
|
Alle
bijdragen van Jérôme
Lereculey en David Chauvel
aan de rubriek De
Commentator bundelen we op deze
pagina.
Klik verder naar de volgende onderwerpen:
• 30/07/2011
Tekenaar Jérôme Lereculey en
David Chauvel kunnen elkaar nog steeds verrassen
en aanvullen. Dat doen ze zeker in de gloednieuwe
fantasyreeks Wollodrïn. Beide
heren zijn het genre erg genegen. Chauvels
carrière had er zelfs compleet anders
kunnen uitzien door een passie uit zijn jeugd. |
|
|
|
Jérôme
Lereculey en David Chauvel over
Wollodrïn 1 |
Onderstaande
bijdrage van Damien Perez
verscheen eerder in het Franse stripmaandblad
Casemate nummer 33 van januari 2011. |
 |
Jérôme
Lereculey over de natuur: "Ik schep
er een waar genoegen in om de natuur in al haar
vormen te tekenen. Ik heb veel nummers van het tijdschrift
Terre Sauvage waarin ik regelmatig duik.
Zo sla ik in mijn hoofd een soort databank op dat
met elk nieuw nummer wordt geactualiseerd... Wanneer
ik een natuurdecor moet tekenen, laat ik me gewoon
leiden door het scenario om er een geschikt beeld
bij te bedenken waar ik dan verder aan werk."
David Chauvel over het ongelooflijk gevoel:
"Hoewel we samen al een vijftiental albums
hebben gemaakt, weet ik nooit hoe Jérôme
mijn scenario zal interpreteren. Ik ben verwonderd
bij elke ontvangen pagina. Het ontdekken van de
materialisatie in tekeningen van een verhaal dat
je hebt bedacht is altijd een ongelooflijk gevoel."
Jérôme Lereculey over het voorkomen
van personages: "Vooraleer ik het
uiterlijk van een personage aanpak, werk ik eerst
aan hun silhouet. Zelfs in een prent met Chinese
schaduwen moet men ze kunnen herkennen! Daar zijn
enkele trucjes voor. Kijk eens naar de grote besnorde
krijger, zijn wollen cape geeft nog meer volume
aan zijn schouders. Met zoveel personages zou je
kunnen denken dat ik het moeilijk had om evenveel
verschillende uiterlijkheden te vinden. Maar zodra
ik het karakter van een personage ken, komt zijn
voorkomen snel. Ofwel wordt het te karikaturaal
en dan herwerk ik het, ofwel heeft het personage
de trekken van iemand die ik ken. Dat geeft hen
een soort geloofwaardigheid, tenminste in mijn ogen.
En ik zeg niet wie me inspireerde voor de dwerg!"
 |
Jérôme
Lereculey over een stage bij Rossi: "Er
zit meer beweging in Wollodrïn dan
in Arthur, misschien omdat ik niet meer
met viltstift inkt. Na een korte stage bij Christian
Rossi heb ik het penseel en de pen gebruikt.
Deze tekenaar, die ik enorm bewonder, heeft me geleerd
om gevoeliger en levendiger om te springen met het
inkten. Christian heeft een ongelooflijk oog, een
interessante gedachtegang over alle facetten van
het tekenen en een meesterlijke techniek. Eén
dag bij hem was voldoende om vooruit te komen!"
Jérôme Lereculey over montage
op computer: "Christian heeft ook
veel gepraat over de vertelling. Ik heb geleerd
om me in de actie onder te dompelen, om dichterbij
de personages te komen, om me in hun plaats te stellen.
Ik heb mijn beelden verbeterd op het gebied van
beweging en kadrage. Tevoren schetste ik mijn plaat
direct op papier. Nu maak ik prent voor prent potloodtekeningen
die ik herkadreer op de computer. Als de pagina
gemonteerd is, print ik die af en werk ze uit op
de traditionele manier."
David Chauvel over aanwijzingen:
"Jérôme is voortdurend op zoek.
Tien jaar geleden verbaasde zijn werk al iedereen.
Maar hij blijft enkel zijn fouten zien. Daarom aarzelt
hij niet om hen te contacteren van wie hij hoopt
bij te leren. Dat systeem van bijleren komt meer
voor bij tekenaars dan bij scenaristen, waarschijnlijk
omdat scenaristen met minder technische aspecten
moeten rekening houden. Ik heb in het begin zelf
veel mensen geraadpleegd, zoals Dieter
of Lucien Rollin. Mijn manier van
schrijven evolueerde daardoor. Mijn eerste scenario's
stonden vol schetsen en indicaties van kadrages
of zelfs de plaatsing van tekstballonnen! Ik heb
met minder aanwijzingen leren werken om zo toe te
laten dat een tekenaar zijn eigen gang kan gaan
met mijn verhaal."
 |
Jérôme
Lereculey over Bilbo: "Het heeft David
tijd gekost om zich in het middeleeuwse fantasygenre
te gooien, maar ik ben blij dat hij er toch toe
gekomen is! Ik duwde hem al in die richting in Arthur.
Ik voel me erg op mijn gemak in dit soort universum
dat ik op mijn tiende ontdekte dankzij Bilbo
de Hobbit. En daar bleef het bij David niet
bij! Hij kende ook heel goed dit genre. Het beschilderen
van middeleeuwse figuurtjes was lange tijd zijn
hobby."
David Chauvel over een gemiste kans als
figuurschilder: "Ik ben daar twintig
jaar geleden mee gestopt! Maar het was een echte
passie, zoals alles dat met het middeleeuwse fantasygenre
te maken heeft. Als ik al geen Tolkien
las, dan was het wel Moorcock.
As ik geen Moorcock las, beschilderde ik figuurtjes.
Een winkel in Engeland, Games Workshop,
wilde me zelfs aannemen als schilder!"
David Chauvel over de uitdaging:
"Ik dank Jérôme dat hij me meegenomen
heeft in het fantasygenre. Hij heeft in mij sluimerende
verwachtingen en verborgen behoeften gewekt. Het
is een ware uitdgaing om op mijn veertigste een
hommage te brengen aan al wat ik in mijn jeugd las
en om te proberen iets gelijkaardigs te maken."
 |
Jérôme
Lereculey over bewegende dieren: "David
heeft niet meer dan enkele aanwijzingen gegeven
om de Skwaar, zijn hond-beer te ontwerpen. Ik heb
enkele maanden besteed aan het design ervan. Maar
in plaats van me er helemaal voor te zetten, maakte
ik liever schetsen tussen twee platen door. De probeersels
leidden naar dit resultaat. Ik heb beren en tijgers
bestudeerd tot hun fysiek in mijn hoofd zat alvorens
ik ze mixte in één enkel wezen. Uiteindelijk
lijkt de Skwaar, met zijn ver van elkaar verwijderde
ogen, minder op een tijger dan op een buldog. Het
belangrijkste was om het beest correct te laten
bewegen. Dieren en monsters doen bewegen, daar hou
ik van. Daarom dat David geen gelegenheid laat liggen
om er een in mijn poten te steken."
Jérôme Lereculey over Peter
Jacksons visie: "Wie aan middeleeuwse
fantasy denkt, komt bij Tolkien uit. Velen dachten
dat het moeilijk was voor een regisseur of een tekenaar
om zich van hem los te maken. Ik heb de films van
Peter Jackson één of twee keer gezien.
Ze bevielen me, maar op geen enkele moment dacht
ik bij mezelf dat zijn visie op de middeleeuwse
fantasy de mijne kon veranderen. Het is uiteraard
niet vanzelfsprekend om nu nog met een stripversie
van The Lord of the Rings af te komen,
maar Jackson heeft niet ver genoeg doorgezet om
orcs en elfen weer te geven. Er kan nog een hoop
gedaan worden."
Jérôme Lereculey over kostumering:
"Ik heb veel gelet op de magnifieke kostumering
van The Lord of the Rings. Maar ik verkoos
om het zelf dichter bij de bron te zoeken dan bij
œuvres die te dicht bij mij staan. Mijn personages
en hun kledij zijn dus geïnspireerd op Germanen,
barbaren, Mongolen en natuurlijk Britten zoals in
Arthur. Het is zeker geen originele keuze
, maar 't is mijn keuze!" |
|