|
|
|
Alle
bijdragen van Ken Broeders aan de rubriek
De Commentator
bundelen we op deze pagina.
Klik verder naar de volgende onderwerpen:
• 11/10/2020 Ken
Broeders over Driftwereld 2
• 28/09/2019 Ken
Broeders over Driftwereld 1
• 22/10/2016
Ken Broeders over Apostata VII
• 10/09/2013 Het
nieuws dat Ken Broeders' Apostata V bij Medusa
verschijnt, gaat gepaard met een woordje vooraf en een
preview. Bij deze...
• 08/01/2013 Aan
de hand van veertien bijzondere illustraties, schilderijen
en stripplaten overloopt Ken Broeders in het kort zijn
veelzijdige carrière.
• 26/11/2011 Renata
Cornil, de echtgenote van Ken Broeders, bokste een fotoreportage
in elkaar met een making of van enkele objecten en decorstukken
die Ken Broeders in elkaar knutselt. Het resultaat zal
te zien zijn op Strip Turnhout vanaf 10 december. Wat
er nu al is te zien, is monumentaal!
• 25/09/2010 Om het
ongeduld van zijn fans te sussen, publiceert Ken Broeders
af en toe een los plaatje uit Apostata 3. Recent
nog kegen we een afbeelding van een herbergtafereel
in Parijs te zien. Voor ons becommentarieert hij enkele
historische voorwerpen en gebruiken die in de afbeelding
voorkomen. Krijg je bij het lezen van de bijdrage ook
zin in een gevulde relmuis, klik dan door naar het recept
ervan!
• 19/06/2010 Van
Ken Broeders verscheen het vervolg op Apostata.
Om toch nog wat aan niet-evidente zelfpromotie te kunnen
doen, zocht hij tussen zijn originelen naar iets waar
hij apetrots op is. Het vond iets anders: inmiddels
vergeten verfstreken bijvoorbeeld, zoals in een stukje
vijver. Zo simpel kan het zijn en het zit 'm daadwerkelijk
in de details. |
|
|
|
|
Ken
Broeders over Driftwereld 2 |
|
|
Ken
Broeders: "Of ik een stukje over Driftwereld
wil schrijven voor de rubriek De Commentator van de onvolprezen
Stripspeciaalzaak.be? Natuurlijk wil ik dat, maar hoe
begin ik daaraan?"
Stripspeciaalzaak.be: "Wel, tegenwoordig
zijn lezers vooral uit op diepgang en interessante insteken
in de vele stripgenres. De stripfan is een leergierige
en nieuwsgierige lezer!"
Broeders: "Ah, oké, misschien dan
iets als dit?"
Broeders: "Driftwereld is een ware
smeltkroes van velerlei Elfenbeschavingen en culturen.
De wezens die er hun thuis gevonden hebben zijn erg uiteenlopend...
Sommigen zijn klein, zelfs mini, andere heel groot, een
aantal zelfs gevleugeld. Maar ze hebben allemaal wel puntoren.
Laat me er even snel enkele voorstellen."
Broeders: "Er zijn de Hoge Elfen,
die lang van gestalte zijn en die als bijkomend voornaam
kenmerk over wijd uitstaande ogen beschikken. De Lage
Elfen, waartoe onze avonturier Dellric behoort, zijn klein
van stuk en allemaal behept met stevig uit de kluiten
gewassen voortanden."
Stripspeciaalzaak.be: "Jaja... Maar wat
is bijvoorbeeld de ongetwijfeld boeiende sociale en geschiedkundige
evolutie tussen de Hoge en Lage Elfen? Hoe verhouden deze
zich tegenover elkaar? En hoe komt dit naar boven in de
Driftwereld-trilogie?"
Broeders: "Ah, ja... Ik... Dat moet
ik misschien nog wat uitwerken. Ik heb daar nog niet echt
bij stilgestaan, behalve dan het feit dat het personage
van Dellric niet echt tuk is op de Hoge Elfen. Misschien
dit even terzijde leggen en iets laten zien van de Gehoornden
en Trollen?"
Broeders: "In Driftwereld
kan je ook nog een groot aantal gehoornde wezens vinden.
De uitsteeksels op hun hoofd/kop kunnen allerlei vormen
hebben: gepunt, een gewei, maanvormig, noem maar op..."
Broeders: "Hier kan je kennis maken
met de Trollen, de vijanden van de Gehoornden. Ze zijn
enorm groot van gestalte en verschrikkelijk woest. Empathie
of enige vorm van sociaal aangepast gedrag zijn hen volkomen
vreemd. Maar wat wil je? Het zijn Trollen."
Stripspeciaalzaak.be: "Oh, maar
dit kan een interessant stukje opleveren! Want je zou
kunnen uitpakken met een tijdlijn over de vele oorlogen
die tussen deze twee volkeren zijn uitgevochten! En die
Trollen, hebben die raakpunten met de Scandinavische mythologie?
Heb je daar veel research naar gedaan?"
Broeders: "Euhm... Misschien liever
wat aandacht besteden aan de magie in Driftwereld?"
Broeders: "Want er is ook nog een
kleine groep mannelijke en vrouwelijke tovenaars waarvan
de beroemdste waarschijnlijk de Rode Tovenaar is."
Stripspeciaalzaak.be: "Op het bijhorende
prentje is hij toch niet rood? En heeft dat rood een diepere
symbolische betekenis. Is het bijvoorbeeld toeval dat
Dellric ook meestal in een rode mantel is gekleed?"
Broeders: "Ja, dat is toeval...
denk ik... Maar nu laat je me toch twijfelen..."
Broeders: "En dan is er natuurlijk
ook nog de Heks, waarvan er gelukkig maar één
bestaat."
Stripspeciaalzaak.be: "Ze ziet er
inderdaad schrikwekkend uit. En ze is naakt?"
Broeders: "Wat is er mis met naakt?
Is dat niet waar de meeste naar diepgang zoekende en leergierige
striplezers stiekem op hopen, dat er af en toe een vrouwelijk
personage in haar blootje opduikt?"
Stripspeciaalzaak.be: "Maar... Waarom
die heks?"
Broeders: "Hebben jullie iets tegen
heksen misschien?"
Stripspeciaalzaak.be: "Waarom schrijf
je niet een klein stukje over Driftwereldwezens die minder
opvallen in de reeks. Dat vinden lezers ook altijd leuk:
triviale weetjes over achtergrondpersonages!"
Broeders: "Ah, maar dan heb ik net
wat je zoekt! Oh... Wacht even... Ik weet eigenlijk niet
goed wat ze zijn. Pixies? Kabouters? Brownies? Nee, dat
kan niet kloppen. Ah, misschien zijn het hobgoblins?!
Of... Of... Och, wat maakt het ook uit? Hier zijn ze.
Driftwereld zou niets zijn zonder deze ondersoort van
kleine blauwe immer blote wezentjes die ervoor zorgen
dat alles reilt en zeilt zoals het hoort."
Broeders: "Ze hebben een goede inborst,
kennen geen agressie (zolang ze geen alcohol nuttigen)
en ze hebben allemaal hoorntjes. Er bestaan geen vrouwtjes
van, 't is te zeggen: ik heb er nog nooit eentje gezien."
Broeders: "Waar ze vandaan komen,
weet niemand, maar geen enkele van deze minzame kereltjes
leidt een vrij leven zoals de andere bewoners, zij staan
altijd in dienst van anderen. Ze kunnen worden verkocht
of doorgegeven."
Broeders: "Hoewel ze allen klein
van stuk zijn, zijn ze ontzettend sterk en taai. Ze kunnen
de zwaarste vrachten aan."
Broeders: "Soms dienen ze de meest
vernederende taken uit te voeren, zoals deze voetmassage
bij Moeder K'Nosser. En als je je bedenkt dat Trollen
zich nooit wassen, dan kan je je wel inbeelden hoe haar
voeten ruiken."
Broeders: "Men mag ze ook doden
(zie linksonder) zonder dat daarvoor een straf zal volgen.
Niemand kijkt op van een blauw slaafje dat het met zijn
leven moet bekopen omdat hij een taak niet goed heeft
uitgevoerd."
Broeders: "Sommige van hun eigenaars
deinzen er zelfs niet voor terug om lijfstraffen te geven
om ze nog harder te doen werken."
Broeders: "Maar eens je hun hart
gestolen hebt, zijn ze vriendjes voor de rest van je leven."
Stripspeciaalzaak.be: "En tot welke
ondersoort behoren die blauwe wezentjes dan?"
Broeders: "Euhhh... Wel, die behoren
natuurlijk tot... Wacht even... Zou je geloven dat ik
het zelf niet weet."
Driftwereld 2: Een Verhaal over Tovenaars
is uitgegeven door Uitgeverij L in softcover (56 pagina's,
9,95 euro), hardcover (56 pagina's, 19,95 euro) en als
dossiereditie in hardcover met vele bonuspagina's en een
gesigneerde ex libris op 500 exemplaren (88 pagina's,
49,95 euro). |
Ken
Broeders over Driftwereld 1 |
|
|
Wist
je dat…
... Driftwereld ontstaan is uit een hele reeks
losstaande schetsjes en tekeningen die ik maakte als ontspanning
op zich terwijl ik nog bezig was aan het laatste album
van Apostata?
... de naam van Dellric Twotter een verwijzing is naar
Del Boy Trotter uit de fantastische, Britse reeks Only
Fools and Horses?
... de sneer van de Britse journalist en voedselcriticus
Jay Rayner aan het adres van snobistische en veeleisende
restaurantbezoekers leidde tot de naam van Moeder K'Nosser?
Het is eigenlijk een verbastering is van het woord "connoisseur".
Ook in de stripwereld lopen er wel wat van die 'knossers'
rond.
... het nogal opvallende gebit van de schelm Dellric losjes
gebaseerd is op een gephotoshopt plaatje van onze schoonzoon
waarin hij werd afgebeeld met werkelijk enorme tanden
en hiermee mijn vrouw en familieleden telkens weer de
lachstuipen bezorgde?
... Ysabeau oorspronkelijk een kort en pittig zwart kapsel
had dat men ten tijde van de Franse revolutie "coiffure
à la victime" of "coiffure à
la guillotine" noemde?
... de naam van het Dommovoi-volk verwijst naar een Slavische
huisgeest? Volgens mijn oudste kleindochter zit er trouwens
eentje in onze kelder, waar hij onze woning beschermt
tegen kwade invloeden.
... "shuurga salkhi" Mongools is voor
"stormwind"?
... de naam van de elfenstad Muroc afkomstig is van de
geheime vliegtuigbasis in Amerika, waar Chuck Yeager voor
de eerste keer door de geluidsmuur ging?
... Vanopo een eerbetoon is aan mijn vriend Marvano?
... de Rode Tovenaar gegroeid is uit de legende van het
kleine rode mannetje dat gezien werd in de Tuilerieën
van Parijs? Deze kleine rode dwerg duikt telkens op net
voor er een ramp plaatsvindt.
... ik het woord "pekelteef" nooit eerder gehoord
had tot mijn vrouw het eens gebruikte als omschrijving
van iemand die haar duidelijk niet nauw aan het hart lag?
Ze dacht dat het uit haar West-Vlaamse dialect stamde,
terwijl het toch een scheldwoord is dat in Antwerpen en
de Kempen wordt gebruikt.
... de hoed die Dellric koopt van Vanopo uiteraard een
verwijzing is naar mijn grote interesse in Napoleon?
... de leeuwenkop op het kanon en veel van de gebruikte
wapens gebaseerd zijn op Ottomaans wapentuig? Met hier
en daar ook nog een Vlaamse goedendag, die volgens historicus
en schrijver Ballegeer dan weer van de Moren zou afstammen.
Weer wat leuks opgestoken!
|
Ken
Broeders over Apostata VII |
|
|
|
Mijn
Julianussen...
"Wat me altijd aantrok in het maken van Apostata
is dat ik een hoofdpersonage had dat een hele evolutie
doormaakte. Op betrekkelijk korte tijdspanne moest
Julianus leren omgaan en zich aanpassen aan ingrijpende
veranderingen. Het gaf me de gelegenheid om die
verschillende episodes weer te geven in het uiterlijk
van de Caesar.
In het begin leren we Julianus kennen als student,
naar het hof geroepen door de gevaarlijke keizer
Constantius. Julianus is doordrongen van het besef
dat zijn onopvallendheid de voornaamste reden is
dat hij nog leeft. Hij is jong, gekleed in een eenvoudige
bruine tuniek. Je kunt je zo voorstellen dat hij
in de keizerlijke paleizen bijna naar de achtergrond
verdwijnt.
Die soberheid komt ook voort uit zijn verlangen
om het leven te leiden van een filosoof en zijn
omgeving met een zekere openheid tegemoet te treden.
Hij houdt ervan om mensen toe te spreken als 'waarde
vriend', ongeacht wie ze zijn. Maar tegelijkertijd
cultiveert hij ook een nauwelijks merkbare afstandelijkheid
want hij draagt een groot geheim met zich mee: Julianus
heeft zich afgekeerd van het christendom en is een
heiden. Dit conflict moet hem erg parten gespeeld
hebben.
Wanneer hij door de sluwe Constantius tot Caesar
van het westen is gepromoveerd, blijft Julianus
er een eenvoudige levensstijl op nahouden en tovert
zichzelf om tot een gedreven en capabele veldheer.
Hij is sterker, zelfzeker en ontdekt tot zijn eigen
verbazing dat het militaire leven hem uitstekend
bevalt. Tegen de mode in laat hij zijn baard groeien
in een poging om meer te lijken op Marcus Aurelius
(de filosoof-keizer) en Hadrianus (de soldaat-keizer)
voor wie hij een zeer grote bewondering had. Na
de dood van zijn vrouw Helena lijkt Julianus steeds
meer troost te vinden in een bijna ascetische levenswijze.
Hij is magerder en laat zijn haren en baard langer
groeien. Hij geeft steeds minder om uiterlijk vertoon.
Langzaamaan ontwikkelt Julianus zich tot een politieke
vijand van Constantius en zijn soldaten roepen hem
uit tot Caesar Augustus. Een bloederige burgeroorlog
wordt voorkomen door het overlijden van Constantius.
Julianus is nu alleenheerser over het uitgestrekte
imperium. Het contrast tussen de keizerlijke hoofdstad
Constantinopel en Gallië is groot en de burgers
verwachten dat een Caesar Augustus er vorstelijk
uitziet.
Julianus draagt nu zijden tunieken versierd met
goud en de purperen mantel, maar blijft het leven
van een filosoof nastreven. Zijn voorliefde voor
eenvoud en zuinigheid maken hem vreemd genoeg niet
geliefd bij zijn burgers. Die vinden zijn lange
onverzorgde baard en haren een vorm van aanstellerigheid.
Achter zijn rug maken ze zich vrolijk over hem en
noemen hem 'de geit'.
In het afsluitende zevende deel van Apostata
heb ik mijn verschillende versies van Julianus samengebracht.
We zien hem terug als de jonge weifelende student,
als de zelfzekere aanvoerder die zijn leger naar
het hart van het Perzische rijk brengt en... ik
kon het niet laten om... wel, te laten zien wat
had kunnen zijn." |
|
Ken
Broeders over Apostata V |
|
|
|
|
|
|
Haai
"Ik heb Toegepaste Grafiek gevolgd aan het Sint-Lucas
instituut in Antwerpen. En ik kan al meteen opbiechten
dat bitter weinig van de opdrachten mij konden boeien.
Nu zal dat ongetwijfeld wel mijn eigen schuld geweest
zijn, want mijn interesses en die van sommige docenten
lagen mijlenver uit elkaar.
Maar af en toe was er toch ineens een opdracht waarbij
alles mooi samenviel. En daarom heb ik erg leuke herinneringen
aan deze illustratie rond 20 000 Mijlen onder Zee
van Jules Verne. Ik was volop bezig met
het ontdekken van verf, penselen en kleurgebruik. En het
gaf me de gelegenheid om het dier te tekenen dat me mateloos
fascineert. Telkens wanneer ik deze illustratie terugzie,
heb ik toch wel de indruk dat het me op een pad heeft
gezet dat ik nog steeds bewandel."
Oog
des Meesters
"Op een of andere manier had ik, dankzij mijn manipulatieve
en schijnheilige karakter, het gedaan gekregen dat een
argeloze docent me de vrije keuze liet om iets te illustreren.
Ik begon dadelijk aan een reeks rond een rollenspel. En
ik heb me er niet alleen rot mee geamuseerd maar het was
ook een belangrijke ontdekking dat dit soort illustraties
een eigenaardig thuiskomen was. Het was nieuw en tegelijkertijd
voelde het erg vertrouwd aan."
Spin
"Een belangrijke tekening is dit. Het is een ontwerp
voor een enorme spin die ik, samen met enkele trouwe handlangers,
zou gaan maken als onderdeel van een decor. En jongens,
wat keken we daar naar uit. Onze eigen versie van Shelob...
we konden niet wachten. Jammer genoeg, en dat wisten we
aanvankelijk natuurlijk niet, had de opdrachtgever een
tikkeltje last van arachnofobie. De arme man bekeek de
tekening en werd bleek om de neus. Geen spin dus.
Maar ooit komt de dag... En daarom bewaar ik deze prent
zorgvuldig."
Baron
von Münchhausen
"Als tegengif voor de in mijn ogen althans saaie
Sint-Lucas-thema's maakte ik voor mezelf kleine illustraties.
Hier vliegt Baron von Münchhausen voorbij op zijn
kanonskogel. Ik had min of meer een stijl gevonden die
me gepast leek voor een stripverhaal. Terwijl ik dit schilderde,
lagen er al een vijftal pagina's van Tyndall
in potlood klaar."
Cover
Tyndall
"Mijn allereerste cover. Het blijft iets raars, zo'n
boekomslag in elkaar boksen. Soms lukt het meteen en andere
keren is steeds maar opnieuw beginnen. "
Pagina
uit Tyndall
"Dit komt uit de eerste strip die ik gemaakt heb.
Het album moest op twaalf maanden afgeraken, wat betekende
dat ik het maken van zo'n strip al doende heb moeten aanleren.
En daarmee bedoel ik niet alleen het gepruts met scenario's
(heel wat afgelachen met Luc Van Peborgh),
bladspiegels, personages, plotwendingen, enzovoort, maar
ook echt praktische dingen. Welk papier gebruik ik het
best? Hoe span ik dat papier op? Is deze verf wel geschikt?
Hoe stuur ik mijn teksten door naar de uitgever zodat
alles in het juiste tekstkadertje terecht komt? (Dat gebeurde
toen nog niet via e-mail.) Ik heb mijn weg moeten zoeken
en het eindresultaat, met zijn talrijke gebreken en tekortkomingen,
belandde meteen in de stripwinkels. En dus heeft die kleine
schare van trouwe lezers mijn verdere ontplooiing eigenlijk
rechtstreeks kunnen volgen aan de hand van de verdere
albums.
Als ik daar nu op terugblik is dat, in het licht van het
huidige uitgeefklimaat, bijna onvoorstelbaar."
Kerst
"Deze prent is eigenlijk begonnen als een schetsje.
Een kerstman in zijn onderbroek… ik ben er blijven
aan prutsen en het is uiteindelijk een kerstkaart geworden.
Een onverwacht resultaat was echter dat mijn vrouw er
zodanig door gecharmeerd was dat ik nu ieder jaar zo'n
rotkaart moet maken."
Demer
"Af en toe gebeurt dat... je krijgt een tikje op
je schouder, je draait je om en daar staat dan een personage.
Volledig klaar en gretig om op avontuur te gaan. Het verhaal
rond Voorbij de Steen is bedacht tijdens een
lange wandeling waarbij Demer als het ware gewoon naast
me liep. Het was dan ook erg gemakkelijk om hem diezelfde
avond nog op papier neer te zetten."
MDB
"Soms maak je een illustratie die, wanneer je er
nog aan bezig bent, iets heeft wat je niet exact kan benoemen,
maar waarvan je dadelijk weet dat het werkt. Deze cover
voor Het Ei van Oom Trotter van Marc
De Bel is er zo eentje. Geen idee hoe dat komt.
Ik weet echter wel dat het onmogelijk voor me is om het
te herhalen. Daarom maak ik ook nagenoeg nooit schetsen.
Want als zo'n schets dat ongrijpbare heeft, krijg je dat
nooit in de tekening zelf gevat."
Marc
De Bel
"Omdat ik dus bijna nooit schetsen maak, is het altijd
raar om er dan eens eentje tegen te komen. Meestal zitten
ze verscholen tussen tientallen bladzijden met tekstkadertjes,
scenario of documentatie en dan kom je ze pas jaren later
terug tegen (inderdaad, ik doe er erg lang over vooraleer
ik die stapels papier begin op te ruimen!). En ineens
lijken ze dan toch belangrijk genoeg om bij te houden.
Het is eigenlijk wel aangenaam om een jeugdboek te illustreren.
Maar het werk aan Apostata is zo veeleisend dat
ik er geen tijd meer voor vind."
Pagina
uit Cyrano
"Deze pagina komt uit Cyrano dat voor mij
tegelijkertijd het moeilijkste en leukste album was dat
ik al gemaakt heb. Het scenario maken was zeker geen gemakkelijke
taak, maar ik vond de figuur Cyrano ongelooflijk inspirerend.
De voornaamste reden waarom ik deze pagina zo prettig
vind, is dat ik er enkele personages uit Tyndall heb binnen
gesmokkeld."
Milius
"Milius uit Apostata. Tijdens het creëren
zit ik me dan af te vragen waar hij vandaan komt en wat
zijn geschiedenis is vooraleer hij opduikt in de strip.
En wanneer mijn tekeningetje dan klaar is, heb ik eigenlijk
een redelijk uitgewerkte biografie voor mijn personage
en word ik steeds meer vertrouwd met de figuren en de
wereld eromheen."
Primigenia
"Dit is een ex-libris voor de Franse uitgave van
Apostata. Die uitgave is erg belangrijk voor
me. Niet zozeer voor die Franse markt, waar ik eerlijk
gezegd nooit veel mee bezig ben geweest, maar omdat Apostata
nu eindelijk verschijnt zoals het eigenlijk hoort: in
hardcover en op een iets groter formaat.
Ik heb werkelijk geen enkel idee of die Franse uitgave
het goed zal doen... maar de boeken hebben cachet." |
Master
at work:
Achter de schermen van de expovoorbereiding van Apostata
met Ken Broeders |
|
|
"Een
expo rond Apostata.
Hoe pak je zoiets aan?
Je begint met wat de mensen het meeste aanspreekt.
Juist. Je start met een vliegende piemel.
Een tintinnabulum. Geen vunzig erotisch attribuut,
maar in Romeinse tijden een soort van geluksbrenger. Benodigdheden:
ijzerdraad, isolatietube, keukenrol, behangerslijm, zijdepapier,
milliput, een spuitbus met grondverf, fijne ketting, oogvijzen
en kerstversiering.
Ziehier het verloop."
|
|
|
|
|
|
|
|
"Wie aan Romeinen denkt, legt meteen ook de
link naar mozaïek.
Een stukje Apostata-vloer mocht dan ook
niet ontbreken.
Piepschuim, een breekmes en Kens fantasie..."
|
|
|
"Een huisaltaar/tabernakel was een must. Ornamentjes
in kunststof, een houten moluurtje met siermotief,
en niet te vergeten een goede stofzuiger om alle
piepschuimbolletjes weg te werken."
|
|
|
|
|
|
|
|
"Alsof de duivel ermee gemoeid was, vonden
we op zeker ogenblik deze kruik bij onze buren op
de stoep op de wekelijkse vuilnisophaaldag. In stukken
en brokken. We twijfelden geen ogenblik. Na wat
gepuzzel was dit het resultaat."
|
|
"In ons leven gebeurt er weinig zonder dat
onze beste vriend/Kens bloedbroeder Erik
erbij betrokken is. De Julianusmunt was een kolfje
naar zijn hand."
|
|
"De grootste uitdaging voor Ken was de bewerking
van de panelen die geleverd werden door Strip
Turnhout. Aan de slag met oker en rood.
En afwerken met een laagje vernis."
|
|
|
|
|
|
|
|
"Tot slot nog de tekstplaatjes."
|
|
|
|
Ken
Broeders: "Gewetensussend plaatje" |
|
|
"Ik
ga niet graag signeren.
Niet omdat ik dat kleine groepje lezers, dat hardnekkig
mijn albums blijft volgen, niet durf te trotseren. Het
wringt als ik niet achter mijn tekentafel zit.
Mijn stapeltje potloodtekeningen lijkt altijd groter te
zijn dan dat van de geschilderde.
Bijgevolg voel ik me soms lichtjes schuldig dat ik mijn
neus niet wat meer laat zien.
Dan plaats ik al eens een prentje op het stripforum De
Getekende Reep om die onrust te bedaren en
de lezers te tonen dat ik wel degelijk gestaag verder
pruts aan mijn pagina’s.
En nu heeft de onvolprezen De Stripspeciaalzaak
me gevraagd of ik een van die gewetensussende plaatjes
wat meer wil toelichten.
Wie zich mijn vorige bijdrage
aan De Commentator herinnert,
weet echter misschien nog dat ik het niet vanzelfsprekend
vind om over mijn eigen werk te praten. Verwacht dus geen
wonderen.
Vooruit dan maar... (klik
op de afbeelding voor een grotere versie)
De tekening komt uit het derde deel van Apostata
en toont een van de vele drukbezochte en florerende kroegen,
die het laat-Romeinse Parijs rijk is. De hitte van de
zomerdag is verdreven door een fikse regenbui en de bezoekers
hebben beschutting gevonden in de overdekte galerij.
In een mooie en burgerlijke stadswoning is dit het peristylium,
de met zuilengangen omgeven binnenplaats, waar men geniet
van de rust en schaduw.
Maar we zijn hier in een minder eerzaam deel van Parijs
waar woningkazernes, winkels en werkplaatsen het straatbeeld
bepalen. Geen mooie sierlijke zuilen, maar gebouwen opgetrokken
uit ruwe houten balken, bakstenen en verkruimelend plaasterwerk.
Een
slaaf bedient de gasten en moet zich de attenties
van een klant laten welgevallen. Het is erg waarschijnlijk
dat de vrouwen en mannen die in deze kroegen werken,
meer doen dan alleen maar wijn schenken. Ze zijn
echter niet officieel werkzaam als prostituee (die
worden bezocht in bordelen) want ze hanteren (volgens
sommige graffiti) veel goedkopere prijzen. Andere
graffiti vertellen dan weer over bepaalde seksuele
handelingen door mannelijke prostitués. Het
is trouwens wel zo dat seks met een mannelijke slaaf
of prostitué oogluikend wordt toegelaten…
De schande ligt blijkbaar in het gepenetreerd worden. |
Een
pooier komt klanten ronselen voor zijn bordeel en
prijst zijn nieuwste aanwinst aan die, gezien haar
haartooi, waarschijnlijk uit het Midden-Oosten afkomstig
is (de Romeinse wereld is een multicultureel imperium,
vergeet dat niet) en overdekt is met juwelen. Dames
uit eerbiedwaardigere kringen hangen eerder een
less is more-mentaliteit aan. De opkomende
christelijke moraal brengt ook een nieuwe hang naar
soberheid met zich mee die vooralsnog niet lijkt
aan te slaan bij de pooier en zijn meisjes. |
Een
van de herbergbezoekers heeft echter meer belangstelling
voor zijn hapje: relmuis. De truc voor deze delicatesse
is simpel. Vanaf het moment dat de beestjes aan
hun winterslaap toe zijn, steek je de stakkerds
in een speciaal voor dit doeleinde bestemd kruikje.
Daarin worden de sluimerende muisjes vetgemest (om
nadien misschien verdronken te worden in wijn).
Vervolgens slachten, villen en opvullen met een
lekkere mengeling van peper, varkensgehakt, knoflook
en garum (de beroemde Romeinse vissaus die vergelijkbaar
is met de hedendaagse Thaise variant). Ten slotte
bestrijken met olijfolie of honing en in de oven.
Smullen maar!
Dit soort voedsel is trouwens van alle tijden. In
Cyrano heb ik ergens een spreeuwenpot getekend:
een kruik die uitnodigend onder de dakgoot werd
gehangen, waarin een nietsvermoedend spreeuwenkoppeltje
ging nesten. En als de jongen dan eindelijk op het
punt stonden om uit te vliegen... tja. |
Op
het prentje bemerk je ook het bordspel latrunculi
dat nog het best als een voorloper van schaken kan
worden omschreven. Het spel wordt in verschillende
Romeinse teksten vernoemd, maar er is zo goed als
niets geweten over de spelregels. Het is echter
duidelijk dat het een populair tijdverdrijf was. |
Boven
het liederlijk stelletje feestneuzen zien we ietwat
vreemde (gevleugelde) fallushangers: de tintinnabula.
De fallus is een belangrijk symbool voor de Romeinen
en staat voor vruchtbaarheid, geluk en welvaart.
De belletjes onderaan fungeren als een windgong
en moeten het kwade weren. Een tintinnabulum heeft
dus weinig of geen erotische betekenis voor de doorsnee
Romein. |
Helemaal
achterin zien we de gloed van een oven waar eenvoudig
voedsel en brood wordt bereid. Dit deel van Parijs
is dichtbebouwd, met smalle straatjes en uit hout
opgetrokken gevels. Een van de maatregelen om een
rampzalige brand te vermijden, bestaat erin dat
de meeste kleine woningen en appartementen in de
woonkazernes geen keukenvoorzieningen hebben. Dit
maakt dat de stedelingen meestal uit eten gaan en
bijna dagelijks de vele kleine eethuisjes of kroegen
bezoeken. |
Het opzoekwerk voor Apostata lijkt nooit te stoppen.
Ik blijf boeken verzamelen en lezen, films en documentaires
bekijken, musea bezoeken, verhalen beluisteren... Uit
die smeltkroes, waar quasi dagelijks nieuwe ingrediënten
aan worden toegevoegd, ontstaat dan mijn versie van een
Romeinse wereld. Een wereld die ik moeiteloos voor mijn
geestesoog kan oproepen.
Maar telkens weer blijkt dat hij verrekt moeilijk neer
te zetten is op tekenpapier."
Voor wie graag nog meer wil weten, volgende links:
• www.smulweb.nl
(recept voor gevulde relmuis)
• www.collectiegelderland.nl
(tintinnabulum)
• www.trouw.nl
("Een verdronken muis met een juridisch staartje")
Bezoek ook www.kenbroeders.be
|
Ken
Broeders: "Stukje vijver" |
|
|
Toen
de onvolprezen De Stripspeciaalzaak enige
tijd geleden liet weten dat ze een rubriek De Commentator
ging oprichten was ik, geheel tegen mijn natuur in, erg
enthousiast.
Een mooi initiatief om de trouwe striplezers eens een
kijkje achter de schermen te gunnen en ze wat meer te
laten opsteken over het ambacht strips maken. Het is,
laat ons heel eerlijk zijn, ook een mooi middel voor auteurs
om zich eens ongebreideld en schaamteloos schuldig te
maken aan heerlijke zelfpromotie.
En inderdaad, ik heb de afgelopen maanden met plezier
De Commentator gelezen en in het oog gehouden. Stripauteurs
vertellen hoe ze te werk gaan, hoe ze gebruik maken van
hun documentatie of stellen bepaalde toestanden aan de
kaak via open brieven. Een enkeling vertoont een misschien
wat vreemde fascinatie voor zijn overigens prachtige tekenstudio.
Omdat er binnenkort nog eens iets van mij op de stripmarkt
gaat verschijnen, leek het dus een gepast moment om zelf
ook even aan drieste propaganda te gaan doen.
...
Hier stuit ik echter op een zeer lastig probleem. Ik heb
jammer genoeg ontdekt dat ik het heel moeilijk vind om
over mijn eigen werk te praten of te schrijven. Nu ja,
ik kan natuurlijk wel vertellen met wat voor verf ik schilder
(voor de geïnteresseerden: plakkaatverf en acryl)
of dat ik van maandag tot zondag aan mijn pagina’s
zit te werken.
(Geheel terzijde: die website van me maakt me ook al heel
ongemakkelijk. Meestal worden er illustraties of tekeningen
aan toegevoegd achter mijn rug om. En omdat ik weinig
begrijp van computers kan ik ze er ook niet meer afhalen.
En gisteren werd ik voor het voldongen feit gesteld dat
ik nu ook op dat kl...te-Facebook-gedoe zit.)
Het lukt me maar niet om journalisten, striplezers of
schoolklassen (die me in hun onschuld uitnodigen om eens
te komen praten over mijn strips) te overdonderen met
prachtige uitweidingen over tekenen en schilderen. Ik
word overvallen door een gevoel van gêne dat ik
niet van me kan afschudden. Het jammerlijk gevolg hiervan
is dat ik zodanig begin te mompelen of wartaal uit te
slaan dat ik mijn toehoorders tot wanhoop drijf. Stel
je maar eens voor wat uitgevers moeten doorstaan wanneer
ik met een project afkom. Ze zullen het ongetwijfeld al
even vermoeiend vinden als ikzelf.
Niettemin ben ik toch maar eens gaan rondneuzen tussen
mijn originelen om misschien iets te vinden waar ik mee
kan uitpakken voor De Commentator.
Tijdens mijn, ondertussen al wat moedeloze speurtocht
naar een pagina of cover waar ik apetrots op kan zijn,
viel me echter iets anders op.
Kleine details, soms niet meer dan enkele verfstreken,
waarvan ik zelfs niet meer kan herinneren dat ik ze heb
aangebracht, maken dat sommige strookjes in een album
me opnieuw aangenaam kunnen verrassen.
Een voorbeeldje: in mijn laatste boek is ergens een stukje
vijver te zien. Het wateroppervlak werd hier erg snel
geschilderd maar lijkt, in al zijn eenvoud, wel gelukt.
Op het moment zelf was ik waarschijnlijk al blij dat die
pagina af was en dat ik aan de volgende kon beginnen.
Maar als ik ze dan later terug bekijk, valt net dat stukje
me op. Zoiets vind ik leuk.
Oh, ja. Het prentje is te bekijken in het album De
Heks dat het tweede deel is van de reeks Apostata.
En dat verschijnt zeer binnenkort. Dus toch een beetje
promotie. Nah!"
Bezoek ook www.kenbroeders.be |
|
|