Joël
Parnotte over Aristophania 1 |
|
 |
Onderstaande
bijdrage van Jean-Pierre Fuéri
verscheen eerder in het Franse stripmaandblad Casemate
nummer 120 van december 2018.
 |
Over
het licht: "Deze scène vertelt een
overgang. In de echte wereld lijden de drie kinderen min
of meer, maar ze stellen het wel. Ze zullen elkaar weerzien
in een prachtige, denkbeeldige wereld. Intussen zit hun
moeder in de gevangenis. Alles is er donker en grimmig.
Kijk naar de hoofden van de bewakers... Nee, het licht
achter hen is geen uiting van magie, ik laat gewoon wat
licht binnen zodat de twee silhouetten goed van de achtergrond
onderscheiden worden."
Over mixen: "Hier is Aristophania,
ze is gebaseerd op drie vrouwen: Mary Poppins, Lady Violet,
vertolkt door Maggie Smith in de tv-reeks Downton
Abbey, en de grootmoeder uit De Aristokatten
(waarbij de butler inspiratie bood voor Cayenne, de butler
van Aristophania). De hoed neemt veel ruimte in beslag
en de pluim daarop is vaak te zien in tekstballonnen.
Dat stoort me niet. En omdat het me niet stoort, leg ik
de pluim naargelang de organisatie van de prenten aan
de ene of de andere kant van Aristophania's hoofd. Haar
jurk is een mix van meerdere jurken uit die tijd."
Over mooie vrouwen: "Adèle,
de moeder, is de enige mooie jonge vrouw in het verhaal
en ze is weinig te zien. De afwezigheid van een alomtegenwoordige
schoonheid stoort me niet. In ons album De Wapenmeester
heb ik geen enkele vrouw getekend."
Over gevoelens overbrengen: "Aristophania
stelt de moeder iets heel precies voor. Voor de laatste
strook vroeg Xavier (Dorison, red.) me een vrouw te tekenen
die nadenkt en haar besluit meedeelt om, zonder een woord
te zeggen — maar dat moet wel te zien zijn als je
naar haar kijkt —, haar vertrouwen aan Aristophania
schenkt. De chemie is aanwezig, er wordt een opeenvolgende
reeks gevoelens overgebracht via het gezicht en de blik."
 |
Over
juistheid: "Hun trein rijdt hen van de ene
wereld naar de andere. Ik begin wat groen te introduceren,
maar wel aan de koude kant. Dat moet geleidelijk aan gebeuren
en de reisduur moet daarbij benadrukt worden. Ik zet mijn
leesrichting op het spoor: de trein maakt een bocht die
uitmondt in de hoek van de ober met zijn karretje. Er
bestonden uiteraard dergelijke luxetreinen in het begin
van de twintigste eeuw, maar ik garandeer niet dat de
zetels of het houtwerk juist zijn. Ik heb de benodigde
documentatie, maar ik ben er niet graag de gevangene van.
Aristophania is geen historische strip."
Over de personages: "Ik amuseer
me met de personages. Op de voorgrond zit Marcel Proust.
De dame op de voorgrond rechts zit een vrolijke vrouw
uit de film Titanic. Achter haar teken ik twee
broers die in zijaanzicht erg goed op elkaar lijken. Geen
probleem om het onderscheid te maken: ik heb een bril
gegeven aan Victor, de jongste broer."
Over tekstballonnen: "De tweede
helft van de plaat is overladen met tekst. Dat stoort
me niet. Ik vind het soms jammer dat sommige platen niet
meer teksten hebben. Teksten trekken de aandacht van de
lezer waardoor ze verhinderd worden om van de ene naar
de volgende scène te gaan. Ik hou van een zekere
densiteit, en dat we vrijgevig zijn, dat we veel te zien
en te lezen geven. Ik reageer misschien zo omdat ik dol
ben op dialogen. Geeft hun overvloed minder plaats aan
de tekeningen? Jammer dan maar. Soms loop ik vast, soms
komt alles harmonieus bij elkaar, zoals hier."
Over het lettertype: "Ik heb mijn
eigen lettertype ontwikkeld met een bevriende informaticus.
Sinds De Wapenmeester typ ik mijn teksten rechtstreeks
in de ballonnen. Praktisch voor Xaviers correcties op
het laatste moment."
 |
Over
het landschap: "We naderen het land Azuur.
In prent 2 staat op de voorgrond een donkere omkadering
met natuur. Op het tweede plan verschijnen met een zekere
kracht de ware kleuren van het zuiden. Ik eindig met een
laatste plan in de verte met hetzelfde landschap, een
simpel silhouet in de ochtendmist. Op weg!"
Over de poort: "We moeten aanvoelen
dat wanneer de jongens puffen het landschap omhoog gaat.
Calixte voelt zich op haar gemak en blijft naast Aristophania
staan. Er zijn veel teksten, maar die beletten niet om
die informatie in een decor over te brengen. Een ander
element, de oude poort die als overgang tussen de twee
werelden dient, wordt groter in de loop van de prenten...
Om je deze scène aan te bieden, begonnen we op
een rechterpagina. In werkelijkheid ontdekt de lezer de
oorzaak van de verwonderde kinderen, van hun emotie van
ongeloof, als ze de pagina omslaan. En dan krijgen ze
een verrassing te zien."
Over inkten: "Bij het tekenen bestaat
er een ietwat magisch moment als je eindelijk de gewenste
expressie te pakken hebt. Helaas verdwijnt dat leven negen
op de tien keer bij het inkten. Daarom zet ik slechts
een lichte plaatsing van de elementen in potlood en ga
ik zo snel mogelijk over tot het inkten. Daarna 'gom'
ik met witte plakkaatverf. Ik zoek de expressies door
te schetsen in inkt. Soms werkt dat, soms niet. Ik vermijd
het om me te baseren op foto's, want zelfs onbewust heb
je de neiging die over te tekenen waardoor je analytische
hersenen een rustpauze nemen. Ik denk niet dat dit de
juiste manier is om emoties te zoeken om de lezer te proberen
raken."
 |
Over
Azuur: "Ik stel je voor aan de wereld van
Azuur met op de voorgrond de bewuste poort waar het groepje
zopas door stapte. De poort die toegang geeft tot een
prachtige, magische, denkbeeldige wereld. Ik heb mijn
best gedaan. Ik heb mezelf onder druk gezet, want het
was uitgesloten dat ik deze plaat zou verknoeien."
Over het decor: "Ik heb decors geprobeerd
die dichter lagen, maar de horizon was dan niet meer te
zien. Ik heb grote zwarte vlakken op de voorgrond uitgetest,
maar die verdrongen de rest van de plaat. Uit noodzaak
heb ik gekozen voor dit decor in vogelperspectief, maar
niet te veel. Ik heb ook enkele kleurniveaus uitgeprobeerd
en ik heb ik weet niet hoeveel tijd gespendeerd aan deze
plaat. In feite telt enkel de emotie die ze zal veroorzaken.
We zijn aan de Côte d'Azur, de echte, maar ook in
het magische rijk Azuur. De magie bestaat ook in de eerste,
in ieder geval voor de kinderen. Ik herinner me vakanties
naar de calanques (een geografische vorm in de vorm van
een diepe vallei met steile hellingen en deels ondergedompeld
in de zee, red.) waar ik me verborgen monsters inbeeldde
in het water dat nochtans zo helder was. Dat maakte indruk
op me en het kwam hier van pas."
Over de gebouwen: "De aandachtige
lezer zal links twee gebouwen ontdekken. Ik heb het enige
tekstkader tussen de twee gebouwen geplaatst om daar de
aandacht op te vestigen. Daar gaan Aristophania en de
drie kinderen heen."
Over opwinding: "Sommige gevechten
in de echte wereld, tussen Aristophania en Barboza, doen
denken aan confrontaties tussen superhelden op zijn Frans.
Die mix van genres beviel me meteen. De magische special
effects die nog komen net zo goed, zoals het Azuur, de
kleine, gele, vliegende bolletjes die ook op de cover
te zien zijn. Die kleine uitdagingen, die oplossingen
die je moet zoeken voor nog nooit bedachte situaties,
zijn allemaal heel opwindend." |
Joël
Parnotte over De Wapenmeester |
|
 |
Onderstaande
bijdrage van Paul Giner verscheen
eerder in het Franse stripmaandblad Casemate
nummer 84 van september 2015. |
Over
de natuur: "Na Het Bloed van de Porphyres
wilde ik dolgraag in een natuurlijke omgeving blijven,
met bossen en bergen, ver van alle architectuur. In De
Wapenmeester speelt de natuur actief mee in het avontuur
alsof het gaat om een levend wezen. Achtervolgd door Malestraza
en de extremistische bergbewoners worden Hans en Casper
geconfronteerd met vijandige decors in de Haut-Jura. Gezien
de context is het onmogelijk om clean te blijven, vandaar
zijn de tekeningen wat schetsmatiger en krasserig. Om
de energie te bewaren teken ik weinig in potlood om zo
snel mogelijk over te gaan naar het inkten. Dan moet er
ook niet meer oneindig gegomd worden."
Over zwaardgevechten: "Om geloofwaardig
en juist te zijn hebben Xavier (Dorison, de scenarist,
red.) en ik Lutz Horvath ontmoet, leraar in middeleeuws
schermen, aan wie ik precieze vragen kon stellen over
zwaardvechten. Ik heb de middeleeuwse wapens vastgehouden,
hun gewicht gevoeld, een maliënkolder gedragen en
deze gevechtscènes beleefd door zelf proefkonijn
te spelen. Omdat deze ervaring me veel van pas kwam, konden
we in detail de zwaardslagen en andere aanvallen weergeven
zonder het ritme te breken van de scènes en de
platen te overladen. In strips dringt de ellips (tijdsprongen
in het verhaal, red.) radicale keuzes op, en een
grote zwaardslag heeft soms meer impact dan een aanval
die prent per prent beschreven wordt."
Over de découpage: "Om deze gevechtscène
tegen de bergflank te tekenen, dacht ik aan een découpage
in verticale prenten, doorbroken door een horizontale
om het geheel naar een hoogtepunt te brengen. De zeer
nauwe close-up op het gezicht van Hans, die aan een touw
hangt, contrasteert met de prenten van het gevecht die
er min of meer van afwijken."
Over
Casper: "Casper, de nogal frêle jongeman,
is helemaal niet geschikt voor dit soort avontuur. In
de laatste strook, terwijl hij zich voorbereidt op een
daad die hem niet bevalt, moet je zijn onhandigheid,
zijn twijfel, aanvoelen. Ondanks zijn fysieke zwakheid
ontdekken we gaandeweg een ongelofelijk streven."
Over vertrouwen: "De ene na de andere confrontatie
en extreme situatie volgt elkaar op in De Wapenmeester.
Om het scenario in ere te houden, moet ik zo juist mogelijk
de emoties weergeven via de tekeningen, tonen tot wat
de personages in staat zijn, hoe ze lijden, koud hebben,...
Om daartoe te komen, vertrouw ik op de enscenering door
de juiste opeenvolging van decors te vinden uit de duizenden
mogelijkheden, en door de tekeningen zelf, om de juiste
houdingen, expressies, de stand van het hoofd en zo meer
te bepalen."
Over interpretatie van de realiteit: "Op
basis van foto's, beelden en documentatie in alle vormen
heb ik gebouwen en decors uit de Haut-Jura volgens mijn
eigen interpretatie herwerkt. In realiteit bestan er geen
bergtoppen zoals ik ze heb getekend! Niet erg, zolang
deze keuzes de bedoelingen en de dramaturgie voeden. Zo
twijfel ik niet om te spelen met het reusachtige van de
decors waar onze personages zich in voortbewegen."
Over uitwisseling van impressies: "Xavier
en ik hebben onze impressies met elkaar uitgewisseld tijdens
de complete ontwikkeling van het storyboard. Hij is gewoon
aan bladschikkingen met veel spektakel waardoor hij precieze
ideeën aandroeg over grootse decors waar ik nooit
aan zou hebben gedacht."
Over
de show: "Geweld maakt integraal deel uit
van het onderwerp, het gebruik van wapens, het dagelijks
leven van deze wapenmeesters. Aanvankelijk wilde ik niet
te veel een show opvoeren, maar zaken wegstoppen zou aan
kracht ingeboet hebben. De lezer moet dit geweld aanvoelen,
hij moet zien tot op welk punt de zwaardslagen pijn doen."
Over onomatopeeën: "Naar het voorbeeld
van de geluidsband van een film zijn onomatopeeën
belangrijk om geschreeuw en metaalgekletter te vertalen
en voegen ze iets toe aan het heetst van de strijd. Het
vergt een bijzondere zorg om ze expressief en te doen
passen, met het gevaar het effect te doorbreken en de
bedoeling van de prent te vernielen. Ik denk dus na over
de beste plaats om ze te plaatsen en over hoe ik ze zal
tekenen. Hun soms uitgesproken kleur draagt bij aan het
ritme en de spanning. Maar ik sluit net zo goed een gewelddadige
scène af zonder onomatopee, in stilte, om het meer
kracht te geven."
Over arceringen: "De inkleuring moet overeenkomen
met mijn tekeningen, zonder erop te parasiteren, vooral
omdat mijn zwart-wit veel schaduw, licht en diverse grijswaarden
bevat, maar ook veel arceringen. Soms gebruik ik die als
ondersteuning, om sommige decors naar voor of achter te
brengen of om ze te verduidelijken door sommige noodzakelijke
informatie te verdonkeren."
Over schilderen: "Ik heb me voor de eerste
keer aan het schilderen gezet (zie Facebook,
red.), met acrylverf op doek waarop Hans staat met
zijn zwaard in de twee handen. Rechtstreekse inkleuring
interesseert me, zelfs al duren mijn beginwerken lang
en kwamen ze moeizaam tot stand. Ik ben niet zeker of
het resultaat overtuigend zou zijn."
Over
het ontwerp van de personages: "Xavier had
een precies idee over het personage van Maleztraza, de
grote rivaal van Hans, en stuurde me verschillende foto's
die ik kon gebruiken. Ik heb dan weer zelf het personage
Thimoleon, de grote kale met baard, ontworpen op basis
van een nevenpersonage uit een film. De casting van onze
hoofdpersonages gebeurde geleidelijk aan, maar ik construeerde
de anderen rechtstreeks op de platen en ik verfijnde ze
gaandeweg. Als sommigen onder hen er wat anders beginnen
uit te zien in de loop van het album, keer ik terug naar
de al getekende platen om het geheel in harmonie te brengen."
Over het echte zwaard: "Het zwaard van Hans
bestaat echt, het is gebaseerd op een van de wapens die
tentoongesteld is in het Legermuseum van Parijs dat Xavier
en ik hebben bezocht. Ik hou van zijn bijzondere uitzicht
en zijn weinig gekromde handgreep. De rapiers waren integendeel
een hel om te tekenen. Ik heb foto's van die zwaarden
in alle mogelijke getrokken posities, maar ik ben er nooit
in geslaagd om twee keer hetzelfde te tekenen! In essentie
moet je erin geloven en het algemeen aspect begrijpen."
Over gravures: "Ik zie heel graag de zeer
uitgewerkte gravures van Gustave Doré of de Duitser
Hermann Vogel en ik had zin om iets gelijkaardigs te maken,
één prent maar, die uiteindelijk het schutblad
opleverde. Het is heel maniëristisch, het geeft een
werk van lange adem weer want je moet telkens terugkomen
op de prenten, op het tegenovergestelde van mijn zuiver
energetische benadering van de platen van het album."
Over een nieuw project: "Xavier en ik beginnen
binnenkort aan een nieuw project dat heel verschillend
is van De Wapenmeester." |
Joël
Parnotte: Cover- en personagestudies voor De Wapenmeester |
|
 |
In
dBD 97 van oktober 2015 liet hoofdredacteur Frédéric
Bosser tekenaar Joël Parnotte
in zijn map met coverstudies en personageschetsen voor
het one-shot De Wapenmeester duiken om die als
portfolio te presenteren.
Coverstudies
"Ik
maak roughs waarop ik een sterk beeld uit het
verhaal probeer terug te laten komen. Dat gebeurt vaak
heel intuïtief en ik probeer de oefening niet te
veel vanuit het verstand te maken. Maar we mogen ook niet
vergeten dat ons beeld een concurrent moet zijn van alle
andere nieuwigheden op dat moment. En daar zijn er veel
van! (lacht) Ik zoek dus ook naar een maximale
leesbaarheid. In dit geval heb ik eerst samengezeten met
Xavier (Dorison, de scenarist, red.) die me een
hele reeks filmaffiches gaf. Daarna bezorgden we onze
ideeën aan Philippe Ravon, de grafisch vormgever
van uitgeverij Dargaud. Op basis daarvan stuurde hij ons
meerdere covervoorstellen met titels door beelden samen
te stellen met mijn roughs en door prenten uit
de platen van het album op te diepen. Het uiteindelijke
idee is dus een door Philippe verzonnen montage... Het
beviel ons want het bood tegelijk een grote leesbaarheid
van het beeld als de titel... en dus een onmiddellijk
begrip van het thema van het album, zelfs in het klein!"
Hieronder het eindresultaat:
 |
Personagestudies
"Voor
de hoofdpersonages gaf Xavier me mondelinge indicaties
of vestigde hij de aandacht op enkele acteurs. Hij liet
me weten wat hun leeftijd is en wat hen kenmerkt. Voor
de nevenpersonages zoek ik soms inspiratie door tijdschriften
en magazines te doorbladeren. Het gebeurt ook wel dat
ik twee personen meng. Ik werk graag met iets concreet.
Dat voedt de verbeelding!"
Potloodstudies
"Xavier
heeft een precies idee van de beelden die hij in zijn
scenario beschrijft. Ik probeer altjd zo nauw mogelijk
aan te sluiten met de bedoelingen vn het verhaal. Het
moet goed zitten, of anders verliezen we de lezer. Voorstudies
zijn nuttig voor mij, maar ik ga de personages pas vinden
enkel vinden als ik ze in scène zet. Dan zie ik
in een echte situatie of ze goed acteren onder mijn potlood.
Het is echt op het moment wanneer de cast aan het werk
is dat je ontdekt of het werkt of niet. En je werkt bij
waar nodig."
|
|