|
|
|
Alle
bijdragen van Kristof Spaey aan de
rubriek De Commentator
bundelen we op deze pagina.
Klik verder naar de volgende onderwerpen:
• 28/11/2015 Kristof
Spaey en Bart Vaessen over de cover van Anders 2
• 19/07/2014 Bart
Vaessen over Anders 1
• 17/09/2011 Kristof
Spaey had nog een laatste bijdrage beloofd over een
niet onbelangrijk element voor het maken van een afgewerkt
stripverhaal: de lettering!
• 13/11/2010 Kristof
Spaey zit tot over zijn oren in het werk om zijn deadlines
voor het slot van de trilogie Misschien/Nooit/Ooit
te kunnen halen. Als bewijs daarvan fotografeerde hij
de pagina's in potlood waar hij zich momenteel over
buigt.
• 09/10/2010 In
zes fases ben je er getuige van hoe één
enkel prentje uit Kristof Spaeys Ooit wordt
ingekleurd. Hij doet daarvoor beroep op de Amerikaan
Michael Birkhofer.
• 21/08/2010 Striplezers
zien in hun album enkel het eindresultaat in inkt. Het
hele proces van schets tot inkt en de keuze voor geschikte
materialen legt Kristof Spaey uit aan de hand van één
pagina uit het te verschijnen album Ooit, het slot van
de trilogie Misschien/Nooit/Ooit.
• 19/06/2010 Kort
en krachtig: Kristof Spaey in potlood.
• 02/05/2010 Deze
maand werpt Kristof Spaey een blik op een paar facetten
die voor een stripmaker van belang zijn, maar zelden
worden opgemerkt door een lezer: het kiezen van een
goeie locatie en het aankleden van strippersonages.
Kortom: het zoeken naar geschikte documentatie.
• 13/03/2010 Kristof
Spaey legt in tekst en beeld uit hoe een pagina uit
het scenario van Marc Legendre naar een afgewerkte versie
leidt. Hij let daarbij op een voor hem geliefkoosde
gespiegelde S-leesrichting en voegt prenten toe waar
hij dat nodig acht. Dit is een lesje in stripmaken.
• 16/01/2010 Kristof
Spaey legt in twaalf stappen uit waar hij jou de rest
van 2010 maandelijks op zal vergasten. |
|
|
|
|
Kristof
Spaey en Bart Vaessen over de cover van Anders 2 |
|
|
Dat we de cover van Anders 2 prachtig vinden,
daar hadden we al over bericht. Nu geven tekenaar Kristof
Spaey en scenarist Bart Vaessen
ons een blik achter de scherm hoe dat beeld tot stand
is gekomen.
Bart: "Oef! Eindelijk kunnen we
open kaart spelen."
Kristof: "Anders is een
strip met superkrachten!"
Bart: "Ja, wacht... óver
superkrachten. Die strip hééft geeft superkrachten."
Kristof: "Maar dan klinkt het alsof
het inhoudelijk alleen maar daarover gaat. Het gaat toch
ook over romantiek, humor,..."
Bart: "Dat hebt ge al op de cover
van deel 1 laten zien. Larske met een ei in zijn broek
en Ella in het vizier."
Bart: "Genoeg verstopperke gespeeld.
Tijd voor het echte werk. Op het einde van deel 1 heeft
Alix haar krachten onthuld.
Bart: "Daar moeten we nu mee uitpakken.
Kristof: "Ja! Zo nen echte superhero-cover!
Met Alix die door een muur komt, recht op de lezer af."
Bart: "Hou u wel een beetje in wat
decolleté betreft, daar hebt ge uw ander project
voor."
Kristof: "Fake Vintage Book
Covers, nu in de winkel!"
Bart: "'t Is goed jong. We zijn
hier om Anders te promoten."
Kristof: "Een 64-pagina tellende
hardcover met meer dan 130 covers en tekeninge-"
Bart: "Zwijg... Obsédé!
Leg liever uit hoe ge die cover in elkaar gestoken hebt."
Kristof: "Oké, oké.
Goed, alles begint met ideetjes zoeken in mijn schetsboek.
Eens ik wist wat de cover moest uitstralen (Alix heeft
superkrachten) had ik het beeld redelijk snel in mijn
hoofd. Ik wilde gaan voor een simpel, sterk beeld. Geen
bombast aan details, maar een zo puur mogelijke cover
die van ver aantrekt. Met de plaatsing van het logo en
de exacte houding was ik op dit moment nog aan het spelen."
Kristof: "Voor Anders gebruik
ik zelden of nooit modellen voor de personages. Maar voor
deze cover wilde ik dat de pose echt goed zat. Een vriendin
van me is zo vrij geweest hier even voor te poseren. De
paal van de parasol kon ik gebruiken als leidraad waar
de muur door haar lichaam zou lopen."
Kristof: "Op basis van die foto
heb ik de pose verder uitgeschetst in mijn schetsboek.
Ik hield nog steeds twee pistes open qua plaatsing van
het been. Daarom dat ik dat extra been erbij getekend
had."
Kristof: "Voor de covers van Anders
heb ik nu al iedere keer deze tussenstap gebruikt. Ik
scan de coverschets in en maak er een kleurenversie van.
Hier gebeuren alle grote beslissingen. Kleur, compositie,
schaduwgebruik, plaatsing logo. Dit vind ik eigenlijk
de leukste stap van al. Je ziet de cover stilletjes aan
tot leven komen. Alles wat volgt is... afwerking.e
Kristof: "De schets uit mijn schetsboek
print ik vergroot uit en ik gooi hem op de lichtbak. Op
een nieuw blad teken ik de definitieve potloodversie.
"De plekken waar het lichaam van Alix door de muur
gaat, baken ik af met een contour."
Kristof: "Inkten. Het leukste werk
bij het afwerken. Ik inkt bijna uitsluitend met penseel.
Voor de rechte lijnen gebruik ik hier en daar een Rotringpennetje,
zoals hier voor de summiere decorelementen. Bij het inkten
teken ik vaak lijnen die ik er later bij het inkleuren
zal afhalen. Die dienen puur als indicatie voor schaduwen
en de verdere inkleuring."
Kristof: "En dan is het een kwestie
van inkleuren. Zoals je kan zien, ben ik heel dicht bij
mijn oorspronkelijke kleurschets gebleven. Hier en daar
een extra elementje toegevoegd. Wat lijnen weggehaald
of een kleur gegeven om ze zachter te maken, de contouren
rond haar lichaam weggehaald waar ze de muur ingaan om
het visuele effect te vergroten. En als finishing touch
het fantastische logo, dat Rian Hughes ontworpen heeft,
zijn definitieve plaats geven. En klaar is kees! Wat vindt
ge er nu zelf van? Bart? BaaArt?!"
Bart: "Hu? Sorry, was afgeleid met
uwen Vintage-boek. Schoon decolletés wel.
En hebben die echt allemaal zo geposeerd voor u?"
Kristof: "Jaja, maar... de cover
van Anders, goed?"
Bart: "Krijg ik zo ne Vintage-boek
mee naar huis?"
Kristof: "Ja.
Bart: "Dan vind ik het allemaal
fantastisch." (wandelt tevreden weg) |
Bart
Vaessen over Anders 1 |
|
|
Wachten
op Kristof
"4 april 2009... een berichtje van een zekere, mij
op dat moment nog onbekende, striptekenaar belandt in
mijn Facebook-postbus. Zijn naam: Kristof Spaey. De reden
van zijn mail: hij heeft een tv-reeks (Click-ID)
van mij gezien en wil graag samenwerken aan een nieuwe
reeks.
Hieronder mijn reply (en meteen ook een kort overzicht
van wie ik ben, of toen was).
Hallo Kristof,
Ik ben inderdaad één van de twee Click-ID'ers.
Om mij verder even voor te stellen. Ik, ben nu zo'n 12
jaar als scenarist bezig en heb hiervoor W817 en En Daarmee...
Basta! tot leven gewekt voor Ketnet en
Kinderen van Dewindt voor één.
En ja, vroeger was ik redelijk bezeten van strips. Redelijk
voorspelbare reeksen als XIII, Thorgal, Largo Winch...
maar ook onzin als De Familie Doorzon. En dan heb ik het
niet over de reeksen uit mijn jeugd, want dit zijn er
te veel om op te noemen.
De voorbije jaren heb ik echter te weinig tijd (vrouw-kinderen)
om mij nog veel met strips bezig te houden. In principe
maakt ge tijd vrij voor datgene waar ge van houdt, maar
probleem is dat ik nogal bezeten ben van film, tv (spreekt
voor zich) en gaming...
Dus heb ik strips de voorbije jaren nogal genegeerd, al
zijn er altijd uitzonderingen. Ik heb bijvoorbeeld wel
enkele gelauwerde Amerikaanse comics gekocht, zoals Watchmen
en Bone. Ergens blijf ik het dus wel allemaal volgen.
Maar om naar uw vraag over te gaan. TUURLIJK heb ik er
altijd van gedroomd ooit eens aan een stripreeks te kunnen
werken. Net zoals ik er nog altijd van droom een film
te schrijven, een gamescenario te ontwikkelen en misschien
zelfs een roman uit mijn pen te knijpen.
Ik ben dus zeker geïnteresseerd om eens samen te
zitten en te bekijken wat de opties zijn, al moet ik meteen
opmerken dat ik vooral goesting heb om aan iets te werken
waarin ik verhaalgewijs niet gelimiteerd ben door klotebudgetten.
Als scenarist in Vlaanderen moet alles spijtig genoeg
klein blijven. Als stripscenarist gelden er op dit vlak
gelukkig andere regels.
Voorlopig ben ik echter nog druk bezig met reeks 2 van
Click-ID, dus ik stel voor dat ik over enkele weken eens
contact opneem om elkaar te leren kennen.
Groetjes.
Ondertussen zijn we vijf jaar verder. Ik heb meegeschreven
aan Zuidflank voor VTM, Quiz
Me Quick voor één en volgend jaar komt
Spitsbroers (ook al VTM) op de buis. En die strip...
die ook... eindelijk! Man, wat hebben die striptekenaars
toch veel tijd nodig om iets op papier te krijgen.
Maak kennis met Alix
Maar ik moet toegeven. Ik ben meer dan tevreden met het
resultaat. En we hebben natuurlijk ook geen jaren met
onze vingers zitten draaien om dan op enkele maanden tijd
snelsnel iets in elkaar te flansen. Eerst hebben we rustig
onze tijd genomen om samen een leuk verhaal te bedenken.
Oké, ik ben dan wel de schrijver en bedenker van
het verhaal, maar ik geloof heilig in teamwork. Elke stap
in het leven van Lars, onze held in wording, is nauwkeurig
onder de loep genomen en mee richting gegeven door inbreng
van Kristof. En als meneer zich niet kan vinden in iets...
(om maar te zeggen dat onze Kristof niet altijd de makkelijkste
is, maar dat weet hij blijkbaar zelf, dus het kan geen
kwaad dat ik dat hier nog eens herhaal).
Maak kennis met Ella, Lars en Alix
Nu, dat het zo lang geduurd heeft om een verhaal te verzinnen,
heeft natuurlijk met ons beiden te maken. Kristof had
iets kleins in gedachten, een strip over pubers die worstelen
met hun emoties. Iets waar ik al geregeld over geschreven
had in mijn televisiewerk. Maar zelf wou ik groots gaan.
Zoals blijkt uit mijn mail aan Kristof wou ik mij vooral
niet laten belemmeren door budgetten en andere beperkingen.
Alle remmen los! Het resultaat van deze tegenstrijdige
bedoelingen zou Anders worden. Het verhaal van
een wat sullige jongen die verliefd wordt op een meisje
dat hij eigenlijk niet kan krijgen (iets kleins). Tot
hij hulp krijgt uit onverwachte hoek en zo ongewild allerlei
gebeurtenissen in gang zet waar hij zelf geen greep meer
op heeft (iets groots).
Maak kennis met Lars en Fre
Eens het ruwe verhaal voor deel 1 er stond, konden we
eindelijk overgaan tot het uitwerken van het scenario.
Wat er op neer kwam dat ik begon te schrijven, waarna
Kristof het mocht afbreken en ik opnieuw kon beginnen.
Heel tof allemaal, al zijn er soms grenzen (maar ik heb
al gezegd dat Kristof niet altijd... allez, ik ga niet
in herhaling vallen). Enfin... de eerste ruwe versie van
Anders, deel 1, werd geboren in juni 2012. Eindelijk
was het aan Kristof om in actie te schieten. En zoals
ge ziet... die actie verliep niet altijd even vlot. Of
ligt het dan toch aan mij? Ben ik gewoon te ongeduldig?
Whatever, het doet er niet meer toe. We zijn
er nu... bijna. De laatste pagina's worden ingekleurd,
het aftellen is echt begonnen... september zou de release
moeten gebeuren. Hopelijk het begin van een lange reeks.
Scenario 2 wordt reeds geschreven, Kristof hoopt zijn
tekenwerk af te hebben tegen 2016. Dus dat wordt 2018,
beste lezers.
Just kiddin', Kristof! ’t Is nog zo'n goeie
jongen. Of dat zegt zijn vrouw toch altijd."
— Bart Vaessen
Anders
1, door Kristof Spaey en Bart Vaessen, verschijnt
in september 2014 bij Stripgilde.
Updates over Anders kan je via Facebook
volgen. |
Kristof
Spaey: de lettering |
|
|
|
"Jaja,
terug van lang weggeweest.
Het is een zeer druk jaar voor me geweest, vol met onverwachte
wendingen.
Het is waarschijnlijk geen nieuws meer wanneer ik vertel
dat Misschien, Nooit en Ooit vanaf 14
september samen in de winkel liggen. Misschien/Nooit
wordt herdrukt in twee aparte albums en het afsluitende
deel Ooit verschijnt met een extra katern vol
'speciallekes'.
De drie albums verschijnen bij de Stripgilde,
die een nieuwe uitgeverij uit de grond heeft gestampt,
ietwat naar het model van het Amerikaanse Image
Comics.
Het komt eropneer dat ik de boeken eigenlijk zelf uitgeef,
maar onder de paraplu van de Stripgilde die de administratieve
taken op zich neemt.
Dat alles om te zeggen: het is druk geweest!
Terug over naar de orde van de dag...
Máánden geleden beloofde ik al dat ik het
ging hebben over de lettering.
De lettering omvat het schrijven en plaatsen van de tekst
op de pagina, maar eveneens de tekstballonnen en -kaders.
De grootmeesters van vroeger en nu letteren hun strips
met de hand. Zo'n handgeschreven letter draagt zeer veel
bij tot de sfeer van een album. Het bepaalt ook mee de
smoel van een reeks. Denk maar aan de onmiddellijk herkenbare
lettering van Kuifje of Suske en Wiske.
Van de letter tot de slurfjes aan de ballonnen, alles
is in een oogopslag herkenbaar.
Prutsers
zoals ik letteren hun strips digitaal. Maar ik probeer
het dan wel goed te doen.
Voor Misschien Nooit Ooit heb ik me een professioneel
lettertype aangeschaft van Comicraft.
Al decennialang het toonaangevende bedrijf in Amerika
op het gebied van comic fonts. Opgericht door Richard
Starkings, een Engelsman die als handletteraar
erg gegeerd was, onder meer door zijn werk voor Alan
Moore en Brian Bollands klassieker
Batman: The Killing Joke. Starkings verhuisde
naar de VS en richtte er Comicraft op, een van de pioniers
op het gebied van digitale lettering. Bijgestaan door
John Roshell creëren ze de lettertypes
en worden ze ook te koop aangeboden op hun website.
Het zoeken naar het perfecte lettertype is van zeer groot
belang. Zoals ik zei, het bepaalt mee de smoel van je
reeks. De letter moet passen bij de lijnvoering van de
tekening. Een hoekige, harde tekenstijl zal meer gebaat
zijn bij een langwerpige, hoekige letter. Net zoals de
strakke lijnvoering van Hergé
ook terug te vinden is in zijn keurige, strakke letters
en ballonnen.
Mijn oog viel op het Adam Kubert-lettertype,
gebaseerd op de handlettering van, je raadt het al, Adam
Kubert. De letter was me eerder al opgevallen in Spider-Man/Black
Cat door Kevin Smith en Terry
Dodson.
Een mooie, ronde letter met zeer veel karakter die ik
mooi vond passen bij mijn tekeningen.
Net zoals de teksten, worden ook de tekstballonnen en
-kaders digitaal getekend en geplaatst.
Wat me erg aanspreekt, is om de lettering te gebruiken
als instrument om mee het verhaal te vertellen. En dan
heb ik het niet over de teksten in de ballonnen en kaders,
maar wel over de vorm en plaats ervan op de pagina.
Zo maak ik gebruik van denkkaders in Misschien Nooit
Ooit. Ieder album is verteld vanuit het subjectieve
standpunt van zijn hoofdpersonage. Bij Misschien
volgen we Laura, in Nooit lezen we Egons gedachten
en in Ooit volgen we Taw op de voet.
Om die verschillende stemmen van elkaar te onderscheiden,
heeft ieder personage zijn eigen kleur gekregen. Laura
(blauw/cyaan), Egon (rood/magenta) en Taw (geel): Rood,
Geel, Blauw oftewel de CMYK-kleuren (C = cyaan, M = magenta,
Y = yellow/geel). Met die drie kleuren (plus zwart = K)
kun je bij het drukken alle kleuren in het spectrum maken.
Met andere woorden: als je hun drie perspectieven samenvoegt
dan kom je tot de waarheid.
Dat soort van kleine dingetjes zijn zowel hulpvol voor
de lezer om te weten wie aan het woord is, zeker wanneer
verschillende stemmen samenkomen op één
pagina, maar het versterkt daarenboven ook nog eens het
grotere verhaal.
In een van mijn eerste bijdragen sprak ik al over de 'gespiegelde
S-beweging' die ik in mijn pagina's probeer te verwerken.
Daarmee hou ik rekening inde compositie van de pagina,
maar vooral bij het letteren.
Nog meer dan met de plaatsing en compositie van je prenten,
kan je met de lettering de ogen van de lezer over een
pagina leiden.
Een goed voorbeeld hiervan is pagina 14 uit Ooit.
We kijken eerst naar de pagina zonder de lettering.
Wat meteen zal opvallen is de gespiegelde S-beweging waarrond
de prenten zijn geschikt.
Een pagina als deze zou ietwat verwarrend kunnen zijn
om te lezen.
De bovenste strook is geen probleem, maar wanneer we afzakken
naar de volgende prenten zou er verwarring kunnen ontstaan
welke prent eerst gelezen dient te worden.
Moeten we eerst Taw zien die achterover leunt in zijn
stoel? Of toch de prent waarin Laura de documenten uit
het dossier in de handen heeft?
Wanneer we de pagina in zijn afgewerkte vorm bekijken,
zien we dat de lettering eveneens de gespiegelde S-beweging
volgt.
Meer nog, het zorgt ervoor dat je probleemloos van de
ene prent naar de andere wordt geloodst. Geen vergissing
mogelijk.
Waar ik ook erg op let, is dat de ballonnen zo geplaatst
zijn dat ze het oog over alle elementen in de tekening
leiden die ik wil laten opvallen.
Neem nu de foto's en documenten die voor Taw op de tafel
uitgespreid liggen.
Door zijn tekstballonnen hiertussen te laten glijden,
neem je die elementen in de tekening ook vlot mee, zonder
dat je oog daarna nog de pagina moet afspeuren op zoek
naar elementen in de tekening die het bij de eerste lezing
over het hoofd had gezien.
Bewust zal je hier als lezer niet bij stilstaan, maar
zaken als dit zorgt voor een vlotte en aangename leeservaring.
Maar je hoeft me niet op mijn woord geloven, rep je naar
je trouwe stripspeciaalzaak en schaf Ooit aan
(en Misschien en Nooit als die ook nog
ontbreken in je collectie) en oordeel zelf.
En koop meteen ook een exemplaar van Steven Duprés
Midgard, dan kan je zien hoe een grootmeester
zijn pagina's vlot leesbaar maakt met handgeschreven letters.
Veel leesplezier!"
Surf ook naar kristofspaey.wordpress.com |
Kristof
Spaey: "Temidden de potloodpagina's" |
|
|
|
Kristof
Spaey: "De inkleuring" |
|
|
Vorige
keer zag je hoe deze prent stap voor stap tot stand kwam.
Deze keer krijg je het afgewerkte resultaat in kleur te
zien.
Michael Birkhofer, een Amerikaan die
ik via het net heb leren kennen, is verantwoordelijk voor
de inkleuring. Hoe hij te werk gaat zal ik proberen toe
te lichten aan de hand van een close-up van Laura, afkomstig
van pagina 7.
Michael ontvangt de pagina's in zwart-wit samen met een
ruwe, Engelse vertaling van het scenario. Daarnaast stel
ik ook vaak nog een lijstje met bemerkingen op: doorgaans
vooral verhaaltechnische elementen in de tekening die
extra belicht dienen te worden.
Als
eerste stap wordt de zwart-witpagina vlak ingekleurd.
Hierbij krijgt ieder element een eigen kleur. Die
kleuren zijn eerder willekeurig gekozen, het eigenlijk
palet samenstellen voor de pagina gebeurt pas later.
Deze fase dient vooral om het verdere verloop van
de inkleuring sneller te laten gaan. Ieder element
van de tekening kan op deze manier met een klik
geselecteerd worden, wat het later ook gemakkelijker
maakt om veranderingen door te voeren. |
Als
de pagina is voorbereid gaat Michael over tot het
bepalen van het palet van de pagina. Hierbij houdt
hij rekening met de omgeving (binnen/buiten), het
tijdstip, de lichtbronnen en — niet onbelangrijk
— het scenario. Zo weet hij welke elementen
hij in belang van het verhaal extra onder de aandacht
moet brengen. |
n
het screenshot dat Michael me bezorgd heeft, is
hij al begonnen met het aanbrengen van schaduwen
op haar gezicht en shirt.
In de volgende prent zie je de eerste opzet van
de schaduwen die afgewerkt zijn.
Alles krijgt al meer vorm. |
Na
deze eerste opzet van de schaduwen, licht Michael
de prent uit. |
Daarna
brengt hij hardere schaduwen aan en licht de prent
hier en daar verder op. |
Nu
de belichting van de prent op punt staat, werkt
Michael de details van de prent verder uit. De ogen
en lippen worden ingekleurd. Haar wangen krijgen
een beetje rouge. Sommige zwarte lijnen krijgen
een kleur, om een grotere harmonie te krijgen tussen
de kleur en de lijntekening. De contouren van haar
pupillen krijgen ook een kleur, wat haar ogen extra
doen uitkomen. |
Alle
fases geanimeerd:
|
Volgende keer zal ik de lettering belichten. Sta me toe
om dit te doen aan de hand van voorbeelden uit Misschien/Nooit,
want geletterde pagina’s uit Ooit tonen
zou al te veel verklappen over het vervolg van het verhaal.
Het moet spannend blijven, toch? :) |
|
|
|
Af
en toe is het goed om eens iets anders te doen.
Even de benen strekken, het hoofd leegmaken, nieuwe
ervaringen opdoen. |
Met
tekenen is dat net zo.
De uitdaging bij een lang project zoals een strip
is dat je de stijl waarin je werkt continu kan uitpuren
en verfijnen. Dat is een boeiend proces waarbij
je constant dingen leert, op problemen stoot en
oplossingen bedenkt.
Eens je die stijl hebt uitgepuurd kom je op een
punt dat je niet langer hoeft na te denken over
de keuzes die je maakt, je doet dat instinctief.
Wat een zegen is voor de deadlines. De pagina’s
vliegen dan van de tekentafel. Vergelijk het met
leren fietsen; in het begin heb je alle moeite van
de wereld om recht te blijven, eens je het fietsen
onder de knie hebt vergeet je de trappers en kan
je volledig focussen op de weg.
Alleen, de verrassing is dan een beetje weg. Op
zo’n moment is het verfrissend om tussendoor
ook iets anders te proberen. Je terug op onbekend
terrein wagen. Dat houdt je scherp.
|
Modeltekenen
vind ik daar de ideale uitlaatklep voor. Minstens
één keer per jaar tracht ik te tekenen
naar levend model. Het ideale moment om te experimenteren
met stijlen, technieken en materialen. Ik werk altijd
in zwart-wit, maar nu hunkerde ik ernaar om eens
te werken in kleur.
Het is van in de middelbare school geleden dat ik
nog met waterverf gewerkt heb, zonder al te veel
succes moet ik daar aan toevoegen. Maar gezien de
kennis die ik heb opgedaan met het rechtstreeks
tekenen met penseel, leek me aquarel een goede volgende
stap.
En
die keuze heb ik me niet beklaagd. Het is
lang geleden dat ik me nog zo goed geamuseerd
heb met tekenen als met deze aquarellen.
Het was spannend, nieuw, onbekend, uitdagend,...
En, niet onbelangrijk, het resultaat mag
er wezen.
Alle aquarellen die ik gemaakt heb, en nog
enkele andere studies in zwart-wit, heb
ik gebundeld in een nieuw schetsboekje:
Tekeningen Naar Model 5. Zondag
29 augustus zal ik deze komen signeren op
de stripbeurs van Valkenswaard, net over
de Nederlandse grens. Het is mijn favoriete
beurs om te gaan signeren, en omdat het
hun 25ste (en voorlopig laatste) editie
is, wil ik graag langs deze weg iedereen
aanmoedigen om te gaan. |
Mocht
je zondag niet kunnen komen, maar de aquarellen
wel graag bekijken, dan kan je vanaf zaterdag 4
tot en met zondag 26 september terecht in Temse.
Daar wordt een verkoopstentoonstelling gehouden
van ‘kunstwerken van striptekenaars’
onder de titel Kunstig Gestript. Steven
Dupré, Paul Geerts,
Jeff Broeckx en Serge Baeken
zijn slechts enkele van de auteurs die deelnemen.
Zelf zal ik er twaalf aquarellen tentoonstellen.
Dus wie in de buurt is: zeker een kijkje nemen!"
Klik hier
voor meer info over Kunstig Gestript.
Klik hier
voor meer info Valkenswaard. |
|
Kristof
Spaey: "Van schets tot inkt" |
|
|
Even
terug oppikken bij een onderwerp van enkele maanden
geleden: de decoupage. En, in het bijzonder, de
schets voor pagina 6 van Ooit. |
Bij
het op papier zetten van mijn decoupage ben ik enkel
bezig met regiekeuzes te maken. De opeenvolging
van prenten, de camerastandpunten, de plaatsing
van de verschillende elementen binnen een prent,
etc. Net zoals bij een storyboard voor een film
(zie onderstaand voorbeeld van een filmstoryboard).
De
vergelijking met film stopt daar niet. Voor de hoofdpersonages
in Misschien/Nooit/Ooit heb ik enkele vrienden
en vriendinnen gecast die de personages leven geven.
Het leuke aan het werken met modellen/acteurs is
dat je snel verschillende variaties kan uitproberen
voor eennzelfde pose, maar vooral de persoonlijke
inbreng van de modellen aan hun personage is zeer
verrijkend. Ze voegen maniërismes toe: een
handgebaar, een oogopslag, die geven het personage
karakter en spontaniteit.
Ik
heb op voorhand een heel duidelijk beeld van wat
ik wil, maar laat me soms ook leiden door het moment.
Voor deze prent had ik oorspronkelijk een closer
shot uitgeschetst. Maar bij het poseren werd me
snel duidelijk dat een volledige figuur beter ging
werken. Laura’s benen mee volledig in beeld
brengen zorgt niet alleen voor een aantrekkelijker
beeld, ze leiden het oog ook mooi doorheen de prent
en naar de volgende.
Bij
alle voorgaande stappen ben ik telkens aan het denken
als een regisseur. Voor het maken van de potloodtekening
zet ik mijn figuurlijke tekenaarspet op. Dan ben
ik voornamelijk bezig met compositie, perspectief,
anatomie, lichaamshouding en gezichtsexpressie.
De potloodtekening dient als blauwdruk voor het
inkten. Daarmee bedoel ik: lijnvoering en lijndikte,
dat zijn zaken waar ik me pas om bekommer tijdens
het inkten. In potlood zorg ik dat de constructie
er volledig staat.
|
Wanneer
de potloodtekening volledig op papier staat, zet
ik alles in inkt. Dat doe ik sinds dit album nagenoeg
volledig met een penseel en Oost-Indische inkt.
Lange tijd heb ik het niet aangedurfd om met een
penseel te werken. Het leek me een heel onhandig
instrument waarop je weinig controle hebt en waarmee
makkelijk vlekken maakt.
Dat dacht ik toch, totdat ik stage liep bij Steven
Dupré, ondertussen al vijf jaar
geleden, en hij me wat testjes liet uitvoeren met
zijn Raphael-penseel. Wat een wereld van verschil!
In niets zoals de goedkope penselen uit de supermarkt
waar ik tot dan toe mee had gewerkt. De stevige
haren zorgden voor verbazingwekkend veel controle,
de punt was haarscherp en bewoog zich vlot over
het papier. Van fijn detailwerk tot dikke contourlijnen,
allemaal met één en hetzelfde instrument.
Ik
was meteen van mijn ongelijk overtuigd. De lijnvoering
die je krijgt door een penseel is veel levendiger
dan je ooit hebt met een pen of hard potlood.
Toch heeft het nog even geduurd voor ik een penseel
voor mijn stripwerk durfde gebruiken.
Wat ik me wél onmiddellijk heb aangeschaft,
was een Pentel Brush Pen.
Zo’n
Brush Pen, of ‘penseelpen’, is in feite
een penseel met vullingen.
Het combineert de voordelen van een penseel met
die van een pen. Je hebt een variabele lijnvoering
maar met constante toestroom van inkt. Geen inktpotjes
of onderhoud (een penseel dien je na elke beurt
uit te wassen om de haren niet te beschadigen) wat
het ideaal maakt om mee op locatie te tekenen. En
daar gebruik ik het ook voornamelijk voor: modeltekeningen,
schetsen en signeertekeningen.
Met
zo’n Brush Pen heb je niet evenveel controle
als met een echt penseel. Maar dat vond ik op dat
moment net een voordeel. Met een penseel leren werken,
is vooral een kwestie van leren loslaten en vertrouwen
hebben. Je hoeft niet elke millimeter van je tekening
te controleren, soms moet je je materiaal ook durven
volgen. Doen, kijken en aanpassen aan de situatie.
Volgende
keer: de inkleuring. |
|
|
|
|
(klik
op de afbeelding voor een grotere versie)
|
Kristof
Spaey: "Documentatie" |
|
|
Op
basis van het scenario en in functie van mijn lay-outschetsen
ga ik op zoek naar de nodige documentatie.
Zo stel ik een lijstje op van alle locaties die in het
verhaal voorkomen.
Voor de loft van Egon, gelegen aan de haven in een oud
pakhuis, zocht ik naar een atypisch, niet-stereotiep gebouw.
Via Google kwam ik dit prachtige gebouw
op het oog: De Phenix in Zaandam, Nederland.
Een oud pakhuis met zeer veel karakter en, wat ik zo bijzonder
vind, dat recht in het water staat zodat de schepen er
rechtstreeks in konden laden en lossen.
De kade die in het verhaal voorkomt is dan ook (losjes)
gebaseerd op deze rij pakhuizen.
Voor andere, meer complexe interieurs vertrouw ik op de
smaak en inzicht van mijn vriendin. Hilde
ontwerpt de decors op basis van de aanwijzingen uit het
scenario. De enige richtlijn die ik haar meegeef zijn
mijn lay-outschetsen, zo weet ze waar personages en bepaalde
elementen in de ruimte zich bevinden en kan ze de inrichting
van de ruimte daarop aanpassen.
Die decors werkt ze verder uit in 3D met Google
SketchUp. Een zeer handig, gebruiksvriendelijk
programma dat mij in staat stelt om door de ruimtes te
bewegen zoals een regisseur dat zou doen. Rondkijken,
interessante camerastandpunten zoeken, dingen uitproberen,...
Voor de kledij van de personages neem ik er altijd de
stapel La Redoute- en 3Suisses-catalogussen
van Hilde bij. Ik heb meestal al een vaag idee wat voor
type kleren ik zoek bij elk personage, maar laat me leiden
door de modebeelden van de catalogussen om de finale look
samen te stellen.
Dingen die ik in het straatbeeld opmerk hebben hier ook
zijn invloed op. Zo ook de redelijk lichte kleding van
de (voornamelijk vrouwelijke) personages tijdens de winter.
Zowel in de catalogi als op straat valt dit steeds meer
op.
Strips tekenen heeft me in die zin wel modebewuster gemaakt.
Het verplicht je om op alles te letten: mensen, gedragingen,
kleren, gebouwen, dieren, natuur,...
Het doorbladeren van zo’n catalogus geeft je onmiddellijk
een goed beeld van wat nu modieus is. Elementen die steeds
terugkeren, bepaalde combinaties, opvallende snit,...
Voor Ooit wilde ik Laura zeer graag in een nieuwe
outfit steken. Het arme kind had in de vorige twee albums
amper tijd gekregen veel van outfit te veranderen.
Ik was heel tevreden met het gestreepte shirt dat het
hoofdpersonage in Back To Reality, het eerste
verhaal in Façade, droeg. Die horizontale
strepen zorgen voor een zeer leuke dieptewerking op het
lichaam.
Voor Laura wilde ik wel iets gelijkaardigs. Ietsje sexyer
dan haar vorige outfit, maar nog steeds een tikje nonchalant.
Vandaar de grote muts en de lange sjaal.
Wanneer Laura ontwaakt in bed draagt ze een T-shirt en
slip. Inspiratie voor dat T-shirt zocht ik in een hele
andere hoek. Collega en vriendin Ephameron
maakt zeer mooie illustraties en ontwierp ook enkele shirts.
Ontwerpen waar ik Laura meteen in zie rondlopen. Dit leek
me een mooie gelegenheid om dat even te tonen.
Volgende keer belicht ik het tekenen en inkten van een
prent en kan je zien hoe Laura eruit ziet in haar hippe
Ephameron-shirt." |
Kristof
Spaey: "Gespiegelde
S" |
|
|
Voor
Ooit heb ik van Marc Legendre
een kant-en-klaar scenario gekregen. Dat wil zeggen: het
verhaal is onderverdeeld in prenten en pagina’s,
de dialogen staan erbij en bij iedere prent staat een
prentomschrijving. Op die manier weet je als tekenaar
perfect wat de scenarist voor ogen heeft.
Zo’n scenario is richtingaangevend. Als tekenaar
heb ik deels de vrijheid om prenten te schrappen of bij
te voegen of om een actie vanuit een andere hoek te laten
zien. Zolang dit het ritme van het verhaal ten goede komt.
Zulke wijzigingen overleg ik altijd eerst met Marc. Vaak
gaat het dan om dingen die er voor zorgen dat de pagina
visueel beter tot zijn recht komt.
Op basis van het scenario maak ik eerst een uitgewerkte
decoupage. Hierbij schets ik alle pagina’s in het
klein uit. Ik bepaal hoe de prenten op de pagina worden
geschikt, welke camerastandpunten er gebruikt worden,
de plaatsing van de figuren in het beeld, et cetera. Alle
belangrijke beslissingen gebeuren hier. Op die manier
kan je heel het album al lezen nog voor het getekend is
en kijken of het ritme binnen de pagina’s klopt.
Zoals de lezers van Misschien/Nooit al weten,
wordt ieder deel verteld vanuit het standpunt van een
ander hoofdpersonage. Daar heb ik in het tekenen ook rekening
mee gehouden. Ieder deel probeer ik subtiel zijn eigen
‘look’ mee te geven. Misschien heeft
witte paginaranden en staan de prenten braaf gerangschikt
binnen een kader. Heel af en toe breek ik daar eens uit,
maar al bij al is het een heel sobere, ingehouden decoupage.
Bij Nooit gebruik ik zwarte paginaranden, om
het karakter van Egon extra in de verf te zetten. Wederom
zijn de prenten gerangschikt binnen een kader (hier zelfs
letterlijk) waaruit ik zelden breek, behalve op enkele
kritieke punten in het verhaal.
De decoupage voor Misschien en Nooit
was voornamelijk geïnspireerd op Alex Maleev
zijn werk in Daredevil, op scenario van Brian
Michael Bendis.
Bij Misschien en Nooit heb ik me bewust
‘ingehouden’, om alle registers te kunnen
opentrekken bij Ooit. Prenten die overlappen,
veel zwartgebruik, meer geïnspireerd door Eduardo
Risso’s werk in 100 Bullits, op
scenario van Brian Azzarello.
Ieder album gooi ik mijn werkwijze een beetje om. Voor
Ooit heb ik beslist om mijn decoupage volledig
op papier uit te werken, op A5-formaat in inkt. In inkt
omdat ik in Ooit heel veel zwart-wil gebruik
en ik op die manier het effect hiervan het beste kan inschatten.
Om het een beetje concreter te maken heb ik een pagina
uit Ooit erbij genomen. Het is pagina 6 geworden,
een pagina die redelijk vrij is van spoilers.
Jammer genoeg is het daardoor wel een pagina waarin je
nog niets merkt van de Risso-invloeden in de decoupage
omdat ik op deze pagina teruggrijp naar de opmaak van
Misschien. De meeste van de ‘Risso’-pagina’s
zouden te veel prijsgeven van het verhaal mocht ik die
tonen.
Eerst en vooral de scenariopagina van Marc.
Hier kan je zien hoe uitgewerkt zo’n scenariopagina
is. Zoals je ziet, geeft Marc een zeer ruime beschrijving
van de omgeving. Het is niet zijn bedoeling dat alles
zichtbaar zal zijn in de tekening, dit dient allemaal
om mij als tekenaar genoeg informatie te geven om me te
kunnen plaatsen in de omgeving die Marc voor ogen heeft.
De omgeving is uitvoerig beschreven, maar van camerastandpunten
is er weinig sprake. Daarin ben ik vrij om zelf keuzes
te maken.
Bij het uitschetsen van deze pagina vond ik dat er nog
een overgangsprentje ontbrak tussen prent 4 en 5.
Door die liggende prent toe te voegen van Laura die de
wekker afdrukt, krijg je een pagina die vloeiender leest.
Je oog gaat van links naar rechts over de bovenste strook
en kan nu van rechts naar links over de nieuwe prent 5
bewegen, terug naar links om de onderste strook te lezen.
Die gespiegelde S-beweging probeer ik zoveel mogelijk
in mijn pagina’s te verwerken. Soms via de prenten,
maar nog vaker door de plaatsing van de tekstballonnen.
Bij deze pagina heb ik me vrij strikt aan het scenario
gehouden. De eerste vier prentjes heb ik, zoals was aangegeven
in het scenario, op één strook gehouden.
Wel heb ik de prenten telkens subtiel iets breder gemaakt
om het ontwaken van Laura op die manier wat extra in de
verf te zetten.
Prent 5 heb ik er tussengevoegd voor de vlottere leesbaarheid
van de pagina.
Bij prent 6 en 7 blijf ik bewust redelijk close op Laura
en zie je niet al te veel decor. Dat is een bewuste keuze
in Ooit, om dicht op de personages te blijven.
Zo zit je dieper in de actie en dat geeft een meer betrokken
gevoel dan de iets afstandelijkere benadering in Misschien.
Zoals je in de laatste prent kan zien, werk ik in deze
fase ook al het zwartgebruik uit.
Volgende maand zal ik laten zien welke stappen er nog
nodig zijn om van deze decoupageschets een uitgewerkte
pagina te maken. Hopelijk tot dan!" |
Kristof
Spaey introduceert |
|
|
|
|
|