Alle bijdragen van Jose Luis Munuera aan de rubriek De Commentator bundelen we op deze pagina.

Klik verder naar de volgende onderwerpen:
04/04/2018 Jose Luis Munuera over Zwendel 1
16/03/2013 Voor de selectieve samenstelling van zijn portfolio toont Jose Luis Munuera nog het liefst illustraties en platen uit zijn recentste strips na zijn carrièreomweteling die Het Teken van de Maan voor hem betekende. Maar ook over Robbedoes en Kwabbernoot wil hij nog wat kwijt.
15/09/2011 Over het eerste deel van het tweeluik Fraternity komt Jose Luis Munuera regematig terug op het belang van een vertelling boven de tekeningen. Hij beschouwt een tekenaar als een dirigent die de lezer moet leiden doorheen het verhaal. Dat en andere interessante beschouwingen lees je in zijn commentaren.
 
Jose Luis Munuera over Zwendel 1
04/04
TOP
Zwendel 1
Onderstaande bijdrage van Paul Giner verscheen eerder in het Franse stripmaandblad Casemate nummer 104 van juni 2017.

COMMENTAAR BIJ PAGINA 28
Zwendel 1
Over Rambo: "Franquin heeft Zwendel zo goed neergezet dat je hem altijd herkent dankzij z'n uiterlijke kenmerken: kaal op de schedel, maar lange haren in de nek, mantel over de schouders, enzovoort. Op de vorige plaat heb ik de visuele mythologie van het personage getoond door hem zijn handschoenen te laten aantrekken en zijn sigaret te laten aansteken, een beetje zoals Rambo zich voorbereidt om te gaan vechten. Als hij zich zo gedraagt, beseft Zwendel zijn rol als slechterik."

Over de helikopter: "Voor het ontwerp van de Airforz heb ik hetzelfde gedaan als Zwendel door me te baseren op een Russische helikopter voor ik er vier Zwendelpropellers aan toevoegde. Voor de rest heb ik me niet echt gedocumenteerd, want ik schep geen enkel plezier om in dat soort elementen te duiken, in tegenstelling tot sommige bevriende tekenaars. Ik teken veel liever geloofwaardig dan realistisch. Vooral omdat het leger dat ik opvoer een soort privéorganisatie is dat tot geen enkel land behoort."

Over de manier van tekenen: "Moeilijk te zeggen of mijn manier van tekenen veel is geëvolueerd sinds Terug naar Z (deel 50 in de reeks Robbedoes en Kwabbernoot, het laatste album dat Munuera voor die reeks tekende, red.), dat bijna tien jaar geleden verscheen. De grafische stijl is als een vervloeking die je achtervolgt. Je hebt de indruk dat je ontzettend veel dingen verandert, maar dat merkt de lezer niet altijd op! Vandaag werk ik met meer souplesse, en teken ik natuurlijker. Ik ben ouder en veel kalmer geworden sinds ik de avonturen van Robbedoes en Kwabbernoot achter me liet."


COMMENTAAR BIJ PAGINA 29
Zwendel 1
Over psychologie: "De psychologie van Zandra interesseert me meer dan haar uiterlijk. Ze lijkt op veel van mijn vrouwelijke personages. Het is belangrijk om een groepje stabiele acteurs te hebben tijdens het maken van diverse projecten, een beetje zoals een theatergezelschap. Die les heb ik geleerd van Hayao Miyazaki die ongeveer altijd dezelfde look voor zijn personages behoudt. De oude geleerde, het jonge intelligente meisje, de verliefde jongen... Een keer die visuele clichés zijn vastgelegd, kan er vervolgens veel verder gegaan worden in de psychologie van de personages."

Over Fredorg: "Ik wou van Fredorg geen nadrukkelijke robot maken, want hij lijkt op een grote basketbal. Hij is makkelijk te tekenen, maar moeilijker om hem te laten spelen door zijn Britse, flegmatische, heel afstandelijke en bijna koude kantje. Dit uiterst belangrijke personage is een raadgever van Zwendel, maar hij dient ook als geweten. Zwendel vraagt hem een belangrijk gesprek met Zandra te voeren. Om die reden dos ik 'm uit als Jiminy Cricket (uit de Disney-tekenfilm Pinokkio, red.). En dat komt goed uit met zijn rol als butler."

Over André: "André moest een geloofwaardige jongen worden, maar niet zo interessant als Zandra om haar hoofdrol niet af te snoepen. Moeilijk om het juiste evenwicht te vinden, want Zandra zou niet vallen op een totaal oninteressante jongen. Vandaar zijn onhandige houding in extreme situaties, zoals in de scène waarin de inkleuring van groot belang is bij het gebruiken van de Zwendelstraal."


COMMENTAAR BIJ PAGINA 30
Zwendel 1
Over kleur: "Kleur in een stripverhaal is zoals de soundtrack van een film. Het geeft een subliminale toon weer, een ritme voor het lezen, maar ook een emotie die deel uitmaakt van de vertelling. Moeilijk om de juiste specialisten te vinden die het evenwicht weten te vinden tussen te veel en niet genoeg. In Sedyas vond ik de ideale partner. Zoals John Williams is voor Steven Spielberg! Voor deze scène was zijn werk van essentieel belang, want hier kan je twee scènes uit elkaar houden die zich naast elkaar afspelen, de ene in de kamer van Zandra, de andere in het salon van Zwendel waar hij de militairen ontvangt."

Over witte achtergronden: "Over de prenten op de witte achtergrond, zoals de vijfde op deze plaat, is soms nagedacht, soms zijn ze instinctmatig, en ze komen altijd van pas als de plaat te vol staat met tekeningen of tekst. Soms hebben ze zelfs een visuele bedoeling, zoals hier waar de personages in tegenlicht staan voor het raam."

Over de generaal: "Statisch, hiërarchisch, de generaal neemt zichzelf serieus. Hoe kon ik hem een soepel kantje geven als contrast voor zijn stijfheid? Door hem een heel tekenfilmachtig aspect te geven, vooral tegen het einde van het verhaal."

Over een grondplan: "Voor ik de woning van Zwendel tekende, werkte ik een grondplan uit om te weten waar elke kamer zich bevindt. Een klaar en duidelijke plek is belangrijk als je een situatiekomedie opvoert. Het meest ingewikkelde was een geloofwaardig wereldje te scheppen rond Zwendel, met ruimteschepen en hightechelementen, want ik voel me meer op mijn gemak bij het tekenen van de natuur."


COMMENTAAR BIJ PAGINA 31
Zwendel 1
Over klasse en niet: "Met de laatste prent, die de helft van de plaat in beslag neemt, wou ik alle aandacht aan de Zwendelstraal geven, een cruciale uitvinding van Zwendel, en er de effecten van te tonen. Zwendel heeft hier nogal wat klasse, maar op de volgende plaat heeft hij dat heel wat minder, want hij krijgt een klap voor hij uit het raam wordt gegooid! Zo is Zwendel: een personage dat tegelijk supermachtig als klunzig is."

Over foutenmarge: "Ik heb veel geleerd van mijn werk met Joann Sfar, Jean David Morvan, Juan Díaz Canales en de andere scenaristen met wie ik heb gewerkt in al die jaren. Als tekenaar en schrijver profiteer ik van de synergieën die tot stand komen bij het opbouwen van de plaat tussen tekening, verhaal, dialoog en de hele grammatica van een stripverhaal. Nadat ik de algemene structuur van mijn verhaal heb uitgeschreven, teken en schrijf ik tegelijk mijn platen. Ik begin met een summiere potloodtekening om de belangrijkste elementen en de teksten te plaatsen. Ik teken pas echt bij het inkten. Daardoor teken ik soms fouten, ook al tolereer ik een marge van onnauwkeurigheid en ongelukjes. Perfectie interesseert me minder dan de energie en de levendigheid die overgebracht worden."

Over volgende projecten: "Ik werk op dit moment aan het vijfde deel van De Campbells dat de cyclus afsluit. Het is een complex album, want rijk aan personages. Ik ben ook al begonnen aan het volgende avontuur van Zwendel!"


Portfolio José-Luis Munuera
16/03
TOP
Onderstaande bijdrage van Frédéric Bosser verscheen eerder in het Franse stripmaandblad dBD nummer 67 van oktober 2012.

Coverproject Betoveringen 1 (2012)
"Aha, de cover, zo'n moeilijke kunst! Covers zijn het meest complexe onderdeel van de gehele productie van een album! Een goede cover is een wonder, het sluitstuk van een album die de toon aangeeft voor de lezer vooraleer hij of zij begint te lezen, en het is een omisbaar middel die 'het product' toont en moet verleiden. Het is in feite ons enige marketinginstrument. Daar moet over nagedacht worden om het tot een goed einde te brengen. Want hier de plank misslaan, is het hele album misslaan! Ik wilde je graag dit ongebruikt coverontwerp tonen van Betoveringen. Technisch gezien is er niets verkeerds mee, het is volgens mij een goede tekening, maar het miste voldoende 'punch' voor een cover. Het heeft niet genoeg sex appeal! Nog erger, het doet denken aan andere covers uit de enorme productie van mijn toegewijde scenarist. Ik denk vooral aan Het Maagdenbos dat hij voor Béatrice Tillier schrijft! Je moet weten wanneer je iets in de prullenmand gooit... en het enkel voor jullie opvist!"


Het Teken van de Maan, plaat 10 (2009)
"Het Teken van de Maan, op scenario van Enrique Bonet, betekende een grote ommekeer in mijn carrière. Na Robbedoes wilde ik een strip maken zonder gelijk welke uitgeversdwang, zonder beperking voor het aantal pagina's en in zwart-wit... Kortom, ik wilde een totale, creatieve vrijheid om te vertellen! Bij Dargaud speelde mijn uitgever François Le Bescond het spel mee. Dat gaf een boek als resultaat dat niets te zien heeft met mijn vorige productie en dat de weg vrijmaakte voor volwassener, somberder verhalen. Ondanks alle fouten ben ik heel trots op dit boek, dat meer dan een teken voor me is. Het is een deur die opengaat naar mijn meer fantastische, poëtische, zachtere facetten. Ik ontwikkelde een techniek met gewassen inkt in aquarel en met Photoshop waardoor ik heel snel kon werken (en ik ben nochtans geen luierik!), zodat ik me kon concentreren op de vertelling, het lichtspel, de sfeer en scherptediepte. Voor mij was het een pakketje geluk!"


Fraternity, plaat 28 en 50 (2011)
"Een van de zaken die ik graag in mijn strips breng zijn personages die nadenken. Het is altijd heel gecompliceerd en heel moeilijk om de lezer aan het verstand te brengen dat een personage aan het nadenken is, dat hij in een contemplatieve toestand is en in zichzelf gekeerd, zonder dat met woorden of dialogen over te brengen. Deze twee pagina's van Fraternity, geschreven door mijn vriend Juan Díaz Blacksad Canales, dienen als voorbeeld voor wat ik net uitlegde: we hebben geprobeerd om de innerlijke wereld van het personage te tonen via de uiterlijke wereld, door de gezichten, de bewegingen, vooral de blikken en hun relatie met de omgeving en het decor. Hier komt alles samen: de gezichtsuitdrukking, de beeldcompositie, de sfeer, het licht, de kleur en de plaat in zijn geheel... Deze pagina's hebben voor mij het voordeel om de lezer op een meer intieme manier in het boek te gooien. Door een visuele vertelling creëren we een poëtische omgeving in de prozaïsche omgeving van de traditionele vertelling. Fraternity is het verhaal van een mislukking, en deze twee platen tonen goed de mislukking van het meisje aan en de mislukking van een utopisch project van een oude industrieel..."


Epik, plaat 3 (in 2013 te verschijnen bij Dargaud)
"Oorspronkelijk begon dit fantasypeplumproject op scneraio van Jean David Morvan tien jaar geleden al. Het werd meermaals onderbroken en hernomen. Deze plaat dateert van 2008-2009. Via een reeks avonturen hebben we het discreet over de natuur van het verhaal dat past in de roots van onze traditionele vertelling. Epik zal alsnog in 2013 verschijnen bij Dargaud. Er zit spekatel in, avontuur en humor! Wens me veel geluk! (lacht)"


Les Campbell  (2009-2012)
"Mijn Franco-Belgische tekenstijl, die ergens tussen Morris, Franquin en Uderzo hangt, is voor mij enigszins unplugged, een soort stijl waarbij ik me het naakst voel! Ook al zou je het niet zeggen, is dit op technisch gebied toch heel moeilijk. Ik trakteer mezelf op te maken strippagina's zoals de albums die me de liefde voor strips bijbrachten! Volg je me nog? (lacht) Het zijn dus strips voor strips zoals er ook kunst voor kunst is! Zowel door de tekeningen als door de dialogen betekent dit reeksje voor mij een vorm van ontspanning dat me terugbrengt naar de roots van mijn tekenstijl."


A Summer Christmas Tale, plaat 4 (2009)
"Met Het Teken van de Maan, Fraternity en nu Betoveringen richt ik me meer op een ouder publiek dan op mijn gewoonlijke lezers van mijn vorige productie (Nävis, Merlijn,...), maar ik wil nog steeds verhalen maken in de goeie familiestriptraditie. Dit kortverhaal realiseerde ik vóór mijn piratenverhaal Les Campbell voor het weekblad Spirou en is zo'n beetje het midden van mijn Franco-Belgische tekenstijl en mijn meer gemodelleerd werk, met structuren, die ik voor mijn volwassen verhalen gebruik."


Aquarelstudies Robbedoes en Kwabbernoot
"Mijn vier albums van Robbedoes en Kwabbernoot, op scenario van Jean David Morvan, vormen de vreemdste, meest stresserende, maar beslist ook de interessantste en meest vormende periode in mijn carrière. Het was afmattend, maar het spijt me niet dat ik me eraan heb gewaagd. Per slot van rekening is er geen fout mogelijk zonder te proberen, jazeker, maar geen ontdekkingstocht ook! Je moest je er wel een beetje onbewust van zijn, zeg maar idioot voelen om het te proberen, en ik heb enorm veel geleerd (en niet alleen op het gebied van tekenen!) en ervaring opgedaan. Deze tekeningen maakte ik na mijn Robbedoes-periode. Als ze je bevallen komt dat dankzij alles wat ik leerde door de albums van deze rosse Belg te tekenen! Ik beschouw mijn Robbedoes-periode als een masterclass van een zeer hoog kwaliteitsniveau in de Franco-Belgische strip. En daar heb ik zwaar voor betaald! Wees gerust, vrienden, het is niet afgelopen, ho nee, het is niet afgelopen..."


Jose Luis Munuera over Fraternity 1
14/03
TOP
Onderstaande bijdrage van Paul Giner verscheen eerder in het Franse stripmaandblad Casemate nummer 37 van mei 2011.

COMMENTAAR BIJ PAGINA 21
Over een western zonder cowboys: "Juan Díaz Canales en ik wilden al lang samenwerken zonder ooit de tijd te vinden. Ik vroeg hem een western met een monster. Hij kwam terug met een poëtisch en metafysisch verhaal die zich wel afspeelt in het westen, maar zonder cowboys! In de plaats is er een driehoeksverhouding, een sociale utopie gebaseerd op ware feiten, met een wild kind en... een monster. Ik hield ervan!"

Over filmtextuur: "Deze overgangsplaat was niet voorzien in het scenario. Ik stort me graag op deze kleine momenten van stilte die een kalmer leesritme teweegbrengen. Hier bezoekt de lezer de kolonie van New Fraternity, met zijn kerk, zijn huizen, zijn natuurlijke doolhof, het bos daaromheen waarin het beest schuilt. Het wezen in prent 6 stelt de natuurlijke wereld voor tegenover de menselijke wereld van de kolonie. Hij is eigenlijk het ware wilde kind van het verhaal. Hij heeft daarom een menselijk voorkomen, hoewel irreëel, met een ouder, brutaal kantje. De sfeer is balengrijk, ik probeer de textuur terug te vinden van de Universal-films van James Whale of een goeie Terence Fisher van de Hammer-films."

Over de vertelling:
"De tekening interesseert me minder dan de vertelling. Met het ritme en de bladschikking geeft de tekenaar zijn standpunt op het verhaal, hij 'dirigeert' de lezer in het verhaal. Dat is wat acteurs doen met hun pauzes en intonaties. Het equivalent in de strip gebeurt met beelden die sneller of langzamer op elkaar volgen om de blik van de lezer te leiden. of met een groot aantal prenten om het leesritme te verhogen... Het is een vak, en dat heeft niets te maken met tekenen. Hier schuilt voor mij het plezier in."


COMMENTAAR BIJ PAGINA 22
Over verrijkende inspiratie: "New Fraternity is een synthese van meerdere kolonieen die echt hebben bestaan. Zoals New Harmony in de Verenigde Staten of New Lanark in Schotland, bestuurd door Robert Owen, een personage dat inspiratie bood voor onze McCorman. Het idee van het doolhof komt ook van New Harmony. We hebben het origineel — dat romantisch en burgerlijk was — in een natuurlijk en benauwend doolhof verandert. De werkelijkheid kwam niet tussen in onze verbeelding, het verrijkte het!"

Over de kerk: "Ik laat nooit documentatie primeren op het belang van een beeld. De kerk van New Harmony bestond echt. We hebben het gereconstrueerd in 3D op basis van diverse documenten om die moeiteloos te integreren. Er bestaan veel tekeningen uit die tijd van New Harmony. Via Google Maps kan je erin rondwandelen zoals het vandaag is! Helaas bestaat de kerk niet meer."

Over het licht:
"Als de oorlog nadert in de microkosmos van de kolonie, dan maakt dat lawaai! In prent 1 dient het binnenvallende licht om de enige onschuldige in het veraal te belichten: Emile, het wilde kind. Licht is van essentieel belang in mijn werk, net zoals dat het geval was in Het Teken van de Maan. Mijn techniek is trouwens identiek: gewassen grijstinten in aquarel, bijgewerkt op de computer. Zo had ik alle licht onder controle en konden de platen op die manier gepubliceerd worden. Ondertussen overtuigde Sedyas, een formidabele kerel, ons om de platen in kte kleuren. Zijn digitale techniek ging mijn petje te boven, zijn wrerk is buitengewoon. Het komt het verhaal ten goede, zonder ook maar iets aan de belichting, het voorbeeld als de textuur van mijn werk te veranderen."


COMMENTAAR BIJ PAGINA 23
Over voorstudies: "Net zoals bij al mijn personages interesseer ik me meer voor Emiles psychologie dan voor zijn design. De meest voor de hand liggende referentie is de film L'Enfant Sauvage van Truffaut. terwijl mijn voorstudies haast onbestaande zijn, stel ik wel duizend vragen aan Juan om alles over de personages te weten te komen alvorens ze te tekenen. Daarna volgt de tekening als vanzelf. Het personage Fanny, genuanceerd, subtiel, moeilijk te doorgronden, was het moeilijkst om te tekenen."

Over een realistische Morris: "Op grafisch gebied heb ik geprobeerd om te tekenen zoals een realistische Morris. Dat tonen de deserteurs aan. Bij het lezen van het scenario heb ik steeds tegen mezelf gezegd dat het avontuur er leuk zou uitzien als Morris het zou tekenen. Jammer voor Juan, hij moet zich tevreden stellen met mij!"

Over in de schaduw staan:
"Zelfs als de utopische gemeenschappen hun doel hebben gemist, ze waren de sociale voordelen toch decennialang vooruit. Fraternity staat ons toe om het over politiek te hebben, zonder in de doctrines te vervallen. Juan mengt in zijn werk trouwens documentatie en een historische voorstelling met een intrige vol menselijke en monsterlijke passie... Ik geloof dat dit boek hem zal vrijmaken van het fenomeen dat Blacksad is. Door de verbluffende tekeningen van Juanjo blijft hij in de schaduw staan. Mijn tekeningen zijn minder prachtig, men zal meteen zijn uitstekende kwaliteiten als scenarist opmerken."
 


COMMENTAAR BIJ PAGINA 24
Over soldatentronies: "De Amerikaanse Burgeroorlog fascineert me niet bijzonder, maar zoals elke oorlog is het een interessante historische periode, zowel voor de vertelling als voor de tekeningen. De bibliotheek van het Congres bezit tonnen en tonnen foto's uit deze periode. De soldatentronies waren formidabel!"

Over het slot van het tweeluik: "Ik heb al vanaf het begin het scenario voor het complete tweeluik. En dat is ideaal voor een tekenaar. Deel 2 begint de ochtend na de laatste plaat van het eerste deel."

Over nieuwe projecten:
"Volgende maand begin ik aan het derde luik van Walter le Loup (niet-vertaalde jeugdreeks bij Dargaud, red.), een beestige stripserie. Ik werk ook aan twee titels voor jonge lezers van zes jaar (en dit kan dus de peuterversie van Bollie en Billie zijn, red.). Als Fraternity achter de rug is, duik ik in een fantasy- en magisch verhaal geschreven door Jean Dufaux. Te verschijnen in 2012. Wat Nävis betreft, zijn er al tien platen van het volgende album afgewerkt, maar Morvan en ik hebben veel projecten lopen zodat het momenteel op standby staat."