaar bepaalde
dingen voorstelde."
Over documentatie: "In tegenstelling
tot die tekenaars van Oom Wim-verhalen kunnen
we tegenwoordig alles gemakkelijk opzoeken. Zo is er bijvoorbeeld
een hele goeie databank van het Louvre. Daar dan je bijvoorbeeld
elke krabbeltje dat van Daubigny is bewaard in detail
bestuderen."
Nog een paar links:
Expo
Daubigny in het Van Gogh Museum (Amsterdam)
Expo
Croheecke-FDaubigny in de Mesdag Collectie (Den Haag) |
Luc
Cromheecke
over Het Godvrrgeten Eiland 1 |
|
|
|
|
Over
Sti: "Ik kwam Sti tegenin Angoulême,
hij zat in een konijnenpak publiciteit te maken voor zn
strip Tony Rabbit en ik in een Plunk!-pak,
echt waar! Sti woont in Lille en tot voor kort was hij
computerprogrammeur. Sti heeft verschillende reeksen waaraan
hij werkt, een heleboel tekent hij ook zelf voor onder
andere voor Le Journal de Mickey en Lanfeust
Mag. Hij is een echte workaholic (in schril contrast
met Laurent Letzer). Hij is echt goed op weg om de nieuwe
Cauvin te worden."
Over gevoel voor humor: "Dat heeft
hij absoluut, daarin zitten we denk ik op dezelfde golflengte.
Zijn recent album, La Fin du Monde, is hilarisch
en heel onnozel getekend, met een bierdrinkende Noah in
de hoofdrol..."
Over zwarten met dikke lippen en andere stripclichés
zoals afgelegen eilanden (zie ook Plunk!):
"Zo'n stripclichés werken altijd heel goed.
Iedereen weet onmiddellijk waar het over gaat. Op een
eiland speel je steeds met een beperkte cast, dat maakt
alles meteen duidelijk, een beetje zoals in een toneelstuk."
Over Strip2000: "Dat is nu mijn vaste uitgever
geworden. In 2014 staan er een heleboel nieuwe albums
op het programma waaronder Het Godvrrgeten Eiland
2 (bijna klaar) en de heruitgave van Plunk!
1 en 2. Verder nog het eerste deel van de integrale van
Tom Carbon (identiek aan de Franse uitgave bij
Glénat). Tony Rabbit van Sti wordt waarschijnlijk
vertaald door Strip2000 en verschijnt in 2015. De Franse
versie van Het Godvrrgeten Eiland (L'île
Carrément Perdue) komt begin volgend jaar
uit bij de Zwitserse uitgeverij Paquet. Deel 2 is voor
Angoulême 2015."
|
|
Over
Roboboy: "Naar het schijnt heeft Roboboy
een gastrol in de volgende Urbanus. Hij raakt
aan lager wal en heeft een seksverslaving of zoiets, ttssss!"
Over tekenen, het lijkt altijd snel en spontaan
gemaakt, maar Willy Linthout beweerde dat je integendeel
lang aan een pagina werkt: "Willy heeft
makkelijk praten, hij heeft een inkter en een inkleurster.
Ik heb, moet ik toegeven, wel een redelijk ingewikkeld
procedé om strips te maken. Ik ben nogal een evenwichtsperfectionist
en probeer mijn lay-out goed onder controle te houden.
Ik zou er graag wat fases tussenuit willen gooien, maar
dat lukt voorlopig niet. Als ik heel hard doorwerk kan
ik twee pagina's per week maken."
Over schilderen, dat je naast het striptekenen
doet, bovendien met overgave want je persoonlijke productie
levert zeer mooie schilderijen op: "Danku
voor de complimenten! Schilderen doe ik om aan de striptekenstress
te ontsnappen. Strips tekenen is leuk maar het is vooral
heel veel werk. Elke week probeer ik een schilderij te
maken, altijd buiten in de open lucht. Een schilderij
maken gaat redelijk snel, duurt ongeveer twee uur, daarna
wordt er in het atelier niet meer aan geprutst. Het lukt
of het lukt niet. Volgend jaar, in de lente, heb ik een
tentoonstelling in het arboretum in Kalmthout."
Een van de landschapschilderijen
van Luc Cromheecke. Er zijn er veel meer te bewonderen
op L.CROMHEECKE
UNPLUGGED.
|
|
Over
cameo's (maar deze keer geen Smurfen zoals in veel andere
van je strips): "Die gastrollen zijn steeds
voorstellen van Spirou (het weekblad waarvoor
Luc Cromheecke werkt, red.). Dan proberen we in te spelen
op themanummers. Het is erg leuk om close met de redactie
te werken. Speciale dingetjes voor de abonees zoals speelkaarten,
posters of kalenders, daar doen we ook steeds graag aan
mee. Een Smurf is een van de geniaalste stripfiguren.
Het is een van de weinige personages die de pletwalsproef
overleven. Een volledig gepletwalste Smurf is nog steeds
een Smurf. Dat kan je niet met Urbanus of met Kiekeboe
of zelfs niet met Mickey Mouse. Gepletwalst zijn ze niet
meer onmiddellijk herkenbaar."
Over Robbedoes, zin om zelf een lang avonturenverhaal
te maken: "Ja natuurlijk, het was al een
hele eer om voor Spirou een kortverhaal met Robbedoes
en Kwabbernoot te maken. Zo'n lang Robbedoes-verhaal
zou wel heel erg cool zijn... maar ik vrees dat de rij
wachtenden heel lang is... en in Frankrijk wonen er ook
ontzettend veel goeie tekenaars."
Over toekomstprojecten: "Met dat
buiten schilderen ben ik veel beginnen lezen over het
ontstaan van het pleinairisme, zoals dat heet.
Een van de leukste schilders van die beginperiode is de
Franse landschapsschilder Daubigny (uit midden negentiende
eeuw). Een echt fascinerende figuur. Hij had een studiobootje
waarmee hij de Seine en de Oise afvaarde. Soms bleef hij
weken weg op zoek naar mooie landschappen. Sinds een jaar
of twee loop ik met het idee om over zijn leven een strip
te maken. Ik heb Bruno De Roover onder de arm genomen
als scenarist en we hebben sinds dit jaar hiervoor subsidie
mogen ontvangen. Twee kortverhalen zijn bijna klaar. De
bedoeling is een avontuurlijk/grappig boek te maken van
ongeveer tachtig pagina's. Met een beetje geluk is het
in 2015 klaar. Ja, dat gaat niet zo snel..." |
Luc
Cromheecke: Tom Carbon in kleur |
|
|
"Het
eerste verhaaltje van dit album is ongeveer een kwarteeuw
geleden getekend. Samen met Laurent (Letzer)
zat ik toen op de tekenacademie in Antwerpen. In die tijd
werkte ik al volop voor Spirou. Veel illustraties
en cartoons, maar vooral onze serie Tom Carbon
(Tom Carbone in het Frans). Het leuke aan deze
heruitgave is dat ik nu, met behulp van mijn vrouw Sabine,
de kleuren zelf mag doen.
In die tijd was inkleuren erg omslachtig. Ik herinner
me een bezoek aan Leonardo. Een grote
studio met een stuk of vier inkleursters en honderden
potjes verf. Ik denk dat ze een halfuur nodig haddden
om 's avonds er overal de dekseltjes terug op te draaien.
Alles werd, aan de hand van mijn kleuraanduidingen, 1/1
ingekleurd met plakkaatverf. Dus op ware grootte, zoals
de pagina's verschenen in Robbedoes en Spirou,
een echt monnikenwerk dus.
In de studio bij Leonardo deed men wel zijn best, maar
hier en daar werden mijn tekeningen verkeerd begrepen
en hield men wel eens een oogje voor een neus, of zag
men bijvoorbeeld niet dat een bepaalde figuur handschoenen
droeg. Ik werd dan steeds enorm boos, vooral omdat er
achteraf niks meer aan te doen was. Geen drukproeven of
zo, het verscheen zo in Spirou en Robbedoes,
en ook in de albums. Als ik de gedrukte Spirou
uit mijn brievenbus haalde, zag ik dus pas voor het eerst
de definitieve kleuren, altijd erg spannend. Maar een
fout bleef een fout, zelfs bij de albums die jaren daarna
in de winkels lagen. Ook de herpublicaties en de vertaalde
albums, overal diezelfde foutjes, vreselijk!
Je kunt je inbeelden dat de computer voor mij een godsgeschenk
was. Maar daar moest ik toen nog tien jaar op wachten.
In 1996 kocht ik mijn eerste PowerMac, het eerste toestel
dat niet ontplofte als je een A4-tje wou inkleuren. Photoshop
3.0, de eerste Photoshop met layers!"
— Luc Cromheecke
Hieronder vind je gedetailleerde old skool-kleuraanduidingen
(die ik naar Leonardo stuurde) in ecoline en waterverf.
Enkele voorbeelden van de oude inkleuring en de
nieuwe inkleuring.
"Je ziet dat de kleuren van de nieuwe albums
iets intenser zijn, waardoor volgens mij de tekeningen
beter en duidelijker overkomen. Sommigen
zullen dan weer die oude versie leuker vinden, daar ben
ik zeker van, haha! Ach, nu heb ik het tenminste zelf
gedaan."
BOVEN: nieuw • ONDER: oud
BOVEN: oud • ONDER: nieuw
LINKS: nieuw • RECHTS: oud
"Die gebroddelde stralenkrans rond Jakkepoep
(de treinconducteur) zijn hoofd vond ik destijds vreselijk
(nu nog eigenlijk)."
|
|
|