Alle bijdragen van Criva en Verhast aan de rubriek De Commentator bundelen we op deze pagina.

Klik verder naar de volgende onderwerpen:
16/08/2014 Criva en Verhast over Jorikus Magnus II
03/09/2011 Criva en Verhast bundelden de krachten om het net verschenen eerste deel van de trilogie Jorikus Magnus te maken. Verluchtigd met tekeningen van Criva en extra documentatie plaatst scenarist Verhast de setting in de juiste context en legt verbanden met andere werken bloot. Met zijn besluit zijn we het overigens volmondig eens.
 
Criva en Verhast over Jorikus Magnus II
16/08
TOP
In april 12014 liep op het stripfestival van Ieper een tentoonstelling over het toen net verschenen hardcoveralbum van Jorikus Magnus II: De Vergelding door Criva en Verhast. Naar aanleiding van de softcoverrelease publiceren we de begeleidingstekst van deze expo in drie delen. Hieronder vind je het eerste deel.


Eigenlijk is een tentoonstelling over een strip een tang op een varken. De magie van een strip bestaat net uit de opeenvolging van tekeningen tot een betekenisvol geheel: een verhaal. Als je de tekeningen uit hun verband trekt en berooft van hun tekst en context ga je dus in tegen de essentie van het medium strip.

En toch willen we bij deze enkele platen van onze strip isoleren. Omdat we denken dat een paar aspecten van ons verhaal misschien een beetje extra belichting kunnen gebruiken. Omdat sommige details misschien wat beter uit de verf komen als je ze uitvergroot. Maar vooral omdat we hopen dat deze platen wat nieuwsgierigheid wekken naar ons eindproduct: een verhaal verteld in de opeenvolging van leesbare tekeningen...

Beeltenis van Karel de Grote, 'vader van Europa', die dit jaar 1200 jaar geleden is overleden. Op deze historische figuur is Jorikus Magnus gebaseerd.




Goed begonnen is half gewonnen en aangezien we met dit tweede deel voor winst gingen hebben we goed nagedacht over de eerste bladzijde van Jorikus II.

Wat vertelt deze bladzijde?

Het doek gaat open en de scène wordt getoond. Het decor spreidt zich voor ons uit. We zien de torens van een heiligdom, een paleizen- en badhuiscomplex en de bosrijke natuur rond dit alles. De plaatsen waar de belangrijkste gebeurtenissen van dit album zich zullen ontrollen worden gepresenteerd en de lezer weet binnen welke ruimtelijke grenzen dit verhaal zich zal bewegen.

Maar de ruimtelijkheid vertelt ons nog meer als we deze bladzijde naast de proloog van het eerste deel van onze Jorikcyclus leggen.
In het eerste deel wordt de belangrijkste locatie van het verhaal eveneens voorgesteld: de Falburg, een robuust en somber verdedigingsbouwwerk. Het is winter en de barre weersom-standigheden lijken de bevroren en verstarde verhoudingen tussen de verschillende kampen weer te geven. In het tweede deel is er veel groen. De natuur lijkt ons hier vriendelijk toe te knikken en suggereert in zijn lenterigheid het begin van iets nieuws.

Op die manier kunnen we ook de blikrichtingen van de ruiter en zijn paard volgen. De ruiter kijkt uit naar de toekomst in de vorm van de komst van keizer Jorik. Het paard toont ons waar deze toekomst zich zal afspelen: het paleizencomplex van Wateren waar Joriks keizerschap bekrachtigd zal worden.

Voilà, het podium staat klaar, het publiek is gaan zitten, het geroezemoes in de zaal verstomt en de schijnwerpers worden gericht. Het is tijd voor de hoofdrolspelers van dit verhaal om de scène betreden.







Dat Criva architect is, kan hij bij het tekenen niet wegsteken.
Dat zie je aan de liefde voor het constructieve detail bij het ontwerpen van de gebouwen in Wateren of de diepte en de verhoudingen die in 'zijn' bouwsels zitten. Er staat 'zijn' bouwsels want het is verre van zeker dat de gebouwen in onze strip ooit in de vorm waarin wij die presenteren bestaan hebben. Met onze strip hebben we geen historische ambities. Het is voor ons dan ook niet echt een groot probleem als er geschiedkundige ongerijmdheden in ons verhaal zouden opduiken.



Aan de andere kant willen we ook geen fantasyverhaal vertellen. We willen geen wereld creëren die draait rond wetmatigheden die we zelf opstellen. In plaats daarvan willen we een mogelijke werkelijkheid presenteren in een plausibel kader. We vermijden daarom de typisch gotische fantasy-architectuur en situeren ons verhaal in een laat-Romeinse/Karolingische omgeving die past bij de vroege middeleeuwen.

Ons verhaal speelt zich af op de fictieve handelingslocatie 'Wateren'. Maar Wateren is helemaal niet zo fictief want het is een afspiegeling van het Duitse Aachen, het favoriete 'hoofdkwartier' van Karel de Grote. (De naam Aachen is overigens genoemd naar de warmwaterbronnen van de stad en afgeleid van het Latijnse aqua. De naam Wateren is dus een duidelijke verwijzing naar de stad waar Karel de Grote precies 1200 jaar geleden stierf.)



Om onze 'mogelijke' geschiedenis op een onderbouwde manier vorm te geven wilde Criva de laatste stand van de wetenschappen kennen. Daarom begroef hij zich in de archeologische documentatie rond de historische overblijfselen in Aachen. Uit die opzoekingen bleek dat zelfs met de ruggensteun van de academische wereld er nog veel blinde vlekken op het plan van het paleizencomplex van Aachen overblijven. Die blinde vlekken vult Criva gretig en creatief in. En uit Aachen wordt 'Wateren' geboren.








Net als bij Carolus Magnus speelt religie bij Jorikus Magnus een belangrijke rol. Omdat we met deze cyclus de gecanoniseerde versie van de geschiedenis willen uitdagen moeten we het christendom achterwege laten en een soort alternatieve maar toch herkenbare godsdienst ontwerpen: het 'Heerianisme'.



In het Heerianisme zitten herkenbare elementen. De aardse leider ervan is bijvoorbeeld de Steenheer, een verwijzing naar de eerste paus, Petrus, de rots waarop Christus zijn kerk wilde bouwen. Anderzijds wilden we ook bewust van de christelijke iconografie afwijken. Zo is het kruis als symbool voor het Heerianisme onbruikbaar. Vandaar de in deze scènes alomtegenwoordige 'H'. De H van 'Heer' (= de naam die de Euren aan hun opperwezen geven) en 'Hemel' (= de plaats waar alle gelovige Euren willen eindigen).

Met de weergave van een mogelijke religie in de cyclus rond Jorikus Magnus willen we dus bewust schipperen tussen herkenbaarheid en vervreemding van de algemeen aanvaarde geschiedenis.



PS: Herkenbaar in deze scène is in ieder geval de nog steeds bestaande paltskapel, nu bekend als de Dom te Aachen, het enige gebouw dat visueel nog steeds aanwezig is in het huidige Aachen. Uit respect voor de historische figuur van Karel de Grote werd dit bouwwerk bewaard (maar verbouwd) en gebruikt voor de kroning van de Duitse keizers.

PS: Wie goed kijkt naar de fresco's op de wanden van de troonzaal ziet dat de auteurs als eerbetoon aan de door hen zeer bewonderde Alfred Hitchcock niet om een cameo verlegen zitten...





Net als religie is geweld een fundamenteel element in onze strip. We wilden dit geweld niet banaliseren, het moest integendeel ingrijpend en verontrustend overkomen. Maar hoe?

De gewelddaden direct en schokkend weergeven leek ons daarvoor niet zo efficiënt. Het volstaat immers om een gameshop binnen te stappen, de bioscoop te bezoeken of het nieuws op tv te volgen om te beseffen dat we in een beeldcultuur leven die ons zo overlaadt met directe weergaves van geweld dat we er grotendeels ongevoelig voor zijn.



Zo kwamen we tot de kracht van kleur. In de beroemde douchescène uit Hitchcocks Psycho zie je geen direct geweld. Nergens dringt het mes het lichaam van het badende slachtoffer binnen. Toch is het een scène waar heel veel toeschouwers zich erg ongemakkelijk bij voelen. Naar het schijnt monteerde Hitchcock in die ophefmakende scène een paar keer een rood frame. De kijkers kunnen dit effect niet bewust waarnemen omdat de frames voor het blote oog onzichtbaar zijn door de snelheid waarmee ze passeren. Maar onbewust wordt het publiek dus wel door die rode frames beïnvloed.

Op een gelijkaardige manier wilden we onze geweldsscènes opbouwen: geen goedkope horroreffecten maar een indirecte weergave van geweld gepresenteerd in het rood. Misschien slaagt de expressieve kracht van die rode kleur er in een inkijk te bieden in de verontrustende en verstorende kracht van het geweld tussen mensen.





Bij de inkleuring van ons verhaal besteden we veel aandacht aan schaduwspel en clair-obscur door de licht-donkercontrasten sterker uit te beelden dan ze in werkelijkheid zijn.

Ook hier weerspiegelt de vorm de inhoud. De vele clair-obscureffecten zijn voor ons een uitdrukking van de idee dat we de geschiedenis slechts fragmentarisch kennen. De dingen die in het donker verborgen blijven kunnen minstens even veelbetekenend zijn als dat wat we kennen. Dé geschiedenis is niet meer dan een mogelijke geschiedenis, een sociaal aanvaarde zienswijze op gebeurtenissen die ons grotendeels ontsnappen.

Hetzelfde geldt trouwens voor de actuele gebeurtenissen die we 'werkelijkheid' noemen, want eigenlijk kennen we enkel een karikatuur van die werkelijkheid. Vandaar ook onze keuze voor een karikaturale tekenstijl.

In het tweede deel van de cyclus rond Jorikus Magnus hebben we met onze karikaturale stijl nog verder geëxperimenteerd. Zwarte omlijningen verdwijnen bijna volledig. De omgeving wordt niet langer gestileerd met klare lijnen maar meer en meer worden de tekeningen schilderijtjes, voorzien van veel patina. Patina is een algemene term om aan te duiden dat een bepaald object uitstraalt de tand des tijds te hebben doorstaan, net zoals bij die verweerde historische documenten die ons slechts een diffuus beeld kunnen geven van de gebeurtenissen die erin beschreven worden.


Zie de schilderijen van Caravaggio en Rembrandt als typische voorbeelden van clair-obscur.







In een stad met de naam Wateren kan je niet om water heen. Enkele belangrijke scènes van ons verhaal spelen zich dan ook af in het badhuis waar Wateren zijn naam vandaan haalde.
Voor ons badhuis baseerden we ons op een historische locatie die zijn naam ook van een bron en een daar bijhorend badhuis afleidde: het Engelse Bath.


Water kan meerdere associaties oproepen. Het is reinigend en ontspannend. Misschien was de historische Karel de Grote wel zo verzot op zwemmen en baden omdat hij in zijn omgang met water eventjes de zorgen van zijn meedogenloze politiek — samen met de pijn die zijn jicht veroorzaakte — van zich af kon laten vloeien?

Door psychoanalytici wordt (vrucht)water zelfs het 'moederlijke element' genoemd, een element dat ons terugvoert naar onze oorsprong en de geborgenheid ervan. Een badhuis is daarom ook een prima plaats om wat — uiteraard uiterst functioneel — vrouwelijk schoon te presenteren. Het is ook in het badhuis dat er in onze strip een romance ontluikt.

Toch is er aan de watermedaille een keerzijde. Want ook de dood is aanwezig in het badhuis wanneer daar een lijk ontdekt wordt. Bovendien zorgen de sombere blauwe kleuren en de stoom van het warme water voor wat in het Duits zo mooi Unheimlichkeit heet: iets dat tegelijk vertrouwd en angstaanjagend is. Door de vervreemdende waterdamp en de onderkoelde inkleuring sluimert er achterdocht op de achtergrond van de liefdesscène in het badhuis. Het water tussen de twee geliefden lijkt op de één of andere manier toch te diep...

Of zoals een vroegmiddeleeuwse Hamlet het zou kunnen verwoorden: "Something is rotten in the state of Jorik."





Als er één techniek is die typisch is voor het medium strip dan is het wel het gebruik van de bladspiegel. Op de bladzijde hierbij gebruiken we de bladspiegel dan ook als middel om ons verhaal visueel en narratief te ondersteunen.

We zien een samenzweerderige nachtelijke ontmoeting buiten de muren van Wateren. Als je even afstand neemt van het gesprek op de bladzijde zie je op de achtergrond vanuit kikkerperspectief een boom met complexe vertakkingen oprijzen. Zo bekeken domineert deze boom het gebeuren.

Dit beeld kan je op verschillende manieren interpreteren. Bijvoorbeeld als een donkere macht die zijn schaduw werpt op de mensen die aan zijn voeten plannen maken. De onoverzichtelijke vertakkingen van de boom kunnen dan een beeld zijn voor de ingewikkelde machtsverhoudingen rond Jorikus Magnus. Alsof de macht van het hof van Wateren zijn tentakels ook uitstrekt naar alles wat zich erbuiten bevindt.

Misschien roept het 'boombeeld' bij bepaalde lezers wel een heel andere associatie op. Maar hoe je het beeld van de boom ook begrijpt, het wordt duidelijk dat een goed gebruik van de bladspiegel een extra dimensie aan het lezen van een strip kan toevoegen.

PS: Bomen waren voor de heidense Germanen van de vroege middeleeuwen erg belangrijk als ontmoetingsplaats. Bij bepaalde 'heilige' bomen werd bijvoorbeeld recht gesproken of konden Germaanse clanhoofden belangrijke beslissingen nemen. Als christelijk machthebber probeerde Karel de Grote deze cultuurplaatsen, potentiële broeihaarden van heidens verzet, te vernietigen. In deze context is het omkappen van de zogenaamde Irminsul legendarisch geworden.








Volgens de biografie van Einhard was Karel de Grote een fervent liefhebber van de jacht. Reden genoeg om een deel van de verwikkelingen te situeren rond een jachtpartij. Temeer omdat zo'n jachtscène ook goed de meedogenloosheid van de machtmens Jorik kan blootleggen.

Een jachtpartij is natuurlijk ook een dubbelzinnige gebeurtenis: het ene leven — dat van de prooi — wordt vernietigd om het leven van de jager van energie te voorzien en zo te verlengen. Dood en leven, eros en thanatos, geven elkaar de hand tijdens het jagen.



Die tegenstrijdigheid tussen begin en eind, tussen dynamiek en dood, komt goed naar voren in de uitspraak van Jorik tijdens het jagen: "Ik ben dol op de geur van vers bloed 's morgens."
Wat uiteraard een intertextuele knipoog is naar de bekende filmquote van luitenant-kolonel Bill Kilgore uit Francis Ford Coppola's Apocalypse Now: "I love the smell of napalm in the morning."

Parallel daaraan bouwt Verhast het scenario van de cyclus rond Jorik op. Hij heeft de Vita Caroli Magni, de biografie van Karel de Grote door Einhard, grondig onder de loep genomen en gemerkt dat ook daarin nog veel blinde vlekken schuilen: tegenstrijdigheden, verwijzingen die Einhard rechtstreeks uit zijn klassieke voorbeelden putte, weglatingen in het voordeel van Karel de Grote...

Verhast stort zich net als Criva met enthousiasme op deze historische 'leegtes', vult deze naar eigen inzicht en aanvoelen op en maakt zo van Einhards Carolus Magnus zijn eigen Jorikus Magnus.

Vorm en inhoud, tekeningen en gebeurtenissen zitten bij deze strip dus op dezelfde golflengte en werken elk op hun eigen terrein aan een fictieve maar mogelijke geschiedenis.
Criva en Verhast over Jorikus Magnus 1
03/09
TOP